Echte motorweggetjes zijn schaars in Zeeland. Nee hoor, schreef lezer – en Zeeuw – Frank Böseler en hij maakte een gedenkwaardige route. En dat heeft niet alleen met bochtjes te maken, maar ook met het verhaal van Frank zelf. Dit is het eerste deel van een korte serie lezersroutes: Tracer Tracks.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/tracertracks-zeelandroute.gpx”]
Tekst en foto’s Jan Dirk Onrust
Op een paar kilometer van zijn huis in Kapelle rijd ik met voormalig planningmanager Frank Böseler (52) een van zijn favoriete weggetjes op: de Brilletjesdijk naar Nisse. Het dijkje kronkelt langs bloeiende fruitbomen en een vijver met houten huisjes erachter. Op de grashelling van de dijk buitelen twee lammetjes van schrik over elkaar heen. Het lijkt alsof ze voor het eerst in hun leven motorfietsen horen.
‘Dit is zo een weg die eigenlijk altijd buiten de gebruikelijke motorroutes valt,’ zegt Frank. ‘Zeeland heeft meer van dat soort wegen die bijna niemand lijkt te kunnen vinden.’ Zeeland weet zijn leuke weggetjes goed te verstoppen, ja. Zo goed dat we ons wel eens afvragen of ze er wel zijn. Daarom viel ons oog meteen op de reactie van Frank op onze Facebook-oproep voor onze nieuwe rubriek met lokale routes van lezers: Tracer Tracks. Als geboren Zeeuw die al dertig jaar op de motor Zeeland doorkruist, kende hij alle geheimen en daar wilde hij graag een route van maken. Hij voegde eraan toe dat als wij hem zouden uitkiezen, haast was geboden. Vijf maanden geleden kreeg hij te horen dat hij nog maar zes tot twaalf maanden te leven had.
De grote schok
‘In 2009 kreeg ik oogkanker. Dat is een zeldzame en agressieve vorm van de ziekte. Mijn linkeroog werd verwijderd. Het leek over, maar in februari 2016 had ik ineens overal uitzaaiingen. Van alles geprobeerd. Eind november werd ik opgegeven. Dat was niet eens meer een verrassing, die grote schok was eerder al gekomen.’
Voel je je ziek?
‘Ik heb geen pijn, ben niet misselijk, alleen snel moe. Dus ik hoop dat de arts er flink naast zit met zijn schatting. Ik kan nog steeds motorrijden en dat wil ik blijven doen zolang nog kan. Met Pasen heb ik nog een tocht met vrienden naar Duitsland gemaakt. En ik wil graag nog motard zijn bij de Alpe d’HuZes op 1 juni – om geld bijeen te brengen voor de strijd tegen kanker. Dat heb ik eerder ook al gedaan.’
Yamaha MT-07 Tracer
Degene de we uitkiezen voor deze rubriek, krijgt een paar dagen een Yamaha MT-07 Tracer tot zijn beschikking. Normaalgesproken zou dat voor het nodige motorplezier moeten zorgen. Hoe zit dat met Frank? Hij antwoordde eigenlijk al door buitengewoon zwierig door de bochten van het dijkje te gaan.
‘Ik vind dit nog steeds heerlijk. Motorrijden is bij mij altijd al ontspanning geweest. Even een ritje doen om je kop leeg te maken. Dat is niet veranderd. Het is zelfs sterker geworden door het besef dat het misschien niet lang meer zal duren.’ De lammetjes zijn hun schrik alweer vergeten en doen wat lammetjes horen te doen op een mooie lentedag: zorgeloos huppelen.
Beleef je deze lente ook extra intens?
‘Nee, niet echt. Als ik bij alles zou bedenken dat het misschien de laatste keer is, dan zou het te emotioneel worden. Ik zou de controle over mezelf verliezen. Liever ga ik zo normaal mogelijk verder en samen mooie momenten kiezen. Zo zijn we net naar Rome geweest met zijn vieren. Daar heb ik van genoten.’
Rustige weggetjes
De route van Frank heeft een lengte van bijna 200 kilometer. Wat wil hij laten zien?
‘De mooiste punten en plekjes van Noord- en Zuid-Bevelend en Walcheren, maar dan verbonden aan elkaar met zoveel mogelijk kleinere, rustige weggetjes. In Zeeland zit je voor je het weet op provinciale wegen en die zijn niet erg aantrekkelijk. Maar ook op de buitenweggetjes moet je vaak net even een ommetje maken om het mooi te houden.’
