De Drentse hoofdstad Assen telde een eeuw geleden zo’n 17.000 inwoners. In een provincie die vooral armoede kende, waren de Assenaren over het algemeen welgesteld. Mensen die zich een motor konden veroorloven, al zullen dat er vast niet veel zijn geweest. Een aantal van deze motorrijders richtte in 1922 de nog steeds bestaande Motorclub Assen en Omstreken op. Het Nederland van honderd jaar geleden kende nog geen wegraces. Die waren er wel in het buitenland, met als bekendste de TT op het eiland Man, die voor het eerst in 1907 werd verreden. Dat er in 1925 in ons land nog geen wegraces waren, is begrijpelijk, want de Nederlandse wet verbood snelheidswedstrijden op de openbare weg. Pas vanaf 1924, na de invoering van de Motor- en Rijwielwet, kwam er de mogelijkheid om bij de overheid een ontheffing van het verbod aan te vragen. Daar speelden de bestuursleden van de jonge Asser motorclub snel op in, want nadat de K.N.M.V. (de afkorting stond toen overigens voor Koninklijke Nederlandse Motorwielrijders Vereeniging) had gevraagd met initiatieven te komen, kwam na de aanleg van de weg tussen Rolde en Borger een mogelijk circuit in het vizier. Tussen de plaatsen Rolde, Borger en Schoonloo kon een driehoek worden uitgezet met een lengte van ruim 28 km.
Vrienden van het TT Circuit: verenigd door passie, vooruitgang en verbondenheid
Korte banen zoals nu kenden ze destijds niet. Net als nu moest ook toen de baan vooraf worden gekeurd. Maarten Flinterman en Willem Breeman gingen vanuit het westen van het land naar Rolde. Op een smal stukje zandweg (!) raakten ze elkaar en doken een slootje in. Dat was geen beletsel de baan goed te keuren, met wel de restrictie dat op dat stukje niet mocht worden ingehaald. De eerste wedstrijd werd op zaterdag 11 juli 1925 gehouden, aangekondigd als ‘Eerste Nederlandsche Motorsnelheidswegwedstrijd’. Waarom op zaterdag? Om de zondagspreek van de dominee in Rolde niet te verstoren door bulderende motoren! Het werd een traditie die negentig jaar heeft standgehouden. Twee dagen eerder werd er voor het eerst getraind. Daarvoor werd de baan niet afgesloten en moesten de coureurs tussen de – ongetwijfeld zeer spaarzame – overige weggebruikers rijden. Een makkie werd die eerste TT niet, want de 250cc (met twee deelnemers) moest acht ronden rijden, de 350cc (dertien deelnemers) en de 500cc (elf deelnemers) twee meer. Lijkt misschien niet zoveel, maar met een baanlengte van iets meer dan 28 km betekende dit respectievelijk 223 en 285 km! Bij de kwartliters finishte één coureur, bij de 350cc drie en bij de 500cc vier. Gelet op de aard van het circuit was de snelste ronde van 104 km/u van Bertus van Hamersveld met zijn 500cc-Harley-Davidson een geweldige prestatie. En dat was het begin van een evenement dat honderd jaar later nog steeds springlevend is en jaarlijks meer dan honderdduizend toeschouwers trekt. Het is daarom voor mij onbegrijpelijk dat er ondanks allerlei goede plannen in Assen nog steeds geen TT-museum is gerealiseerd.
Jan Boer op de TT Jan Boer zag zijn eerste TT in 1964. Sindsdien miste hij slechts één keer. In dit jubileumjaar van de Dutch TT blikt hij op Motor.NL in meerdere delen terug op de geschiedenis van Nederlands bekendste sportevenement. |
Foto: NMBA