Schleiz is gewoon cult. Niet alleen het IDM en andere evenementen op de Schleizer Dreieck in Thüringen, het oudste stratencircuit van Duitsland, zijn een reis waard. Ook de omgeving heeft zijn charme. En er zijn daarnaast diverse grote namen uit de Schleizer-motorscene die heel wat verhalen te vertellen hebben.
We starten de reis in Schleiz op de Neumarkt, een voormalige paardenvijver. Terwijl m’n reisgenoot Gerd geniet van een schuimgebakje uit de Landbäckerei, ga ik naar de plaatselijke VVV – ofwel Stadtinformation – in de Alte Münze. Daar krijg ik van Janina Agatha, de behulpzame dame achter de balie, naast overnachtingstips ook de goede raad om Jürgen Hartelt te bezoeken, die goed thuis is in het lokale race-wereldje. Da’s een voltreffer!
‘Motorradbekleidung’ staat er op de etalageruit van de oudste nog bestaande zelfstandige winkel van Schleiz sinds de Duitse eenwording. Respect. Een lauwerkrans zou op z’n plaats zijn geweest, maar daarvoor ontbreekt toch de ruimte. Het ziet erbinnen namelijk uit als in een bont gesorteerde marktkraam. Overal waar een beetje plek aan de wand is, boven deuren en wandrekken: Posters van Joey Dunlop, Freddie Spencer & Co, de meeste niet meer helemaal kleurfris van de pers. Dit in tegenstelling tot de kaarten voor het IDM in het aankomende laatste juli-weekend, die Jürgen klaar heeft liggen voor de voorverkoop. Bovendien heeft hij een heleboel anekdotes uit de 90-jarige historie van de Schleizer Dreieck paraat. Gelukkig heeft hij die ook in boekvorm, want ik vermoed dat Gerd inmiddels wel z’n gebak op heeft.
Toerisme: Zigzag door Emmental, Zwitserland
Minibike als kroonluchter
We gaan dus op weg naar de BMW-dealer, de werkplek van motorhandelaar Christian Winkler, die ook als toergids in de omgeving actief is. En derhalve een aantal tips c.q. waarschuwingen voor ons heeft, zoals bijvoorbeeld de afsluiting van het Bleilochtal. Elk jaar wordt daar in augustus het SonneMondSterne-Festival gehouden, een gigantisch openlucht-dance-event. Dat staat niet op ons programma; in plaats van op illustere acts als Sven Väth of ‘Gestört aber Geil’ stuiten wij onderweg op de Saksische klanken van een gezin uit Chemnitz dat het zich gemakkelijk heeft gemaakt aan de oever van het meer. Zij op hun beurt luisteren naar de Multistrada-klanken van ons.
Dat geluid verstomt uiteindelijk voor Hotel Luginsland. Deze gele villa lag vroeger, voor de inkorting van het circuit, direct langs de baan; het terras van het restaurant was een ideale plek voor zicht op de Heinrichsruher Kurve. De herberg is behangen met foto’s van motorhelden en aan het plafond hangt een minibike als kroonluchter. Het was een geschenk aan de waard en hotelbaas Otto Pätzold, wiens vader in de jaren 60 als enige in Schleiz kamers met bad aanbood. Dit zeer tot tevredenheid van niemand minder dan Luigi Taveri, de legendarische Zwitserse 125cc-wereldkampioen.
Bratwurst Lutz
Rood-witte kerbstones langs de weg laten duidelijk zien dat het hier geen gewone weg betreft. De kleurige markeringen omzomen een deel van de (voormalige) B2, waarover op normale dagen het verkeer vanuit het centrum richting het zuiden rijdt. Hier vliegen de coureurs door ‘die Seng’, het laagste punt van het Schleizer Dreieck-circuit.
We gaan van de race- in de touring-modus. Een klassiek reisdoel is Schloss Burgk hoog boven de Saale. Voor liefhebbers van vorstelijke wooncultuur is er een museum, voor hongerige magen het kasteelterras, geopend vanaf 11 uur. We gaan verder naar ‘Bratwurst’ Lutz Heuschkel in Gräfenwarth, een Imbiss uit het Thüringer plaatjesboek. Alleen de hemelsblauwe Trabant ontbreekt. ’Ik moet eerst de aandrijfassen repareren’, grijnst grillmeester Lutz, terwijl Gerd alvast met vooruitziende blik een frikandelbroodje in de koffer van de Multistrada stopt. Er volgt een groot aantal fraaie gevels in Saalburg-Ebersdorf, daarna rijden we langs Friesau (17 t/m 19 september 2021 weer het toneel van het motortreffen met motordominee Ingolf Scheibe-Winterberg) en maken een vrijwel verkeersloze rit door lange, doorlopende bochten en een complex veldmozaïek tot aan Ziegenrück. Dan gaat het omhoog naar Moxa via een heerlijke slingerweg.
