woensdag 30 oktober 2024

Toertocht Gelderland: rare Romeinse jongens langs de Rijn

Rome is te ver om onze Romeinenroute te starten, al kwamen daar wel die rare jongens vandaan die ons kleine landje aan de zee wilden veroveren. Xanten is wél te doen, die stad ligt niet ver van de Nederlandse grens, aan de Rijn. Die was ooit de noordgrens van het Romeinse rijk. Maar waarom zijn die rare snaken, nadat ze eerst helemaal uit Rome hierheen waren gebanjerd, uiteindelijk toch weer vertrokken?

De Rijn, daar gaat het om. Dat water moest de kernreactor koelen die bij het Duitse stadje Kalkar werd gebouwd, maar die door acties van de anti-atoombeweging en de ramp van Tsjernobyl nooit heeft gedraaid. Het reactorcomplex werd in 1995 verkocht aan de Nederlander Hennie van der Most die er Wunderland Kalkar, een hotel en pretpark, van maakte. De toren is voorzien van vrolijk gekleurde schilderingen, maar vanaf het met onkruid overwoekerde parkeerterrein oogt het complex toch als het decor van een post-apocalyptische film, met die toren als een sciencefiction-arena waarin mutanten elkaar als gladiatoren moeten bevechten.

Toertocht Noord en Midden-Nederland: De betovering van de Russische route

Voor een echte arena moeten we in Xanten zijn. Eerst waren de oevers van de Rijn bij dat Duitse stadje dunbevolkt. Maar toen kwamen de Romeinen en die stichtten hier rond 12 voor Christus een knots van een kolonie. In hun legerkamp Vetera waren zo’n 10.000 soldaten gelegerd en daar kwamen nog allerlei burgers bij: agrariërs, handelaren en ambachtslieden voor de verzorging van de troepen. Schitterende grote openbare gebouwen werden uit aangevoerde stenen opgetrokken, waaronder het forum, de tempel en natuurlijk die arena. De rechthoekig aangelegde Colonia Ulpia Traiana was omringd door een stenen muur met poorten.

In de vijfde eeuw na Christus verlieten de Romeinen het gebied definitief en trokken ze terug naar het zonnige zuiden. In de middeleeuwen werden de resten van het legerkamp door de Rijn overstroomd en de antieke stad werd tot in de negentiende eeuw als steengroeve gebruikt voor bijvoorbeeld de Dom van Xanten. Nu is op de originele grondvesten het Archeologische Park Xanten nagebouwd. Een deel van de stadsmuur is opnieuw opgemetseld, het overige deel is met hagen aangeduid. De wandelwegen in het park komen overeen met het oorspronkelijke stratenplan. Bomen staan op de plaats van de pilaren van overdekte trottoirs uit de Romeinse tijd.

Spiegelend wegdek

Goed dat we een hotel in Xanten hebben geboekt. Het is maar een paar minuten lopen vanuit het oude stadscentrum naar het openluchtmuseum. Motorpakken en helmen blijven dus op de kamer en wij kunnen in ons vrijetijdskloffie over het uitgestrekte Romeinenpark wandelen. In het museum blijft het Romeinse verleden een beetje op afstand door het overvloedige gebruik van moderne bouwmaterialen als staal en glazen wanden. Maar de toon is gezet, zoals Julius Caesar ooit zei: Veni vidi et discessi (ik kwam, ik zag en ik vertrok).

We rijden westwaarts langs de Rijn. Dat water, daar gaat het ons om. Die rivier was de noordgrens van het Romeinse rijk. Boven deze limes lagen verraderlijke moerassen waarin vijandige inboorlingen rondzwierven. Onze voorouders dus. Julius Caesar had het over ‘woeste, barbaarse stammen, waaronder er zijn die, leven van vis en vogeleieren’. Ook historici met een passie voor de klassieke Romeinse beschaving spiegelden later de Germaanse stammen af als een woest, wortels knagend en in berenhuiden gewikkeld oervolk.

