Het is keer op keer een haast surrealistisch beeld wanneer Pepijn Bijsterbosch (32) en zijn vriendin Laura Bredewout (33) met hun oude Volkswagen-brandweerbusje – inclusief vervaagd 112 – het IDM-paddock opdraaien. Eigenlijk kan het niet in een wereld die draait om hightech, glamour en luxe, maar juist dat maakt het zo mooi. En juist dat past precies bij Pepijn Bijsterbosch, die op geheel eigen wijze al z’n halve raceleven in het Duitse IDM-kampioenschap rijdt.
Fotografie: Damon Teerink
Pepijn Bijsterbosch, je komt niet uit een racefamilie, maar racet wel. Hoe zit dat?
‘Ik heb eerst vrij fanatiek aan judo gedaan, maar door blessures kon ik niet meer mijn gewenste niveau halen. Ik was naast judo ook met brommertjes bezig, alles wat lawaai maakt en wielen heeft, vind ik interessant. Harry van Beek – een goede rijder uit die tijd – trainde in onze sportschool en toen ik 14 was, ging ik anderhalf seizoen met hem mee. Kuipruitjes poetsen en, maar ik wilde racen en daarom deed ik als 15-jarige mee aan een opstapdag voor de 125cc Junior Cup in Assen. Henk van der Mark (vader van Michael, AK) was de instructeur. Het was nat en Henk zei dat je moest volgen. Ik was de enige die telkens nog strak achter hem zat toen hij in zijn spiegels keek.’
Jannick de Jong terug na positieve dopingtest: ‘Ik ben weer een gelukkig mens’
Je bent daarna al snel overgestapt naar het IDM. Waarom?
‘Lange tijd was het EK Superstock 600/1000 een logische vervolgstap, maar dat was budgettair erg lastig om te regelen en je had veel minder rijtijd. Het BSB is ook interessant, maar lastig omdat de banen heel anders zijn en je telkens moet overvaren. Qua totaalpakket past het IDM dus het beste bij ons.’
Laura, wanneer kwam jij in beeld?
‘Eind 2012 leerden Pepijn Bijsterbosch en ik elkaar kennen. Toen ik hem voor het eerst zag, wist ik nog niet dat hij racete en wist ik weinig van de sport. Ik kende alleen Rossi.’
Hoe is dat nu?
‘Helemaal anders! Ik vergeet er nu zelfs alle dagelijkse dingen. Ik voel mij er relaxed, al heeft het wel een paar jaar geduurd voordat ik wist hoe ik mijn weekend ook leuk kon maken.’
Hoe heb jij je eigen rol gevonden?
‘Door in 2015 onze oranje bus in de Duitse brandweerkleuren te kopen. Daarvoor sliepen we vaak in de camper van Pepijns ouders. Het is zo’n weekend ook wel fijn om een eigen plekje te hebben en daar zorgt die bus voor. Dan kan ik ook mijn eigen ding doen, maar ik vind ook leuk om iets te betekenen. Nu doe ik de social media voor Pepijn Bijsterbosch en meer van die dingen.’
Hoe leuk motorrace ook is, het is niet zonder risico…
‘Gelukkig valt Pepijn niet zo vaak en hij heeft in mijn tijd weinig echte blessures gehad. Vaak zie je op de livetiming al snel “Rider OK” staan, dat is fijn. Maar als ik niet weet wat er is gebeurd, probeer ik wel zo snel mogelijk aan informatie te komen, maar het is niet zo dat ik in paniek raak.’
Pepijn, hoe vind jij het dat Laura altijd mee gaat naar het circuit?
‘Als zij het naar haar zin heeft, vind ik het heel fijn. Het is alleen niet altijd gezellig in een raceweekend, want er niet veel tijd om te eten en we zijn tot laat druk. Maar dat weet ze en vind ze juist niet erg.’
2019 was je beste seizoen met een derde plaats in het IDM Superbike, maar daarna had je het lastig.
‘In 2019 viel alles op zijn plek, 2020 was pittig door corona. Zakelijk was het een lastige tijd doordat onze sportscholen dicht waren en we zaten midden in de verbouwing van ons eigen huis dat we bijna volledig zelf gedaan hebben. Toen we weer gingen racen, mochten de sportscholen ook weer open. Het was allemaal net iets teveel.’
Pepijn Bijsterbosch, wat zie je als mooist mooiste racemoment?
‘Ik denk steeds vaker terug aan mijn TT-wildcards van 2009 en 2010; ik reed in de 125cc met onder anderen Marc Márquez. Ik was erg jong en erg onder de indruk dat om 7.00 uur het talud al vol stond, terwijl ik nog wakker moest worden.’
Hoe ziet je toekomst eruit?
‘Dat kan ik niet zeggen, we hebben het altijd per seizoen bekeken. Wellicht ga ik nog wel naar een ander kampioenschap, zoals het WK Endurance. Ik heb er al geregeld in gereden en het zou zelfs goed te combineren zijn met het IDM.’
Waarom is Glenn van Straalen ineens zo snel?
En na je carrière?
‘De racewereld, de spanning en de wedstrijden zullen mij altijd blijven trekken. Ik ben technisch ook vrij redelijk onderlegd en zou het leuk vinden om daarin verder te gaan.’
En jij Laura?
‘Bij mij is dat anders, maar ik blijf het zeker volgen en zal op zondagmiddag de MotoGP-races blijven kijken. Zo leuk ben ik het wel gaan vinden!’