De Apuaanse Alpen en het Garfagnanagebergte in de noordwesthoek van Toscane zijn behoorlijk geweldig om op de motor te rijden – zelfs zonder cipressen.
‘We bevinden ons in het jaar 50 na Giacomo Agostini’s tiende wereldtitel. Heel Toscane is overspoeld door toeristen… Heel Toscane? Nee! Twee onbezorgde motorrijders ontkrachten dit cliché. En het leven is niet moeilijk voor deze twee, Ze overnachten in Castelnuova di Garfagnana, een dorpje in de schaduw van het kasteel Rocca Ariostesca.’ Zo zou dit verhaal eigenlijk kunnen beginnen, vrij naar Asterix. Want het uiterste noordwesten van Toscane is zo anders dan het Toscane dat zo geliefd is bij vakantiegangers.
Toertocht Wales: groen Wales zonder regen?
Al tijdens de laatste etappe van onze reis maken we kennis met wat Katrin en mij te wachten staat gedurende de komende dagen. We rijden over de A12 langs de Italiaanse Rivièra, voorbij Carrara, nemen afslag Massa – en dan begint het avontuur pas echt, met een rit vol bochten de Apuaanse Alpen in. Maar helaas, pal voor ons is er een enorme vrachtwagen die ons pad kruist. Hij lijkt goed bekend te zijn op zijn gebruikelijke route: een vrachtwagenchauffeur met een gigantisch marmerblok op zijn laadbak dat hij behendig meeneemt in de bochten, wat het inhalen op de onoverzichtelijke achtbaanroute niet bepaald vergemakkelijkt. Rustig aan. En terwijl we geduldig wachten op het juiste moment, mompelen we ‘Marmer, steen en ijzer breekt – maar hopelijk niet de laadbak’ voordat we opdracht geven aan onze eigen motoren: ‘Gas geven, ik wil plezier hebben’. En dat plezier volgt dan op de rest van de route SP13, bijna helemaal voor onszelf. Het is vooral prachtig dat de rode zon niet alleen ondergaat in zee bij Capri, zoals zo hartstochtelijk bezongen door de Duitse schlagerzanger Rudi Schuricke, maar dat ze ook haar avondbad neemt in de wateren van Passo di Vestito, gezien vanaf het zadel van een motorfiets. Heel romantisch. En nu vooruit naar ‘Hotel Ristorante La Lanterna’ in Castelnuova di Garfagnana, zodat borden en glazen niet leeg blijven.
Kleine reddingsboeien
Woensdagochtend, wisseling van motoren. Katrin rijdt nu op de Moto Morini X-Cape, een echte Italiaanse schone. Tja, wat kan ik daarvan zeggen als erkende liefhebber van klassieke Italiaanse motoren? Terwijl China al lang wakker is, ligt het centrum van Castelnuova di Garfagnana nog gehuld in herfstige mistflarden rondom de eeuwenoude stenen brug Ponte di Castruccio over de Serchio-rivier en begint langzaam tot leven te komen. Buiten ‘L’Aia Di Piero’, bekend om zijn worst en kaas, stilt een Ape-bestuurder rustig zijn honger voordat hij met zijn Vespa, met volledige kuip, luidruchtig verdergaat naar zijn werk. Ook ‘La Bottega del Gelato’, een straatcafé tegenover het kasteel Rocca Ariostesca en de stadspoort Porta Calcinaia, maakt al snel wat omzet als een stelletje plaatsneemt op de kleurrijke stoelen daar. Het is nog net geen 10:00 uur als we richting Fivizzano vertrekken. Inmiddels breekt ook de zon door de wolken heen. Slechts enkele resterende mistbanken omringen als witte sjerpen nog de weelderig groene heuvels in het Garfagnanagebergte – net zo groen als de ‘schoonheidsstrepen’ op de kronkelige wegenkaart.
