Friezen voeren de vrijheid hoog in het vaandel. Maar toen de nazi’s in Nederland op 4 mei 1945 capituleerden, vertrokken de Duitse troepen als laatsten uit de provincie Friesland. Tachtig jaar na die bevrijding rijden Michiel van Dam en Bernard Stikfort een Liberation Route door het vrije Friesland.
Het begint met een trein. Op het tramplein in Noordwolde staat een oude locomotief. Deze zescilinder 18000cc-dieselloc kwam met de geallieerde landing in 1944 naar Normandië. Na de oorlog kwam hij naar Nederland, waar hij tot 1962 dienstdeed op de tramlijn van Steenwijk naar Steenwijk, met een halte in Noordwolde. Sinds 2024 staat hij daar grondig gerenoveerd tegenover het terras van restaurant Tramhalte Plein, waar onze Fryske frijheidsrûte begint.
Toertocht Friesland: door het land van de Hemel Bouwer
Opgeblazen
Bij de bevrijding van Friesland in april 1945 speelden Canadese troepen een cruciale rol. De Duitsers begonnen aan een overhaaste aftocht en probeerden de geallieerde opmars toch nog zoveel mogelijk te vertragen door bruggen op te blazen.
In de avond van 11 april 1945 arriveerden eenheden van het Canadese regiment Royal Canadian Dragoons bij Dwingeloo. Met hulp van burgers van het Drentse Dieverbrug bouwden ze een noodbrug over de Drentse Hoofdvaart zodat de Canadese voertuigen naar Friesland konden oprukken. In de ochtend van 12 april waren de Dragoons de eerste Canadese landeenheid die de provincie Friesland binnentrok. Het dorp Noordwolde werd als eerste bevrijd. De bevrijding van Friesland was van strategisch belang. Gelderland en Overijssel waren inmiddels al bevrijd, waardoor Duitse troepen in het westen van ons land ingesloten zouden raken. ’s Middags bevrijdde het D Squadron van de Royal Canadian Oldeberkoop en even later op de dag viel ook de brug over de Tjonger in Mildam in handen van de Canadese troepen. De brug was belangrijk omdat vele andere al waren vernietigd en deze wilden de Canadezen graag behouden voor de oversteek van andere Canadese eenheden.
Daarom werden er tientallen pantserwagens, artilleriegeschut en tal van andere voertuigen naar Mildam gezonden om het bruggenhoofd over de Tjonger te versterken. In de nacht van 12 op 13 april openden Duitse troepen één van hun schaarse tegenaanvallen in de provincie Friesland. Tot driemaal toe probeerden zij de brug weer in handen te krijgen, maar de Dragoons hielden stand en was Mildam bevrijd.
Geheimtaal
De motorbanden snorren over de brug over de Tjonger, ook Kuunder genoemd, want dat water markeert de taalgrens tussen het Nedersaksisch en het Fries. Gelukkig geen grens waarover gebakkeleid wordt; we rijden vreedzaam voort door het fraaie Friese land. Friezen langs de weg lachen en wuiven ons toe alsof we de Canadese bevrijders zelve zijn.
Zo ook in Akkrum, dat op 15 april 1945 werd bevrijd door de Canadezen. Na de capitulatie van Duitsland bleven de Canadese troepen nog lange tijd in Nederland. De laatsten zouden pas in februari 1946 vertrekken, want het was een enorm logistiek vraagstuk om alle manschappen uit West-Europa huiswaarts te laten keren.
Vanaf 14 juni werden zo’n tweehonderd Canadezen van de Princess Louise Fusiliers in Akkrum ingekwartierd. Het dorp zou tot eind december hun thuisbasis worden. In de ochtend werd er geëxerceerd en in de middag gesport. ’s Avonds was er bingo, film of dansen in het plaatselijke hotel en ontmoetten Akkrumers en Canadezen elkaar.
De worm heeft rode haren. Doe de groeten aan Jozef. De fles is leeg. Als het Friese verzet via hun illegale radio’s dit soort geheimtaal hoorde, wisten ze dat er wapendroppings kwamen. In Friesland waren dat er meer dan twintig in de laatste maanden van de oorlog. Het Friese verzet hielp actief mee om de Duitsers te verslaan. Vrijheidsdrang zit immers in het Friese DNA gebakken. ‘Liever dood dan slaaf’. Is het toeval dat de Slag bij Warns, waar deze spreuk naar verwijst, precies zeshonderd jaar voor 1945 plaatsvond?
Een pontveer brengt ons over de Langeweerdervaart. Hier en daar rijden we over een in de Tweede Wereldoorlog belangrijke brug, zoals in Abbegeasterketting. In 1945 was dit dorpje moeilijk bereikbaar, verharde wegen waren er niet. Ideaal voor onderduikers dus, Joden, spoorwegstakers, deserteurs en jonge mannen uit de omgeving die de verplichte Arbeitseinsatz wilden ontlopen. Op 8 februari 1945 was er nog een Duitse razzia, waarbij de boerenzoon Gerrit Rijpma, actief verzetsman, werd doodgeschoten. De schrijver Gerard Reve woonde van 1953 tot 1971 in het buurdorp Blauwhuis en schreef deze tekst over Gerrit: ‘Hij rende weg, maar ontkwam niet, en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud. Een strijdbaar opschrift roept van alles, maar uit het bruin geëmailleerd portret kijkt een bedrukt en stil gezicht. Een kind nog. Dag lieve jongen. Gij, die Koning zijt, dit en dat, wat niet al, ja ja, kom er eens om, Gij weet waarom het is, ik niet. Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’ Dat is wel andere koek dan het Wilhelmus.
Ook anders dan de rest van Nederland is het landschap waar wij doorheen rijden. Het is hier verrassend ruim en leeg. Zeker op de smalle wegen in het waterrijke gebied tussen Abbega en Workum. Het oogt allemaal heel vreedzaam. In vergelijking met andere delen van Nederland viel de Duitse bezetting van Friesland wel mee. Maar ook hier liet de oorlog diepe sporen na, niet in het landschap maar in de mensen. Onderduikers, verzetsgroepen, Duitse terreur, gesneuvelde bevrijders: de verhalen van de Friese Liberation Route spreken boekdelen.
Oud-strijders
Tussen Makkum en Harlingen was de Duitse tegenstand het hevigst, want de ingesloten Duitsers wilden via de Afsluitdijk en schepen over het IJsselmeer naar Noord-Holland vluchten. Een monument naast de Verzetsbrug in Makkum en een monument verderop in het dorp herinneren ons aan de verzetslieden, burgers en bevrijders die in Makkum door Duits toedoen stierven. ‘18 april is Bevrijdingsdag van Makkum. Opdat wij niet vergeten.’ Makkum werd die dag als één van de laatste dorpen in Friesland bevrijd. Met uitzondering van de Waddeneilanden was de hele provincie Friesland aan de Duitsers ontworsteld.
In Wons tonen we ons respect bij het monument dat de hier gesneuvelde soldaten van het Regiment Queen’s Own Rifles of Canada eert. Dit monument staat er op de uitdrukkelijke wens van de oud-strijders van het regiment ter nagedachtenis aan hun kameraden die tussen Normandië en Wons sneuvelden. Het laatste serieuze gevecht van het regiment vond plaats op 16 april 1945 bij Wons. Nergens anders in Friesland verloren de Canadezen zoveel manschappen op een dag.
Ook de strijd bij Pingjum was hevig. De Duitsers vochten hard en weigerden zich over te geven. Door inzet van artillerie was een groot deel van het dorp in puin geschoten, waarbij zes inwoners omkwamen. Anno 2025 kunnen we ons die puinhoop moeilijk voorstellen, als we door de stille straten met fraai gerestaureerde huisjes rond de Victorius-terpkerk rijden.
Toertocht Belgisch Limburg: waar de heuvels zachtjes glooien
Schemertijd
Franeker werd op 15 april bevrijd. Op hun terugtocht naar de haven van Harlingen bliezen de Duitsers de Saakstra-brug op, waarbij het Bondshotel ernaast zwaar werd beschadigd. In de huidige Stadsherberg laten gasten uit binnen- en buitenland zich de gerechten goed smaken. Ook het Duits is weer een welkome taal in Friesland.
Zelfs in Dokkum, waar het Monument voor de Gefusilleerden herinnert aan de grootste terechtstelling tijdens de Tweede Wereldoorlog in Friesland. Twintig mannen werden door de moffen aan de Dokkumer Woudweg doodgeschoten, als wraak voor een bevrijdingsactie van het verzet waarbij een Duitse militair en zijn chauffeur om het leven kwamen. Artur Albrecht, de chef van de Sicherheitsdienst (SD) in Friesland, was furieus en wilde Dokkum van de kaart van Nederland wissen. Zijn bazen staken daar een stokje voor en in plaats daarvan werden twintig gevangenen doodgeschoten. Albrecht werd na de oorlog veroordeeld tot de doodstraf. Hij werd op 21 maart 1952 op de Waalsdorpervlakte – noordelijk van Den Haag – gefusilleerd. Zijn terechtstelling was het laatste doodvonnis dat in Nederland is voltrokken.
Onze Friese Liberation Route eindigt bij een boot, bij de veerpont van Holwerd naar Ameland. Net zoals Canadese militairen konden ook veel Duitsers na de capitulatie niet meteen uit Friesland vertrekken. Waar moesten ze heen? De Waddeneilanden werden een toevluchtsoord voor gevluchte Duitsers en collaborateurs. Ameland leefde na de capitulatie van Nazi-Duitsland nog een maand in een schemertijd. Op Texel kwam een groep Georgiërs kort voor de bevrijding van het eiland door de Canadezen op 20 mei 1945 in opstand tegen de Duitse bezetter. Tijdens die, ook wel ‘Europa’s laatste veldslag’ genoemd, vielen meer dan duizend slachtoffers. Terschelling werd op 29 mei bevrijd, Vlieland op 31 mei. Voor Schiermonnikoog liet de bevrijding het langst op zich wachten. Pas op 11 juni 1945 vertrokken de laatste Duitse militairen.
Download de route onderaan deze pagina.
Foto’s: Michiel van Dam
Meer informatie
Website: friesland.nl (ook voor informatie over de Friesland Liberation Route)
Instagram: @visit.friesland #visitfriesland #lovefryslan
Eten, drinken en slapen
Franeker: De Stadsherberg aan de rand van de stad aan het water.
Makkum: Restaurant Pand 1738 op het gezellige dorpsplein.
IJlst: Overnachten in huisje aan het water met eigen fluisterboot aan de steiger bij Werf IJlst.
Eten in De Stadsherberg.
Dokkum: Verschillende onderkomens in het centrum van Dokkum: bookingdokkum.nl
Restaurant en stadscafé Artisante.
Stadsbrouwerij met proeflokaal Bonifatius 754.
Meer lezen?
In zijn boek Oorlogsduif beschrijft Onno Blom hoe de Tweede Wereldoorlog zijn familie verscheurde. Zijn grootvader, Jan Blom, zat in de Friese verzetsgroep De Duif. Maar Onno’s overgrootvader en zijn gezin waren lid van de NSB. Na de oorlog werden de familiebanden hersteld en werd over het verleden gezwegen. Samen met zijn vader, de historicus Hans Blom, duikt Onno in het verzwegen familieverleden. Door Onno’s meeslepende schrijfstijl leest Oorlogsduif als een spannende roman.