Jorge Lorenzo was vroeger zo’n rijder die grandioos kon starten, zijn ritme vond middels zijn vloeiende stijl, om vervolgens aan de horizon te verdwijnen. Die Lorenzo bestaat niet meer.*
De ironie wil dat Lorenzo pas na zijn aangekondigde vertrek zijn mojo hervond. Hij had bij Ducati te horen gekregen vervangen te worden door Danillo Petrucci en als pleister op de wonde hadden de engineers die aanpassingen waar hij om vroeg doorgevoerd. Een aangepaste zit en een hervormde tank; dat wilde Lorenzo.
Italianen zijn niet gemaakt om met open mond, sprakeloos van verbazing door het leven te gaan. Het zijn flamboyante mensen, met immer hun mening klaar. Desondanks kun je wel stellen dat er in Bologna inmiddels zo hardhandig achter de oren gekrabt wordt, dat straks wellicht de gehele fabriek een kapsel heeft als CEO Claudio Domenicale.
Te laat?
Een kunststof toevoeging aan de tank geeft Lorenzo het gevoel dat hij altijd wilde hebben van de GP18, terwijl een aangepast zitje de rijder beter positioneert; het resultaat is klinkend. Twee overwinningen op rij, eerst in Mugello – de thuisbaan van werkgever Ducati – en toen dit weekeinde in Barcelona – wat als de Mallorcaans eigen thuisbaan gezien kan worden.
Had men bij Ducati nou maar eerder geluisterd, had men daar in Borgo Panigale nog maar net wat meer geduld gehad. Inmiddels staat Jorge Lorenzo op punten gelijk op verleden jaars titelkandidaat en teamgenoot Andrea Dovizioso, maar omdat Dovi pas één overwinning op zijn naam heeft staan, staat de Spanjaard zelfs bovenaan als best geklasseerde Ducati-fabrieksrijder. Dat alles, wetende dat Jorge Lorenzo volgend jaar Ducati-rood verruilt voor Repsol Honda-oranje…
Wat een kleine aanpassing al niet kan doen. Het is zo het laatste weekend van juni op Assen; kan Lorenzo er een hattrick van maken?
—
*Deze zinnen kunnen de prullenbak in sinds zondag 3 juni omstreeks half vier ’s middags.
Foto: Twitter.com/rtt