Wat zijn de hoogtepunten?
‘Ik heb er redelijk wat kust ingestopt en wegen langs de Oosterschelde en Westerschelde. Verder vrij veel geschiedenis, tot de Romeinse tijd toe, want die bouwden een tempel bij Domburg, die onder het zand verdween en in de zeventiende eeuw weer tevoorschijn kwam. De VOC-tijd zit erin, want die is redelijk bepalend geweest voor de bloei van de steden hier, vooral voor Vlissingen en Middelburg. Middelburg sla ik trouwens over, want het blijft een motortocht, geen stadsrit. Vlissingen met zijn prachtige boulevard, daar kunnen we natuurlijk niet omheen. Net als het beeld van Michiel de Ruyter, die toch wel de grootste Nederlander ooit was, maar misschien niet de braafste. In Kapelle gaan we langs een beeld van Annie M.G. Schmidt. Zij had eigenlijk een hekel aan Kapelle, maar dat beeld kreeg ze toch. Veere, dat bekend staat als het mooiste plaatsje, heb ik er ook in.’
Herinneringen
Bevat de route ook meer persoonlijke plekken of herinneringen? Best wel veel, zo blijkt.
‘De route eindigt niet ver van het voormalige schippersinternaat in Wemeldinge. Als kind van binnenschippers heb ik daar jaren doorgebracht. Daar had ik het best naar mijn zin. Thuis was het minder. Ouders gescheiden, moeder in de problemen en daardoor werden we drie keer in gastgezinnen en tehuizen geplaatst. Ik ben daar nog jarenlang kwaad over geweest, totdat ik ontdekte dat je niet vooruit komt als je de schuld bij anderen legt. Vanaf dat moment nam ik het heft in eigen hand en ging het veel beter, en ben ik met mijn meao een mooie carrière opgebouwd.’
‘De rest van de route bevat vooral veel goede herinneringen. Een deel van het vroeger zo bekende motorrondje naar Zeeuws-Vlaanderen zit erin, waar een groot deel van de lol eruit bestond om met de motor langs de lange rij auto’s te rijden die voor de pont stonden te wachten. De rit gaat ook langs de Banjaard, dat zo ongeveer het enige strand van Walcheren is waar meer Zeeuwen dan toeristen zijn.’
Favoriet bochtje
‘Mijn favoriete bochtje, twee achter elkaar eigenlijk, heb ik er ook ingestopt: op de Oude Zeedijk bij Kattendijke. Dat is zo’n punt waar je wacht tot de weg helemaal vrij is en dan gáán. Mijn eigen favoriete plaats? Dat is Wemeldinge, niet erg bekend, maar wel gezellig, vooral in het weekend, als er veel Vlamingen op bezoek komen. Maar ja, ach, ik ben een schipperskind. Dan heb je niet echt favoriete plekken, maar gaat het meer om het onderweg zijn.’
In de tijd die hij nog heeft, hoopt Frank nog flink wat motorkilometers te maken. Behalve Alpe d’HuZes staat ook een vriendenrit naar de Moezel op het programma.
‘Van motorrijden word ik niet snel moe. Maar een lange reis, dat zit er niet in. Dat is iets waar ik soms spijt van heb; dat ik niet een paar maanden achter elkaar door Europa ben gaan reizen. Ik heb het altijd in gedachte gehad, maar te lang uitgesteld. Zo kan het lopen.’
De wijde wereld in
Frank heeft schijnbaar het onaanvaardbare kunnen accepteren en spreekt er open en opvallend nuchter over. Pas als zijn gezin ter sprake komt, krijgt hij het moeilijk. ‘Mijn jongste dochter weet nog niet goed wat ze wil met haar scholing, terwijl ze wel al allerlei keuzes moet maken. Wat erg lastig is als je pas vijftien bent. Je hoopt als vader enorm dat ze haar draai zal vinden. Maar dat ik niet zal meemaken hoe het loopt, dat is het moeilijkste van alles… Ik hoop dat mijn beide dochters na hun studie een jaartje de wijde wereld intrekken om van alles te ontdekken. Dat zou iedereen trouwens moeten doen.’