In Poggio nemen we linksaf bij SR445 en rijden we verder op SP50 naar het Lago di Vagli, het grootste meer van Toscane. Om de paar jaar wordt het meer leeggepompt voor onderhoudswerkzaamheden, waardoor het dorp Fabbriche di Careggine, dat ooit onder water werd gezet, verschijnt als een spectaculaire spookstad en overspoeld wordt door toeristen. Een symbiose van leeg en vol. Vandaag hebben we pech en geluk tegelijk: het meer is vol, maar de wegen zijn leeg. Behalve af en toe wat kastanjebomen waar we tussendoor kronkelen tussen Vagli Sopra en Gramolazzo voordat we weer soepel rijden op SR445 richting Nicciano. Slalommend langs Passo Carpinelli maken we een pitstop in Metra, met een prachtig uitzicht bij Reusa, en stoppen we ook bij het tankstation in Fivizzano – waar in de laatste jaren van de tweede wereldoorlog een bloedbad werd veroorzaakt door de Waffen-SS.
Als kleine reddingsboeien liggen de huizen verspreid in de beboste heuvelzee waar we ons een weg doorheen banen op de SS63 naar Passo del Cerreto. Het is hier op 1.261 meter aanzienlijk koeler dan in het dal, behalve voor de banden. Vroeger kenden de mensen elkaar waarschijnlijk wel en vonden ze elkaar van heuvel tot heuvel. En gaat de weg vanaf Sassalbo echt verder naar Comano zoals op de kaart ingetekend? Zelfs de oude man met een tros druiven die één voor één door zijn vingers glijden alsof het een rozenkrans is, weet het niet. Dus lijkt het moediger om terug te keren in plaats van hopeloos te verdwalen. Net als dat roestige anker dat hier ver weg van de zee beland is op het voetstuk van een Mariabeeld. Een Maria komt zelden alleen in katholiek Italië, net zoals er zelden perfecte bergwegen zijn in dit hoekje van Toscane. Niet dat ik de SP25 bedoel, bezaaid met kuilen over Monte del Giogo, maar de SP74 van Passo del Lagastrello naar Licciana; oh mijn god, waarom staat er onderweg bij een haarspeldbocht een kruis met vier kaarsen?
Twee kletsende moeders, twee zwervende katten, een blaffende hond – het bewijs dat Castiglione del Terziere niet uitgestorven is. Het slaperige bergdorpje, opgebouwd uit natuursteen, is echter alleen te verkennen te voet. ‘Oh nee’, protesteert de luie hond in ons hoofd en bederft zo helaas onze wandeling naar het middeleeuwse kasteel. Dus terug op de motor, gas geven en op weg naar Canossa. We vonden het dorpje op de kaart. Er staat een kasteel waar koning Heinrich IV in 1076 naartoe ging om smeekbeden tot paus Gregorius VII te richten om zijn excommunicatie ongedaan te maken. De strijd tussen wereldlijke en geestelijke macht, geloof en werkelijkheid. Hoewel we Canossa wel vinden, vinden we er geen kasteel. Geen wonder, historisch Canossa ligt ver weg in Emilia-Romagna. Als boetedoening voor dit slordige onderzoek – mea culpa – rijden we twee uur lang door de duisternis van de nacht terug naar ‘La Lanterna’ – waar gelukkig nog steeds licht brandt in de keuken.
IJzerhoudende bronnen
Gisterenochtend mist, vandaag strakblauwe lucht vanaf het begin. Grazie mille, Petrus. Maar nu ontstaat er een probleempje: moeten we linksom of rechtsom naar Passo delle Radici? We kiezen voor de klok mee, blijven op de SP72 en rijden eerst door wat wijngaarden, weerstaan dan de verleiding om vroeg te stoppen onder het zonnescherm van de ‘Bar Enosteria ai Macelli’ in het mooie vestingstadje Castiglione di Garfagnana, slingeren vervolgens over kronkelende weggetjes met prachtige panorama’s naar 1.530 meter hoogte – waar Toscane eindigt en Emilia-Romagna begint. Daar slaan we rechtsaf op de SP71, die via Passo del Lagadello en San Pellegrino in Alpe terugvoert naar Castelnuovo di Garfagnana. Na de Radici-ronde hebben we al behoorlijk wat geweldige kilometers gemaakt, dus misschien lonkt het zwembad van het hotel wel voor een beetje ‘dolce far niente’. Maar we gaan meteen verder, geen pauze, want geschiedenis wordt geschreven, ook in dit motorblad.
Volgende halte: Grotta del Vento. De druipsteengrot met stalagmieten en kleine meren is een topattractie in de Apuaanse Alpen. Tijdens rondleidingen van één, twee of zelfs drie uur kun je het donkere natuurwonder bezoken. Maar een foto maken van de poster buiten met vijf kleurrijke afbeeldingen van de grot – inclusief de X-Cape – duurt ongeveer 1/500 seconde. Dus carpe diem; in plaats van de kilte van de grot gaan we liever voor de warmte van de zon en snellen in schuine stand verder naar Bagni di Lucca. Dankzij zijn warme ijzerhoudende bronnen groeide het stadje vanaf de negentiende-eeuw uit tot een van de meest prominente en elitaire kuuroorden van Europa. En vandaag? De charme van de Belle Epoque is allang vervaagd en mensen trekken eerder naar de kust. Wij ook. Maar voordat we vertrekken, maken we nog wel een uitstapje naar een lokale beroemdheid: Pinocchio. Deze brutale houten pop, wiens neus met elke leugen langer werd, kom je bijna op elke straathoek tegen in het dorp Collodi; er is zelfs een park gewijd aan zijn ‘leven’, maar daar moet je wel flink voor betalen. Een foto van ‘Pinocchio en Morini’ moet volstaan; het idee welt op dat de X-Cape eigenlijk een lange nepneus zou moeten krijgen als straf voor zijn misleidende badgemarketing – gebouwd in China, maar verkocht als Italiaans. Maar dat idee blijft in het rijk der verbeelding.
Toertocht Gelderland: rare Romeinse jongens langs de Rijn
Wie droomt er nu niet in Nederland van zon, strand en zee – niet alleen aan de Noordzee. Maar na een verbindingsroute, langs of via de snelweg, ontwaken we in Viareggio in een andere realiteit. Katrin: ‘Ieder zijn meug natuurlijk, maar ik zou het vreselijk vinden om zo mijn vakantie door te brengen!’ We rijden eindeloos parallel aan de kust, over vierbaanswegen die alleen maar rechtuitgaan, met nergens vrije toegang tot het volgestouwde strand. Waar je dan waarschijnlijk veertien rijen dik in de zon kunt bakken op zo’n duur strandbed. Het is tijd om te vluchten. In Pietrasanta verlaten we de stad en via Ripa duiken we weer de droomwereld van de Apuaanse Alpen in. Nog een keer naar Passo del Vestito voor een laatste blik. Oh ja: toen Agostini zijn helm aan de wilgen hing, had hij vijftien wereldtitels op zijn naam staan. Zijn eerste titel, die van Italiaans hill climb-kampioen, behaalde hij bijna zestig jaar geleden op een Moto Morini 175 Settebello Aste Corte.
Tekst en foto’s: Klaus H. Daams
Informatie
REIS
Vanuit Rotterdam is het ongeveer 1.300 kilometer rijden over tolwegen door België, Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland naar Castelnuovo di Garfagnana.
ACCOMMODATIE
Hotel Ristorante La Lanterna, Località alle Monache, 300, I-55032 Castelnuovo di Garfagnana LU, Tel. 0039/0583/639364, www.lalanterna.eu. Net iets meer dan twee kilometer ten noorden van het stadscentrum langs SP72 ligt dit 3 sterrenhotel met een zwembad bijna voor de deur en een prachtige rit naar Passo delle Radici.
GASTRONOMIE
Osteria il Buffardello, SR445, 17, I-55034 Metra LU, Tel. 0039/0583/611093. Een gezellige locatie op de bochtige weg tussen Passo del Carpinelli en Pugliano, die met borden langs de weg adverteert met teksten als Pit Stop Bikers en Bar Davini – een ideale plek om even te stoppen voor een cappuccino of zelfs een maaltijd als de timing goed is. Gesloten op woensdag.
UITSTAPJES
Grotta del Vento, www.grottadelvento.com. Het dorp Collodi, met of zonder (dure) Pinocchio-park, www.pinocchio.it. Het Lago di Vagli-stuwmeer, het Italiaanse Atlantis waar het onder water gezette dorp Fabbriche di Careggine kan verschijnen als het water weer eens wordt afgepompt, zoals in 1994.
WEBSITES