zaterdag 4 januari 2025

Een nieuwe start voor Bo Bendsneyder in 2025: kanshebber voor de wereldtitel?

Bo Bendsneyder begint aan een nieuw avontuur in zijn racecarrière. 2024 was een turbulent jaar voor de 25-jarige Rotterdammer. Na een heftige soap moest hij gedurende het Moto2-seizoen vertrekken bij het Preicanos Racing Team, nadat de Nederlander bijna negen jaar in de Grand Prix had gereden. Bendsneyder liet zijn talent al snel weer zien. Hij stond eind 2024 in zijn vierde World Supersport-race al op het podium en is dit jaar als MV Agusta-coureur misschien wel één van de kanshebbers voor de wereldtitel. Het kan snel verkeren in de motorsport!

Bo, het jaar 2024 is een achtbaan van emoties geweest. Welk gevoel overheerst?

‘Ik heb het jaar lekker afgesloten in de World Supersport, dat gevoel nam ik mee de winter in. Ik heb het Grand Prix-boek snel kunnen afsluiten, omdat er snel een nieuw boek is opengegaan. Ik kon daardoor alles vrij snel achter mij laten. Het klinkt misschien raar, maar dat komt grotendeels doordat ik een positieve start heb gemaakt in een nieuw kampioenschap.’

Eerst nog even over het Moto2-seizoen 2024. Je raakte in de vierde Grand Prix geblesseerd, waardoor je meerdere races moest missen. Zonder die blessure; denk je dat je dan het seizoen wel had afgemaakt?

‘Dat denk ik niet. Met de oude eigenaar (Eduardo Perales) speelde er op de achtergrond ook constant wel dingen. Hij dreigde regelmatig met ontslag als er geen resultaten zouden komen, maar dat is in die vier jaar nooit zover gekomen. Dat stukje was altijd al wel lastig, maar ik denk dat ik onder Edu (Perales) het seizoen wel afgemaakt zou hebben. De nieuwe eigenaar (Raúl Castañeda) kwam net voor de TT Assen en vanaf dat moment veranderde het snel.’

Dat ziet er goed uit; Bo in actie met de MV Agusta F3 800 RR. | Foto: Randy van Maasdijk

Over dat dreigen, dat klinkt niet motiverend voor een coureur.

‘Nee dat was het ook zeker niet. Uiteindelijk bleef het bij Edu altijd wel bij dreigementen. Zoals ik op social media ook al zei nadat ik wegging; ik had wel een serieuze blessure opgelopen in Jerez, maar ik had geen drie races hoeven missen. Dat was een keuze van het team. Ik had in Mugello – voor de TT Assen – al op de motor kunnen zitten, maar ik kreeg toen een belletje van het team dat ze mij liever een wedstrijd later terug zagen komen. Dat was al vreemd en ik kwam er via social media achter dat mijn crew met die van mijn teamgenoot was gewisseld. In Assen had ik een goed gesprek met de nieuwe eigenaar. Hij sprak vertrouwen in mij uit en deed de nodige beloftes. Helaas bleken die niet veel waard te zijn.’

Wat is jou het meest bijgebleven rondom deze soap?

‘Vooral het laatste stukje met de nieuwe eigenaar. Met Edu ging het op en neer, maar ik heb er wel bijna vier jaar gezeten. Ondanks de financiële problemen van het team op de achtergrond heeft hij altijd netjes betaald en zijn zaken afgehandeld. Met de nieuwe eigenaar zou ik het seizoen afmaken en daarna zouden we afhankelijk van de resultaten verder kijken. Heel begrijpelijk allemaal. Maar toen moest er ineens gestemd worden binnen het team over wie er weg moest. Ik won de stemming, maar werd er toch uitgezet. De manier waarop deed pijn. Moet je nagaan hoe het voor mijn teamgenoot Jaume Masia – waar ik een hele goede band mee heb – moet voelen, aangezien hij eigenlijk werd weggestemd en nu nog voor het team rijdt.’

2014, Assen: Bo Bendsneyder klopt Jorge Martin

Hoe kijk je terug op hoe je het zelf hebt aangepakt. Was het een bewuste keuze om het op de grid voor de race in Misano aan te kondigen?

‘Een paar mensen wisten van de situatie af, waaronder Barry Veneman van Ziggo Sport. We hadden afgesproken het er niet over te hebben, want dat wilde ik niet. Hij wilde een leuk interview maken op de grid waar we samen ooit in 2015 de Red Bull Rookies Cup hadden gewonnen. En toen floepte het er zo uit. Soms loopt het zo.’

