‘t Gooi, de Vechtstreek, de Heuvelrug en het Groene Hart. Utrecht is eigenlijk aan alle kanten mooi en vooral welvarend. Lezer Paul van Bueren uit Breukelen maakte een motorroute langs de highlights.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/tracer-tracks-rondje-utrecht.gpx”]
Jan Dirk Onrust
De Vecht is de Loire van Nederland. Maar liefst zeventig kastelen en kasteelachtige buitenhuizen staan hier aan het water. Hier woont ook de routemaker van vandaag: Paul van Bueren (62).
‘Nee, niet in een kasteel, ik ben maar een eenvoudige verkoper,’ zegt hij. Maar dat is iets te bescheiden. Hij heeft HTS gedaan en is nu account manager bij een bedrijf dat reinigingsinstallaties voor bierfabrikanten bouwt. Hij zorgt ervoor dat bier smetteloos bij de consument komt, dus hij had zonder meer een kasteel verdiend. Maar het werd een rijtjeshuis te Breukelen. Daar woont hij al zijn halve leven. Dus Paul kent de omgeving uitstekend. Regelmatig maakt hij er een ritje, hoewel Paul vooral iemand is van de lange afstand en verre reizen met zijn Honda VFR 1200 X.
Oprijlanen
Maar waar hij ook komt, nergens is de kastelendichtheid zo groot als thuis. Hoe komt dat?
‘Eigenlijk zijn er maar een stuk of zeven echte kastelen. De rest is allemaal buitenhuis. Wat je aan de Vecht ziet, is grotendeels neergezet door Amsterdamse kooplieden uit de Gouden Eeuw en later. Steden waren vroeger bijzonder goor, de stank moet onbeschrijflijk zijn geweest en er braken regelmatig ziektes als de pest uit. Vooral in de zomer. Daarom trokken ze zich in de zomermaanden terug in de gezonde buitenlucht. Eerst lieten ze boerderijen bouwen, die ze de rest van het jaar verpachten. Naarmate ze rijker werden, kwamen de enorme buitenhuizen met alle toeters en bellen van dien. Oprijlanen, theehuisjes, oranjerieën. Dat had natuurlijk ook van alles met status te maken.’
Rijkdom en succes lijkt een absolute voorwaarde om aan de Vecht te wonen. Maar ook als alles fout gaat, kun je aan de Vecht zitten. Als je tenminste een vrouw bent. In Nieuwersluis staat namelijk een van de drie Nederlandse vrouwengevangenissen. Om erbij te komen moet je wel over het Zandpad rijden – de rechteroever van de Vecht – rustiger en mooier dan de overkant.
Schapendorp
Via de Loosdrechtse Plassen rijden we ‘t Gooi in. Dit is tegelijk de overgang van veen naar zand, met heuvels tot wel 40 m hoog. In Nederland betekent dat dat het al heel lang bewoond is. Er zijn zelfs sporen van Neanderthalers aangetroffen. Veel meer sporen zijn er van Amsterdammers, want net als de Vechtstreek was dit de laatste eeuwen een populair buitengebied voor rijke kooplieden. En sinds een eeuw is ‘t Gooi ook het mediacentrum van Amsterdam, pardon, van Nederland.
Dat ’t Gooi werd gekozen is niet meer dan logisch. Want als je zandgrond hebt, heb je schapen en krijg je een weefindustrie. Soms komt er dan een fabriekspand leeg te staan, dat dan wordt gehuurd door een Amsterdams bedrijf dat radio’s wil gaan maken: de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF). Om radio’s te verkopen, heb je uitzendingen nodig. NSF stelde daarvoor ruimte beschikbaar bij de fabriek. Zo veranderde Hilversum van een schapendorp in een mediastad.
De omroepen waren aanvankelijk niet rijk (Bijnaam van de VARA: Van Armoede Rammelt Alles), maar sinds ze aan het belastinginfuus werden gelegd – door de nazi’s in 1940 by the way – mogen ze niet klagen. Al doen ze dat doorgaans wel.
Rijke BN’ers
Het betekende in elk geval dat de streek weer een nieuwe lading bovenmodale inwoners kreeg. En die kun je nu overal tegenkomen, want er lijken inmiddels meer BN’ers dan onbekende Nederlanders te zijn. Het liefst zagen we de landgoederen, kastelen, superboerderijen en villa’s van VARA-types, maar Marcel van Dam, Paul de Leeuw en Matthijs van Nieuwkerk wonen ergens anders. We komen wel langs kasteel Drakesteyn in Lage Vuursche, waar prinses Beatrix woont achter een slotgracht, ook goed. Paleis Soestdijk zit ook in de rout. En dan zijn we inmiddels bij de Utrechtse Heuvelrug beland. De wegen zijn wat recht hier, maar dat vindt Paul geen probleem. Het is hier een en al bos, en dat maakt het goed voor hem.
Romeinse Rijk
Bochtiger wordt het op de binnenwegen van Wijk bij Duurstede naar Utrecht, zoals op de mooie Leemkolkweg. Hier, vlak bij de Lek, komen we aan de noordgrens van het Romeinse Rijk. Ooit liepen hier de eerste wegen van onze grondgebied en stond er om de paar kilometer een Romeinse uitzichttoren. Bij Fort bij Vechten, vlak voor Utrecht, staat een replica aan de route, Zeker zo interessant is het fort zelf. Het is het een na grootste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die van de Biesbosch naar de Zuiderzee liep. In geval van oorlog, zou het gebied over de hele lengte en een breedte van enkele kilometers onder dertig tot zestig centimeter water worden gezet. Dat is drie keer gebeurd: in de Frans-Duitse Oorlog van 1870 en in WO I en WOII. Alles over de linie vind je in het Waterliniemuseum dat zich in het fort bevindt.
Koopmansgeest
Aan het bezoek aan het fort kleeft wel een prijs. We moeten namelijk dwars door Nieuwegein. ‘Ja, sorry hoor,’ zegt Paul. ‘Ik wilde de route ook weer niet te lang maken. Dus een taai stukje was niet te vermijden. We krijgen er een stukje langs de Hollandse IJssel voor terug.’
Dat is inderdaad een aardig stuk en tegelijkertijd het begin van het Groene Hart, het laatste deel van de route. Het Groene Hart is overwegend agrarisch, maar toch vinden we hier aan de oostrand het grootste kasteel van de hele route, sterker, het grootste kasteel van Nederland: De Haar. Het is zo groot dat het zelfs een compleet dorp in dezelfde stijl omvat: Haarzuilen.
Het reusachtige kasteel werd met veel pracht en praal aan het einde van de negentiende eeuw gebouwd op de ruïnes van zijn voorgangers. Het dankt zijn bestaan niet aan de Hollandse koopmansgeest of aan de verovering van verre gebieden, maar aan de verovering van de schatrijke Hélène de Rothschild door de toenmalige eigenaar Etienne van Zuylen. Door het huwelijk kon er een paleis van Disney-achtige allure worden neergezet.
Nyenrode
Via Maarsen komen we weer terug aan de Vecht. Hier staat het laatste kasteel van de route. ‘Hier moet je echt naartoe als je zelf nog eens kasteelheer of villabezitter wilt worden. De Nyenrode Business Universiteit! En daarna tachtig uur per week werken, je leven lang.’
‘Ik zou toch eerder adviseren een rijke vrouw te trouwen en veel te gaan motorrijden.’
‘Lijkt me een beter idee,’ zegt Paul.
We nemen afscheid. Paul rijdt naar zijn rijtjeshuis en ik naar mijn Haagse flat.