Wij wikkelen ons in motorplastic, want het regent dat het giet als we Xanten uitrijden. Gehuld in onze regenpakken glibberen we tussen de loodgrijze hemel en het spiegelende wegdek door naar de dijkweg op de zuidoever van de Rijn. Bij Jupiter! Hoe vloekten die Romeinen eigenlijk als ze gekleed in korte rokjes op sandalen door de regen en de modder langs de Rijn moesten marcheren door ons ‘frigidus froggus patria’? Dat koude kikkerland was wel andere koek dan het zonovergoten Rome waar ze vandaan waren gekomen.

De Rijn blijft tot aan de Nederlandse grens in regennevels gehuld, maar dankzij de regen zijn er geen in berenvellen gehulde wielrijders die ons de voortgang over het bochtige maar smalle dijklichaam belemmeren. Omne incommodum utile est: elk nadeel heeft zijn voordeel (Johannius Cruyffis).

Vroege waypoints

Kip of ei? Is Nijmegen de oudste door Romeinen gebouwde stad in Nederland, of is dat toch Maastricht? Een tamelijk nutteloze vraag, want we kunnen het die Romeinen niet meer vragen. En wat dan nog? Maastricht ligt aan de Maas, Nijmegen aan de Waal, een zijtak van de Rijn. Twee steden, twee rivieren, twee geschiedenissen. Goed voor twee verschillende motorroutes.

Ten oosten van Nijmegen ligt het Kops Plateau, ook wel Kopse Hof genoemd. Op deze groene hoogvlakte lag het Oppidum Batavorum (Stad der Bataven), zo werd lang gedacht. Maar inmiddels weten we dankzij bodemvondsten van militaire aard dat hier een groot praetorium stond, een maar liefst 1.700 m2 grote commandowoning van de Romeinse opperbevelhebber.

Want in 19 voor Christus stuurde de Romeinse keizer Augustus een leger van zo’n 10.000 man hierheen om Germania tot aan de Elbe te veroveren. Dat plan mislukte en de Rijn bleef de noordgrens van het Romeinse Rijk. Nou komen we toch even aan de Maas, via een mooie route over Groesbeek met z’n Zevenheuvelenweg, wat ons aan het verre Rome doet denken – de hoofdstad van het Romeinse rijk werd ook op zeven heuvelen gebouwd.

We rijden Cuijk binnen. Direct achter de rivierdijk steken de torens van de Martinuskerk omhoog in de grijze hemel. Hier worden we hartelijk welkom geheten door een aantal vriendelijke dames en heren van de vrijwilligersbrigade. De dames passen wel op onze helmen en uitgepelde regenpakken, de heren gaan ons voor langs een Romeins tuintje op de binnenplaats en dan de kerk zelf in. Want daarbinnen is een interessante expositie over Ceuclum, de Romeinse voorloper van het huidige Cuijk. Er zijn gevulde vitrines en informatiebordjes en de heren gidsen brengen de Romeinse geschiedenis tot leven met hun gloedvolle en humoristische verhalen.

Zo springt bijvoorbeeld die opgegraven pot met een Romeinse schat naar voren. Tussen honderden Romeinse munten liggen ook peperkorrels. Peperkorrels! De VOC voer pas in de zeventiende eeuw naar Azië om peper en andere specerijen naar Nederland te halen. Maar de Romeinen hadden die ook al toen deze schat werd begraven, vermoedelijk in 260 na Christus.

Ook de Romeinse wegenkaart krijgt extra betekenis dankzij de uitleg van de heren. De Peutingerkaart is een middeleeuwse kopie van een Romeinse stafkaart uit de vierde eeuw na Christus. Daarop staan de verbindingswegen door het Romeinse rijk van India naar Schotland. Romeinen maakten heel andere wegenkaarten dan wij gewend zijn. Zij wilden van zo’n kaart alleen weten tussen welke legerposten en plaatsen de weg liep, want de afstanden – bijvoorbeeld een dagmars – ertussen waren zoveel mogelijk gelijk. Tussen die legerposten – vroege waypoints! – trokken de Romeinse cartografen dan een rechte lijn, net zoals ze hun wegen zo rechttoe rechtaan mogelijk aanlegden. Zo’n kaart namen Romeinse officieren opgerold in een leren foedraal mee op hun paarden en was bijna zeven meter lang en 38 centimeter hoog. Dat krijg je niet in een antieke routerol op een motorstuur gedraaid.

Toertocht Noord-Ierland: pure schoonheid

Romeinse tuin

We stappen uit de fascinerende wereld van de Romeinen in Ceuclum naar buiten in een Cuijkse wereld die inmiddels weer in zonlicht baadt. We omzeilen het drukke verkeer van Nijmegen via een welgekozen opeenvolging van slingerwegen langs de Maas en Waal, terug naar onze Romeinenroute langs de Rijn. Rhenus, zo noemden de Romeinen de Rijn, werd als een godheid vereerd. Niet zo gek natuurlijk, want buiten rijksgrens was de Rijn ook een formidabele transportweg tussen kust en binnenland, een Betuwelijn van de Oudheid.

Die Betuwe is waarschijnlijk genoemd naar de Bataven die daar woonden en de Romeinen noemden dit gebied al het Eiland van de Bataven. Ze beschouwden dat volk als dappere soldaten en uitstekende ruiters, die ze graag opnamen in hun legerschare.

Westelijk van Nijmegen loopt door het Land van Maas en Waal de Koningstraat, een antieke oost-west verbinding die waarschijnlijk teruggaat op een Romeinse weg, natuurlijk kaarsrecht, zoals op de Peutingerkaart. Gelukkig voor de motorrijders anno 2024 zijn er nog alternatieve trajecten die grillige waterlopen volgen, over dijkjes bijvoorbeeld. Die bieden niet alleen fraai uitzicht maar ook talrijke bochten.

In Elst duikelt er een stuk oude Romeinse route voor de wielen. Bij de Via Fluviale rijzen beelden van uit roestige platen gefiguurzaagde Romeinse legionairs uit, op het water en op het land. Er loopt een meneer met een hondje langs.

‘De heren volgen soms de Romeinse limes?’

‘Ja meneer.’

‘Aha, weten jullie dan ook dat hier een stukje verderop de resten van een Romeins castellum liggen en dat daar ook een Romeinse tuin is?’

De behulpzame wandelaar vertelt ons dat hij over een stuk van de limesroute door Nederland heeft gelopen, vanaf de Brittenburg bij Katwijk aan Zee tot aan hier.

De Drielse Rijndijk is een topweg voor motorrijders, vol bochten met grandioos uitzicht op de Rijn en het Drielse stuwcomplex. De Romeinen konden nooit vermoeden dat de nazaten van die vis-, vogelei- en wortelknagende barbaren ooit zulke staaltjes van bouwkunst zouden neerzetten.

In de Romeinse tuin De Steenen Camer groeien allerlei gewassen die de Romeinen ook teelden. Eetbare planten zoals kool, bieten, prei, lof, spinazie, andijvie, selderij en ramenas. Hop voor bier, druiven voor wijn en natuurlijk ook fruit, door de Romeinen hierheen gebracht, die nog steeds door Flipje in de Betuwe worden geteeld.

Een van de tuinvrijwilligers van de tuin maakt graag een praatje. Louise noemt zichzelf een kruidenvrouwtje. ‘We hebben hier een Romeinse tuin gemaakt, want aan de andere kant van de dijk heeft het Romeinse castellum Meinerswijk gestaan. Daarvan zijn de contouren nu zichtbaar.’

Bij de Romeinse tuin komen we nog meer te weten over de Bataven, dat dappere volk dat later in de Nederlandse geschiedenis werd verheerlijkt als vrijheidsstrijders, zoals tijdens de Tachtigjarige Oorlog en de Tweede Wereldoorlog. Want de Bataven kwamen in 69 na Christus in opstand tegen de Romeinen. Ze sloopten wat Romeinse bushokjes langs de Rijn voordat de Romeinen de opstand neersloegen. Maar gelukkig werden Romeinen en Bataven weer vriendjes. Heel verstandig, want de Romeinen hadden begrepen dat ze zonder concessies aan de Bataven de rust en orde, hun Pax Romana, aan de rijksgrens niet konden handhaven. De Bataven kregen eerherstel en ook de limes werden weer in ere hersteld.