Er volgde er een hele storm. Het team reageerde op jouw uitlatingen, terwijl jij vanuit contractuele verplichtingen verder je mond moest houden. Dat moet lastig zijn geweest.

‘Ik was niet bang dat mensen mij niet zouden geloven, want de waarheid zou toch wel naar boven komen. IRTA en Dorna hebben contact met mij opgenomen. Nu weet bijna de hele GP-paddock wel hoe het echt zit. Ik vind het vooral sneu voor Masia, die nog steeds in het team zit.’

Mag je er officieel al over praten?

‘Dat blijft een beetje lastig. De nieuwe teambaas heeft een groot advocatenkantoor en hij weet heel goed wat hij doet. Ik heb daar totaal geen verstand van. Achteraf had ik het tactisch iets beter kunnen aanpakken om er juridisch beter uit te komen. Financieel heeft het geen invloed gehad. Dat gebeurt alleen wanneer ik nog veel verder op de situatie zou ingaan, dus dat doe ik maar niet. Maar ik ben blij hoe ik het zelf heb aangepakt; ik ben bij mijzelf gebleven.’

Terugkijkend op je Grand Prix-carrière. Heb je nog spijt van keuzes of momenten?

‘Nee dat niet. Toen ik in de Moto2 bij Tech3 tekende pakte het verkeerd uit. Een jaar eerder had Xavi Vierge met zijn crew chief de motor zo goed gemaakt, dat die constant in de top-tien mee kon. Ik zou zijn crew chief krijgen, maar die ging op het laatste moment weg. Hij is later crew chief bij Aleix Espargaró in de MotoGP geworden. Ik kreeg een jonge onervaren crew chief. Zelf was ik ook nieuw in de klasse. Dan wordt het heel lastig, helemaal omdat wij het enige team met dit chassis waren. Achteraf was dat geen goede start in de Moto2. En ik trainde nog niet met een Yamaha R6 of iets dergelijks voordat ik naar de Moto2 overstapte, terwijl coureurs tegenwoordig dat vanaf hun dertiende al doen. Ik trainde nog met mijn Supermotard. De Moto2-motor voelde daarom qua gewicht, snelheid en vermogen in het begin aan als een Ferrari. Dat soort dingen zou ik nu wel anders doen.’

In de Red Bull Rookies en Moto3 streed je met rijders als Jorge Martin, Joan Mir en Fabio Di Giannantonio. Qua talent deden jullie niets voor elkaar onder. Zij zijn nu allemaal MotoGP-toprijders. Waar is het misgegaan?

‘Een terechte vraag, die ik al vaker heb gehoord. Ik had vooral met Diggia (Di Giannantonio) een hele goede strijd in de Red Bull Rookies. Ik denk dat het te maken heeft met op het juiste moment pieken en de kansen pakken die je krijgt. Fabio Quartararó is een mooi voorbeeld. In het Spaans kampioenschap was hij de nieuwe Valentino Rossi en hij begon ook goed met een Honda in de Grand Prix. Later kwam hij op een KTM terecht en scoorde daar erg matig mee. Later met Speed Up in de Moto2 begon hij op het juiste moment goede resultaten te rijden, waardoor Razlan (Razali) en Wilco (Zeelenberg) wat in hem zagen voor hun Yamaha-team in de MotoGP. En dat bleek terecht, want hij is nou MotoGP-wereldkampioen en multimiljonair.’

Dat is een rationele uitleg, maar het moet soms ook wel frustrerend zijn om hen vooraan in de MotoGP te zien.

‘Tuurlijk, maar ik denk dat er zo heel veel rijders zijn. Ik spreek Livio Loi nog dagelijks. Dan komen er wel eens oude foto’s of video’s voorbij waarin we rijders versloegen die nu in de MotoGP rijden. Dan vloeken we samen ook nog wel eens. Er komt een beetje geluk bij kijken, maar je moet het geluk ook afdwingen en zorgen dat alles op juiste moment samenvalt. Dat is bij mij in de Grand Prix niet gelukt.’

De samenwerking met het Preicanos Racing Team in de Moto2 eindigde abrupt in 2024. Tijdens zijn laatste TT Assen finishte Bo als veertiende.

Het is nu de tweede keer dat je een contract tekent in de World Supersport. In 2021 zou je al bij EAB Racing gaan rijden, totdat je toch nog de kans kreeg om in de Moto2 te blijven. Heb je daar achteraf nog wel eens spijt van gehad?

