Hoewel het Viaduct van Millau spectaculair is, is een rit rond de 343 meter hoge brug over de Tarn met minstens 3.430 bochten even uitnodigend, om wat harder te rijden. Bijna zoals de Nordschleife in de Eifel rondom de Nürburg – afgezien van de gemiddelde rondetijd dan.
Een zonnige ochtend eind september in de Eifel. De bladeren kleuren al herfstachtig, geelverlichte borden wijzen naar de Nürburgring. Maar in plaats van naar de Nordschleife rondom het eerbiedwaardige kasteel willen we vandaag verder, veel verder naar het zuiden. In onze bagage hebben we kaart 526 van Michelin, ons ‘gebedenboek’ voor de komende dagen. Het belooft een paradijs op aarde. Motorrijden als God in Frankrijk. Op dag acht kwam – nou ja, eigenlijk was het tussen 2001 en 2004 een team onder leiding van sterarchitect Norman Foster – een wonder der natuurkunde tot stand: het viaduct van Millau dat tussen hemel en aarde over de Tarn spant. Maar waarom, vraagt de ongelovige toerist zich af, is deze spectaculaire snelwegbrug van 2.460 meter lang en is de constructie van betonnen pilaren en schuine kabels een magneet voor motorrijders? Je rijdt er alleen maar schuin wanneer er zijwind is op grote hoogte. Wel, omdat de mobiele mens ook in de wijde omgeving van het stadje Millau niet stil heeft gezeten en, aangepast aan het heuvelachtige landschap vol kloven van Zuid-Frankrijk, een zeer aantrekkelijk wegennet heeft gebouwd, met kronkelende, departementale wegen en verleidelijk groen-gele slingerlijnen ingetekend op kaart 526 tot gevolg. Einde introductie.
Dikke rode wegen
Als een futuristische zevenmaster met witte driehoekszeilen duikt het op uit de zee van heuvels, het Viaduct van Millau met zijn kenmerkende schuine kabels. Een goed uitkijkpunt, liefst zo dicht mogelijk bij dit fantastische bouwwerk? Naar Château de Creissels linksaf omhoog, zo vertellen ze ons in het Hericlea Hotel Sport, ons onderkomen voor de eerste nacht. On y va! Of beter gezegd: avanti, avanti! Onze reisgenoot, de Moto Guzzi V85TT, komt immers uit Italië. Op een licht grindpad op het panoramaplateau kan het kleurrijke speelgoed met zijn noppenbanden al wat krassen maken terwijl paragliders en gieren, die hier aan de Tarn en Jonte vaak voorkomen, waarschijnlijk nog een beter uitzicht hebben op de brug die van bovenaf eerder lijkt op een fragiele constructie van visdraad en mikadostokjes.
Toertocht Zwabische Alpen, Duitsland: Zwabenfreude
De brug wordt kleiner en kleiner in de achteruitkijkspiegel naarmate Millau verder achter ons ligt. Een open geest voor het wegennetwerk, dat de kaart bedekt als uitgeplozen wol. Weg uit de Tarntal slingert de D110 door een donker dennenbos naar het Chaos de Montpellier-le-Vieux, een rotsformatie zo groot als honderd voetbalvelden en gemakkelijk te verkennen per toeristentreintje of, zwaardere inspanning vereisend, in klimuitrusting. Wij kiezen de derde optie en laten de tweecilinders nog verder gaan via Saint-André-de-Vézines naar de D41. Een bord belooft: zes kilometer bochtenwerk. Leuk! Maar dan meteen: grind, losse stenen. Verdorie! Als op grote schaal verspreid met een gieter vallen de chute de pierres – vallende stenen – tegen mijn motorpak en helm, pling plong. Maar ach ja, natuurlijk liever goed asfalt eroverheen, maar andere landen, andere gewoontes. En al snel streelt de D991 door Canyon de la Dourbie met het pittoreske Moulin de Corp en het schilderachtige adelaarsnest Cantobre weer Franse zielen en ook de flanken van Michelin Anakee-banden. Pitstop in de schaduw van eeuwenoude stenen bogen in Nant voordat de D999 ons uitnodigt om te dansen. En daar worden eventuele vooroordelen tegen ‘dikke rode wegen’ volledig ongegrond verklaard, ze worden als het ware in hun kronkeligheid gesmoord. Onderzoek dus grondig voordat je eeuwig blijft twijfelen. In Alzon zeggen we ‘arrivederci D999’ en slaan we rechtsaf naar de D814 richting Vissec. Ook niet slecht. Doet denken aan het bochtige Hatzenbach in de Groene Hel van de Eifel. Maar waarom dan het Cirque de Navacelles? Misschien omdat Moeder Natuur geweldig is. Minstens dat. Wow! De door erosie gevormde kom met ‘oude rivierarm en roterende berg van de rivier Vis’, aldus een droge geologische uitleg, is gewoonweg prachtig. De D713 stort zich 600 meter naar beneden, kolkend naar de bodem van deze bizarre kom.
Letterlijk als een sundowner volgt via de D152 en de D9 Col du Vent, schitterend verlicht in het warme avondlicht. Op de zuidelijke helling wat gevoel van een vossenhol – wie bekend is met de Nordschleife begrijpt wat ik bedoel – en in Clermot-l’Hérault vinden we onderdak in Le Patio, waar je niet per se twee keer wilt slapen. Voor imitators: vis-à-vis lijkt Hotel Terminus aan Allée du Tivoli, omzoomd door platanen, veel beter te zijn.
Picknickstop
Telkens weer het mooie dilemma om bij het ontbijt de meest smakelijke hapjes van het menu te kiezen. Vandaag beginnen we met de D902 van Lodève over Plateau du Grézac naar Col du Perthus. Een heerlijke traktatie. Terwijl er waarschijnlijk bij de ingang van de Nürburgring al een lange rij staat te wachten, inclusief auto’s met 300 plus x pk, waarvan de meeste zijn uitgerust met rolkooi, hebben wij vrije doorgang en halen we alleen een hardwerkende bestelwagen in die bergop zwoegt, een Citroën C15. Via de D142 en D138 naar Col de l’Homme Mort, ontmoeten we weer de D902 in Ceilhes-et-Rocozels, waar antwoord wordt gegeven op een vraag die fietsers vaak stellen: hoeveel paardenkracht heeft de adelaar uit Mande-lo? 80! We maken een picknickstop bij Col Notre Dame, spelen met onze reisenduro in een kalksteengroeve naast de D12. Via de D119 en D169 naar Murat-sur-Vèbre, ergens staat nog een lang uitgedroogd tankstation met meters die nog in Franse francs rekenen en voor het laatst geijkt zijn in 2009 (!). Veel ouder is de Pont St Étienne de Cavall uit de 12e eeuw bij Condomines en iets verderop aan de oever van Agout ligt het Château van Brassac, tevens gemeentehuis van het mooie stadje. Na 206 fantastische kilometers maken we de dag af in Lacaune, in het charmante Logis Le Relais de Fusiès. Aan tafel, tijd voor een kleine tussenstand: ook al ontbreken hier in dit landschap misschien extremen zoals de majestueuze toppen van de Alpen of mist onze V85TT de brute kracht van een Multistrada en dergelijke, ze harmoniëren mogelijk juist daarom zo perfect hier. Bon appétit!
Vuurvliegjes
We rijden door op een nieuwe dag – maar niet eentonig over de snelweg, maar via de D33. Swingtime voor de Italiaanse krachtpatsers. De zon schijnt met glinsterende stralen, voor ons strekt zich een breed dal uit. Aan de oever van de Tarn bevindt zich een van de mooiste dorpen van Frankrijk: Brousse-le-Château. Aan de voet van de gevangenistoren en prinsessentoren van het middeleeuwse kasteelcomplex is het terras van Hôtel le Relays du Chasteau verleidelijk om te genieten van een salade als vitamineboost samen met een verplicht café au lait. Ondanks onze zuinigheid: zelfs bij de Guzzi werkt niets zonder brandstof. Om het 23-liter vat weer te vullen, gaan we naar Villefranche-de-Panat, waarna we ons routeschema wijzigen. In plaats van gele en groene markeringen volgen we nu wit-groene routes. Très jolie! Mits je goede kaarten en ogen hebt om door dit doolhof van kleine wegen te navigeren. Op de D31 zigzaggen naar beneden richting Truel, over de Tarn, en dan weer naar boven via een kronkelende Stairway to Heaven. Witte strepen, groene randen. Soms schiet er ook al wat gras op uit het midden van het nauwelijks bereden wegdek als ondeugende scheuten. Koren op de molen voor de V-twin, blubber blubber; en eerder contemplatie dan acceleratie tijdens een rondje via La Romiguière, Costrix en Château de Gozon door het golvende lappendeken van akkers, velden en bossen.
Hadden we maar eerder gezorgd voor passende accommodatie. Ofwel zijn alle kamers bezet, zoals bij-voorbeeld in Auberge Saint Rome met dezelfde naam, ofwel stuurt de app ons kilometer na kilometer naar een plek waar we helemaal niet willen zijn. Laatste kans: Le Balcon des Raspes in Saint-Victor-et-Melvieu, een camping die ook hutten verhuurt. Ziezo! Er liggen zelfs twee biertjes in de koelkast, alleen is er in het dorp niets meer te eten. Maar vast wel iets 20 kilometer verderop in Saint-Affrique. Super! Ein-delijk gelegenheid om het licht van de V85TT te testen: geweldig. Maar vlak voor onze bestemming een wegversperring. Als vuurvliegjes trekken ze langs ons heen, deelnemers aan een 100-kilometerloop die met hoofdlampen door de nacht dwalen. En waarschijnlijk hebben ze alle accommodaties in de omgeving bezet. Geen doorkomen aan voor ons, geen restaurant; terug naar de camping dus en daar genieten van een bescheiden ‘tanktasmaaltijd’. Gelukkig wordt dat later goedgemaakt met het ontbijt dat voor onze hut wordt neergezet.
Toerisme Frankrijk: 27 Spectaculaire kloven in Zuid-Frankrijk
Powernap
Zondagochtend, 10 uur, al 26 graden! Proactief hebben we een kamer geboekt in Millau, dit keer in het centrale Hôtel Du Commerc. En wat staat er verder op de to-do-lijst? Roquefort-sur-Soulzon! Een kort bezoek aan dit beroemde kaasdorp moet er nog even bij; maar of het een goed idee is om die blauwgroene delicatesse, die koel bewaard moet worden, als souvenir mee te nemen? We maken liever een omweg via de D23 en D77, nemen in Sainte-Eulalie-de-Cernon een kijkje bij de indrukwekkende verdedigingswerken van de Tempeliers en genieten bij Peyre van een powernap aan de oever van de Tarn. We klimmen het dal weer uit naar Thérondels en verbazen ons eerst over een roestig modelvliegtuigje dat dienstdoet als windvaan, en vervolgens bij Micropolis, stad van de insecten, voorbij een voorhistorische dorsmachine langs de weg – en uiteindelijk gaan we onder het Viaduct van Millau staan na vijf geweldige dagen met de Moto Guzzi. De V85TT zou wel eens de brug kunnen slaan tussen het glorievolle verleden en succesvolle toekomst van het merk. Ze verdient het. Bonne chance, grote kans!
Download de route rondom Millau, Frankrijk
Reisinfo
Het Viaduct van Millau is ’s werelds langste kabelbrug met ’s werelds hoogste pijlers van 343 meter hoog. Bovendien heeft deze brug, anders dan bijvoorbeeld de Deense Storebæltsbroen over de Grote Belt, een aantrekkelijk en bochtig ‘all-in’ pakket dat motorrijders aanspreekt: een zee van heuvels tussen de Cevennen en Languedoc. Deze adembenemende snelwegbrug ontlast het verkeer dat hier anders vast zou komen te staan.
Heenreis
Vanuit Rotterdam naar Millau gaat de snelste route via Parijs, Orléans en Clermont-Ferrand – ongeveer 1.100 kilometer. Het is de moeite waard om je alvast op te warmen door op de A75 autoweg in Banassac af te slaan en via D998 naar Sainte-Énimie te rijden en vanaf daar verder door de Tarntalvallei naar Millau.
Bezienswaardigheden
Allereerst natuurlijk het Viaduct van Millau, www.leviaducdemillau.com. Dat ook de natuur een geweldige bouwmeester is, bewijst Chaos de Montpellier-le-Vieux in het attractiepark La Cité des Pierres, www.lacitedepierres.com. Nog spectaculairder is Cirque de Navacelles, een kom van 600 meter diep ontstaan door erosie, www.sudcevennes.com/les-cevennes/sud-cevennes/cirque-navacelles/. Wat mensen uit de middeleeuwen met stenen hebben gedaan blijkt niet alleen uit Château de Brousse (zie Overnachten), maar ook uit Château des Templiers, een versterkte nederzetting van de Tempeliers in Sainte-Eulalie-de-Cernon. Daarentegen zijn de producten uit Roquefort-sur-Soulzon heerlijk zacht en romig; er zijn verschillende kaasmakerijen te bezoeken waar de edele blauwaderkaas rijpt.
Overnachten
In Mende het centrale Hotel Le Commerce of aan de zuidkant van de Tarn het Hericlea Hotel Sport; met wat geluk in de kom van Cirque de Navacelles Auberge de la Cascade; in Clermot-l’Hérault naast andere restaurants het Hotel Terminus; in Lacaune het historische Logis Le Relais de Fusiès; in Brousse-le-Château met uitzicht op het kasteel en Tarntal het Hôtel le Relays du Chasteau; in Saint-Victor-et-Melvieu de camping met hutten Le Balcon des Raspes.
Tekst en foto’s: Klaus H. Daams