Laatste roestige Romein

Bij Opheusden passeren we op de dijkweg de Romeinse wachttoren De Spees. Geen echt oud spul natuurlijk, want ook de Romeinen bouwden in de lage landen niet met stenen, want die waren er niet, maar met hout, dat in ons klimaat snel vergaat. Dus is De Spees een replica van een van die wachttorens die tussen de castella (Romeinse forten) de limes bewaakten. De gebouwen stonden in zichtwijdte van elkaar, zodat legionairs met vuur- of rooksignalen met elkaar konden communiceren in geval van nood. Maar goed dat er geen bruggen over de Rijn zijn gebouwd, zo moeten legionairs in hun wachttorens hebben gedacht als het dreunen van de oorlogstrommels van de Bataven op de andere oever luider werd.

Via de Romeinenbaan steken we het Amsterdam-Rijnkanaal over bij de Prinses Irenesluizen, ook zo’n waterbouwkundig meesterwerk waarvan de Romeinen alleen maar konden dromen.

We passeren de Broekweg. Hoe kreeg die z’n naam? Die Romeinen waren toch echt wel rare jongens. Goed: ze brachten beschaving in de vorm van gebouwen, wegen, bruggen en fruit naar de Nederlanden. En ze zagen Germanen niet in berenvellen, maar in opmerkelijk praktische kledingstukken rondlopen. Germanen droegen namelijk broeken.

Maar die rare Romeinen bleven hardnekkig op sandalen in korte rokjes door ons koude kikkerlandje marcheren. Dat kon natuurlijk niet lang goed gaan in ons klimaat. Tegen alle kwalen konden geen Romeinse artsen of kruidenvrouwtjes opboksen. Uiteindelijk trokken de Romeinen zich weer terug naar het zonnige zuiden. In de haven van Wijk bij Duurstede nemen we afscheid van de laatste roestige Romein op onze route. Aan de overkant van de Rhenus markeert een kunstwerk met de letters TOT HIER de grens van het voormalige Romeinse rijk. Net als de Romeinen in de vijfde eeuw na Christus gaan wij ook maar weer eens op huis aan.

Romeinse Vinexwijken

Langs de limes lagen meerdere Romeinse nederzettingen, op de resten waarvan nu vaak bedrijfsterreinen, Vinexwijken en andere stedelijke infrastructuur zijn verrezen. Bij bouwwerkzaamheden komen geregeld resten van Romeinse gebouwen of schepen boven water. De Romeinse rijksgrens volgde door het huidige Nederland zo’n beetje de loop van de Rijn, vanaf Nijmegen (Noviomagus) via Elst (Oppidum Batavorum), Wijk bij Duurstede (Levefanum), Vechten (Fectio), Utrecht (Trajectum), Woerden (Laurum), Zwammerdam (Nigrum Pullum), Valkenburg (Praetorium Aggripinea), Voorburg (Forum Hadriani) tot Katwijk aan Zee (Lugdunum). Bij Katwijk mondde in de Romeinse tijd de Rijn nog uit in zee. Van het voormalige castellum, de Brittenburg, zag je tot in de zeventiende eeuw bij eb zo nu en dan nog resten uit de Noordzee steken. Meer over Romeins erfgoed in Nederland vind je op www.romeinen.nl

Foto’s: Michiel van Dam

Reisinfo

Overnachten in het centrum van Xanten, op loopafstand van het Archeologische Park: www.hotel-neumaier.de.

Archeologisch Romeins Park Xanten (ook in het Nederlands): apx.lvr.de.

Romeinenmuseum in Cuijk: www.museumceuclum.nl

Romeinse tuin De Steenen Camer Meinerswijk: www.romeinsetuin.nl

Download de route Romeinen langs de Rijn

Michiel van Dam
Michiel van Dam
Michiel van Dams schrijft als freelance redacteur prachtige reisverslagen voor Motor.NL. Reizen die de fervente motorrijder inspireren om erop uit te trekken. Wordt het Slovenië om die prachtige privé-collectie motoren te bekijken? Een rondje bergpassen in de Dolomieten? Of de Nederlandse herberg in de Vogezen, exclusief voor motorrijders?

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen