Automatisch worden motorrijders naar bergrijke gebieden getrokken, maar blijkbaar is de aantrekkingskracht van de 2.864 meter hoge Triglav nog ontoereikend. Nooit eerder hoorde ik namelijk van deze Sloveense gigant. Wellicht ontbreekt het aan spanning op de wegen rond deze berg? Dat vraagt om een eigenhandig onderzoek.
Fotografie: Jarno van Osch/Shot Up Productions
Er zijn al heel wat Europese landen die ik van het ‘I was here’-lijstje af kan strepen, maar mijn banden plakten nog nooit aan Sloveens asfalt. Hoog tijd om daar eens verandering in te brengen en dus schiet ik snel de onlinewereld in om wat speurwerk te verrichten naar motorrijden in Slovenië. Mijn interesse wordt gewekt door een groot nationaal park in het noordwesten van Slovenië, vlak tegen de Oostenrijkse als Italiaanse grens. Een meer dan ideale locatie lijkt het me, want als het rijden er toch tegenvalt, kan ik snel genoeg uitwijken naar terreinen die me bekend zijn. Als ik via de Kurviger-website een route uitstippel, is het plan om met name rond de Triglav te cirkelen in het Triglavski Narodni Park. De letterlijke vertaling ‘drie koppen’ doet namelijk veel goeds voorspellen en dus probeer ik flink wat kronkelwegen te vinden rondom deze hopelijk indrukwekkend ogende berg.
Toerisme België: op jacht door de Belgische Ardennen
Lokaal buurtsupertje
Als ik de behoorlijke kofferruimte van de BMW R 1250 GS Adventure in z’n totaliteit heb benut, is het vooral zaak om allereerst de cruise control haar werk te laten doen. Er liggen namelijk zo’n elfhonderd snelwegkilometers voor me.
Aan het einde van de tweede rijdag rijd ik door de 7,8 kilometer lange Karawankentunnel. Voor het eerst in mijn leven begeef ik me daadwerkelijk op Sloveense bodem en het eerste beeld valt niet tegen. Op de achtergrond van het aardse toneel krijg ik een prachtig vergezicht voorgeschoteld van serieuze bergtoppen en dat stemt uiteraard tevreden. Hoewel deze flinke jongens mijn aandacht hebben, zet ik mijn reis voort naar Kranjska Gora. Door de rivier Sava te blijven volgen, kom ik al snel via de R201 in het hart van het dorp. Het Sloveense skioord huisvest slechts 5.590 inwoners, maar dat is nauwelijks voor te stellen. Het stikt hier van de restaurants, hotels, winkels en dus ook grote supermarkten. Kranjska Gora trekt veel toeristen uit Europa en biedt veel mogelijkheden voor fietsers, wandelaars, skiërs én motorrijders.
Klassieke trekkers
Het is hartje zomer. Dus zou je denken over de koppen te kunnen lopen. Maar Kranjska Gora lijkt enkel door toeristen ontdekt te zijn als er sneeuw. Vandaag wordt de stilte verbroken door een club luidruchtige Oostenrijkse trekker-eigenaren. Die blijken hier jaarlijks met hun klassieke beestjes naar toe te rijden. Ik rijd verder richting het moderne gedeelte van het dorpje. Hier bevindt zich de belangrijkste inkomstenbron van Kranjska Gora, de skilift. Iets verderop loop ik een smalle bergweg in, op zoek naar een houten blokhut waar zich volgens gids Mojca Mežek een prima keuken schuilhoudt. En inderdaad, een uurtje later kan ik begrijpen waarom ze lyrisch is over Brunarica Kosobrin. Met een fijne uitleg schotelt Miha me enkele traditionele gerechten voor die haar moeder Mojca zojuist heeft bereid. Na worst, kaas – onder meer een zes maanden gerijpte geitenkaas – en gerookte reuzel – stort ik mij op een heerlijk stoofpotje van kalfsvlees en een smaakvolle goulash. Als dit een voorbode is voor hetgeen Slovenië me wil en kan aanbieden, dan kijk ik uit naar de komende dagen.
Russische krijgsgevangenen
Na een goede nachtrust en luidruchtig ontbijt (ook de Oostenrijkse boeren zijn aanwezig) in Hotel Kotnik maak ik me gereed om mijn route te rijden. Opwarmen hoeft niet. Niet alleen doet de felle zon al vroeg haar best, ook de rit begint gelijk avontuurlijk. In zuidelijke richting brengt de R206 me allereerst langs het prachtige Jasna-meer, waarna de slingerende weg mij direct in de juiste sferen brengt. Het boxer-blok laat moeiteloos zijn machtige koppel los op het asfalt van de hoogste Sloveense pas. De weg is bezaaid met scherpe haarspeldbochten, die elkaar in een rap tempo opvolgen. Vijftig stuks liggen er in totaal. Sinds 2006 noemi Slovenië de weg liever Ruska cesta, Russische route, als eerbetoon aan de Russische krijgsgevangenen (10.000!) die tijdens de Eerste Wereldoorlog de weg aanlegden. Vierhonderd van hen kwamen om het leven door een allesvernietigende lawine. Om destijds stil te kunnen staan bij deze ramp werd er een Russische kapel gebouwd, die nog altijd in goede staat verkeert en inmiddels een toeristische trekpleister is geworden bij haarspeldbocht nummertje acht.
Roze relikwieën
Als ik de 1.611 meter hoge Vrsič heb bereikt, stuur ik zonder enige moeite door naar Bovec en geniet van de prachtige vergezichten die de Julische Alpen me hier bieden. Het is nu zaak om de R203 te blijven volgen, zodat ik in de buurt van Livek een heerlijk steile klim kan nemen. Zelfs op zaterdag is hier nauwelijks verkeer te bekennen en dus merk ik automatisch dat ik net even steviger aan het sturen ben dan ik normaal gesproken op een drukke dag zou doen. In het pittoreske Livek zelf is nog duidelijk te zien dat hier enkele maanden terug de nodige profwielrenners voor enige reuring zorgden. De roze relikwieën verraden dat hier een etappe van de Giro d’Italia langs kwam.
Het prachtige landschap is voorzien van een perfect slingerlint en met veel plezier gooi ik de BMW in de zoveelste scherpe knik. Als bonus krijg ik nog met stijgingspercentages van zo’n 12 tot 14 procent te maken. Het heerlijke parkoers op strak asfalt dat hier ten zuiden van de Triglav ligt, is van goddelijke kwaliteit. Wat kun je als motorrijder dan nog meer wensen? Eigenlijk niets, buiten hooguit een goede pot bier na afloop van een stevig stukkie sturen.
Helse tocht
Terwijl ik parallel aan de Italiaanse grens blijf door de indrukwekkende R605 te volgen, rijd ik via een kleine omweg naar mijn overnachtingsplek in Most na Soči. Omdat ik er redelijk ruim schema op na houdt, arriveer ik relatief vroeg bij pension Pri Stefanu. Zo heb ik deze middag tijd om een bezoek aan de Kloven van Tolmin te brengen. Nadat ik me bij de vrolijke uitbater meld en mijn spullen op de kamer leg, stuur ik niet veel later richting het nabijgelegen Tolmin.
Frankrijk: Authentiek sturen in Le Coin Perdu
Na een kwartiertje rijden, staat me vervolgens een forse wandeling te wachten. Door de hoge temperaturen vrees ik een helse tocht, maar gelukkig mag ik mijn motorkloffie bij de kassa achterlaten. Ik krijg zelfs een flesje water mee van de caissière en dat maakt het allemaal toch iets draaglijker om deze natuurlijke pracht te aanschouwen. Hoe zwaar het klimmen me ook valt, gelukkig wordt alle moeite flink beloond met mooie punten waar het water met veel kracht door de kloven stroomt. Minutenlang bekijk ik dit geweldige schouwspel van moeder aarde, al was het maar om weer op adem te komen.
Geweldige R403
Een dag later pak ik de oostzijde van het Triglavski nationaal park aan. De ochtendsessie begint gelijk goed, te danken aan de geweldige R403. De weg slingert langs het riviertje Bača en brengt je naar het dorpje Podbrdo. Hoewel daar de Bača afhaakt, zet de cadans van het bochtenwerk zich nog stevig voort via de 403. De BMW laat opnieuw zien dat-ie duidelijk weet hoe je strak een hoek moet nemen. Het is genieten hier, iets dat bevestigd wordt als ik bij Petrovo Brdo de weg richting Bohinj neem. Het duurt even voordat ik die afslag gevonden heb, want de Beeline-navigatie blijkt wat van slag te zijn. Gelukkig kan ik deze fout snel herstellen en bevind ik me alsnog op de 909. Waar ik dacht dat ik het hoogtepunt van de dag al met de 403 had bereikt, is dat zeker niet het geval. Niet alleen schiet er goed asfalt onder de wielen van de GS door, er is hier op de 909 ook veel variatie in het bochtenaanbod te vinden. Daarnaast vind ik een heerlijke rustplek, te danken aan het wonderschone Bohinjsko jezero, oftewel het meer van Bohinj. Misschien is het grootste meer van Slovenië me uiteindelijk iets te toeristisch, maar vreemd is het uiteraard niet dat zowel de lokale inwoners als vakantiegangers graag naar zo’n prachtige locatie komen.
Eigen ansichtkaart
Dat niet alle wegen in Slovenië een genot zijn om over heen te rijden, bewijst de 905. Het is hier behoorlijk stuiteren geblazen, maar gelukkig rijd ik rond op een allroad met redelijk flinke veerwegen. Strak sturen zit er nu dus even niet in, maar de route naar Bled, mijn laatste punt op de route, is zonder meer avontuurlijk te noemen. De trekpleister van Bled is het grote meer waarin de Maria Hemelvaartskerk ligt, terwijl je in de verte ook nog het kasteel van Bled ziet liggen. Als ik mijn eigen ansichtkaart heb geschoten, is het tijd om de GS weer aan te sporen en duik ik voor de laatste keer het Triglavski nationaal park in.
Het fraaie gebied zwaait af met een allerlaatste toetje, want in een bosrijke omgeving ontvang ik een geweldige klim van maar liefst 18 procent, die de BMW moeiteloos neemt. Al sturend naar het eindpunt – Kranjska Gora – kijk ik voor de laatste keer nog eens naar links naar de indrukwekkende Triglav in de verte. Met zijn 2.864 meter hoge top.
Download de route Toerisme Slovenië
E-vignet nodig
Als avontuurlijke motorrijder neem je natuurlijk graag de kleine landweggetjes, maar soms ontkom je er niet aan om ook op enkele hoofdwegen te rijden. Hiervoor geldt in Slovenië een vignetverplichting. Geen zorgen, want je kunt de digitale registratie vooraf al online regelen via www.evinjeta.dars.si. De prijs voor een motor bedraagt € 7,50 per week. Via email ontvang je na betaling een bevestiging en neem die (geprint of digitaal) mee op reis. Op die manier kun je altijd bewijzen dat je betaald hebt.