donderdag 21 november 2024

Toertocht Walcheren, Zeeland: Let’s Go West!

Vroeger was roken heel gewoon. Johan Cruijff prees in reclames het sigarettenmerk Roxy Dual aan. Echte avonturiers rookten Camel, stoere cowboys Marlboro en het Duitse merk West lokte rokers met de mythe van het wilde westen. Let’s Go West! Zouden ze daarmee het plaatsje Westkapelle op het Zeeuwse eiland Walcheren bedoelen?

Bij vishandel en restaurant Piet van Oost in Yerseke kun je een mosselburger bestellen. De haven van Yerseke heeft nog meer in petto. Uitzicht over de oesterputten onder de dijk bijvoorbeeld. Yerseke was ooit een landbouwdorp, maar is tegenwoordig beroemd als hét oester- en mosseldorp van Nederland. Natuurlijk gaat de productie niet het hele jaar door, de kweek van de schelpdieren is aan seizoenen gebonden.

Buiten Yerseke slaat mijn route linksaf en daar begint het feest. Het ene slingerweggetje rijgt zich aan het andere. Het toerisme concentreert zich aan de kust, de binnenlanden van Zeeland zijn het terrein van boeren en buitenlui op motorfietsen. Sporen van agrarische activiteiten zijn ook op het wegdek te vinden. ‘Modder!’ waarschuwen verkeersborden, koeien die liggen te grazen bekijken geïnteresseerd de verrichtingen van die passerende motorrijder.

Knutselende Zeeuwen

Om verder westwaarts te rijden moet ik het Kanaal door Zuid-Beveland oversteken. Dat lukt via het sluizencomplex Hansweert. In het westen loert de waterwolf, die maar al te graag zijn tanden in de dijken zet. Dan stroomt het zoals bij de Watersnoodramp van 1953. Overlevenden waren have en goed kwijt en moesten vaak jarenlang bij familie inwonen of in noodbarakken, zoals die in onder andere Hansweert werden neergezet.

Maar aan die Watersnoodramp danken wij ook het Deltaplan. Niet alleen een stukje bouwnijverheid op wereldniveau, maar ook betere wegverbindingen die na 1953 Zeeland met de rest van Nederland verbonden en uit het isolement haalden. Een beetje dan. Want voor veel motorrijders ligt Zeeland gevoelsmatig verder weg dan de Ardennen, de Eifel of het Sauerland. Een soort wilde westen.

Na Everdingen rij ik de Zak van Zuid-Beveland in. Een walhalla voor motorrijders. Denk daarbij aan rijden over hoge kronkelige dijken, afgezet met hagen en hoge bomen. Al eeuwenlang knutselen nijvere Zeeuwen hier stukjes dijk aan elkaar en door dat inpolderen is hier een van de mooiste stukjes poldergebied van Nederland ontstaan.

Weilanden en fruitplantages houden het uitzicht vanuit mijn stuurhut prettig landelijk. Rijdend op de dijk is het landschap een lappendeken van akkers, weilanden, fruitplantages, dijken, kreken en welen- zijn ondiepe waterplassen, ontstaan door dijkdoorbraken.

Rond die wateren leven weer allerlei vogelsoorten zoals ijsvogeltjes, futen, grauwe vliegenvangers en bruine kiekendieven. Vrijheid blijheid alom, ook bij onze gevederde vriendjes.

GPS-tocht Noord-Brabant/Zuid-Holland: dwalen door de polders

Wapentuig

Wat is het wilde westen zonder een fort? Op de zuidelijkste punt van Zuid-Beveland scheren meeuwen over het Fort bij Ellewoutsdijk. Het werd in 1839 gebouwd om de Westerschelde te bewaken, de toegangsweg tot de haven van Antwerpen. Daarom was dit gebied ook in de Tweede Wereldoorlog omstreden. De Geallieerden hadden Antwerpen al veroverd, de haven was van cruciaal belang voor de aanvoer van wapens en manschappen. Maar de Duitsers zaten nog op de noordoever van de Westerschelde, met een duivelse mix van bunkers, forten, kanonnen en ander wapentuig.

Dus werd Walcheren ook het toneel van een Geallieerde invasie, net als Normandië. In het najaar van 1944 landden de Geallieerden op deze kust en wisten na een bittere strijd de Duitsers steeds verder terug te dringen en uiteindelijk tot overgave te dwingen.

Aan die geschiedenis is het Bevrijdingsmuseum Zeeland in Nieuwdorp gewijd. Wat begon met één Canadese helm groeide uit tot de imposante verzameling van Kees Traas en zijn zoon Stef. Meer dan 40.000 stukken omvat de collectie in het binnen- en buitenmuseum. Echte spullen, niet alleen van dat moderne museumgedoe op beeldschermen. In diorama’s en vitrines. Soldatenpoppen in uniformen, burgerpoppen in klederdracht, aan de tijd-van-toen verbonden gebruiksvoorwerpen, wapens en voertuigen waaronder, anders was het geen goed museum, ook een paar Harley-Davidson Liberators en een Duits boxerzijspan.

Zeeuwse Rivièra

Verder westwaarts over de Sloedam, de bottleneck-landengte die Zuid-Beveland scheidde van Walcheren en waar in de oorlog hard om werd gevochten. Uiteindelijk gaven de Duitsers zich ook op Walcheren over en trokken ze terug naar hun heimat. Nu zijn onze oosterburen graag geziene badgasten in Zeeland. Ze hebben een voorliefde voor de Zeeuwse Rivièra, de kust rond Zoutelande die de meeste zonuren van Nederland claimt, direct aan de Westerschelde. Oosterschelde, Westerschelde, ik vind het maar vreemde namen. Want ze liggen toch ten noorden en zuiden van elkaar? Hetzelfde geldt voor de plaatsen Oostkapelle en Westkapelle.

Maar what’s in a name? Westkapelle is de hotspot van m’n Let’s Go West-toer en ik blijf er een nachtje slapen. Museum Het Polderhuis heeft een fijn buitenterras, de koffie wordt er vers gezet en de bijbehorende appeltaart wordt exclusief voor Het Polderhuis gemaakt door buurbakkerij Koppejan. Het terras ligt in de luwte van de dijk en biedt onder andere uitzicht op een Shermantank en een landingsvaartuig uit de Tweede Wereldoorlog. Het museum vertelt daar meer over. Overstromingen werden niet alleen door de bijtgare waterwolf veroorzaakt, maar ook door bombardementen. Want bij de invasie van Walcheren in 1944 bombardeerden Geallieerde vliegtuigen Westkapelle, om met hulp van de waterwolf de Duitse bezetters te verdrijven.

De Westkapelse Zeedijk was al eeuwen voor de Deltawerken de beroemdste van alle Zeeuwse zeedijken. De plaats waar in 1944 door de bommen de Zeedijk bezweek heet nog steeds Het Gat en toeristen vanuit alle hemelrichtingen genieten er nu van het gelijknamige badstrand.

Westkapelle heeft maar liefst twee vuurtorens. Een klassiek rood-wit gestreept exemplaar buiten de zeewering en de joekel, die Sint-Willibrorduskerktoren heet, middenin het dorp. Je kan er per lift of via de trap omhoog. Op vijftig meter hoogte geniet ik van het uitzicht op de zee van oranje daken. Westkapelle was tijdens de oorlog verwoest en bij de wederopbouw was die kleur zo’n beetje obligaat. Of je nou koningsgezind bent of niet, het oranje gaat mooi samen met het blauw van de zee achter de daken.

Duizend monumenten

De Panoramaweg brengt mens en motor verder naar Domburg, de oudste badplaats van de Walcherse kust. Ook het Hoge Duin biedt ’n prachtig uitzicht, hier over het grotendeels behouden gebleven dorpszicht, de duinen, de zee en de paalhoofden. Dat zijn rijen houten palen die vanaf de kust in zee steken om de kracht van de golven te breken. De palen worden al eeuwenlang met een handheistelling in de zeebodem gestampt, net zo’n ambachtelijke klus als het frituren van een mosselburger in Yerseke en het bakken van appeltaart in Westkapelle.

Na Oostkapelle ligt Vrouwenpolder op de route. Hier gaf op 8 november 1944 het laatste Duitse bolwerk op Walcheren zich over. In Veere is het oude stadscentrum zo mooi bewaard gebleven dat ik even in de waan verkeer in de Middeleeuwen rond te toeren. Daarna slinger ik langs het Kanaal van Walcheren naar de dichtstbijzijnde brug. Daardoor word ik op het stedelijk schoon van Middelburg getrakteerd.

In die Zeeuwse hoofdstad zijn meer dan duizend oude gebouwen als monumenten bewaard gebleven. Een van de pronkstukken daarvan is zeker het Zeeuws Museum. Na dit cultuurhistorisch intermezzo volgt weer de landengte van de Sloedam, ditmaal van west naar oost. De route slingert verder op aangename dijkhoogte tussen het Veerse Meer aan bakboord en diverse polderlandschappen aan stuurboord. Via Wolphaartsdijk en Wilhelminadorp kom ik in Wemeldinge.

Tot de elfde eeuw was dit gebied grotendeels overstroomd en onbewoond. Vanaf de twaalfde eeuw werd Zeeland stukje bij beetje ingepolderd, eerst met ringdijken rondom de ontstane nederzettingen, later ook met dijken om het op de zee gewonnen land te beschermen. Want de Zeeuwse klei bleek vruchtbaar en uitermate geschikt voor landbouw. Motorrijders zijn net als boeren natuurlijk echte landrotten. Maar de kust blijft als een magneet op mij werken. Niet in de laatste plaats door de dijkwegen die daarlangs slingeren. De Oude Zeedijk richting Wemeldinge scoort een hele dikke voldoende.

Verdronken land

In Wemeldinge moet ik opnieuw een brugverbinding in de route plakken, over het Kanaal door Zuid-Beveland. Dat werd grotendeels met de hand gegraven en in 1886 geopend als scheepsvaartverbinding tussen de beide Scheldes. Bij Wemeldinge en Hansweert kwamen sluizen, die ken ik nu dus allemaal. In 1993 werd het kanaal verbreed en om Wemeldinge heengeleid. De parlevinkers, handelaren die vanaf de kant en bootjes de wachtende schepen in de sluis bevoorraden, moesten ander werk zoeken. Wemeldinge zette succesvol in op toerisme, de oude sluiskolk is nu jachthaven.

En daar is Yerseke alweer. Vanaf de vissershaven en de oesterputten kijk ik opnieuw uit naar de Oosterschelde, het grootste Nationaal Park van Nederland. Buiten de dijk ligt een wereld die steeds verandert onder invloed van eb en vloed, wind en water. Droogvallende en weer onder water verdwijnende zandplaten, schorren en slikken bieden net zo’n fraai uitzicht als de Zeeuwse landerijen waar wolken met hun schaduwen een spel van licht en donker op werpen.

Toertocht Schotland: Castle-Trail in graafschap Aberdeenshire

Ooit telde het land ten oosten van Yerseke achttien dorpen. Maar door de Sint-Felixvloed van 1530 verdronken veel daarvan, later ook gevolgd door Reimerswaal, toentertijd een van Zeelands drie belangrijkste plaatsen. Nu wordt dat gebied het Verdronken land van Zuid-Beveland genoemd en herinnert de naam van de huidige gemeente Reimerswaal waartoe ook Yerseke behoort aan dat Atlantis van de lage Landen aan de Zee.

Tot het eind van de zeventiende eeuw stak van Reimerswaal nog een eilandje met wat ruïnes boven het water uit. Die ruïnes verdwenen daarna ook onder water. ’Het is wonderlijk hoe een stad die door koophandel, zeevaart en nering zo bekend was, zo onbekend is geraakt’, schreef de historicus Jacobus Ermerins in 1785. Van de historische stad Reimerswaal is in onze tijd niets meer over. Op de plaats van deze stad bouwde Rijkswaterstaat in 1978 de Bergse Diepsluis als onderdeel van de Oesterdam. En via die damweg rij ik Zeeland weer af. Let’s Go Home!

Foto’s: Michiel van Dam

Toerinformatie
Bevrijdingsmuseum Zeeland in Nieuwdorp: www.bevrijdingsmuseumzeeland.nl
Overnachten in Westkapelle: www.hotelcharleys.nl
Museum Westkapelle: www.polderhuiswestkapelle.nl

Download de route Walcheren, Zeeland

Michiel van Dam
Michiel van Dam
Michiel van Dams schrijft als freelance redacteur prachtige reisverslagen voor Motor.NL. Reizen die de fervente motorrijder inspireren om erop uit te trekken. Wordt het Slovenië om die prachtige privé-collectie motoren te bekijken? Een rondje bergpassen in de Dolomieten? Of de Nederlandse herberg in de Vogezen, exclusief voor motorrijders?

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen