De Beaujolais is wereldberoemd geworden dankzij de primeur of nouveau, een jonge rode wijn. Zo’n streek die zweert bij nieuw en fris moet het ideale terrein zijn voor mijn reisgenoot, de Chinese QJ SRT 800 SX Touring. Wat wordt het: hoofdpijn of dubbele pret?
Ik heb de afgelopen jaren heel wat geweldige motoren mee op reis genomen. Van een BMW GS Special Edition met alles erop en eraan tot avontuurlijke KTM’s, stijlvolle Guzzi’s, snelle Suzuki’s en de nieuwste Harley-Davidsons. Maar nooit eerder had ik onderweg zoveel bekijks als op de QJ SRT 800 SX Touring.
Dat begon al op de snelweg. Tanken, parkeren, koffie halen. Bij terugkomst stond er gegarandeerd iemand bij de motor. Soms rechtop, soms gehurkt om het blok beter te kunnen bekijken. Welk merk is dit? Waar komt het vandaan? Nou, ziet er als veel motor uit. Hoe rijdt dat nou? Een nieuwe Honda? Is het wat? Netjes afgewerkt hoor. Wat kost zoiets? En nog honderd vragen.
Toertocht Frankrijk: zwieren in de Corrèze
Op zoek naar antwoorden en vooral veel motorplezier, rijd ik uiteindelijk de Autoroute du Soleil af en geef me over aan het netwerk van kleine weggetjes in de Beaujolais, een streek die net boven Lyon ligt. Het is een gebied in de luwte. Het is er meteen mooi en verrassend rustig rijden door heerlijk golvend terrein. De QJ heeft er ook zin in en toont zich op de eerste toerkilometers uiterst comfortabel.
Het ‘probleem’ – als we daarvan mogen spreken – zit vooral in mijn hoofd. Ik rijd een motor waarvan ik niet zo goed weet wat ik ervan kan verwachten. Het heeft geen geschiedenis om op terug te vallen (althans, niet in West-Europa), geen uitgesproken karakter, geen circuit- of Dakar-heldendom. Bij de meeste merken heb je, of je nou wilt of niet, meteen een bepaald gevoel. Nu niet.
Slingerend door kleine dorpen en over hellingen vol druivenranken, zoek ik voortdurend naar een referentiekader. Lijkt de souplesse nou op die van een Honda Transalp, stuurt hij zo scherp als de Suzuki V-Strom of zit daar toch wat Guzzi-eigenwijsheid? Het is om gek van te worden. Dit moet stoppen, want het motorterrein is ondertussen fantastisch. En daar is deze trip op de eerste plaats voor bedoeld.
Als ik tegen de schemering op mijn slaapplek aankom en een tafeltje zoek onder de bomen, is het besluit snel genomen: dit moet morgen anders. De onbekendheid van de QJ kun je immers ook als een groot voordeel bekijken. Alles kan, alles is nog mogelijk. Het is precies zoals je aan een nieuwe dag motorrijden in het buitenland begint. Zonder ballast. De pure vrijheid.
Urinoir als monument
Met één tik op de startknop is de QJ een dag later klaar voor de heuvels. Opwarmen door golvend terrein met al snel een prachtig kasteel op rechts: Château de Montmelas, dat op de officiële Franse monumentenlijst staat. Je kunt er feesten of overnachten in één van de twaalf kamers. Ik rijd bochten, bochten en nog eens bochten naar Vaux-en-Beaujolais, dat ook Clochemerle wordt genoemd, naar een boek uit 1934.
Ik stuur naar het compacte plein met uitzicht. Middenop geen Franse oorlogsheld of uitvinder, maar een urinoir in volle glorie… Deze Pissotière de Clochemerle staat centraal in het genoemde boek van Gabriel Chevallier. Het is een satire over een klein harmonieus dorp in de Beaujolais dat volledig ontwricht raakt als de burgemeester een urinoir wil bouwen bij de kerk. De ooit zo vredelievende bevolking staat elkaar naar het leven. Het moet hilarisch zijn.
Het dorp uit en gas geven. Even lekker doorwaaien. Klimmen naar Le Parasoir, een soort kruispunt van vijf wegen. Tijdens het hoogseizoen kun je er oude fietsen, tractoren, brommers en motoren bewonderen bij het café. Nu is het gesloten. De route volgt berghellingen, stroompjes en valleien. Langzaam maar zeker begin ik me steeds meer thuis te voelen op de QJ, die zijn 92 pk niet alleen gebruikt voor de nodige pit, maar ook voor voldoende koppel tijdens het betere toerwerk.
Ik tik het dorp Lozet aan op de bodem van een vallei en klim meteen weer omhoog naar de Col du Joncin op bijna 700 meter. Het is één van de talrijke cols die soms een naam hebben, maar even vaak ook niet. Ik maak in elk geval lekkere lussen door dit beboste deel van de Beaujolais. De afdaling die volgt wordt bekroond met uitzicht op Ternand, één van de mooiste plaatsjes van de streek.
Het zuiden van de Beaujolais staat vol huizen die zijn opgetrokken met goudgeel zandsteen, de beroemde Pierres Dorées. Dit bouwmateriaal is afkomstig van groeves uit de streek zelf. Daarvan is nog slechts een enkele open. In Glay kun je een voormalige bovengrondse mijn bezoeken. Maar het hoogtepunt ligt verderop: Oingt. Dit dorp is van onder tot boven goudgeel. Ik parkeer de QJ voor de oude stadspoort en maak op mijn boots een wandeling door het compacte centrum. Vanaf de gerenoveerde toren heb je 360 graden uitzicht.
Een goede vraag
Terug in het zadel en door. Naar het ook al mooie Theizé, prachtige Château de Jarnioux dat deels in de steigers staat en het drukke centrum van Villefranche-sur-Saône, de grootste stad van de streek. Daarna terug de heuvels in. Rechts een kasteeltje, links een landhuis, een versterkte hoeve en wijngaarden.
De QJ doet zijn werk met liefde. Bovendien begin ik het ontbreken van luxe extra’s aan boord steeds meer te waarderen. Gas geven via de kabel werkt uitstekend, het ruitje is niet verstelbaar maar biedt genoeg bescherming voor iemand van 1,80 m, cruise control heb ik hier niet nodig en het ontbreken van verschillende rijmodi is zoals het is. Jammer, maar alles heeft zijn prijs. En de vraag is of het me onder de streep zoveel meer motorplezier zou opleveren. Een goede vraag.
Dwars door de wijngaarden klim ik naar de kapel op de top van de Mont Brouilly. Aanvankelijk moest ik nog wat wennen aan het bochtengedrag van de SRT 800 SX. Hij heeft wat meer sturing nodig dan een V-Strom of Transalp. Maar als je dat eenmaal gewend bent gaat het superstrak. Sterker nog, het wordt met de bocht leuker om met deze stevige machine onderweg te zijn. Het rijdt een tikkeltje vintage soms, maar wat een feest.
Helemaal verrassend mag die Chinese motorpret niet zijn. Hoewel onbekend en nieuw bij ons in West-Europa, bestaat het merk al sinds de jaren tachtig en werden er naar verluidt zo’n 30 miljoen van verkocht… Goed, de meeste in een aanzienlijk lichter en op Azië afgestemd segment, maar toch.
Boven bij de kapel wacht een heerlijk uitzicht op de vallei van de Saône. Bij helder weer kun je tot aan de Alpen kijken. Vizier omhoog, fotopauze en weer door. Afdalen en zwerven door de wijngaarden die soms bij een eenvoudige boerderij horen en soms bij een monumentaal domein zoals Château de La Chaize, in een ver verleden gebouwd door een welvarende broer van pater (père) François d’Aix de La Chaize – inderdaad, de naamgever van het wereldberoemde kerkhof Pèrelachaise van Parijs.
Terug op mijn slaapadres in Blacé wordt bij het avondeten een Beaujolais geserveerd die in niets doet denken aan de beroemde Nouveau, maar daarover morgen meer.
Farmaceutische rommel
Koffie met stokbrood. En de Col de la Croix Rosier toe: 721 meter hoog. Mijn Chinese vriend heeft het al net zo naar zijn zin als ik. Het afwisselende bochtenwerk is verslavend. Eigenlijk hoef ik nergens meer uit het zadel. Behalve voor een noodzakelijke koffie- en plaspauze. De uitkijktoren op de Mont Saint-Rigaud sla ik dan ook over. Het asfalt gaat er naar ruim 1.000 meter hoogte en dat is meer dan voldoende. Als de hoogste heuvels en bossen me loslaten, ben ik terug in de wijngaarden, de mooie dorpen en kapellen zoals die van Madone.
Iets buiten Lantignié zet ik de motor toch even aan de kant, in de schaduw van enkele oude muren. Wijnmaker Frederic Berne komt net zijn wijnkelder uitgelopen. Hij maakt biologische wijn en wil nog een stap verder gaan naar biodynamisch. ‘De Beaujolais staat bekend om zijn Gamay-druif, die het goed doet op een arme bodem’, vertelt Frederic, die in de streek is geboren, informatica studeerde, maar het buitenleven miste en terugkwam.
De Beaujolais is een traditionele streek. Het aandeel van biologische en biodynamische wijnen wordt op minder dan tien procent geschat. ‘Het is een begin’, aldus Frederic. ‘Wijn is zo’n mooi natuurlijk product. Dan is het zonde én onnodig om daar allerlei farmaceutische rommel aan toe te voegen. Het voelt juist positief om dicht bij de natuur te blijven.’
Toertocht Zwitserland: op passenjacht met de Energica Eva
Maar hoe zit het nou met de Beaujolais Nouveau? ‘Die is bijna ten onder gegaan aan zijn eigen succes’, aldus Frederic. ‘De jonge wijn heeft ervoor gezorgd dat de streek wereldberoemd is geworden. Dat was fantastische marketing. Maar mensen vergeten dat het onze ‘instap-wijn’ is, een gemakkelijke wijn bij feestjes of eten met vrienden. Er zijn ook hele complexe en interessante Beaujolais-wijnen. Dat verhaal proberen we nu te vertellen.’
Rijdend richting Beaujeu, de voormalige hoofdstad van de Beaujolais, bedenk ik dat voor de QJ ook het gevaar dreigt van een eenzijdig beeld. Dat het enkel een budgetmotor is. Ik heb mezelf onderweg al een keer de vraag gesteld: zou ik deze dagen in de Beaujolais meer plezier hebben gehad met een motor die van alle moderne extra’s was voorzien?
Strak sturend door de prachtige heuvels richting het eindpunt op de top van de Mont Brouilly weet ik het antwoord wel.
Foto’s: Hans Avontuur
Reisgenoot QJ SRT 800 SX Touring – Hoe rijdt dat nou? |
De vraag is me onderweg tientallen keren gesteld. Daarom een korte conclusie van deze nieuwe QJ als reisgenoot. Om te beginnen oogt de machine allerminst als een eenvoudige budgetbike. Dat is op het eerste gezicht misschien niet belangrijk, maar het dwingt onderweg toch respect af. Bovendien voelt het lekker om met een flinke toermachine op reis te zijn en zorgt een tank van 24 liter voor een groot bereik. De bescheiden uitrusting (geen rijmodi, geen cruise control, geen verstelbare ruit, geen quickshifter) gaat niet ten koste van het pure rijplezier. Daarvoor heeft de motor de belangrijkste elementen goed op orde. De komst van de QJ vult een gat voor wie een goede betaalbare reismotor wil (v.a. €11.699) en het gebrek aan extra’s voor lief neemt. Dan hou je bovendien een boel euro’s in de zak voor je reisbudget. Is het concept daarmee al perfect? Nee, want ook op een prijsvriendelijke grootreiziger – en dat is deze 800 – horen een verstelbare ruit (simpel systeem) en een betere oplossing voor de krappe koffer bij de uitlaat (voorbeelden genoeg). Dat zijn eenvoudige ingrepen die geen prijsopdrijvers hoeven te zijn. |
Download de route Beaujolais
Reisinformatie
De reis
De Beaujolais ligt iets boven Lyon op zo’n 850 snelwegkilometers vanaf Utrecht. Onderweg passeer je een aantal mooie streken om de reis mee te combineren zoals de Morvan en de Jura.
Overnachten
Als wijnregio biedt het tal van mogelijkheden. Van chambre d’hôtes tot luxehotel. Wij waren te gast bij hotel Le Savigny in Blacé met zestien kamers, zwembad, superfijn terras en gezellig restaurant. De motor staat buiten, maar wel op eigen terrein.
3 x Afstappen
Oingt
Klein dorp dat volledig is opgetrokken uit goudkleurige zandsteen. Slenter door de straten, beklim de toren en drink koffie bij Chez Marguerite met de motor voor de deur.
Carrières de Glay
Voormalige steengroeve. Bekijk hoe al die gouden stenen werden gewonnen uit de rotsformaties. Plus een mooi uitzicht.
Wijn proeven
Uiteraard moet je wijn proeven als je in de Beaujolais bent. Kun je meteen ontdekken dat er meer is dan de primeur of nouveau. Dat kan bij producenten en wijnbarretjes in verschillende dorpen. Kijk op routedesvins-beaujolais.com en ruedesvignerons.com
Informatie
Alles over de streek vind je op destination-beaujolais.com , de officiële website van de toeristische organisatie. Kijk op france.fr voor de streken onderweg.