Heel de Formule 1 staat op de kop, want Lewis Hamilton schijnt volgend jaar naar Ferrari te gaan. Helemaal prima, hartstikke leuk maar wat moet je daarmee op een website over motoren? Niets, maar het nieuws van Hamilton inspireerde ons wel tot onderstaand verhaal met natuurlijk Marc Marquez/Ducati in de hoofdrol. Maar ook met Agostini, Sheene en zelfs Rossi (en dan zijn we weer een beetje terug bij de F1).
Wanneer wordt KTM wereldkampioen in de MotoGP?
1953 Geoff Duke
van Norton naar Gilera en uiteindelijk terug naar Norton
Geoff Duke was HET uithangbord van Norton. In 1951 werd de immer correcte Engelsman 350cc/500cc-dubbelwereldkampioen op het fameuze Engelse motormerk. Maar in 1952 pakte Duke alleen de titel in de 350cc. In de halveliterklasse ging het wereldkampioenschap namelijk naar de Italiaan Umberto Masetti op Gilera. Deze Italiaanse viercilinder was veel sneller dan de Norton-eenpitter van Duke. De Engelsman had dan ook geen enkele kans om zijn titel in de koningsklasse te prolongeren. Hij won dat jaar zelfs geen enkele GP en werd slechts zevende in de WK-eindstand. Omdat Norton haar plannen om in navolging van Gilera en dat andere Italiaanse merk, MV Agusta, ook een viercilinder te bouwen cancelde, besloot Duke voor 1953 over te stappen naar Gilera. En dat was door alles wat Engels was en dacht voor onmogelijk gehouden!
De overstap van Duke werd voor ‘The Gentleman’ een groot succes. Hij veroverde met Gilera de 500cc-wereldtitel in 1953, 1954 en 1955. Nadat het Italiaanse merk zich eind 1957 terugtrok uit de GP-racerij, keerde Duke na een kort verblijf bij BMW terug naar Norton. Maar de Engelsman behaalde nooit meer de successen, zoals hij die eerder in zijn imponerende carrière had behaald.
1974 Giacomo Agostini
van MV Agusta naar Yamaha en uiteindelijk toch weer terug naar MV Agusta
Na van 1966 tot en met 1973 dertien keer (zesmaal in de 350cc en zevenmaal in de 500cc) wereldkampioen met MV Agusta te zijn geworden, maakte Giacomo Agostini voor 1974 een totaal onverwachte en sensationele overstap van het Italiaanse merk naar het Japanse Yamaha. En zo ook nog eens van viertakt- naar tweetaktmachines. Er waren twee belangrijke redenen voor deze transfer. De eerste was dat Agostini binnen het team van MV Agusta in 1973 tegen zijn zin in Phil Read een heel sterke stalgenoot had gekregen. Zo sterk zelfs dat de Engelsman de Italiaan in zijn eerste seizoen bij MV van zijn troon in de koningsklasse stootte. Dat deed niet alleen pijn bij ‘Ago’, ook diens ego liep een geweldige deuk op. Vervolgens nam hij contact met Yamaha op. Dit merk zat na de dood van Jarno Saarinen tijdens de GP van Italië in 1973 zonder kopman. Agostini was daar zo van harte welkom. In zijn eerste seizoen met Yamaha won hij wel weer de 350cc-wereldtitel, maar in de 500cc moest de Italiaan andermaal Read op een MV Agusta voor zich dulden. Een jaar later slaagde Agostini erin om de rollen om te draaien. Zo veroverde de nog immer succesvolste motorcoureur aller tijden niet alleen zijn vijftiende wereldtitel, hij werd met Yamaha ook de eerste wereldkampioen op een 500cc-tweetaktmachine. Na dit succes richtte Agostini met geld van Marlboro zijn eigen team op. Hij maakte daarbij gebruik van materiaal van Suzuki, Yamaha en MV Agusta. En laat hij nu op laatstgenoemd merk in 1976 de 500cc-race van de GP van West-Duitsland winnen! Daarmee was de cirkel rond, want het was ook de laatste van 115 GP-zeges (103 op MV Agusta en 12 op Yamaha) van Giacomo Agostini.
