Al jaren was hij het van plan. Met zijn zoon van de Noordkaap naar de Zuidkaap rijden. Groot was dan ook de ontlading bij aankomst op Kaap Agulhas. Vier maanden brachten ze als moderne ridders in het zadel door. 30.000 Km was er onder hun wielen doorgerold. Dan mag je gerust even je emoties laten gaan.
Evert ten Napel
Met de vlaggen van Nederland en Zuid-Afrika in de hand stuurden ze hun BMW’s over de stenen van Kaap Agulhas, het zuidelijkste puntje van het Afrikaanse continent. De banden, al zoveel geteisterd op de slecht geplaveide wegen van Afrika, kregen het nog één keer voor hun kiezen op die laatste emotionele meters. Vier maanden van zware ontberingen zaten erop. In de gierende wind stond echtgenote en moeder Wilma haar helden op de Zuidkaap op te wachten. Enkele leden van de Skyriders (de club van motorrijdende KLM ‘ers) waren vanaf Windhoek in Namibië meegereisd en ontkurkten de vonkelwijn. Toevallig aanwezige vakantiegangers applaudisseerden. Camera’s snorden en klikten. Vader en zoon Visser hadden hun ultieme droom waargemaakt. Op de motor van de Noord- naar de Zuidkaap.
Trainen
Fervent motorrijder Nol Visser sprak er al geruime tijd over. Zodra zijn zoon zijn rijbewijs zou hebben, wilde hij met hem van het noordelijkste puntje van Europa over land naar het zuidelijkste puntje van Afrika rijden. Mensen die hem kenden, wisten meteen dat hij het meende. Anderen (en ook leden van de Skyriders) dachten: ‘Daar heb je Nol weer met zijn grote waffel’. Maar de KLM-purser liet zich niet ontmoedigen door de soms meewarige blikken en kritische opmerkingen. In alle stilte zette hij zijn plannen op papier en besprak het met de mensen, die het dichtst bij hem stonden.
Uiteraard moest er met werkgever KLM worden overlegd. Kon purser Nol vier maanden vrij geroosterd worden en hoe moet je de centjes bij elkaar sprokkelen voor de nodige aanpassingen aan de BMW motoren? Met al zijn enthousiasme en bevlogenheid kreek Nol het voor elkaar.
Natuurlijk moest er ook getraind worden. Zo’n rit is geen kattenpis, zo bleek al uit de talrijke geraadpleegde boeken. En ook het tv-programma ‘The Long Way Down’ laat hierover geen misverstanden bestaan. Daarom trainden de mannen met Cecile en Simon Vrijhof van Freebike in een Limburgse zandgroeve op het rijden in zand, waarbij menige zweetdruppel vloeide en waar af en toe hartgrondig werd gevloekt. Voor Nol was het veelal gesneden koek, voor Bob (nog maar koud in het bezit van zijn rijbewijs) dikwijls een zware klus. Maar Visser jr. liet zien uit het goede hout te zijn gesneden en leerde snel. Na veel geploeter, veel overleg en soms teleurstellingen ging het licht uiteindelijk op groen: De ‘Grote Tocht’ kon beginnen.
Afscheid
Op vrijdag 28 augustus neemt het duo afscheid van echtgenote, familie en vrienden Tientallen komen op de Farewell party en alleen Nol zelf mocht, zo had hij bedongen, een speech afsteken. Daarin legde hij het waarom van deze monster onderneming nog eens uit en ook het motief om hiermee ‘Wings of Support’ te ondersteunen. Dat is een project van KLM-personeel om kinderen in de Afrikaanse landen waar de KLM op vliegt aan onderdak en onderwijs te helpen. ‘Afrika is het werelddeel dat me altijd geweldig heeft geboeid,’ aldus Nol.
Twee dagen later vertrekken vader en zoon onder grote belangstelling uit Maarssen.
In Klazienaveen, het laatste dorp voor de grensovergang met Duitsland, drinken ze nog een kopje koffie met enkele bevriende motorrijders, die tot daar waren meegereden. En dan gaan vader en zoon op weg voor hun maandenlange reis.
Koud, regen en saai
De rit naar het uiterste puntje van Noorwegen verloopt snel. Goede wegen, maar wel saai en veel regen en kou. Bedoeling is om te kamperen, maar dat verandert af en toe in een warme hotelkamer om bij te komen. ‘Hoewel onze motorkleding voldeed aan alle eisen, was het flink afzien daar in Noorwegen. Vooral de combinatie van regen en harde wind viel ons soms erg zwaar. De omstandigheden waren zwaarder, dan we ons hadden voorgesteld,’ vertelt Nol
Op 6 september bereiken ze de Noordkaap. En dan begint de lange reis naar het zuiden. ‘Oorspronkelijk was het plan via Finland, de Baltische staten, Wit-Rusland en Oekraïne naar Turkije te reizen,’ vertelt Nol. ‘Daar zijn we van afgeweken omdat de visa voor Soedan en Ethiopië niet in orde waren. Daarom hebben we een omweg gemaakt via München om daar via de ADAC de juiste papieren te krijgen. Het voordeel daarbij was dat we onze motoren nog even konden laten nakijken bij de grote BMW-dealer in die stad.’
Onderuit
Vanaf Duitsland gaat het voorspoedig. Het weer wordt beter waardoor het duo veel kilometers kan maken, maar in Turkije dient zich het eerste probleem aan. Bob gaat op slecht wegdek onderuit, komt met de schrik vrij, maar met de oude R 80 GS is het minder goed gesteld. Goede raad is duur, reden waarom Nol besluit Joost Motoren te bellen, het bedrijf dat beide motoren prepareerde. Na kort beraad wordt besloten de benodigde onderdelen met Transavia naar Antalya over te laten vliegen, waar Nol ze de volgende dag ophaalt. Met hulp van vriendelijke en handige Turkse monteurs is Bob’s fiets weer snel in orde. De reis kan worden vervolgd en vader en zoon zijn onder de indruk hoe prachtig Turkije is voor motorrijders.
Op naar Syrië en Jordanië, om van daaruit te proberen per vrachtboot naar Egypte over te steken. Dat mislukt, waarna na ampel beraad besloten wordt honderden kilometers om te rijden door de Sinaï en van daaruit het Suez kanaal over te steken. ‘Lange saaie wegen door de woestijn,’ verhaalt Visser jr. ‘Af en toe een roadblock van de lokale politie en telkens weer de vraag: “Waar gaan jullie naar toe?” Als we dan vertellen dat we van de Noord- naar de Zuidkaap rijden, keken ze ons meewarig aan.Extra moeilijkheidsgraad was de soms ondragelijke hitte in de Egyptische woestijn, met temperaturen van meer dan 40 graden. Maar ons devies was dat als je aan een reis als deze begint, je van te voren weet dat je rekening moet houden met zware omstandigheden en dat het soms mee- en soms tegenzit.’
Lake Nasser wordt bereikt, waar de motoren op een aparte vrachtboot gaan en de passagiers zich inschepen op een veerboot voor de oversteek naar Soedan. ‘Op de boot kwamen we allerlei mensen tegen, ook lui die dezelfde plannen hadden als wij, maar dan met een vrachtauto of fourwheeldrive. Prachtige verhalen allemaal,’ aldus Nol.
Het echte Afrika
Na veel gedoe worden de motoren (die dagen later arriveren) in Soedan herenigd met hun berijders en voort gaat de tocht, op weg naar ‘Donker Afrika’. De wegen worden slechter en veranderen af en toe in zandpaden. ‘Daar kwamen de zware trainingen in de Limburgse zandafgravingen ons heel goed van pas. Dan ook besef je dat je zo’n avontuur niet zomaar even doet. Een goede voorbereiding is echt bittere noodzaak,’ zegt Pa Visser. Toch genieten senior en junior vooral in Ethiopië, waar de bevolking uiterst vriendelijk is.
In Kenia krijgt Pa een plotselinge niersteenaanval. Nol: ‘Toen heb ik even gedacht dat dit het einde was van onze droom. Dit gaan we niet redden. Op een zeker moment kon ik niet meer en bleven we overnachten in ons tentje aan de kant van de weg. De Keniase politie vond dit onverantwoord en stuurde een bewaker die met geladen geweer die nacht bij ons bleef. Nodig ook, want er kwam divers gespuis poolshoogte nemen of er wat te halen viel. Enkele keren hoorden we hem zijn geweer doorladen. De volgende ochtend vroeg ik hem wat hij zou hebben gedaan: “Schieten, want ik was er om jullie te beschermen”, zei hij onverschrokken. Hij zou het gedaan hebben ook’.
In een ziekenhuis in Nairobi wordt Nol van zijn vervelende nierstenen afgeholpen en kan de rit worden voortgezet. Bob: ‘Mijn pa is een echte bikkel, maar ik heb hem een paar keer aangekeken toen hij het uitschreeuwde van de pijn en echt gedacht, dit moeten we niet meer willen. Stoppen en naar huis gaan, dan maar einde van onze droom. Je gezondheid gaat voor alles.’
Ook in Kenia, Tanzania, Malawi en Zambia genieten vader en zoon niet alleen van het motorrijden, maar ook van de prachtige natuur. Diverse wildparken worden bezocht en ook het verblijf bij de Victoria Falls is een hoogtepunt. Ook daar zijn er weer ontmoetingen met vele ‘Overlanders‘ waarbij voor Bob vooral de ontmoeting met een groep Noorse meiden indruk maakt. ‘Ik kon niet kiezen, zo mooi waren ze allemaal. En gretig ook nog,’ grinnikt hij nog na.
In Malawi, aan de boorden van het gelijknamige Lake Malawi, krijgt Nol een aanvaring met een lokale veldwachter die brutaal vraagt of hij wel de echte vader van zoonlief was. Dat schiet hem in het verkeerde keelgat, waarop hij de grote zwarte politieman uitscheldt, wat hem op een dikke boete komt te staan. ‘’t Is dat Bob me rustig kreeg, anders was ik die vent aangevlogen en had ik in de nor gezeten in plaats van op de motor op weg naar ons gedroomde einddoel,’ aldus Nol.
Ontmoeting in Windhoek
De wegen worden beter en vooral ook rechter en zo wordt ruim op tijd de Namibische hoofdstad Windhoek bereikt. Daar volgt een emotionele ontmoeting met echtgenote en moeder Wilma, die samen met enkele leden van motorclub de Skyriders gearriveerd was om de laatste etappes van de monsterrit mee te rijden.
Van Windhoek gaat het via kustplaats Swakopmund (waar alles herinnert aan de vroegere Duitse kolonie Süd West Afrika; er is zelfs een Brauhaus met weissbier en bratwurst) dwars door de Namibische woestijn richting Zuid-Afrika.
Hoogtepunten in Namibië zijn de Sossusvlei, de Maltahöhe (waar Bob’s fiets door de plaatselijke smid nog eens een keertje stevig gelast wordt) en Solitaire.
Zwaar zijn de honderden kilometers over gravel (in het Afrikaans ‘grondpadjies’). Zand, zand en nog eens zand, afgewisseld met rotsen en soms een lastige bergpas. Af en toe een verdwaalde antilope of een groepje struisvogels. Ook hier komen de trainingen weer goed van pas. ‘Iets waar je in Nederland of waar dan ook in Europa niet op kunt oefenen, is rijden op een combinatie van gravel met zand, waarbij het woestijnzand in de lengterichting de sporen in het gravel vult. Dan moet je soms tientallen minuten achter elkaar op de voetsteunen staan, met je kont naar achteren om het gewicht goed te verdelen, anders ga je keihard op je bek. We zijn daar niet een keer gevallen en onze meerijders ook niet.’
De laatste etappe
Op 18 december steekt het duo bij de grensplaatsen Noordoewer en Viljoensdrift de grensrivier met het 27ste land over: Zuid-Afrika is bereikt. ‘Je ziet direct het verschil tussen het woeste Namibië en het meer gecultiveerde Zuid-Afrika. Vooral toen we de wijnstreek van de Western Cape binnen reden,’ aldus Nol. ‘Hier verandert het grijsrode Namibische zand in het groen van de Zuid-Afrikaanse wijngaarden.’ Via Citruskop en Ceres gaat het naar Swellendam, waar Nol van eerdere motortripjes een Bed and Breakfast kent, en waar de groep een kamp opslaat voor de laatste etappe naar de Zuidkaap.
‘Als KLM-purser kom ik met regelmaat in Kaapstad waar we een driedaagse stop hebben. Vaak huur ik dan met motorrijdende collega’s uit de cabine of cockpit een motor bij Moto Berlin of Karoo Biking om een paar dagen over de mooiste motorwegen ter wereld te sturen. Zo kwam ik in Swellendam en vandaar ons laatste kamp daar.’
Op 22 december wordt via een prachtige weg door onder meer het pittoreske Napier en Elim koers gezet naar de Zuidkaap, waar vader Nol en zoon Bon na 115 dagen en bijna 30.000 km hun einddoel bereiken. De Grote Droom was verwezenlijkt. ‘Dat het zwaar zou worden, wisten we vooraf. Maar dat het zo zwaar was, nee dat kun je bij het bedenken van zo’n avontuur niet goed inschatten. Maar ik ben erg blij dat we het gehaald hebben, ondanks de problemen onderweg. Het was het waard, echt waar. En ik ben ontzettend trots op mijn pas 19-jarige Bob. Een echte bikkel en uit het goede hout gesneden,’ aldus een trotse vader Nol.