Natuurlijk kijken wij allemaal uit naar de volgende MXGP, wanneer die ook verreden mag worden. Laat de duels tussen Jeffrey Herlings en Antonio Cairoli liefst zo snel mogelijk beginnen, waarbij het duidelijk zal zijn wie ‘ons favoriet’ is. Maar toch… Na het lezen van dit interview zul je heel anders kijken naar één van de grootste concurrenten van Herlings, want als iemand niets cadeau gekregen heeft in zijn crossleven, dan is het wel Cairoli.
Zeg je Antonio Cairoli, dan zeg je tegenwoordig succes, zeges en wereldtitels. Maar jouw crossverhaal begon heel anders waardoor het contrast eigenlijk niet groter kan zijn.
Antonio Cairoli: ‘Ja, dat kun je wel zeggen. Ik ben geboren in Patti op het Italiaanse Sicilië. Of beter gezegd het Zuid-Italiaanse Sicilië en dat maakt het allemaal best ingewikkelder. Daarnaast ben ik opgegroeid in een gezin dat niet veel geld had en bovendien de motorsport niet kende. Er werd op Sicilië wel wat gecrosst, maar dat was vrij kleinschalig en zeker niet op professioneel niveau. De meeste crossers rijden alleen op zondag, ook al omdat de meeste banen amper open zijn. Voor mij was het daarom erg moeilijk om door te groeien en om sponsors te vinden. Om echt door te kunnen groeien moest ik naar het noorden van Italië. Daar werd namelijk wel op niveau gereden op veel meer verschillende circuits.’
Hoe heb je dat probleem opgelost?
‘Door telkens naar het noorden van Italië te rijden met de bus, 1300 kilometer enkele reis. Dat kostte niet alleen heel veel tijd, maar ook heel veel geld. Daarnaast miste ik best veel schooldagen, terwijl er voor mijn ouders veel werkdagen verloren gingen. Tot mijn veertiende, vijftiende hebben we op deze manier gereisd. Daarna kreeg ik steun van de nationale bond en kwam ik terecht in betere teams die veel meer ervaring hadden in de motorcross.’
Hoe zag zo’n reis eruit?
‘We vertrokken meestal op vrijdag en reden dan zo’n twintig uur om op de eindbestemming te komen. Ik lag altijd achterin te slapen, tussen de motoren, zodat ik direct bij thuiskomst weer naar school kon in de hoop dat ik niet al te veel zou missen.’
Kon je zomaar schooldagen missen?
‘Ja hoor, dat is niet zo’n probleem in Italië. Natuurlijk werkte het altijd tegen mij omdat ik het jaar soms niet haalde, maar als je redelijk getalenteerd bent en op redelijk professioneel niveau serieus aan sport doet, krijg je niet zo snel problemen. Uiteindelijk heb ik zelfs het voortgezet onderwijs afgerond, daarna had ik echt geen tijd meer voor school.’
Kun je je de eerste keer op de motor nog herinneren?
‘Ja, zeker weten, ik was vier jaar oud. Toen ik op een dag van de kleuterschool terugkwam, vertelde mijn vader dat er een verrassing stond in de garage. Ik rende er direct naartoe en daar stond een kleine crossmotor. Vanaf die dag reed ik tot mijn zesde elke dag bij ons in de tuin, een belangrijke leeftijd voor crosser want in die jaren moet je echt beginnen met rijden.’
Was het meteen duidelijk dat je goed was?
‘Nee, helemaal niet zelfs. Dat kwam echt pas toen ik vijftien, zestien was. Oké, ik won wel meteen, maar door het lage niveau was het onmogelijk in te schatten hoe goed ik echt was. Dat zou pas duidelijk worden als ik in Noord-Italië aan de start zou staan.’
Het verschil met supertalenten als Jeffrey Herlings, Jorge Prado en Ken Roczen kan niet groter zijn.
‘Bij hen was het inderdaad toen ze tien waren, of zelfs nog jonger, al duidelijk dat ze iets extra’s hadden. Bij mij echt niet, ook omdat ik pas later uitgedaagd werd om mijn limieten te verleggen.’
Hoe moeilijk was het om als Zuid-Italiaan je staande te houden in Noord-Italië, waar ze nog altijd zeer weinig op hebben met het zuiden?
‘Dat was echt heel zwaar. Ik vertrok in mijn eentje naar het noorden en had veel last van discriminatie richting mij, net zoals andere mensen dat hebben als ze vanuit het zuiden naar het noorden komen. Daarnaast moest ik zien rond te komen van 50 euro per maand en dat was misschien nog wel lastiger.
Hoe deed je dat in vredesnaam?
‘Dat was verschrikkelijk lastig. Gelukkig kreeg ik wel een beetje hulp van mijn team. Ik hoefde niet te betalen voor de motoren, de onderdelen en de kleding. Een grote vooruitgang, want daarvoor reed ik met motoren die soms wel zes jaar oud waren, terwijl ik drie seizoenen deed met mijn kleding. Die hulp hield mij op de been, hoewel ik niet echt goed in mijn vel zat, omdat ik mij niet thuis voelde in de omgeving. Ik was vaak eenzaam, vooral in de avond. In de ochtend sportte ik en na de lunch crosste ik tot vier uur. Als ik thuis kwam ruimde ik het huis op, waste mijn kleren en probeerde een beetje te koken. Ik kon dat allemaal niet, dus moest dat maar zien te leren. Als ik klaar was, wachtte ik tot het weer ochtend was en ik weer kon gaan sporten. In die tijd bestonden mobieltjes amper en had ik niet zoveel contact met thuis. Als we contact hadden, klaagde ik ook nog eens de heel tijd. Mijn vader zei altijd dat ik altijd terug kon komen en dat we dan wel ander werk voor mij zouden vinden, maar mijn moeder liet mij altijd weten dat als ik echt wilde gaan crossen, ik daar moest blijven en alles moest blijven doen om te slagen. Hoe moeilijk ze het ook vond dat ik als 15-jarige zover weg was van haar en haar vaak huilend belde. Zij is dan ook de sleutel van mijn succes.’
Had je zonder de steun van je moeder doorgegaan?
‘Nee, dan was ik waarschijnlijk gestopt.’
Is het moeilijk om over je inmiddels overleden ouders te praten?
‘Nee, het is bijzonder. Ik heb namelijk alles te danken aan ze en dat geldt ook voor mijn drie zussen. Er kwam amper geld binnen en niemand binnen het gezin had er moeite mee dat het meeste van dat geld naar mij en het crossen ging. Ik was voor hun de held van de familie en dat is zo belangrijk voor mij. Dat soort dingen hielden mij op de been en brachten mij in 2003 bij het team waar ik nu nog steeds voor rij, dat van Claudio de Carli.’
Klopt het dat je je zusters nu financieel ondersteunt als dank voor die periode?
‘Ze hoeven maar te bellen en ik ben er als ze in de problemen zitten. En dat geldt ook als ze financieel in nood zitten. Geld is voor mij niet zo belangrijk en ik zou echt niet willen dat ze jaloers worden op mijn inkomen. Geld telt alleen als je gezond bent, en ach, er zullen altijd mensen zijn die meer geld hebben, dus waarom zou ik mij daar druk om maken.’
Waarom ging het vanaf 2003 ineens veel beter met je?
‘Het team van Claudio zit in Rome en dat is een stuk dichter bij het zuiden, dan waar ik eerst zat. Ook de mentaliteit van het team past meer bij Zuid-Italië. Ik voelde mij daar dus veel beter op mijn gemak. In het eerste jaar ging het nog niet super in het Italiaans kampioenschap, maar het jaar erop werd ik direct derde in het WK MX2 en won ook mijn eerste GP, in Namen.’
Toch belandde je al snel in het Belgische Lommel, nog veel verder van Sicilië.
‘Omdat het zo goed ging, besloot mijn teammanager dat ik naar België moest verhuizen om nog beter te worden. Ik moest namelijk leren rijden in het zand, terwijl ik tot mijn achttiende dat nooit gedaan had. Ik kwam in november, december aan en het was stervenskoud en het regende “like hell”. In die periode was Marc de Reuver de koning van het zand. Ik vond hem al meteen aardig, ook omdat zijn mentaliteit best veel op die van de Italianen lijkt. Hij was open en had humor en we trokken soms met elkaar op en reden ook tegelijkertijd in het zand. Dat laatste was in het begin heel confronterend, want ik verloor op hem zomaar vijftien tot twintig seconden. Per ronde! Gelukkig kreeg ik van Marc veel advies en keek ik veel van hem af. In februari had ik daardoor het gat al gedicht naar vijf seconden per ronde en dat was echt heel goed voor een Italiaan.’
Ik neem aan dat je amper Engels praatte toen je naar Lommel kwam. Hoe bestelde je een brood bij de bakker?
‘Dat was best een ding. Gelukkig kon mijn monteur een beetje Engels en had ik een vriend die kon tolken.’
En hoe ging dat toen je de Nederlandse Jill Cox, nu je vrouw, ontmoette?
‘Ik leerde haar kennen in 2006 omdat ze altijd met haar familie op de cross was. Toen ik haar voor het eerst zag, verkeerde ik echt in een schok haha. Zo mooi. Alleen, ze was bezet… Ik bleef haar echter in de gaten houden en was er meteen bij toen ze problemen kreeg in die andere relatie. Ik kon alleen geen Engels op dat moment… We spraken elkaar via MSN Messenger, want dan kon ik Google Translate gebruiken. Het enige probleem was dat dit toen nog lang niet zo goed was als nu, dus ik schreef haar altijd “bullshit”. Uiteindelijk heb ik daarna in één jaar Engels geleerd.’
Wat heb je vooral geleerd van Jill?
‘Ze is heel erg georganiseerd, terwijl ik in Zuid-Italië vooral geleerd heb te genieten van het moment. Nog altijd heb ik niets met dingen plannen, maar ja, zonder plannen gaat het ook niet helemaal goed. Daarom zitten we nu samen ergens halverwege en dat bevalt heel goed. We genieten en als ik iets geleerd heb in mijn leven, is dat het draait om dat soort dingen in het leven.’
Foto’s: Privéarchief Antonio Cairoli en KTM