In de negentiende eeuw maakten jonge Engelse edelmannen een Grand Tour door Europa om daarna volwassen te worden. Wij projecteren deze klassieke reis langs hoogtepunten en curiositeiten op één van de populairste motorstreken voor een weekend weg: de Ardennen.
Foto’s: Hans Avontuur
Vertrekpunt Crupet, een dorp op de lijst van Les Plus Beaux Villages de Wallonie – de mooiste dorpen van Wallonië. En dat spreek ik bij aankomst niet tegen. In de bocht richting de kerk gaat de motor op de standaard voor een bezoek aan de Duivelsgrot, een miniwereld rondom het verhaal van de heilige Antonius van Padua die met gevaar voor eigen leven het geloof verspreidde.
Vanaf de parkeerplaats loop je zo de grot in die vol staat met beelden en verwijzingen naar het leven van Antonius. In nissen zie ik tientallen dankbordjes van gelovigen die zijn hulp hadden ingeroepen bij schipbreuk, koorts, verloren spullen, de pest en de liefde. Kennelijk met succes.
Toertocht Luxemburgse Ardennen: motorrijden als een god in het paradijs
De grot is tussen 1900 en 1903 door de bewoners van Crupet in hun vrije tijd gebouwd. Met de pastoor als drijvende kracht. Het verhaal wil dat hij de bouwers af en toe wat extra aanmoedigde door een borrel voor hen in te schenken. De toegift volgt als ik via een smalle trap naar boven klim en plots op het kerkhof sta. Met rechts het levensgrote beeld van Antonius die de duivel verdrijft.
Antonius hoort tot het gezelschap van heiligen die reizigers beschermen. Dus kan ik met vertrouwen de Suzuki V-Strom 800DE aanslingeren voor de eerste echte kilometers van deze rit dwars door de Ardennen. Het gaat meteen over glooiende heuvels, langs de Maas en door dorpen als Bioul, waar een vergeten familiekasteel onder kasteelvrouwe Vanessa en haar man Andy is uitgegroeid tot een fameus wijndomein.
De Abdij van Maredsous komt wat vroeg voor een mok bier, maar precies op tijd voor een lunch met ambachtelijk brood met kaas van de kloosterboerderij. Daarna door de heuvels van de Condroz, over de flanken van de hoge Ardennen. De toppen zijn hier niet zo hoog maar het stuurt heerlijk door terrein dat voortdurend klimt en daalt, klimt en daalt.
Bocht na bocht
Boerenland en boerenwegen, soms strak in het asfalt, soms honderd keer geplakt en gerepareerd. Ik rijd op en neer naar Falaën, een bijna onaangetast dorp met kasteelboerderij die vandaag open dag houdt. Het is er gezellig op de binnenplaats met terrasjes en een bierkraan die vol open staat. Dwalend door het kasteel beland ik op een zolderkamer met stoffige zwart-wit foto’s met daarop, zo gok ik, de oud-eigenaren en hun families.
Het dorp uit. Bergop, bergaf. Remmen! En omdraaien voor een afsteker naar de ruïnes van Château de Montaigle. Om daarna lekker verder te slingeren door een vallei die door het piepkleine riviertje Molignée is uitgesleten. De V-Strom laat zich lekker van bocht naar bocht sturen en zit zo comfortabel dat het urenlang is vol te houden. Heb ik extra power nodig dan de 83 pk aan boord? Niet echt. De wendbaarheid van de ranke machine komt hier meer van pas.
GPS-tocht Noord-Brabant/Zuid-Holland: dwalen door de polders
Een fraai traject volgt. Langs de Maas, het stadje Dinant met zijn citadel, het kasteel van Vêves, de vallei van de Lesse en een stuk met luie bochten om tempo te maken naar het zuiden. Tot aan het water van de Semois dat me naar Bouillon zal brengen. Als gezegd, een Grand Tour bestaat vooral uit hoogtepunten!
Aan de Semois werd vroeger tabak verbouwd. Het ambacht is bijna helemaal verdwenen. Planter Thierry en sigarenmaker Etienne vormen een uitzondering. Ze houden de traditie levend. Meer als hobby dan als beroep: ‘De hele vallei stond hier vroeger vol tabaksplanten. Tot de mensen erachter kwamen dat die grond meer opbracht als je er een camping van maakte.’
Ik rij mee met de loop van het water, laat de motor heerlijk door de talloze bochten lopen. Vaak zijn die mooi rond in de vorm van de lussen in de rivier. Vanaf een uitkijkpunt bij Rochehaut is er zicht op het kleine dorp Frahan dat op de bodem van de vallei ligt, omringd door de Semois. Ik daal af om er even een kijkje te nemen. Iets buiten de bebouwing volg ik een gravel pad door weilanden, langs oude tabaksschuren.
Het fijnste stuk motorrijden ligt tussen Corbion en Bouillon. Het asfalt is goed en de bochten gevarieerd. Spelen in de derde en vierde versnelling. Snelheid maken, insturen en strak de hoek om. Even geen aandacht voor het uitzicht. Louter voor de weg. Tot aan de afdaling naar Bouillon met zijn kasteel en sfeervolle centrum. Vanuit het stadje kun je nog even op en neer rijden naar Botassart voor uitzicht op de Tombeau du Géant. In de lus van de rivier ligt een enorme heuvel die op het graf van een reus lijkt.
Hoofdstad van de jacht
De streek van de Semois biedt tal van plekken om te overnachten. Op één van de mooie campings direct aan het water – Île de Faigneul ligt zelfs op een eiland in de rivier – of in een leuk sfeervol hotel zoals Hotel de la Poste, een klassieker in het hart van Bouillon. Een dag later zoek ik met een kleine omweg direct het water op bij Dohan. Ik passeer kleine dorpen, kerken, rotspartijen en ruïnes van kastelen.
Vanuit Florenville stuur ik de Suzuki terug naar het noorden. Nog een laatste keer de Semois over en dan snelheid maken. Bochtige wegen worden afgewisseld met mooie rechte stukken over enkele N-routes. Het brengt me naar het Grote Woud van Saint-Hubert, de Europese hoofdstad van de jacht en de natuur. Ik rijd naar de kathedraal die symbool staat voor die titel.
Op de naamdag van Sint-Hubertus, 3 november, wordt in de kathedraal een speciale dienst gehouden ter ere van Sint-Hubertus, de jager die in het gewei van een edelhert een kruisbeeld zag en zich vervolgens aan het geloof zou wijden. Op het plein kunnen dierenliefhebbers na afloop hun honden, poezen en paarden laten zegenen door meneer pastoor.
Ik rijd het stadje uit, de uitgestrekte bossen in. Het is er prachtig. Met af en toe een mooi dorp zoals Mirwart (met kasteel) of Awenne. Dit is het hart van de Ardennen. Hoog, met dichte bossen, veengrond en heel veel ruimte. Ik passeer topbestemmingen zoals Han-sur-Lesse en Rochefort, beide met beroemde grotten.
Bedrijvigheid kondigt het stadje Marche-en-Famenne aan. Na een industrieterreintje en groot winkelcentrum stuur ik de V-Strom het historische centrum in. Even de vering testen op de kasseien. In het achterhoofd schudt het de namen los van hoogtepunten die ik op deze Grand Tour al heb afgevinkt: Rochefort, Han-sur-Lesse, Saint-Hubert, Bouillon, Semois, Dinant, Maredsous… Plus dat netwerk van talloze kleine weggetjes die ik persoonlijk hét absolute hoogtepunt van motorrijden in de Ardennen vind. En dan zijn we nog niet eens op het eindpunt.
Zo tikken we iets verderop opnieuw een topper aan: La Roche-en-Ardenne met een ruïne uit het boekje op de top.
Lief en schattig
Een tiental opeenvolgende bochten leiden me het dal uit. De Suzuki gaat heerlijk van links naar rechts. Kijken en insturen zijn vaak al genoeg. De motor doet de rest. Soms volgt de route het water van de Ourthe, soms gaat het bergop om na de afdaling de rivier weer op te pakken. Daar is Wéris, het dorp dat bekend staat om zijn menhirs en dolmen. Deze zwerfkeien liggen verspreid rondom het mooie plaatsje met huizen van natuursteen. Sommige staan moederziel alleen in een veld, andere zijn opgestapeld als een hunebed.
Met één vinger aan de voorrem daal ik pittig af naar Barvaux en Durbuy. De brug over, het dorp in, dat me met open armen ontvangt. Het is prachtig. Het kasteel, de kerk, de smalle straatjes, de huizen met hun leistenen daken, de paden langs de Ourthe. Alles is hier mooi, lief en schattig.
Op een terras in het compacte centrum van het kleine stadje tank ik cafeïne voor het eindschot. Ik zoek de V-Strom op, druk de startknop in en klim het dal uit naar Chardeneux, ook één van Les Plus Beaux Villages de Wallonie. De huizen en hoeves zijn monumenten van eenvoud.
Een reeks bochten kondigt het eindpunt aan: Château de l’Avouerie in Anthisnes. Het robuuste pand staat midden in het dorpje. Met de donjon op een waterbron. Het kasteel was de zetel van een Avoué, een ridder die door de kerk was gevraagd om hun bezittingen te beschermen. De Franse Revolutie maakte een einde aan dat systeem. De vesting is nu een charmant museumpje over bier brouwen. En eigenlijk is niet het bier maar het kasteel zelf het boeiends. Met muren die twee meter dik zijn.
Terug buiten loop ik naar de motor en tik ‘thuis’ in mijn navigatie. Nog vijftien heerlijke golvende kilometers tot de snelweg.
Reisinformatie
De reis Vertrekpunt Crupet ligt op zo’n 250 kilometer vanaf Utrecht via Antwerpen en Brussel. Via Maastricht en Luik is het al gauw 30 kilometer verder, maar wel vaak sneller. De toertocht zelf is 378 kilometer lang, uitgezonderd de genoemde uitstapjes.
Blijven slapen De Ardennen heeft veel keuze in accommodatie. Van de eenvoudigste campings tot de meest luxueuze hotels. Wij sliepen in het zuiden:
Camping Île de faigneul Kampeerterrein op een eiland in de Semois, met Nederlandse eigenaren. Een camping zonder stacaravans met ruime plekken aan het water. Gezellig café met friterie, zoals ze dat hier zeggen. Aanrijden via Poupehan. iledefaigneul.com
Hôtel de la Poste Voormalige achttiende-eeuwse afspanning in het hart van Bouillon. Comfortabel viersterrenhotel met gastronomisch restaurant La Diligence, bistro Napoléon en ongedwongen eetcafé BOM. Garage voor de motor. hotelposte.be
La Fontaine du Sabotier Kleinschalig hotelletje in Awenne, nabij Saint-Hubert. Fijne tuin om na het motorrijden wat te drinken. Goed restaurant. Kamers zijn eigentijds en sfeervol. lafontainedusabotier.be
Vier fijne pauzeplekken
Château de Bioul Terras in de kasteeltuin, aan de rand van de wijngaarden. Je kunt er vooraf het museum over het kasteel en de wijnbouw bezoeken. Kleine kaart met gezonde producten. chateaudebioul.be
Abdij van Maresous Groot terras voor het ontvangstcentrum van de abdij. Hier vind je onder meer een winkel met abdij- en streekproducten. Aanschuiven kan voor warme gerechten of de kloosterklassieker van bier, brood en kaas. Er zijn rondleidingen door de abdij. maredsous.com
Le Relais de Chassepierre Sfeervol adresje in een leuk dorp. De brasserie staat vol brocante en de menukaart is eenvoudig, eerlijk en lekker. Aanrader: de gratin campagnard. Je kunt na het diner blijven slapen in één van de prima kamers. relaischassepierre.be
l’Auberge du Prévost Eeuwenoude herberg nabij het museum van Fourneau Saint Michel, een middeleeuwse ijzersmelterij, iets buiten Saint-Hubert. Goed adres voor een uitgebreide lunch onder en tussen de historische balken. aubergeduprevost.be
Informatie visitwallonia.be