‘Nee, want op dat moment voelde het alsof ik nog niet klaar was in de Moto2. We hebben zeker in het begin ook mooie momenten gehad toen het nog het Pertamina Mandalika SAG Team was. Ook waren er veel mindere momenten, maar mijn podiumplaats, goede kwalificaties, strijden voor het podium in Assen en top-tien resultaten lieten zien dat ik nog wel wat in mijn mars had.’

Heb je eraan gedacht om te stoppen?

‘Absoluut, nadat ik wegging uit de Moto2 zeker. Dat gevoel was gedurende de vier seizoenen bij het team langzaam opgebouwd. De laatste jaren was het vaak minder plezierig. Het begon steeds meer op werk te lijken, terwijl het mijn grootste hobby moet zijn die ik mag uitoefenen op het allerhoogste niveau. Toen het einde in de Moto2 daar was, kwam dat heel hard aan. Ik wilde stoppen met racen, ook omdat ik op de achtergrond met mijn vader al een idee had om een pizzarestaurant te openen. Daarnaast wilde ik meer tijd doorbrengen met familie en vrienden. De twijfel betreft mijn beslissing voor het racen, die kwam wel vrij snel. Er was veel interesse van teams in verschillende kampioenschappen en ik kreeg veel steunbetuigingen van fans. Dat deed mij heel goed. Maar ik was er eerst geen voorstander van om de laatste twee World Supersport-weekenden van 2024 nog te gaan doen. Dat ging voor mij te snel, maar Andrea Quadranti – teammanager van MV Agusta Reparto Corse – wist mij te overtuigen. Hij wist zeker dat ik mijn plezier terug zou vinden. En mocht dat niet zo zijn, wilde hij het contract voor 2025 ook wel verscheuren. Hij legde totaal geen druk neer, dat was heel anders dan ik gewend was.’

Waarom heb je gekozen voor MV Agusta Reparto Corse in de World Supersport?

‘MV Agusta had in het verleden ook al eens contact gezocht. Op de dag dat het nieuws naar buiten kwam dat ik zou stoppen in de Moto2, was Andrea de eerste die mij belde. Hij wilde mijn kant van het verhaal horen en hij gaf aan interesse te hebben. Ik wilde liever begin 2025 starten, zodat ik gelijk mee kon doen voor de topposities. Ik had het gevoel dat het haalbaar zou zijn. Uiteindelijk overtuigde Andrea mij om ook de laatste twee raceweekenden van 2024 te doen. In Estoril gebeurde eigenlijk alles waarom ik dat vooraf niet wilde. Het was een nieuw circuit voor mij met een nieuwe motor in een nieuw team en een nieuw kampioenschap. Tijdens de eerste dag was de baan ook nog eens nat. Maar het pakte uiteindelijk positief uit. In Estoril ging het al goed en een week later stonden we op het podium in Jerez. Ik ging met een goed gevoel de winter in en kijk er naar uit om met MV Agusta Reparto Corse een volledig seizoen te rijden in 2025.’

Bagnaia vs. Martin: twee MotoGP-kampioenen, maar slechts één wereldtitel

Ben je ook aan jezelf gaan twijfelen?

‘Natuurlijk, daar ben ik heel eerlijk in. Er rijden jongens in de World Supersport waarvan ik wist dat ik die moest kunnen verslaan. Maar ik dacht wel; gaat dat ook lukken met een nieuwe motor in een nieuw kampioenschap? Ik wilde mij wel echt bewijzen. Toen ik in Estoril op een voor mij onbekende baan met een standaard motor en afstelling al in de top-tien stond, was dat voor mij al een bevestiging. Ik wist toen dat het goed zou komen, als ik meer tijd zou krijgen om met het team aan de afstelling te werken.’

Wat is het grote verschil tussen de Moto2 en World Supersport?

De MV Agusta is net als de Triumph in de Moto2 ook een driecilinder. Qua rijden valt het verschil wel mee. Een World Supersport-motor beweegt iets meer en het voelt allemaal wat losser. In de World Supersport waren er afgelopen jaar zo’n zes of zeven rijders die heel hard gaan en daarna volgt er toch wel een klein gat. Of dat te maken heeft met materiaal of niveau durf ik nog niet te zeggen, maar dat is wel anders dan in de Moto2. Daar rijdt het hele veld heel dicht bij elkaar.’

De tweede helft van je World Supersport-races waren – zeker voor een nieuwkomer – buitengewoon goed. Had je dat verwacht?

‘Dat wist ik wel, dat is een sterk punt van mij en het is ook een stukje dat je meeneemt vanuit de Moto2, denk ik. Daar racet iedereen van de eerste tot de laatste ronde qua rondetijden op 110%. In de World Supersport zie je toch wel dat er jongens gedurende de race wat in tempo afzakken. Ik ging zelf niet harder rijden, maar kon wel mijn tempo stabiel houden.’

