Na de Tweede Wereldoorlog werd er druk gewerkt om Nederland op te bouwen en terug te keren naar het normale leven. Ook in de motorsportwereld waren er weer voldoende plannen om wedstrijden te organiseren. Dat kon echter pas weer in het jaar 1947. Toen werd het door de regering, wegens een tekort aan deviezen, ingestelde wedstrijdverbod opgeheven.
Tekst: Mari van Kasteren
Foto: Target Press
In 1947 werden er, inclusief de TT van Assen, acht wegraces verreden. Hieronder ook de eerste vliegveldraces van Nederland in Leeuwarden. Het door de Duitse bezetter van verharde startbanen voorziene vliegveld leende zich uitstekend voor motor- of autoraces. Er waren nog wel wat bomkraters en andere beschadigingen, maar die konden worden ontweken. De Stichting Leeuwarden had kosten noch moeite gespaard om van de races een succes te maken. Er waren zelfs tribunes gebouwd en die bij de startplaats waren zelfs overdekt. Het waren gecombineerde races, want er stonden zowel motoren, als ook auto’s aan de start. De wedstrijden werden door de burgemeester van Leeuwarden geopend en hierna kon gestart worden met een vol programma met vier klassen voor de auto’s en maar liefst negen voor de motoren. Alle klassen, van 125 tot 500 cc en ook de zijspannen, kwamen dus aan de start. De 50cc-klasse bestond toen nog niet. In bijna alle klassen was er sprake van een spannende strijd. De voornaamste en belangrijkste klasse, de 500cc-senioren, kende een spannende finish met als winnaar K. Reinbergen. Op zijn Triumph werd hij met een gemiddelde snelheid van 105,6 km/u de snelste man van de dag. Hij was daarmee ook sneller dan de snelste man bij de auto’s: Maus Gatsonides, die in zijn Gatford de klasse D won. Ondanks dat de eerste vliegveldraces van Nederland in Leeuwarden als een succes werden beschouwd en veel publiek trokken, was dat niet voldoende om de onkosten te dekken en kregen deze helaas geen vervolg.