Een route van zo’n 360 kilometer langs dorpen en stadjes die beginnen met de naam Bad. Hoezo? Waarom? Het antwoord is eenvoudig. Omdat de meeste Duitse kuuroorden – want dat zijn het, kuuroorden – op mooie plekken liggen in prachtig motorterrein. De tank volgooien en twee dagen wellnessen in het zadel.
Fotografie: Hans Avontuur
Het is even schrikken op het vertrekpunt Bad Neuenahr-Ahrweiler. De wijk met klassieke kuurhotels en historische badvoorzieningen staat na de overstroming van juli 2021 nog altijd in de steigers. Het stadje is hard getroffen door het water, uitgerekend de vloeistof waar het als kuuroord sinds de 19de eeuw zijn roem en glorie aan dankt. Het riviertje dat voor alle ellende heeft gezorgd, kabbelt nu vriendelijk langs de dichtgetimmerde badpaviljoens.
Toerisme Duitsland: Sauerland, Hollandse Alpen
Terug in het zadel van de Aprilia Tuareg 660 stuur ik het stadje uit, de heuvels in. Ik laat het pijnlijke begin achter me en ga eens goed zitten voor een route langs Duitse kuuroorden die vanaf nu vooral veel moois belooft. Een combinatie van Eifel, Moezel, Hunsrück, Rijn en Taunus. Stuk voor stuk een garantie voor rijplezier. Eén nadeel. Het water komt voorlopig niet vanuit heilzame bronnen uit de grond, maar uit de hemel.
Met de rijmodus veilig op Urban bewijst het stevige allroad-profiel van de banden al snel zijn nut. Ondanks de modder en het blad op het asfalt, vindt de motor telkens voldoende grip. Hij wijkt nauwelijks van zijn lijn. Zelfs op de spekgladde steentjes in de oude binnenstad van Bad Münstereifel, kuuroord sinds priester Sebastian Kneipp in de jaren ’20 van de vorige eeuw zijn methode op basis van de natuur bedacht.
Ik stap niet af, maar stuur de motor dwars door de Altstadt die tijdens de zomer populair is bij dagjesmensen. Vandaag heerst de stilte. Het historische centrum is compact en ademt een middeleeuwse sfeer. Er staan nog stadspoorten en delen van de ringmuur overeind. Het volle geluid van de Tuareg weerkaatst in de smalste straatjes tussen de gevels.
Kopje onder
De Eifel staat bekend om zijn strakke toerterrein met ruime wegen van perfect asfalt die op en af gaan. Doorrijden kost er nauwelijks moeite. Even buiten Bad Münstereifel wacht echter een ander soort Eifel. Niks breed glooiend circuitasfalt, maar een smal weggetje dat pittig door de natuur slingert. Met korte felle slagen klim ik het dal uit naar een hoogvlakte. Het brede stuur zorgt voor een vleugje hypermotard-gevoel. Ondertussen is het opgehouden met regenen en de zon glipt onder het wolkendek door. Het wegdek droogt op, de snelheid kan omhoog. De rijmodus op Explore.
Eenmaal op hoogte maakt dicht bos plaats voor weilanden en vergezichten. Ik houd het gas erop, maar met voldoende reserve om een beetje rond te kunnen kijken. Dan duikt de route weer een dal in en eenmaal beneden zie ik vanuit mijn ooghoeken een landbouwweggetje dat door een smalle beek gaat om aan de overkant in het bos te verdwijnen. Eens kijken of dit een plek is waar de Tuareg zelf een Kneipp-behandeling in het water kan ondergaan.
Stop. Eerst even de doorgang checken. De bodem is oké, maar het water stroomt behoorlijk hard en – erger nog – het is een stuk dieper dan gedacht. Ik ben alleen en dat geeft de doorslag. Toch maar niet doen. Als er iets gebeurt ligt de Aprilia kopje onder in de beek en krijg ik hem er niet uit. Als alternatief verruil ik verderop de geplande route voor een strook gravel. De Tuareg heeft niet veel tijd nodig om duidelijk te maken dat hij meer allroad-eigenschappen heeft dan de meeste zware soortgenoten. De motor houdt spoor, absorbeert de oneffenheden en met de lange veerwegen zijn ook de diepere kuilen in de weg geen probleem.
Remmen. In een bocht is mooi uitzicht over de heuvels die zich langzaam hullen in het gouden licht van de ondergaande zon. Ik parkeer de motor naast een hekje, haal een colaatje uit de bagage en wacht tot de wereld in vlam staat.
In het laatste daglicht rijd ik verderop Bad Bertrich binnen. De rivier die door het dorp stroomt produceert een nevel die in sluiers langs de hellingen trekt en de wereld mistig maakt. Mijn slaapadres moet hier ergens liggen: Motorhotel Lindental van de Nederlandse Adrie en Faby. Adrie heeft me horen aankomen en wijst het straatje naar de garage. ‘Die gaat straks op slot, staat alles veilig en droog. Kom gauw binnen, we hebben nog wat lekkers voor je bewaard.’
Doodlopende weg
Lindental is een motorhotel zoals we dat graag zien. Ongecompliceerd. Leven en laten leven. En eten wat de pot schaft voor een schappelijke prijs. Vanavond staat de pk-steak op het menu. Daar krijgt de mens weer energie van. Het is naseizoen en dus zijn er op deze doordeweekse dag niet veel gasten. Tijdens de zomer en in de weekenden is dat wel anders. ‘Heerlijk, een vol huis met motorrijders, dat vinden we gezellig’, aldus Faby.
Na een rustige nacht, een goed ontbijt en een rondje door het dorp, verlaat ik Bad Bertrich dat mooi bewaard is gebleven omdat het tijdens de Tweede Wereldoorlog een ziekenhuisdorp van het Rode Kruis was. Achter de Vulkan-Eifel Therme, het moderne kuurcomplex, gaat een smalle weg het bos in. Officieel is het verboden toegang voor motorrijders, maar mijn navigatie loopt telkens vast op een afgesloten weg verderop. Dus toch maar even minder legaal…
Eifel, Duitsland: prachtige natuur en overweldigende uitzichten
Na de regen en de grijze luchten van gisteren, ziet het er voorlopig een stuk beter uit. Blauwe hemel en witte wolken. Warm wordt het niet maar droog en twaalf graden zijn uitstekende rij-omstandigheden. Bijna ongemerkt ben ik van de Eifel via het Moezeldal naar de Hunsrück gereden, ook een middelgebergte. Het landschap lijkt er iets dramatischer met wat diepere en smallere dalen. Op de Explore-stand vindt de Tuareg moeiteloos het juiste ritme. Speelterrein voor de paralleltwin en z’n 80 pk. Hoewel het koppel met 70 Nm bescheiden is, kan ik af en toe ook moeiteloos een stukje uitdrijven om ontspannen rond te kijken.
Het bord op de kruising zegt dat de straat doodloopt. Mijn gps zegt van niet. Proberen dan maar. Het mooie brede strakke Duitse asfalt wordt per tien meter een stuk minder fijn. Tot er een strook overblijft die nauwelijks breder is dan een fietspad vol gaten en kuilen. Staan op de steps en maar zien waar het eindigt. De route wendt, keert, daalt, klimt, stuitert en rammelt maar loopt niet dood. Het is zelfs jammer als het wegdek aan de overkant van de vallei weer beter wordt. Het was net zo lekker spannend rijden.
Blotevoetenpad
Met de hand van het gas stuur ik Bad Sobernheim binnen, dat ooit bekend stond (en nog steeds een beetje) om de therapie van Emanuel Felke, een predikant en kuurdokter à la collega Kneipp. Hij adviseerde patiënten onder meer zitbaden, kleibaden, licht- en bubbelbaden en slapen op de harde grond. Het zou onder meer goed zijn voor hart- en vaatziekten.
Het stadje, dat nog altijd kuuroord is met enkele medische hotels, heeft een sfeervol klein centrum om even doorheen te rijden. Met een handvol pleintjes, historische huizen en enkele fonteinen. Aan de rand van het dorp ligt een blotevoetenpad door weiland en water. Dat schijnt gezond te zijn. Ik sla over en houd mijn boots aan.
Stroomafwaarts rolt de route niet veel later het volgende kuuroord binnen: Bad Münster am Stein, dat aan de rivier de Nahe ligt. De kern is minder fraai maar er staat een prachtig kuurhuis uit 1905, gebouwd met een mix van vakwerk en Jugendstil. Even de benen strekken en aanleggen bij een traditioneel koffiehuis voor huisgeroosterde koffie en een broodje kaas. De mensen in de zaak praten zachtjes. Alsof dat tot de ongeschreven regels van een kuurdorp hoort.
Rijdend naar het noorden passeer ik het Salinental. Hier wordt het water uit een zoutbron langs lange wanden geleid die voor nevel zorgen. En die nevel is dan weer goed voor allerlei klachten aan de luchtwegen. Voor de zekerheid zet ik het vizier even wijd open, zodat ik diep kan inademen. Wellnessen vanuit het zadel.
Toerisme Bouillon, België: overdonderend groen en machtige bochten
Bad Münster am Stein loopt over in Bad Kreuznach, een wat grotere plaats dat een weelderige kuurwijk heeft met parken, lanen, villa’s en badhuizen. Vroeger kletterden hier de paardenhoeven en ratelden de wielen van koetsen over het plaveisel. Ik zet de rijmodus van de Aprilia tijdelijk terug op Urban voor extra rust en zo min mogelijk lawaai. Op snelheid door de bochten snijden komt straks wel weer.
Eenmaal weg van Bad Kreuznach neemt het heuvelland het over. Ik ruil de route in voor zomaar een landbouwweggetje om de Tuareg zijn dagelijkse portie allroad te bezorgen. Zo vochtig als het bospad beneden in het dal was, zo droog is het boven. En altijd en overal fantastische grip van de banden. Dat compenseert de mindere punten van de reisgenoot zoals het ontbreken van een goede plek voor de bagage. Ik heb mijn tas nu met een fröbelwerkje vastgesnoerd, maar lekker vast zit het niet. Na een paar kilometer zand, keien en gravel pakt de gps de geplande route vanzelf weer op.
Keizerlijk kuuroord
Rijden over een hoogvlakte. Mooi met uitzicht rondom. Uiteindelijk voert de weg langs wijnvelden en een geweldig kasteel naar de Rijn. En het panorama wordt verderop nóg wat beter. Terwijl het meeste verkeer beneden blijft, neem ik een paar haarspeldbochten naar boven. Daar vind ik een uitkijkpunt tussen de wijnstokken. Rijn en dorp beneden, kastelen boven. Hoe mooi.
Veerboot naar de overkant en dan goed gaan zitten voor het eindschot door het Taunus-gebergte. De Aprilia Touareg strooit met bochtenpret. Dalen, dorpen, heuvels, boerderijen en slingerwegen die een beekje volgen. Het is allemaal een opmaat voor het eindpunt: Bad Ems, een wonderschoon kuuroord dat samen met enkele andere Europese badsteden zoals het Belgische Spa, Tsjechische Karlsbad en Engelse Bath op de Werelderfgoedlijst staat.
De historie druipt van de gevels. Keizer Wilhelm I kwam er twintig jaar lang kuren. Anderen volgden zoals Tsaar Alexander II, Leopold I en George IV. Een van de mooiste en oudste kuurpanden van het stadje is het Oranje Nassau Badhuis dat begin 18de eeuw werd gebouwd en waarin nu het meest luxueuze hotel is ondergebracht: Häcker’s Grand Hotel & Spa Resort.
Ik parkeer de Tuareg op de boulevard en vul een flesje met water uit de Römerquelle, schijnt ook voor van alles goed te zijn en baat het niet dan schaadt het niet. Daarna stap ik weer op mijn eigen kuuroord op twee wielen. Motorrijden is als therapie niet goedgekeurd door een gediplomeerde Kurartzt maar iedere motorrijder weet dat het de kop lekker opschoont.
Ik druk op de startknop en laat de twin zijn geneeskrachtige werk doen.
Download hier de route Toertocht Duitsland
Reisinformatie
De reis
Bad Neuenahr-Ahrweiler ligt op zo’n 280 kilometer rijden vanaf Utrecht. Goed voor twee uur en veertig minuten snelweg of een route binnendoor via Zuid-Limburg en de Ardennen.
Hotel
Motorhotel Lindental in Bad Bertrich biedt dertig slaapplaatsen in twee-, drie en vierpersoons kamers. Vijfentachtig procent van de gasten bestaat uit Nederlandse motorrijders. De overige vijftien procent komt uit Scandinavië, België en de UK. Het hotel is geliefd bij kleine vriendengroepen en stelletjes. De motoren gaan in de garage, onder de carport en als echt alles vol staat in elk geval op een afgesloten parkeerplaats. Prijzen variëren. Een arrangement van twee nachten halfpension kost 125 euro p.p. Kijkt op de website: www.motorhotel-eifel.nl
Meer informatie