Hoe werd je ontvangen in de WorldSBK-paddock?

Heel goed. Ik had van veel mensen al gehoord dat de WorldSBK-paddock leuker en opener zou zijn. De rijders zijn onderling wat relaxter. Ik kende ook al veel rijders zoals Toprak (Razgatlıoğlu), waar ik in de Red Bull Rookies veel mee omging. De MotoGP is een andere wereld en heel zakelijk. En zeker als je geen Spanjaard of Italiaan bent, ben je toch vaak in je eentje. Je komt met je koffer, doet je ding en gaat weer weg. De WorldSBK-paddock ligt mij denk ik beter.’

Je hebt een sterke eerste indruk achtergelaten, maar dat schept ook verwachtingen voor 2025. Hoe hoog leg jij zelf de lat?

‘Het is fijn dat ik nu al bekend ben met het team. Mijn doel is om ieder weekend voor het podium te vechten en te gaan voor een podiumplaats in het wereldkampioenschap. Maar het is nog wel lastig om te voorspellen, omdat bijvoorbeeld Yamaha met een nieuwe motor komt. Die ziet er bruut uit en er komen snelle rijders op. We moeten straks eerst maar eens zien hoe de motoren zich tot elkaar verhouden. Daarnaast staan er voor mij toch wel wat nieuwe circuits op de kalender. Daar gaan we ons zo goed mogelijk op proberen voor te bereiden.’

Zie je dit als een nieuwe start in je carrière en waar wil je over drie jaar staan?

‘Ik denk het wel; een frisse start in een nieuw kampioenschap met een nieuwe droom. Het doel is om het eerst zo goed mogelijk te presteren in de World Supersport en dan door te gaan naar de World Superbike. Over drie jaar hoop ik dan ook in een World Superbike-fabrieksteam te rijden. Dat zou geweldig zijn, maar ik wil ook niet te veel vooruitkijken. Tijdens de laatste races van 2024 heb ik mijn plezier in het racen teruggevonden en dat is belangrijk om te kunnen presteren. Wanneer de resultaten er zijn, dan komt er vanzelf iets op je pad.’

Andrea Locatelli, Dominique Aegerter en Nicoló Bulega zijn allemaal voorbeelden die vanuit de Moto2 zijn gekomen, in de World Supersport kampioen zijn geworden en nu goede zitjes hebben in de World Superbike. Dat zijn rijders die jij in het verleden al vaak verslagen hebt.

‘Hun pad motiveert mij zeker. Ik heb Bulega gesproken in Jerez. Hij zei; “Was ik maar eerder naar dit paddock gegaan.” Hij is nu zoveel gelukkiger dan in de Grand Prix. Hij racet voor het Ducati-fabrieksteam en werd in zijn eerste World Superbike-seizoen tweede in het WK. “Wie had dat ooit gedacht?” zei hij tegen mij. Zijn droom was ooit ook om MotoGP-coureur te worden, maar hij voelt hier in dit paddock het vertrouwen en krijgt de vrijheid. Dat zie je terug in zijn resultaten.’

In het begin van het interview ging het over dreigen met ontslag, dan is dit toch wel een hele andere benadering.

‘Ik heb het idee dat de topteams in de Moto2 ook wel een positieve benadering naar hun coureurs hebben. Ik ben van mijn mening dat team en rijder naar buiten toe altijd achter elkaar moeten blijven staan. Of de resultaten er nou zijn of niet. Intern kan je alles bespreken uiteraard. En het is belangrijk dat een team kijkt hoe zij hun rijder het beste kunnen motiveren. Dat kan de ene keer een harde aanpak en de andere keer een zachte zijn.’

Naast het racen ben je met je vader een pizzeria in Rotterdam begonnen. Hoe ga je dat combineren met het racen?

‘De WorldSBK-kalender heeft veel minder raceweekenden dan de Grand Prix. We hebben regelmatig een aantal weekenden vrij. Natuurlijk moet je trainen, maar dat hoeft niet zestien uur per dag. Er blijft tijd over en die wil ik graag ondernemend invullen. Mijn vader zal dagelijks in de pizzeria zijn. Ik zal meer een ‘‘vliegende kiep” rol hebben. Ik kan er niet altijd zijn, omdat racen nog altijd het belangrijkste is en ik daar net een mooie, nieuwe uitdaging in heb gevonden.’

Foto’s: Randy van Maasdijk, Henk Keulemans, Thomas Seidenglanz, ANP

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen