vrijdag 8 november 2024

Toertocht Alpujarra, Andalusië: sturen tussen Costa en Sierra

Halverwege het azuurblauwe water van de Zuid-Spaanse Costa’s en de toppen van de Sierra Nevada ligt een andere wereld. Eentje waar het heerlijk sturen is over kleine bochtige wegen, door vergeten dorpen en over passen die veel mooier zijn dan de bescheiden hoogte doet vermoeden. Het is één groot motorfiesta!

Lastminute besluit ik om mijn plan om te gooien. Vanaf de motorverhuur in Torremolinos ga ik niet meteen de bergen in, maar zoek ik na een stukje snelweg de oude route naar Almería op. Het is een gok die verrassend goed uitpakt. Oké, er zijn stukken waar de kustweg zich met moeite door een betonnen badplaats wringt, maar bovenal maakt het asfalt fraaie lussen boven zee, prachtige baaien en bescheiden dorpjes.

Playa del Molino de Papel, Cala Torre del Pino, Playa El Muerto. Het zijn niet de namen uit de reisgidsen of van de Instagram top-10 lijstjes. De N-340 slingert er op een fijn Mediterraans ritme langs of doorheen. Af en toe passeer ik een roestig tankstation of een hotel dat betere tijden heeft gekend. Met enige fantasie zou je op de oude kustweg van Málaga naar Almería een Route 66 sfeertje kunnen ontdekken.

Toertocht Belgisch Limburg: waar de heuvels zachtjes glooien

Stoppen bij de Moto Rock Bar, een motorrijderscafé zoals je het mag verwachten. Er staan tientallen machines voor de deur. Geen idee waar die allemaal vandaan komen, want ik ben er onderweg maar eentje tegengekomen. Maar ze staan er toch echt. Van hypersport tot custom. Van oud tot nieuw. Hoewel het cafeïnepeil nog redelijk in orde is, bestel ik toch een cortado en loop een rondje langs de motoren. Op de bar staat ‘El Carretera es para todos’, de weg is voor iedereen. En zo is het.

Starten en verder. De temperatuur is nog prettig en op de weg is het relatief rustig. Met mijn hand ontspannen aan het gashandel volg ik de E-340 en uiteindelijk de E-340a, misschien wel de mooiste weg die soms hoog boven zee gaat, soms vlak langs het water. Er zijn grootse uitzichten, een enkele tunnel en stranden die zo leeg zijn dat je je afvraagt of dit wel het zo populaire Zuid-Spanje is.

Uiteindelijk is het gedaan met de pret. De weg verdwijnt in een wereld van plastic kassen met tomaten en paprika’s. Ik neem het een stuk voor lief en stuur dan richting binnenland. De route trakteert op een kleine bergpas naar een stuwmeer, een dorp dat zich heeft verslapen in de tijd en de afslag naar de Puerto de la Ragua op 2.000 meter hoogte. Deze bewaar ik nog even. Eerst een mooie omweg.

‘Je Motorvrienden’

Op de kaart heb ik een weggetje gezien dat me naar de andere kant van de Sierra Nevada brengt. Niet via een hoge bergpas, maar zwierend over de oostelijke flanken. Voor het eerst is het asfalt slecht. Scheuren, gaten en oneindig veel horizontale hobbels. Tientallen kilometerslang is het rijden over een verhard wasbord, voortdurend zoeken naar de minst slechte kant van de weg. Ik begrijp nu ook waarom het er zo stil en verlaten is.

Geen idee of het er iets mee te maken heeft, maar aan de kant van de weg staat een monumentje voor een verongelukte motorrijder. Een plaquette tussen de rotsen met op de top een AGV Helm uit vervlogen tijden. Ik pak een stukje steen uit het asfalt en leg het erbij. Na nog een half uur stuiteren ben ik blij om een grotere weg op te draaien. Het extra verkeer doet er even niet toe. Ontspannen rijden om bij het kasteel van Calahora de route naar de Puerto de la Ragua te nemen.

Vanaf een iets hogere plek heb ik uitzicht op het kasteel uit een kinderboek. Gelegen op een heuvel, mooie ronde torens, kantelen. Er schijnt ooit een film te zijn opgenomen met Sean Connery. Als ik naar links kijk zie ik ook dat de hoogste toppen van de Sierra Nevada nog altijd met sneeuw bedekt zijn. Zo hoog ga ik niet. Ik wil naar de flanken aan de andere kant, rijden in het vergeten gebied tussen Costa en Sierra.

De doorsteek is prachtig. Lekker het gas erop en de Moto Guzzi V85TT het werk laten doen. Elke bocht voelt vertrouwd. Groot, klein, rond, hoekig, omhoog, omlaag. Het maakt de motor allemaal niet zoveel uit. Aan de andere kant van het massief rijd ik door Válor. Het was één van de brandhaarden tijdens de tweede opstand van de Alpujarra, een belangrijk moment in de Spaanse geschiedenis. Na de herovering van het Iberische schiereiland door de Christenen vonden de Arabische bewoners eind 16de eeuw dat eerdere afspraken over hun vrijheden werden geschonden. Ze kwamen in opstand en riepen Ab’n Abu uit tot hun koning. Na drie jaar maakten de Christelijke troepen definitief een einde aan het verzet.

Drie witte dorpen

Rijden tussen Costa en Sierra. Wat een feest. Zelden een lang recht stuk, voortdurend nieuwe uitzichten en steeds een ander mooi klein dorp. Het ene half verlaten, het andere levendig zoals Trevélez, een plaatsje op bijna 1.500 meter hoogte dat bekend staat om de hammen die er in speciale secadero’s hangen en worden gedroogd in de berglucht. Spanjaarden komen uit alle hoeken van het land om er ham te kopen.

Ik rijd door het dorp, maar besluit om er niet lang te blijven. Ik ben verslaafd geraakt aan de kleine weggetjes en verstilde plaatsjes. De Poqueira-vallei hoort tot de absolute hoogtepunten. In een fraai landschap volgen drie witte dorpen elkaar op: Pampaneira, Bubión en Capileira. In de laatste wurm ik mij door het labyrint van straten omlaag en beland ik op een pleintje met een grote boom in het midden. Parkeren en koffie!

In de straatjes van Capileira.

Er volgt een middag vol ultiem stuurplezier. Nee, niet voor wie met zijn oren door het gras de bocht om wil, wel voor iedereen die houdt van ontspannen doorrijden. Het miniformaat van de wegen dwingt je tot volle concentratie. Te meer omdat de Spanjaarden er regelmatig voor kiezen om, ongeacht een mogelijke tegenligger, op de gok de binnenbocht te nemen. Of in elk geval een deel daarvan.

Aan het einde van de middag parkeer ik mijn motor voor een hotelletje in Alhama de Granada. Warme motorkleding uit, wat luchtigers aan en even ontspannen in het dorp dat historie ademt. Het verhaal wil dat het stadje – in de Moorse tijd een belangrijke zetel van de macht – zonder bloedvergieten door de Christenen werd ingenomen. De meeste bewoners zouden op een bruiloft in Antequera zijn geweest…

Hoe dan ook. Alhama is spectaculair gelegen op de rand van een kloof. Op de Moorse huizen staan nu nobele stadspaleizen, op de moskeeën zijn kerken gebouwd. Ik bezoek een oude waterbron, zie de voormalige stadspoort, een ruïne van een kerk en het Arabische bad dat aan de rand van een rivier ligt. Het wordt geflankeerd door een modern kuurhotel dat van hetzelfde heilzame water profiteert.

Toertocht Zuid-Spanje: Desierto de Tabernas, de enige woestijn van Europa

Een bochtenhemel

Vroeg wakker. Ik ben ongeduldig. Het ontbijt wordt nog lang niet geserveerd, maar er staat koffie klaar en uit voorzorg heb ik gisteren bananen en een soort cake ingeslagen. Prima. Daar kan ik een tijdje op vooruit. Rijden naar de vlakte rond Ventas de Zafarraya, een dorp vol landbouw. Linksaf het dorp uit en naar boven. Heerlijk stuurwerk naar een bergpas op zo’n 900 meter hoogte. Klimmen en vervolgens dalen met de wereld aan mijn voeten. En dan moet het mooiste nog komen, bergpas nummer twee: de Puerto del Sol.

Die begint met wat kleine bochtjes langs ommuurde akkertjes, maar al gauw wordt het leeg en weids. Ik tel zo’n twintig haarspeldbochten of bijna haarspeldbochten. En nul auto’s, motoren, fietsers of tractoren. De hele bochtenhemel voor mij alleen. Ik neem zelfs de tijd om te stoppen en te kijken naar het verloop van de bergpas die tot zo’n 1.085 meter hoogte gaat. Vanaf beneden had de pas eruitgezien als een onneembare rotswand, maar hierboven kruipt het asfalt er alsnog door de stenen wand.

Op adem komen. De Guzzi rustig laten uitbollen door golvend landschap. Langs olijf- en amandelbomen.

Voorzichtig baan ik me een weg terug naar Málaga. Maar niet zonder een toegift. Daarvoor steek ik de snelweg over en zoek ik de A-7075 op. De route is fantastisch mooi. Eenzaam door een wereld van rode aarde. Zodra het asfalt een halfdroge rivierbedding gaat volgen, doet de natuur er een schep bovenop: de kloof wordt dieper, de afgrond steiler en beneden staat de wereld in bloei met paarse bloemen.

Stoppen doe ik pas aan de Presa Casasola, een stuwmeer met azuurblauw water. Nog twintig minuten naar de toeristenkermis van de Costa del Sol. Ik stel het nog heel even uit.

Foto’s: Hans Avontuur


Reisinformatie

De reis

Er zijn tal van vliegverbindingen tussen Nederland en Málaga. Van verschillende luchthavens ook. Prijzen variëren enorm. Doorgaans geldt: hoe vroeger je boekt, hoe lager de prijs. Zeker op populaire dagen. Wij vonden retourtjes vanaf zo’n € 150.

Motor huren

Wij huurden bij MotoMercado in Torremolinos, dat een breed aanbod van machines heeft met enkele (bijna) nieuwe Moto Guzzi’s en Aprilia’s. De gereden V85TT kost vanaf 90 euro per dag (bij een verhuur van 4-7 dagen). Een Aprilia Tuareg 660 kost hetzelfde. rentabike.org

Blijven slapen

In de Alpujarra is de keuze een stuk kleiner dan in de toeristencentra aan de kust. Bovendien is er vooral veel kleinschalige accommodatie te vinden. Wij hadden het enorm naar onze zin in Hospedería La Seguiriya in Alhama de Granada. De motor staat er voor de deur op straat, maar dat is hier niet erg. Het hotel heeft sfeer en je kunt er eten met uitzicht op de kloof. www.laseguiriya.com

Ook leuk: Hotel Rural Los Bérchules (www.hotelberchules.com) en Hotel Finca Los Llanos in het afgelegen Capileira (www.hotelfincalosllanos.com).

Informatie


Download de route Alpujarra

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen