Wanneer er een motorrijder met pech aan de kant staat, stop je altijd even om te kijken of je kunt helpen. Of duwen… Althans, dat hopen we. In de Dakar Rally is het niet anders, zo liet Martien Jimmink gisteren zien in de eerste proef.
Ergens middenin die proef over 319 kilometer zag Jimmink een gevallen motorrijder liggen. ‘Daar kan ik niet omheen, ik móet daar naartoe. Het was een leuke proef, eerst stenen, daarna duintjes met lekker mul zand, daarna weer stenen. En toen lag die Roemeense jongen daar. In een bult stof, met zijn ogen dicht en heel zwaar ademend. Ik dacht ‘die ligt hier dood te gaan’ en heb meteen op de rode knop gedrukt om hulp erbij te halen.’
Eerste-hulp-cursus
‘Toen hij zijn ogen open deed heb ik alle vragen gesteld die we in de eerste-hulp-cursus hebben geleerd: weet je wie je bent, waar je bent, wat er is gebeurd? Hij reageerde eerst nauwelijks, maar wilde wel opstaan. Dat ging niet, hij zakte meteen weer door zijn hoeven. Inmiddels waren er een paar militairen bij gekomen. Toen die jongen zei dat hij ok was, ben ik doorgereden.’
Eenmaal weer op gang – en in het stof van de hele trits motoren die hij eerder was gepasseerd – werd Jimmink gebeld door de organisatie of hij degene was die op de knop had gedrukt en of hij ok was. ‘Moest ik het nog eens uitleggen! Kostte weer tijd, dus kon ik weer aan het inhalen.’
Uiteindelijk werd Martien 80e op ruim anderhalf uur van etappewinnaar Toby Price.