We zijn er wel eens jaloers op: de prachtige weggetjes die Britse motorbladen en automagazines weten te vinden. Met van die heuvel- en berglandschappen waarover een biljartlaken is gespannen. Vaak blijkt dat Wales te zijn. Met behulp van favorietenlijstjes van motor- en autobladen, websites en kranten, gaan we op zoek naar de mooiste weggetjes.
Zomaar wat kronkelweggetjes in je GPS zetten, dat moet je niet doen bij Wales. Voor je het weet kom je kilometers lang in een labyrint terecht met heggen van twee meter hoog waar je niets ziet. Daar rijd je door spinrag of je vliegt gestrekt door de vooruit van een Range Rover die je niet zag aankomen. Nee, de leuke Welshe wegen moet je weten. Maar hé, dat treft: er zijn nogal wat lijstjes te vinden met ‘most scenic roads’. Met name bij motorbladen en automagazines, maar ook van kranten of bij een website als dangerousroads.org.
Devil’s Staircase/Abergwesyn Pass
En zo kom ik na toch weer een heggenlabyrint in de buurt van de Devil’s Staircase op de Abergwesyn Pass – aanbevolen door onder meer Porsche Magazine en de Daily Mail. Pas en Duivel zijn grote woorden voor een bobbel van amper vijfhonderd meter met hoogteverschillen ter grootte de Vaalserberg. Maar dit is Wales. En dan kan het toch iets bijzonders worden.
Het begint bij de kronkelweg langs de oevers van Llyn Brianne – een stuwmeer dat in groenfluwelen plooien ligt. Het ligt op maar driehonderd meter hoogte, maar het heeft de boomloze ruigheid van een Scandinavische hoogvlakte. De toch al smalle weg wordt daarna nog nauwer dan een Nederlands fietspad. Een Porsche met verbrede velgen moet hier klem zitten als een kurk op een champagnefles. Net als ik me begin af te vragen waarom dit weggetje het Traphuis van de Duivel wordt genoemd, duikelt het een dalletje in om daarna als een muur omhoog te schieten. Een procent of 25, schat ik. Nog spannender wordt het als je hier je motor laat afslaan en achter terugrolt naar het dal. Een mevrouw in een Subaru voor me heeft plannen in die richting. Via mijn claxon laat ik weten dat dit nadelig voor mij kan uitpakken. Net op tijd weet ze het rempedaal te vinden en blijft daarna minutenlang verstijft van de schrik wachten op aanwijzingen van een medeweggebruiker. ‘Use your handbrake, muts!’ roep ik dus. Dat laatste woord had ik misschien ook kunnen weglaten. Maar het is me in elk geval duidelijk waaraan de weg zijn bijnaam dankt.
Brecon Beacon/Black Mountains
Dat is midden-Wales. Maar we beginnen onderin, in het zuidoosten, daar waar Engeland een stuk omhoog schiet en Wales wordt genoemd. Brecon Beacon Nationaal Park heet het hoge deel en omvat de Black Mountains met toppen top over de 800 meter. Bij Abergavenny rijd je erop. En meteen zit je in een Werelderfgoed Site: Blaenavon. Oeps. Het blijkt een industrieel erfgoed te zijn, iets met mijnbouw. Mijnwerkerszoon Tom Jones werd hier vlakbij geboren. Maar laat ik niet eindeloos doorzaniken over cultuur. Het gaat om de weg. En daar lopen schapen. En waar schapen, daar mooie wegen. Hoog, bochtig en met dorpjes en bergen in de heiige achtergrond. Het blijkt maar een klein stukje te zijn. Maar veel meer van dit moois op de wegen die de Brecon Beacon doorkruizen van zuid naar noord. De A470 tussen Merthyr Tidfill en Brecon (druk), de rustige aftakking A4059, de fraaie A4067 tussen Abercraf en Defynnog. En de vergelijkbare Black Mountain Pass (A4069) tussen Upper Byrnamman en Llangadog (stil). Telegraph zette de laatste bovenaan het favorietenlijstje en de eerste op vijf.
Welshe kust
De kust van Wales heeft veel ruige stukken met stranden en toeristische dorpen, steden met de onvermijdelijke caravanparken erbij. Maar de wegen blijven kennelijk wat achter, want in de toplijstjes komen ze zelden ter sprake. TopGear noemt het brede strand bij Pendine (zuidkust), waar vroeger records werden gereden. Maar wegen komen doorgaans niet echt dichtbij de zee en zijn vrij druk. Toch vind ik onder en boven het prettige universiteitstadje Aberystwyth twee aardige stukken met redelijk wat zeezicht. De brede A487 naar Aberaeron (z) en de kleine B4572 naar Borth (n). De laatste is een spektakeltje met veel bochten, heggen en een geweldige aankomst bij Borth: bam, 25 procent de diepte in.
Elan Valley
Elan Valley is een complex van drinkwaterreservoirs en stuwdammen in midden Wales. Met de bouw werd eind negentiende eeuw begonnen, dus het ziet er kasteelachtig uit. Tussen de oevers en de heuvelbergen slingert een weg die Top Gear, Visor Down en kranten tot een van de mooiste van Wales rekenen. Dus dat zullen we dan maar niet tegenspreken, al is het wat kunstmatig en lauw. Maar de weg die er via Cwmystwyth naartoe loopt, dat is de echte voltreffer: een nauw dal waarin je langs de Ystwyth (riviertje met stroomversnellingen) naar een woeste hoogvlakte gaat, omgeven met stompe bergen. Zo een stuk waar Top Gear – vroeger – met heli’s de Hamster, May of Clarkson volgden. De nieuwe presentator schatten we eerder op een winkelstraatje in een Londen in, maar dat terzijde.
Na Elan Valley kun je nog de A44 terug naar Aberystwyth nemen. Het is een provinciale hoofdweg, dus vrij druk, maar hij loopt door fluwelen landschappen en heeft een mooie loop. Dat hij bekend staat als een van de gevaarlijkste wegen van Groot-Brittannië zien we voor deze keer als een aanbeveling.
Snowdonia
De hoogste toppen (tot 1085 m) van Wales liggen in Snowdonia – een nationaal park in het noorden dat bijna zo groot is als de provincie Groningen. Meestal lijken de Welshe bergen op enorme heuvels, hier lijken ze op bergen, van de grote granieten knoeperds waar je met touwen en karabiners aan kunt hangen. Het doet denken aan de Schotse Highlands, maar dan overspannen met een frisgroen biljartlaken, zoals overal in Wales.
In de meeste lijstjes staat Snowdonia ergens bovenaan. Hier kom je dan ook de meeste motoren tegen. En nogal wat liefhebbersauto’s. Veel wegen zijn er niet. Maar op de hoofdweg, de A470, zit je helemaal goed: weidse uitzichten en mooie lange bochten. En met zowaar een heus en heel erg Welsh bergplaatsje. Blaenau Ffestiniog was een mijnwerkersdorpje, maar ondertussen is toerisme de hoofdbron van inkomsten. En dat levert een wonderlijke combinatie op van grauwe rijtjeshuizen en kleurige buitensportwinkeltjes.
De bergen zijn vanaf de A470 heel goed zichtbaar, maar ze liggen wel op zekere afstand. Als je afslag naar Llanberis neemt (A4086) ga je er helemaal in. Eventjes scherp omhoog en je komt in een dal met watervallen en bergwanden waaraan talloze klimmers hangen. Links ligt de Snowdon (1085 m) en rechts andere toppen. Dit zou wel eens het mooiste weggetje van Wales kunnen zijn.
Mocht je trouwens op de Snowdon willen komen, dan kun je in Llanberis een bergtreintje pakken dat je voor 29 pond op de top afzet en weer terugbrengt.
EVO Triangle
De A4086 is prachtig voor het oog, maar voor een echte rijweg moet je even buiten Snowdonia zijn. Aan de A5 bij Pentrefoelas begint een driehoek van 33 km, die inmiddels bekend staat als de EVO Triangle. EVO is een magazine voor supercars en lang was dit een ideale plek om de auto’s te testen. De driehoek bevat namelijk een prachtige reeks kortere en lange bochten door hoogveen met vrij uitzicht. En met een achtergrond van Snowdonia-bergen en een stuwmeer kun je er nog foto’s maken ook. Maar uiteraard lekte het ‘geheim’ na verloop van tijd uit. En inmiddels is de EVO Triangle geliefd terrein bij hormonenbommetje met een GTI. Met als gevolg een aantal zware ongevallen en de aanplant van flitspalen. Maar je hoeft niet eens over de limiet te gaan om te kunnen genieten van de driehoek.
Met dank aan: visitbritain.nl, visitwales.nl en dfds.nl (comfortabele overtocht IJmuiden-Newcastle).