Rondom Grasse, de wereldhoofdstad van parfums, verleidt een mix van verschillende ‘geuren’ je zintuigen en niet alleen van de neus.
‘Heerlijk en spannend, maar ook een beetje sprankelend fris – of, iets uitgebreider: zware tonen van amber, sandelhout en ceder, afgerond met een lichte noot van citrus.’ Aldus het begeleidend schrijven dat we met het souvenir van de Tour naar Grasse naar de gewaardeerde thuisblijvers willen sturen. Grasse kondigt zich aan als een olfactorische orkaan die in het hart van de Franse parfumproductie ligt, niet ver van de Côte d’Azur. Oké, tot zover is het korte briefje duidelijk. Dat de ontvangers het geschenk niet verwarren met ‘Airfresh Citrus’, een goedkope toiletverfrisser die eerder bestemd is om te verdrijven dan te verleiden.
Bij aankomst blijkt ‘La Bellaudière’ een bijzonder charmant plekje om te verblijven. Het is een schattig hotel aan de groene rand van Grasse, gebouwd in de zestiende eeuw en, een stukje geschiedenis tijdens het avondeten moet kunnen, in 1900 voor een jaar het toevluchtsoord van Pierre-Auguste Renoir – kort voordat Bill Harley en Arthur Davidson in 1903 de voorouder van Sabines reisfiets, de Heritage Classic 114, te water lieten. En nu on y va, de touwen los voor de motoren.
Tip: Clue de Saint Auban
De lavendel, een van de basisplanten voor de lokale parfumproductie en bovendien een schilderachtig uithangbord van de regio, is helaas eind september al verwelkt, maar ook zonder de blauw-paarse flits is er genoeg om de retina te prikkelen. Ogen open en gaan, door Grasse met zijn rotondes en straatcafés, drukke e-scooters en zonnebadende palmen, totdat we de stedelijke drukte achter ons laten en op de D4 vrolijk naar Cabris cruisen. Een spontane gedachte bij het passeren van de basisschool Marie de Saint Exupéry, waar kleine prinsen en prinsessen op het schoolplein ravotten, en ik terugdenk aan mijn kinderjaren waarin mijn moeder voorlas uit het beroemde boek. Ergens daardoor geïnspireerd, komen de synapsen ook nog met ‘Mamma’ van de Limburgse kinderster Heintje op de proppen. Maar we dwalen af – nu liever vrolijk verder naar Saint-Cézaire-sur-Siagne, voor een kort bezoek aan de gelijknamige grot, een kleine attractie, tenminste voor kinderen.
In plaats van onder de grond met onze gemotoriseerde speeltjes, gaan we direct omhoog. De D5 kronkelt veelbelovend op kaart 527 van Michelin – je ziet het alleen goed op een gedetailleerde kaart – dan over de Col de la Lèque, Col du Ferrier en Col de la Sine naar het noorden, vervolgens omhoog naar het ongeveer 1.000 meter hoge Plateau de Calern. In rechte lijn slechts 25 kilometer, maar gevoelsmatig lichtjaren verwijderd van de drukke Côte d’Azur. Terwijl daar waarschijnlijk eerder diesel, deodorant en zonnebrandcrème de zintuigen vertroebelen, verwent hier de geur van wilde tijm de zenuwbanen. Kleurrijke vlekken in de schaarse bergvegetatie van de hoogvlakte zijn soms de rode ‘koppen’ van de witte wegmarkeringen en soms die van wielrenners, net voor het maximale hartslagniveau in dit ideale trainingsgebied. Bij de Col de Bleine, slechts 1.439 meter hoog, maar met sappige haarspeldbochten die de kuitspieren uitdagen, ontmoeten we een wielerclub uit Grenoble; de voorzitter, ere wie ere toekomt, natuurlijk in de gele trui, de maillot jaune. Gedurende de smalltalk een tip: Clue de Saint Auban. Het is een smalle kloof met torenhoge rotswanden, een paar tunnels en zelfs een grotachtige gebedsruimte onder het rotsachtige dak, waardoorheen de weg zich zo spectaculair wurgt dat het uiteindelijk Sabines nummer 1 van de hele tour wordt.
Toertocht Bourgondië, Frankrijk: niet alleen voor de wijn
Zodra de Clue de Saint Auban ons weer uitspuwt, zoals volgens overlevering ooit de walvis Jonas, slaat de D2211 bij Briançonnet af over de Col du Buis, smal en steil. Wie, gezien het hellingspercentage van soms negentien procent, niet als een konijn naar de slang wil staren, laat de blik ook verder dwalen. Misschien naar die markante berg die eruitziet als, tja, de kop van een stekelbaars? Zeg me wat je ziet – en ik zeg je wie je bent…
Bij de Col de Félines, inmiddels op de voor een rally zeer geschikte D911, zou je kunnen inbeelden dat er dolfijnen door het dal trekken; hoewel het evengoed dromedarissen kunnen zijn. En dan WOW! Dit is zonder enige twijfel Metéora in het klein! Wat de Griekse kloosters op hun naar de hemel reikende zandsteenrotsen doen, heeft vestigingsbouwmeester Vauban in de tijd van Lodewijk XIV hoog boven Entrevaux laten bouwen. Citadelle d’Entrevaux, te beklimmen via een sterk versterkt, zigzaggend pad. Traptraining? Och nee. Liever de hartslag verhogen met cafeïne, tegenover de stadsmuur in de ‘Bar Yo’. Daarna mag het metalen hart uit Milwaukee laten zien wat het kan, waar zijn bijna 1900 cc en een draaimoment van 155 Nm in staat, op de haarspeldbochtige D2211A over de Col de Saint-Raphaël? Sabine: ‘De weg is gaaf, perfect om motor te rijden en om de voetsteunen bij te slijpen.’ En als de Heritage een Pan America was geweest… wie weet, misschien waren we dan vanaf de pas de gravelweg naar het westen over de Col de Besseuges ingeslagen. Maar in plaats daarvan gaat het naar het oosten. We zigzaggen op de D27, een schier eindeloze panoramische rit via Ascros en Toudon door de heuvels, de namiddagzon altijd in de rug, zodat ze niet verblindt en je ook je ogen goed de kost kunt geven. Op een gegeven moment toch maar een blik op de navigatie gericht: oeps, aankomsttijd 19:58; laatste bestellingen in ‘La Bellaudière’ 20:30. Dus vite vite, om te smullen en te slapen zoals Renoir ook deed.

De laatste dans
Bij het le petit déjeuner op het gezellige hotelterras een tip van Franck, de betrokken woordvoerder van het toeristenbureau van Grasse: de James Bond-weg. Dat is de D2 naar Gréolières, de weg waar Pierce Brosnan in ‘GoldenEye’ met zijn Aston Martin DB5 het duel aanging met Famke Janssen alias Xenia Zaragevna Onatopp in de Ferrari 355 en waarop ze het zo lekker lieten knallen. Om op te warmen de D3 omhoog naar het bergnest Gourdon, terwijl het asfalt met voetsteunen en floorboards zachtjes wordt gekust. Daarna over het eenzame Plateau de Caussols, waar de schaduwen van doorhangende stroomdraden vrolijke bochten op de weg schilderen en dan nog een keer over de Col de la Sine; herinneren we ons die nog? Na dit voorprogramma is het podium eindelijk vrij voor 007. En het is werkelijk geen prutweg die de locatie-scouts destijds hebben uitgekozen. Op de smalste plekken klemmen rotsen de weg samen zoals Xenia, het Bond-meisje, haar vijanden met haar dijen verpletterde. Maar beste lezers, kijk zelf maar eens op https://shorturl.at/4sPbk.
Na dit spektakel vinden we in de harde bagagetas van de Harley-Davidson geen fles Bollinger Champagne, zoals James uit het handschoenenvak van zijn DB5 toverde. Een paar kilometer verderop in Gréolières in ‘Le Relais’, dat tegelijk restaurant en bar is, zijn er tenminste wel verfrissend koude softdrinks. Het uitzicht is een Franse telenovela: dorpsleven, met barvrouw, oude mannen op een bankje onder een plataan en een stel dartelende honden. En nu?
Het achterland van de Côte heeft nog duizend-en-een andere bochten in petto. Het zou leuk zijn om naar de Col de la Bonnette te gaan, maar de Col de la Cayolle is vast ook geweldig. En de Grand Canyon du Verdon heeft Sabine sowieso al heel lang op haar bucketlist staan. Maar we kunnen ook naar de Middellandse Zee! Die is in de nazomer beslist nog heel geschikt om in te zwemmen. Je kunt de tijd slechts één keer besteden, wat een boerenwijsheid van jewelste is. En wat is verder het thema van deze toertocht? Precies.
‘Welke een landschap is het echter van de Gorges du Loup! Rotsen, afgronden, watervallen die als brede zilveren banden naar beneden hangen, vrij naar beneden kletteren, tot ze, zich splitsend, met groot geraas verder stromen de vallei in,’ prezen Klaus en Erika Mann in 1931 in hun reisgids over de Franse Rivièra – waaruit we tot op heden nog graag citeren. Hoewel de D6 door de ‘Wolvenkloof’ naar Pont-du-Loup waarschijnlijk drukker wordt bezocht dan iets meer dan negentig jaar geleden. Zo sereen zijn de kloven die tegelijkertijd zo dicht bij de betonnen kust liggen, waar drukte heel normaal is. Het contrast kan niet groter zijn. Maar omdat we al een paar dagen zijn geacclimatiseerd rijden we vrij ontspannen langs de metalen file, totdat de Middellandse Zee in Villeneuve-Loubet-Plage eindelijk en echt voor ons ligt; stralend azuurblauw, zoals de naam belooft.