Foto’s: Keulemans en archief Keulemans
1980 Barry Sheene
van Suzuki naar Yamaha en in 1983 weer terug naar Suzuki
Barry Sheene was de eerste coureur die Suzuki aan grote successen in de 500cc-klasse hielp. De Engelsman behaalde in 1975 de eerste GP-zege met de beroemde RG500 Square Four van het Japanse merk. Hij deed dat tijdens de TT van Assen. Vervolgens werd de combinatie Sheene/Suzuki in 1976 en 1977 wereldkampioen. Daarna kreeg de mateloos populaire ‘Number 7’ in Kenny Roberts (Yamaha) een geduchte tegenstander. De duels tussen de Amerikaan en de Engelsman zijn legendarisch. Maar het was wel Roberts die de wereldtitel van Sheene overnam. Hoewel laatstgenoemde in 1979 nog drie GP’s als Suzuki-fabrieksrijder wist te winnen, besloot Sheene te breken met zijn Japanse werkgever en vormde voor 1980 zijn eigen team. Dat deed hij met sponsoring van AKAI (hi-fi en video), Texaco en Marlboro. De beslissing van de Engelsman bracht een schok in het GP-wereldje te weeg. Al helemaal toen bekend werd dat hij zou gaan rijden op een Yamaha TZ500-productieracer. Daarvan stond van tevoren al vast dat die niet genoeg zou zijn voor het winnen van de wereldtitel. Dat bleek ook zo te zijn, want Sheene eindigde pas als vijftiende in de titelstrijd. Maar door zijn verandering van machinemerk kreeg de slimme Engelsman wel een voet binnen de deur bij Yamaha. Met als gevolg dat hij naast Roberts een plaats in het fabrieksteam kreeg. In de twee seizoenen dat hij daar reed, won hij slechts nog één grand prix. Dat was die van Zweden in 1981. Het was tevens de laatste van zijn negentien GP-zeges. Hierna reed Sheene in zijn eigen team zonder veel succes nog twee seizoenen op gedateerde Suzuki-machines. Eind 1984 zette één van de populairste coureurs ooit dan ook een punt achter een succesvolle en vooral fascinerende GP-carrière.
1982 Marco Lucchinelli
van Suzuki naar Honda
In 1981 veroverde Marco Lucchinelli het 500cc-wereldkampioenschap op een fabrieks-Suzuki in de kleuren van het team van zijn landgenoot Roberto Gallina. De kleurrijke Italiaanse coureur zorgde vervolgens voor een sensatie door over te stappen naar Honda. Al snel bleek dat dit niet zo’n vreemde overstap was, want ’s werelds grootste motorfietsenfabrikant maakte een meer dan serieuze rentree in de GP’s met een revolutionaire 500cc-driecilinder-tweetakt. En de Japanners wilden maar al te graag daar direct het startnummer 1 op zien. Tegen een vergoeding van de nodige miljoenen dollars was Marco Lucchinelli bereid dit te doen. ‘Lucky Lucchinelli’, zoals hij ook wel werd genoemd, leek vanaf dat moment nog meer geïnteresseerd te zijn in een weldadig en zeker kleurrijk leventje. In ieder geval was het wel zo dat hij in zijn twee Honda-jaren nooit meer een race wist te winnen en slechts achtste (in 1982) en zevende (in 1983) in de WK-eindstand werd. In laatstgenoemd jaar werd Freddie Spencer met eenzelfde Honda wereldkampioen. Voor playboy Lucchinelli was het wat de GP’s betrof daarna over en uit.
1989 Eddie Lawson
van Yamaha naar Honda en in 1990 terug naar Yamaha
Nadat Eddie Lawson in 1984, 1986 en 1988 in het door Giacomo Agostini geleide Marlboro Yamaha-fabrieksteam driemaal 500cc-wereldkampioen was geworden, stapte de Amerikaan voor 1989 totaal onverwachts over naar het Rothmans Honda-team van zijn landgenoot Erv Kanemoto. Lawson deed dit, omdat zijn relatie met Agostini altijd al niet de beste was geweest. Al helemaal als het om geld ging. Bovendien was in de loop der jaren de relatie van de Amerikaan met zijn cheftechnicus Kel Carruthers er niet beter op geworden. Daarop informeerde Lawson bij Kanemoto of er eventueel mogelijkheden voor hem bij Honda waren. Die waren er. Weliswaar niet binnen het officiële HRC-fabrieksteam (dat bestond uit Wayne Gardner en Michael Doohan), maar Team Kanemoto kreeg met tabaksfabrikant Rothmans wel dezelfde hoofdsponsor en kon ook over het nieuwste Honda-materiaal beschikken. Sterker nog: toptechneut Kanemoto kreeg van HRC toestemming om de machines naar zijn inzichten en die van Lawson te veranderen. Met succes, want als eerste 500cc-coureur in de geschiedenis wist Lawson zijn wereldtitel op een ander machinemerk te prolongeren. Direct na dit succes keerde ‘Steady Eddie’ echter weer terug naar Marlboro Yamaha. Dit omdat Lawson en Rothmans het niet eens konden worden over een nieuw contract. De nu viervoudig 500cc-wereldkampioen werd het wel eens met Marlboro en Yamaha. Een groot verschil voor hem was bovendien dat het officiële Yamaha-fabrieksteam niet meer onder leiding stond van Agostini, maar van Kenny Roberts, de leermeester van Lawson. Mede door blessures kon Lawson helaas niet meer aanknopen bij zijn vroegere successen en kwam hij binnen Team Roberts in de schaduw te staan van zijn landgenoot Wayne Rainey. Die veroverde de 500cc-titel driemaal achterelkaar: van 1990 tot en met 1992. In laatstgenoemd jaar zorgde Eddie Lawson nog wel voor een primeur door de GP van Hongarije te winnen op een Cagiva. Zo wist hij wel 500cc-GP’s op drie verschillende motormerken te winnen.
2004 Valentino Rossi
van Honda naar Yamaha en in 2011 naar Ducati om in 2013 weer terug te keren naar Yamaha
Na achtereenvolgens de laatste 500cc-wereldtitel (in 2001) en de eerste twee MotoGP-wereldtitels (in 2002 en 2003) te hebben veroverd, zorgde Valentino Rossi voor een sensatie door voor 2004 het almachtige Honda te verruilen voor het toen zeer kwakkelende Yamaha. Dat gebeurde, omdat #46 zich niet genoeg door de Honda-leiding gewaardeerd voelde. Al helemaal niet, nadat de toenmalige managing director van HRC, Koji Nakajima, verschillende malen had verklaard dat Honda belangrijker was dan welke coureur dan ook. Yamaha-teammanager Davide Brivio, net als Rossi van Italiaanse afkomst, was niet alleen van Rossi’s onvrede op de hoogte, hij handelde er ook naar. Ondanks alle successen met Honda, slaagde Brivio erin om Rossi over te halen ’s werelds grootste motorfietsfabrikant te verlaten en over te stappen naar Yamaha. Maar dat niet alleen. Ook diens trouwe groep technici, onder leiding van Jeremy Burgess, maakte de overstap. Rossi & Co. lieten zien waartoe ze in staat waren. Want ze wonnen niet alleen al in 2004 de wereldtitel met Yamaha. Dat gebeurde tot en met 2010 nog driemaal (in 2005, 2008 en 2009). In 2010 ging de titel naar Rossi’s acht jaar jongere teamgenoot Jorge Lorenzo. En dat zat de Italiaan niet lekker. Daarop besloot hij, samen met zijn team technici, naar Ducati te verkassen. De ‘Italiaanse droom’ liep uit op een nachtmerrie, want de combinatie Rossi/Ducati wist geen enkele GP te winnen. Mede vanwege zijn wereldwijde populariteit was Yamaha daarop bereid haar verloren zoon en zijn team weer in de armen te sluiten. Hoewel de combinatie daarna nog tien GP’s won, slaagde Rossi er niet meer in om voor de achtste keer wereldkampioen in de koningsklasse te worden. Eind 2021 zette hij na 89 zeges in de meest prestigieuze categorie en als Yamaha-rijder een punt achter zijn GP-carrière als motorcoureur.
2011 Casey Stoner
van Ducati naar Honda
In 2007, tevens het eerste jaar van het nieuwe 800cc-MotoGP-tijdperk, werden Casey Stoner, motorenfabrikant Ducati en bandenleverancier Bridgestone voor het eerst wereldkampioen. En dat was toch wel een heel grote verrassing te noemen. De op 16 oktober 1985 geboren Stoner gold als een natuurtalent. Maar in de jaren na zijn eerste grote succes kreeg de Australiër steeds meer te maken met gezondheidsproblemen. Na diverse onderzoeken bleek het om een lactose-intolerantie te gaan met als gevolg een chronische vermoeidheid. Terwijl zijn prestaties op de Desmosedici minder werden, nam de druk op de nog steeds jonge coureur toe. Niet door Ducati, maar vooral door toedoen van vertegenwoordigers van hoofdsponsor sigarettenfabrikant Marlboro. Nadat eerder Livio Suppo, de man die Stoner naar Ducati haalde, al van Ducati naar Honda was gegaan, volgde Stoner voor 2011 het voorbeeld van de succesvolle Italiaanse manager. Bovendien nam hij ook zijn cheftechnicus, Cristian Gabarrini (nu werkzaam voor Pecco Bagnaia) mee. Wat genoemd trio bij Ducati voor elkaar kreeg, lukte ook bij Honda. Want in 2011 werd ook met dit merk de MotoGP-wereldtitel veroverd. Na het seizoen 2012 zette Casey Stoner op pas 27-jarige leeftijd een punt achter zijn carrière als motorcoureur. Mede door de problemen met zijn gezondheid en de eeuwige druk had hij geen plezier in het racen meer. Samen met zijn gezin gaf hij er de voorkeur aan om een rustiger leven in Australië te gaan leiden. Wel keerde hij nog even terug bij zowel Honda als Ducati als testrijder.
2017 Jorge Lorenzo
van Yamaha naar Ducati en in 2019 naar Honda
Negen achtereenvolgende seizoenen was Jorge Lorenzo een Yamaha-coureur: van 2008 tot en met 2016. Daarin won de combinatie 44 GP’s en drie MotoGP-wereldtitels (in 2010, 2012 en 2015). Ondanks het feit dat hij diverse malen verkondigde ‘Ik wil mijn carrière met Yamaha beëindigen’, tekende de Spanjaard voor 2017 en 2018 een contract met Ducati. Naar zeggen voor 12,5 miljoen euro per seizoen. Hoewel hij in het tweede jaar van de overeenkomst drie races wist te winnen, kwamen die successen te laat voor de directie van Ducati. Want die had al eerder besloten het contract met haar (dure) werknemer niet te verlengen. Lorenzo had op dat moment echter al onderdak gevonden bij Honda om naast Marc Márquez voor 2019 en 2020 het Repsol Honda-fabrieksteam te vormen. Dit draaide voor beide partijen uit op een groot fiasco, want Lorenzo slaagde er niet in om aan de machine te wennen. Of was Honda niet in staat om de Spanjaard de door hem gewenste motorfiets te construeren? In ieder geval was het zo dat de overeenkomst tussen de Spanjaard en zijn Japanse werkgever al na één jaar werd ontbonden. En Lorenzo zijn helm als motorcoureur aan de kapstok hing. Maar in navolging van wat Stoner deed, keerde ook Lorenzo terug op zijn oude nest. De Spanjaard deed dat even als testcoureur voor Yamaha.
2024 Marc Marquez
van Honda naar Ducati?
Met tot nu toe zes wereldtitels en 59 GP-zeges in elf jaar is Marc Márquez de succesvolste Honda-coureur ooit. Maar door blessures en een niet goed genoeg functionerende machine dateert de laatste titel alweer uit 2019 en is er al twee jaar geen overwinning meer geboekt. Hoewel er nog een contract is voor 2024, lijkt het er dan ook op dat de relatie tussen de Spaanse coureur en de Japanse fabrikant vroegtijdig op de klippen is gelopen. Mocht dat het geval zijn dan gaat ‘MM93’ min of meer dezelfde unieke overstap maken, zoals Barry Sheene (in 1980) en Eddie Lawson (in 1989) deden: als één van de succesvolste coureurs allertijden als fabrieksrijder naar een privéteam van een ander merk verhuizen. In het geval van Marc Márquez van Honda naar Gresini Ducati, waar hij het in 2024 in navolging van zijn jongere broer Alex zal moeten gaan doen met een ‘oude’ Desmosedici GP23. Dat er op deze manier ook kan worden gewonnen is inmiddels door diverse coureurs bewezen. Dus kan Marc Márquez, die vooral weer plezier in het racen wil krijgen, dat ook.
Conclusie
De conclusie kan worden getrokken dat sensationele transfers tot nu toe altijd voortkomen uit onvrede. Meestal ging (en gaat) het hierbij om niet-competitief materiaal. Of geld. Of het ervaren van te weinig waardering. Het ging ook niet om een nieuwe uitdaging aan te gaan, want nog nooit won een coureur in de koningsklasse (500cc/MotoGP) de wereldtitel op meer dan twee verschillende merken.