We pakken de Mühlenfähre, het pontveer over het stuwmeer tussen Linkenmühle en Altenroth en rijden langs het Hohenwarte-stuwmeer door veel bos. Later sturen we door de glooiende korenvelden bij Knau naar de Plothener-vijvers. Waar Gerd afhaakt, om vandaag nog terug naar huis in de buurt van Venlo te rijden.
Stasi ontwapend
Tijd voor een paar telefoontjes. Jürgen Müller, een freelance-journalist uit de gemeente Schleiz, heeft een zoon die bevriend is met het racetalent Micky Winkler. En die heeft wel tijd voor een rondje rijden voor foto’s. We treffen elkaar bij de Alte Münze. Waar blijkt dat er een kink in de kabel zit, want de 17-jarige Micky heeft nog geen rijbewijs. Geen probleem. Vader Steffen heeft een oude CBR600F die weliswaar geschorst is, maar hij heeft ook een vriend die een rode nummerplaat heeft. Geregeld en dank aan allen!
Zondagochtend staan we bij de Buchhübel, het hoogste en voor toeschouwers meest aantrekkelijke punt van de Schleizer Dreieck. Micky brengt voor de fotoshoot een Kawasaki Ninja 400 mee, zijn racemotor voor het IDM Supersport 300. Bij recente races in Oschersleben is hij daarmee 6e en 7e geworden. Sinds zijn vijftiende is hij gestopt met school, om zijn droom van een racecarrière na te jagen. ‘In het weekend races, zondagavond of maandag weer thuis, dan nog huiswerk maken en veel studeren om goede cijfers te halen – dat ging gewoon niet samen’, legt Micky uit.
Van de lichte Ninja 400-twin naar de Honda 600-viercilinder, die typische plastic-omhulde CBR uit de jaren 90. Voor Steffen was zoiets voor de Duitse eenwording nog een droom, eentje die hij in 1993 in vervulling liet gaan. Hij heeft er sindsdien 52.000 kilometer mee gereden. Daar komen nu nog wat kilometers bij voor deze rood-paarse kleurenexplosie.
Het eerste doel is Zeulenroda, waar we plaatsnemen onder het zonnescherm van Pizzeria Toscana. Tijd om eens te bomen over motoren.
Het gesprek gaat onvermijdelijk over de Oost-Duitse motorwereld, bestaande uit Simson S50, MZ ES150 en TS250, maar interessanter vind ik wat Steffen – van jaargang 1963 – vertelt over zijn diensttijd van 1988 tot begin 1990 bij de VPB, de ‘Volkspolizeibereitschaften’. ‘We hebben meteen na de Wende de Stasi ontwapend. We hadden het bevel om de wapenkamers in de Normannenstraße te ontruimen. We zijn toen ‘s zondags met twee vrachtwagens op pad gegaan, in de eerste de wapens, in de tweede de munitie en zo zijn we door Berlijn gereden – voordat op maandag, 15 januari 1990, de Stasi-centrale door de bevolking werd bestormd.’ Man man, wat een tijd…
Middelpunt der Aarde
Je kunt verkoeling zoeken in zwemvijver Pöllwitz, maar wij rijden verder langs de kartbaan Oberlandring bij Neuehäuser, maken een zijsprong naar het toeristisch-commerciële ‘Mittelpunkt der Erde’ in Pausa, sturen een fijn stukje op de Duitse Alleenstraße tussen Tobertitz en Kloschwitz, en spoeden als de overdrijvende wolken naar Schwand. Tegenover het romantische Wasserschloss Geilsdorf is het een mooie plek voor een picknick met je geliefde, voor liefhebbers van experimentele muziek (en dan hebben we het vooral over het Gülleorgel van boer Böhme, een apparaat dat er met al zijn slangen uit ziet als een gierverspreider!) zijn er de Stelzenfestspiele bij Reuth, een festival vernoemd naar het nabijgelegen kleine dorpje Stelzen. En als waarschuwende herinnering aan de Duitse tweedeling is er het openluchtmuseum Mödlareuth, precies op de grens tussen Thüringen en Bayern.
Na deze toeristische ronde bedank ik Steffen wederom. Zijn reactie: ‘We doen altijd ons best als we iemand kunnen helpen. Vroeger ging dat niet anders!’
Wie ook over vroeger kan meepraten: Heinz-Jürgen Walther. De vitale en praatgrage senior is met zijn AWO 425 (AWO was voortgekomen uit het Sovjet-merk Awtowelo, dat motoren maakte op basis van met name oude BMW-ontwerpen) een succesvolle en constante deelnemer in de ADMV Classic Cup. Zijn hobbykelder is een picobello gesorteerde schatkamer vol met trofeeën en historische kostbaarheden – om nog maar te zwijgen over alles wat er aan verhalen te horen valt. Variërend van Rudi Felgenheier, in 1952 de sensationele winnaar op een 250cc-fabrieks-DKW in de Grand Prix van Duitsland op Solitude, tot aan het credo van de wijze coureur: ‘De grootste prijs die je kunt winnen is wanneer je net zo thuiskomt zoals je vertrokken was, wanneer man en materiaal nog heel zijn – de bokaal is slechts een bonus.’
Wie missen we nog? Precies, Julian Puffe. De slungelachtige Schleizer, die overigens eveneens geen motorrijbewijs heeft, heeft gisteren op een S1000RR race 1 van de superbikeklasse op de Nürburgring gewonnen en gaat momenteel aan de leiding in het IDM, voor aartsrivaal en teamgenoot Ilya Mikhalchik uit Oekraïne. Tussen de races door werkt Julian – die een opleiding in de elektromechanica heeft – bij de lokale Ford-dealer op de marketingafdeling. Zijn doel: ‘Ooit in het WorldSBK te komen, daar werken we naartoe. Hoe realistisch dat is? Moeilijk te zeggen, daar komt ook geluk bij kijken.’ En wat is er zo leuk aan de Schleizer Dreieck? ‘Het is een stratencircuit, het gaat bergop en bergaf, je komt langs maisvelden, het is gewoon nog echt oldskool. En dan nog het enthousiaste publiek en de adembenemende sfeer.’ Iets wat het aankomende weekend weer van dichtbij te beleven is.
Reisinformatie Schleizer Dreieck
Voor velen geldt het als een kleine Nürburgring, voor Britten is het de kleine Isle of Man of Germany: Het heuvelachtige Schleizer Dreieck-circuit. In 1923 vond op het 7,6 kilometer lange parcours met een hoogteverschil van 69 meter de ‘Erste Brennstoffprüfung’ voor tien auto’s en vijftien motorfietsen plaats. Het toeschouwersrecord stamt uit 1950 met 250.000 bezoekers bij het toen eenmalige en gezamenlijke Oost- en West-Duitse kampioenschap voor motoren. Daarna scheidden zich ook de sportieve wegen van DDR en BRD.
Niet in de laatste plaats door de internationaal bezette Formule-3-races in de jaren zestig werd Schleiz het grootste motorsportevenement van de socialistische landen. Om de veiligheid te vergroten, werd het circuit – dat gebruik maakt van openbare wegen – twee keer verbouwd en ingekort. In 1988 werd de haarspeldbocht in de bebouwde kom vervangen door een doorsteekje met een chicane, waardoor de lengte terug werd gebracht naar 6,8 kilometer. In 2004 werd het circuit drastisch ingekort door de dwarsverbinding tussen ‘Seng’ en ‘Buchhübel’, waardoor de zuidelijke lus via de Heinrichsruher Kurve en de Waldkurve kwam te vervallen. Sindsdien is het circuit nog maar 3,8 kilometer lang, maar het onderscheidt zich mede dankzij het hoogteverschil van 44 meter nog altijd duidelijk van de vaak ‘synthetische’, moderne circuits elders, zeer tot genoegen van veel motorsportfans. Die hebben op de Schleizer Dreieck de keuze tussen de International Sidecar Trophy, het Driftfestival, VFV Oldtimer-GP, IDM en de ‘German TT’ (een titel die een belletje doet rinkelen).
Erheen
Het Thüringse stadje ligt ten zuiden van Gera en bereik je via de A9 van Berlijn naar Nürnberg, afslag Schleiz.
Overnachtingen
Aan de zuidrand van Schleiz, direct aan het oude circuit, ligt Hotel Luginsland (hotel-luginsland.de, tel. +49 3663 480530); ver buiten schot van de races, hoog boven het Hohewarte-stuwmeer bij Drognitz-Reitzengeschwenda ligt het hotel ‘Sommerfrische Lothramühle’ (naturhotel-sommerfrische.de, tel. +49 36737 209808).
Literatuur
’90 Jahre Schleizer Dreieck: Die wechselvolle Geschichte einer einzigartigen Rennstrecke’, HB-Werbung und Verlag, € 19,-
Circuitinfo