Zonnebaden aan de Côte d’Azur voor motorrijders? Da’s niet zo makkelijk. Omdat Villeneuve-Loubet-Plage een breed zandstrand heeft, kun je je geliefde, mogelijk volgeladen motor er niet in de gaten houden. Wat dat betreft is het iets verder naar het zuiden, een plekje aan de D6098 met een parkeerstrook direct aan de kust, veel beter geregeld. En niet schrikken: het zijn geen destroyers of fregatten, waarvan de silhouetten uit de nevel opdoemen, maar de voor de kust ankerende superluxe jachten van de geldadel. Die rijkdom culmineert in Hôtel du Cap-Eden-Roc, een historisch hotel met een zoutwaterzwembad op de Cap d’Antibes. Sinds 2012 is het geïntegreerd in het Oetker Hotel Management. Gerrit en Ingrid vermaken zich daarentegen liever op de stranden rond Juan-les-Pins, waar in juli altijd het legendarische zomerfestival Jazz à Juan wordt georganiseerd.
Dus Harley Darling, bewaar de laatste dans voor mij – een nummer over de laatste etappe kan niet passender klinken. Voorbij Cannes tot Pégomas, laten we daar gaan dansen! Wat een zwierplezier om met de motoren over de D309 en D38 te rijden. Klimmen en dalen via Tanneron en Les Marjoris naar het Lac de Saint-Cassien. Ter afsluiting de D562 terug naar Grasse. Hebben we nog iets gemist? Natuurlijk, het souvenir voor de thuisblijvers.
Toertocht Kroatië: motorparadijs buiten de gebaande paden
Snuffelparadijsen
Grasse, de locatie van Patrick Süskinds roman ‘Het Parfum’, is het Mekka van de parfumindustrie. Rondleidingen bij Fragonard, Galimard of Molinard, de meest prominente parfumerieën van de stad, bieden een kijkje in de materie. Bovendien kun je daar je eigen parfum creëren, gewoon doen. Vroeger groeiden bijvoorbeeld jasmijn, lavendel en rozen op uitgestrekte velden rondom Grasse, maar deze basisstoffen worden tegenwoordig gedeeltelijk geïmporteerd. Voor verdere verwerking onttrekken destillatie, extractie en andere technieken de geurstoffen uit de bloemen. Daar komen dierlijke grondstoffen zoals amber en musk bij, inmiddels chemisch geproduceerd. En nu begint het werk van de parfumeurs, de ‘neuzen’. Dit zijn mensen wiens reukvermogen, geheugen en concentratie extreem goed ontwikkeld moeten zijn om op basis van ongeveer 1.000 essences een parfum te componeren, dat meestal bestaat uit top-, hart- en basisnoten. Een van die genieën is Didier Gaglewski, die zo verfijnde geuren als Cambouis (smeermiddel) bedenkt. Een bezoek aan zijn boetiek in de rue de l’Oratoire 12, slechts enkele stappen van het Musée International du Parfum, is een amusante ervaring. Snuffelen en gesnuffeld worden voor een persoonlijk parfum. Wie iets voor thuisblijvers zoekt: in plaats van vele woorden gewoon een foto van de te bestuiven persoon – en dankzij Didiers ervaring is het succes bijna gegarandeerd, www.gaglewski.com. Alternatief is het atelier van Molinard in Grasse, www.molinard.com.
Reisinfo
Verblijf
Hotel La Bellaudière, 78 Avenue Pierre Ziller (iets buiten aan de D2085 richting Nice), F-06130 Grasse, Tel. 0033-493360257, www.labellaudiere.com. Charmant hotel met eveneens charmante eigenaren, smaakvol ingerichte kamers, een dromerige, met bomen omzoomde ontbijtterras en parkeergelegenheid achter het huis.
Eten
L’Auberge du Vieux Château, Place Mirabeau, F-06530 Cabris, Tel. 0033-493605012, www.aubergeduvieuxchateau.com. Gerenommeerde, veelgeprezen keuken op een prachtige locatie naast de ruïne van het voormalige kasteel van de markies de Cabris; niet alleen restaurant, maar ook hotel.
Uitstapje
Picasso-museum in Château Grimaldi in Antibes, aan de Place Mariejol direct aan zee.
Meer informatie
www.paysdegrassetourisme.fr, www.france.fr
Download de route

Tekst en foto’s: Klaus H. Daams