Het wordt een spannend seizoen voor Nederlands enige GP-team, aangezien ze met twee nieuwe rijders aan de start van de Moto3 gaan komen. Ana Carrasco, de enige dame in het WK, moet de topresultaten zien binnen te slepen voor het team van Roelof Waninge, terwijl Scott Deroue als debutant vooral veel moet gaan leren op het hoogste wegraceplatform. In MOTO73 hebben we vier pagina’s vrijgemaakt voor het interview, maar er bleven nog enkele vragen over en die willen we je uiteraard niet onthouden.
Scott Deroue
De meeste Nederlandse GP-coureurs maken hun debuut vaak tijdens de TT, jij in Qatar. Baal je ervan dat je nog nooit de TT hebt gereden?
‘Nee, want het speciale gevoel van zo’n thuiswedstrijd heb ik al wel meegemaakt via de Red Bull Rookies Cup. De vorige keren was de aandacht niet zo op mij gericht, omdat ik niet in de belangrijkste klasse reed. Dat was eigenlijk wel fijn, want daardoor kon ik redelijk in de luwte mijn ding doen. Dat zal nu wel anders zijn, al zijn we nu met twee vaste Nederlandse coureurs. Dat is misschien wel handig qua druk, dat niet alle hoop enkel op jou gevestigd is. Stiekem denk ik wel dat ik die druk soms nodig heb, om beter te kunnen presteren. Zo ben ik in een wedstrijd vaak sterker, omdat ook daar meer druk achter staat.’
Maar kan die druk soms ook te hoog liggen?
‘Natuurlijk, als je achteraan staat, dan hoor je heel Nederland ineens. Dat heb je met Jasper (Iwema, red.) ook gezien. Zelf kreeg ik afgelopen jaar ook al commentaar. Maar goed, dat moet je proberen van je af te zetten. Zo ga ik niet op van die fora lezen. Het niveau daar is ook vrij laag. Als je zo tegen ze praat, dan doen ze heel aardig tegen je, maar eenmaal op het forum lopen ze je dan ineens uit te kafferen.’
Afgelopen seizoen werd Karel Hanika in de Red Bull Rookies Cup met twee vingers in de neus kampioen. Is hij echt zo goed?
‘Hanika kende een gemakkelijk seizoen, won met veel gemak de eerste paar wedstrijden van het seizoen. Daarna had ie er wat meer moeite mee, was hij niet meer zo dominerend als in het begin. Maar goed, Hanika is gewoon een slimme jongen, hoe hij rijdt. Hij bepaalde gewoon de race. Als je zo’n overmacht hebt, dan kun je ook trucjes uithalen. Als iemand anders wegreed, dan ging Hanika er gewoon achteraan. Hij zat er gewoon altijd bij, had nooit een moment dat ie het tempo niet bij kon houden. Daardoor kon hij ook vrij gemakkelijk kampioen worden.’
In 2012 zat je in de eindstand van het kampioenschap nog voor Hanika. Heeft hij jou geïmponeerd met zijn optredens in 2013? Of denk je dat je nog altijd een betere rijder dan hij bent?
‘Nee, Hanika is op dit moment beter dan ik. Hij zit ook niet voor niets in het fabrieksteam. Hanika is slim, heeft het talent om snel te gaan. Ik verwacht ook wel dat hij komend jaar zichzelf zal laten zien.’
Hoe ga je ervoor zorgen dat je fysiek op en top fit bent?
‘Ik word via de KNMV begeleid, die hebben allerlei schema’s waar ik mee kan werken. Ik denk dat ik er al redelijk goed voor sta. Wat het bij mij ook is, als het niet lukt, ga ik alsnog door. Ik kan er altijd wel een schepje bovenop doen. Zo hebben we ooit zo’n piepjestest gedaan met de selectie en iedereen haakte af, op Kevin Valk, Wayne Tessels en mezelf na. We hadden de records al verbroken en gingen op het gelijke moment eruit. En ik bleef ze maar volgen, bleef doorrennen. Uiteindelijk waren we klaar, ging ik zitten en zag ik gewoon zwart voor mijn ogen. Dat geeft wel aan dat je eigenlijk iets te ver door bent gegaan, maar ik wilde gewoon niet opgeven.’
Vaak hoor je dat zo’n eerste seizoen lastig is. Alles komt op je af. Jij kent het GP-wereldje al redelijk door de Red Bull Rookies Cup. Dat moet een groot voordeel zijn.
‘Zeker, alleen er zitten nog steeds wat banen tussen die ik niet ken.’
Ben jij een snelle leerling, wat baankennis betreft?
‘Dat is toch wel een lastig punt. Op het Rookies-niveau kon ik dat wel goed, maar dan kende niemand eigenlijk de baan. In de GP is dat anders, daar gaan die gasten gelijk in de eerste training al hard. Dat merkte ik ook al in het Spaans Open en het EK. Een goed voorbeeld was Albacete, het EK. Daar reden ze gelijk 1.35,4 en in de wedstrijd zaten ze op 1.35,1. Dat geeft wel aan dat het niveau gelijk vanaf het begin hoog is. Dan is het lastig om je rustig te houden en eerst op je eigen tempo de baan te leren kennen.’
Anna Carrasco
Je verandert van motor, van KTM naar Kalex KTM. Je hebt vorig jaar die machines van dichtbij meegemaakt. Hoe denk je erover?
‘Ik denk dat het een goede motor is, hoewel ik er nog niet op gereden heb. Vorig jaar zaten de beste rijders op een KTM, maar Jonas Folger kon af en toe goed meekomen. Alleen het blijft lastig om dat hier vanuit de luie stoel te zeggen, nog voordat ik mijn eerste meters heb gemaakt op de Kalex KTM.’
Meestal is een eerste seizoen erg zwaar, maar jij hebt twee mooie resultaten weten te boeken. Zal het moeilijk zijn om nu een stapje hogerop te gaan. Ik denk dat je fans dat in ieder geval wel verwachten, toch?
‘Het belangrijkste is inderdaad dat ik me blijf verbeteren, zoals ik ook vorig jaar deed. Als ik mijn eerste test achter de rug heb, kan ik je zeggen of ik elke race in de top-vijftien kan rijden. Nu, durf ik daar eigenlijk geen uitspraken over te doen. Maar goed, ik weet dat ik snel ben en ik ga mijn best doen. Meer kan ik niet doen en zodoende heb ik geen last van extra druk door eventuele verwachtingen van anderen.’
Ken je toevallig al enkele Nederlandse woorden? Ik hoorde namelijk dat je goed kon opschieten met Jasper Iwema.
‘Hij heeft wel wat Spaans geleerd, maar andersom… Ik ken geen Nederlands, het is een behoorlijk lastige taal.’
Het gehele interview met Ana Carrasco en Scott Deroue vind je in de extra dikke editie 4/5 van MOTO73, die donderdag in de winkel ligt of op je mat ploft. Online kun je het nummer hier bestellen.
Foto’s: Emma Balt