Er zijn duels en er zijn DUELS. In het verleden kwamen iconen als Giacomo Agostini en Mike Hailwood niet of nauwelijks in contact met hun concurrenten op de baan. Dat is tegenwoordig wel anders. Rijders zijn jonger, de druk is hoger, de veiligheid is verbeterd en de verschillen zijn kleiner. In dit artikel een verzameling van de duels der duels in de koningsklasse tussen (nagenoeg) allemaal grote kampioenen waarbij het bijna of helemaal misging. Een hoofdrol is er voor Valentino Rossi. De Italiaan schuwde het fysieke contact nooit en maakte van zijn concurrent praktisch altijd een rivaal. En ook Marc Márquez kan er wat van!
1983 GP Zweden
Freddie Spencer vs. Kenny Roberts
De eerste keer dat er een belangrijke actie tussen twee 500cc-kampioenskandidaten ‘op het randje’ was, gebeurde tussen Freddie Spencer en Kenny Roberts in 1983. Voorafgaand aan de voorlaatste Grand Prix van het seizoen in het Zweedse Anderstorp had Roberts twee punten minder dan zijn veel jongere Amerikaanse landgenoot. Bij winst zou Roberts met één punt voorsprong afreizen naar de slotrace in Imola. Het leek voor ‘King Kenny’ de goede kant te gaan, want hij reed op kop met nog slechts twee bochten te gaan. Maar aan het einde van het lange recht stuk (een start- en landingsbaan) deed Spencer een ultieme uitremactie. Er was contact en bij het uitkomen van de haakse bocht kwam Roberts zelfs in het gras terecht. Ook Spencer kwam iets buiten de baan, maar won wel de race. Het bleek niet alleen de beslissing in de Grand Prix, maar ook in het wereldkampioenschap. Roberts was sacherijnig over een incident dat in die tijd nog zeer ongebruikelijk was, maar bovenal omdat hij zo goed als zeker zijn vierde wereldtitel kon vergeten.
2015 GP Maleisië
Valentino Rossi – Marc Márquez
Wat begon als twee rijders die elkaar waardeerden eindigde in twee kampioenen die elkaar gingen haten. In 2013 ging Valentino Rossi na twee teleurstellende seizoenen bij Ducati terug naar Yamaha. In eerste instantie kon de Italiaan wel genieten van nieuwkomer Marc Márquez, die op enthousiaste wijze iedereen klopte waaronder Rossi’s eigen Yamaha-teamgenoot en rivaal Jorge Lorenzo. Rossi zag in Márquez iets van zichzelf uit zijn jongere jaren terug. Dit veranderde in 2015 toen Rossi met Lorenzo streed om de wereldtitel. Zoals vaker zal terugkomen in dit artikel; wanneer je de confrontatie aangaat met een strijdbare Rossi, mondt dat negen van de tien keer uit in een vijandige sfeer. Het begon tijdens de derde race van 2015 in Argentinië toen het duo elkaar al meerdere keren raakte. Het eindigde in een zege voor Rossi en een crash voor Márquez. Tijdens de TT Assen werd de haarscheur nog groter, nadat de Italiaan en de Spanjaard weer met elkaar in contact kwamen in de laatste Geert Timmer-bocht. Het zorgde na de race voor veel frustraties aan beide kanten. In Maleisië leidde dit alles tot de grootste confrontatie in de geschiedenis van het WK-wegrace. Rossi verweet Márquez voorafgaand aan de Grand Prix ervan dat hij een race eerder op Phillip Island een spelletje had gespeeld met als doel om Lorenzo te helpen. De messen waren geslepen. Tijdens de race kwam het tot een titanenduel. Er werd zo vaak – ook onnodig – ingehaald, waardoor Dani Pedrosa en Lorenzo vooraan weg konden rijden. Rossi’s frustraties kwamen tot een kookpunt. Hij duwde Márquez naar buiten en raakte hem. De Spanjaard kwam ten val. Het zou tussen de twee grote kampioenen nooit meer goedkomen. Het incident kwam Rossi duur te staan, want hij moest als straf van de laatste positie starten tijdens de finale in Valencia, waardoor zijn kansen op de tiende wereldtitel zo goed als verkeken waren. In Rossi’s ogen bemoeide Márquez zich onnodig met de wereldtitelstrijd en wordt daarom tot op de dag van vandaag gehaat door alles wat een VR46-geelgekleurd hart heeft.
30 jaar Repsol Honda: van ongekende successen naar een roemloos einde
2013 GP Spanje
Marc Márquez – Jorge Lorenzo
Jorge Lorenzo had het gedurende zijn twee wereldtitels in 2010 en 2012 en zijn tweede plek in het WK in 2011 voornamelijk aan de stok gehad met Dani Pedrosa, Casey Stoner en Andrea Dovizioso. Rijders die voornamelijk op een ‘rustige’ manier hun duels uitvochten. In 2013 werd dat anders. Valentino Rossi keerde terug naar Yamaha en Marc Márquez maakte zijn MotoGP-debuut. Márquez bleek een rijder die qua agressiviteit op de baan gelijkenissen vertoonde met Marco Simoncelli, waar eerdergenoemde coureurs voor Marco’s tragische dood maar moeilijk mee konden omgaan. Lorenzo ondervond dat aan den lijve tijdens de derde race in Jerez, toen hij door Márquez in de laatste bocht op brute wijze aan de kant werd gezet. Laatstgenoemde werd daardoor tweede achter winnaar Pedrosa. Lorenzo was boos en gefrustreerd, wat hij met handgebaren duidelijk liet merken aan het adres van Márquez. De Yamaha-coureur moest duidelijk wennen dat de duels weer op een andere manier uitgevochten gingen worden.
2001 GP Japan
Valentino Rossi – Max Biaggi
Actie op reactie zorgde ervoor dat Valentino Rossi en Max Biaggi grote rivalen werden. Biaggi was de grote motorsportster in Italië, tot het moment dat Rossi in de Grands Prix arriveerde en zijn populariteit in zeer korte tijd overklaste. Dat Rossi in de pers ook nog eens regelmatig een sneer naar Biaggi gaf, kon de ‘Romeinse keizer’ helemaal slecht verkroppen. Toen ze vanaf 2000 samen in de 500cc kwamen te rijden, konden ze op de baan laten zien wie de beste was. Die eer ging naar Rossi, al gaf Biaggi zich niet zomaar gewonnen. In 2001 begonnen de twee Italianen als grootste titelkandidaten aan de openingsrace van het seizoen op Suzuka. Biaggi reed in de openingsfase op een derde plaats toen Rossi hem op het rechte stuk probeerde te passeren. De Yamaha-rijder stak zijn elleboog uit, waardoor zijn grote concurrent op hoge snelheid door het gras moest. VR46 beantwoordde deze gevaarlijke actie met de bekende middelvinger toen hij een ronde later zijn rivaal wel passeerde. Rossi versloeg – zoals later nog veel vaker zou gebeuren – Biaggi door de race te winnen. Ook won hij het wat populariteit betrof van zijn landgenoot.
1991 GP Duitsland
Wayne Rainey – Kevin Schwantz
Ondanks dat feit de twee Amerikanen er tijdens hun gezamenlijke carrière openlijk voor uitkwamen dat ze elkaar haatten, kwam het tussen Wayne Rainey en Kevin Schwantz nooit tot contact op de baan waardoor één van hen ten val kwam. Daarvoor was het onderlinge respect dan ook weer te groot. Wel werden er geweldige duels uitgevochten zoals op Hockenheim in 1991. Het leverde een geniale laatste ronde op. Schwantz (Suzuki) en Rainey (Yamaha) gingen tot het uiterste. Dat was te zien aan het slingeren en sliden van hun motoren. Het duo kwam kuip-aan-kuip het Motodrom binnen. Schwantz won het (rem)duel op bloedstollende wijze, maar Rainey zou later dat jaar voor de tweede keer in zijn carrière 500cc-wereldkampioen worden.
2009 GP Catalonië
Valentino Rossi – Jorge Lorenzo
Valentino Rossi vond het eigenlijk maar niets dat het wereldtalent Jorge Lorenzo in 2008 zijn teamgenoot in het Yamaha-fabrieksteam werd. ‘The Doctor’ was namelijk niet gewend om serieuze tegenstand te krijgen vanuit zijn eigen team. En toen de veel jongere Spanjaard hem ook af en toe begon te verslaan, werd de onderlinge rivaliteit als maar groter. Zo groot dat er zelfs schermen in de pitbox werden geplaatst. Rossi werd in 2008 en 2009 wereldkampioen, al begon Lorenzo steeds meer aan zijn stoelpoten te zagen. Het onderlinge duel kwam tot een kookpunt op het Circuit de Barcelona-Catalunya in 2009. Twee legendes op hun best. Alleen in de slotronde werd er al vier keer ingehaald. Lorenzo leek te gaan winnen, omdat hij als leider op de laatste bocht af ging. Een bocht waar je eigenlijk niet kan inhalen. Rossi deed iets wat niet voor mogelijk werd gehouden en zette zijn Yamaha naast en voorbij die van de Spanjaard. Met misschien wel zijn beste inhaalactie uit zijn carrière won Rossi in Catalonië en zou hij later dat jaar voor de laatste keer wereldkampioen worden.
1996 GP Spanje
Michael Doohan – Alex Crivillé
Michael Doohan had tussen 1994 en 1998 weinig moeite om 500cc-wereldkampioen te worden. De Australiër domineerde en verloor nauwelijks. In zijn laatste seizoenen zouden Alex Crivillé en Max Biaggi het hem wel steeds lastiger maken. Zijn Repsol Honda-teamgenoot Crivillé deed dit voornamelijk in 1996. In Jerez leek de Spanjaard zijn thuisrace te gaan winnen. Het publiek was in de slotronde op sommige plekken zelfs al over de hekken geklommen. Doohan deed een ultieme aanval in de laatste bocht en ging voorbij aan de Spanjaard. Crivillé ging te vroeg op het gas en kwam met een enorme highsider ten val. Tijdens de laatste race van het seizoen, op Eastern Creek in Australië, was Crivillé er alles aangelegen om Doohan – die alweer wereldkampioen was geworden – van winst in zijn thuisrace af te houden. Het kwam opnieuw op de laatste ronde aan. Crivillé probeerde in de tweede bocht zijn teamgenoot buitenom te passeren. Doohan hield de deur dicht, waarbij er al contact tussen twee titanen was. Later in de ronde probeerde Crivillé het nogmaals, maar kwam van te ver en raakte de achterkant van de Honda van Doohan, waardoor ze samen onderuitgingen. Loris Capirossi – die ruim daarachter op een derde plaats reed – won zo zijn eerste 500cc-race. Na afloop zouden de twee teamgenoten een geïrriteerde discussie in de pitbox hebben.
Icoon Marco Lucchinelli: Rock & Roll met Crazy Horse
2008 GP Verenigde Staten
Valentino Rossi – Casey Stoner
Casey Stoner had in 2007 op dominante wijze de eerste MotoGP-titel voor hemzelf en Ducati binnengehaald. De Australiër begon moeizamer in 2008, waardoor Valentino Rossi een voorsprong in de tussenstand kon opbouwen. Halverwege het seizoen kwam Stoner op stoom en voorafgaand aan de race op Laguna Seca had hij drie races op rij gewonnen. Rossi moest iets doen om zijn opmars te stoppen. De Italiaan bedacht een plan en dat was om de regerend wereldkampioen zoveel mogelijk te ontregelen. Iedere keer als Stoner aan de leiding kwam te rijden, zette VR46 meteen de aanval weer in, zodat de Ducati-coureur niet weg kon rijden. De inhaalacties waren gewaagd en op – en misschien soms wel over – het randje. Maar Rossi’s plan slaagde, want Stoner werd zo uit zijn ritme gehaald dat hij uiteindelijk ten val kwam. Rossi won de race en doorbrak de zegereeks van zijn concurrent. Stoner was het na deze race helemaal kwijt en zou ook in de twee daaropvolgende GP’s onderuitgaan, waardoor Rossi vrij eenvoudig zijn achtste wereldtitel kon veiligstellen. De band tussen Rossi en Stoner zou nooit herstellen. In 2011 kreeg de Australiër de kans om zijn rivaal terug te pakken. Rossi was toen Ducati-coureur en kwam op een natte baan in Jerez ten val, waarbij hij Stoner in zijn crash meenam. Toen Rossi zijn excuses kwam maken, kon Stoner het niet laten om te zeggen: ‘Je ambitie was groter dan je talent.’
2005 GP Spanje
Valentino Rossi – Sete Gibernau
In 2004 ontpopte Sete Gibernau zich als de grootste tegenstander van Valentino Rossi. De Italiaan werd in zijn debuutjaar bij Yamaha wereldkampioen, maar Gibernau wist met zijn Honda ook vier GP’s te winnen. In 2005 was de Spanjaard gemotiveerd om Rossi van de troon te stoten. De openingsrace werd verreden in Jerez. Gibernau ging als leider op de laatste bocht af, maar Rossi kwam zeer agressief binnendoor. Het tweetal raakte elkaar, waardoor Gibernau in de grindbak belandde en zijn overwinning verloren zag gaan. De Spanjaard had zijn schouder bezeerd en liet dat in parc fermé en het podium zichtbaar merken. Rossi maakte zijn rivaal op weg naar het podium voor het oog van de camera’s belachelijk door te suggereren dat hij toneel speelde. Geblesseerd of niet, de Spanjaard was niet opgewassen tegen de mentale spelletjes van Rossi. Gibernau zou na het incident nooit meer een MotoGP-race winnen of een rol in het wereldkampioenschap spelen.
Foto’s: Henk Keulemans