donderdag 21 november 2024

Toerisme Oostenrijk: Waldviertel

Mystieke plaatsen, originele mensen, geurige noedels met papaverzaad en lekkere motorwegen – het Waldviertel in noordelijk Oostenrijk heeft alles in zich om een tweede thuis te zijn. En niet alleen voor inwoners van het nabije Wenen…

‘Waar komt die dan vandaan?’ ‘Uit de grond, denk ik.’ ‘Is’ie echt?’ ‘Daar lijkt het wel op. Moet al lang dood zijn…’ Het felbruine dijbeenbot voor mijn en Britta’s laarzen komt duidelijk niet uit het ooievaarsnest boven ons hoofd, maar ontsnapte ergens uit het stralende witte knekelhuis van de kerk. Een passend voorspel voor de volgende dagen, die geheel in het teken van het onverklaarbare zullen staan.

Nergens in Europa vind je zo’n hoge mystiekfactor per vierkante kilometer (MFV) als in het Nederoostenrijkse Waldviertel. Vliegende schotels, aardstralen, heksencultuur, wankelende stenen en krachtvelden, elfen, dwergen en diverse spoken voelen zich hier thuis…

Pluk de zon

Carpe Solem, pluk de zon. We benutten de tijd tussen de koffie en het avondrood voor een verkenningsronde om hotel Schweighofer, onze uitvalsbasis. Leeeente… De Deauville speert uitgelaten als een speelse dolfijn door het glooiende heuvellandschap, waar echte snelheidssuperlatieven ontbreken – net als bij onze niet al te sterke Honda – maar dat desalniettemin toch regelmatig scoort. Elke kilometer weer. Je raakt hier enthousiast van de ‘minilatieven’… Alles is geweldig klein, vol en leeg tegelijk. Vol bossen, velden, weiden en dorpen, eenzame landwegen en honderden bochten. Gemaakt voor onze 650-er. Alleen voor ons? Levenstekenen in gehuchten als Niedernondorf en Großgöttfritz zijn de lucht van mest en inrichtingen met raadselachtige namen als ‘steekveehandel’. Alle landelijke pracht komt samen op een verzamelplaats van net gevelde boomstammen bij Ostra, van waar zich als een door het avondlicht rood geverfd tapijt het Waldviertelpanorama ontrolt. Een perfecte logeplaats, hoewel de stammen voor een fauteuil wat hard en klam zijn… Twee vogelstemmen slagen er in de hele zichtbare wereld te vullen met geluid.

Als door een tovenaar neergezet, staat de volgende ochtend een chroomglimmende roodgele Dyna Wide Glide op ons te wachten, klaar om de volgende dagen als journalistenkoets te fungeren. Daarbij staan ook nog een V-Rod, en de voorzitter van de plaatselijke MC. Zo ziet hij er tenminste uit. Heinz grijnst, en stelt zich voor als de bovenmeester van het buurdorp Rastenfeld. Hij is bereid zijn laatste vakantiedag niet aan zijn werktafel maar – als rollende begrippenlijst – aan het stuur door te brengen. Hij licht eerst ‘onze’ Harley even toe: akoestisch sterk met dank aan Supertrapp, en ook op andere gebieden mag hij er wezen, dankzij Mikuni’s en een Evo 3-nokkenas.

Ostarrichi

We trompetteren naar de burchtruïne van Gars, ooit de zetel van de eerste Oostenrijkse heersers: de Babenbergers. Onder hen dook als eerste op 1 november 996 de naam Ostarrichi op, voor de Oostmark van het rijk van Karel de Grote, en dat was de kiemcel voor het huidige land. De witte bloemen aan de bomen contrasteren liefelijk met de donkere muren, op de plek waar ’s zomers opera-aria’s klinken. Al sinds de achttiende eeuw heb je hier fantasievolle openluchtuitvoeringen. Toen braken de bewoners namelijk hun daken af, om de door Maria Theresia ingestelde dakbelasting te ontlopen.

Onder aan de burcht ligt het Kampdal, dat zijn naam ontleent aan het Keltische woord voor ‘de kromme’. Hoezo, motorvriendelijke weg? Met een vakkundig ‘Er ligt een slot in Oostenrijk’ op de lippen komen we langs de Rozenburcht, waar in de duistere kerkers, zo gaat het volkslied verder, ooit de gevangenen tussen het vocht en de slangen op hun terechtstelling wachtten.

 ‘De omgeving hier is heerlijk, en ik heb alles wat ik maar wensen kan’, schreef de Oostenrijkse nationale dichter Franz Grillparzer, toen hij in Greillenstein aangekomen was. Destijds zouden er tien kunstmatig gemaakte mensen – homunculi – in het huis geweest zijn, gemaakt door in zijn laboratorium de Waldviertelse alchemist graaf Johann Ferdinand von Kuefstein. Tegenwoordig wacht in het renaissanceslot van Greillenstein nog steeds een prachtige verzameling barokke tuinkabouters op bezoek. En de sporen van een oude beulswagen willen ook maar niet verdwijnen…

Toerisme: Zigzag door Emmental, Zwitserland

Geestenwater

Met een sikkelvormige bocht sturen we verder naar het zuiden, voeden onderweg het lichaam met stijl op de burcht Ottenstein en even later de geest met de kunst van beeldhouwer/boer Alfred Kurz. De beelden heten bijvoorbeeld Kattenmoeder, of Dragerin van het Leven, en ze staan als grote witte schaakstukken tussen de fruitbomen in de tuin van de kunstenaar.

Creatief is ook Johann Haider, voormalig waard en chef van de whiskystokerij in Roggenbreith bij Kirchschlag. Die stokerij had Haider met de nodige boerenslimheid ingericht met de opbrengsten van zijn vee. Dat hij weer verkocht had, omdat dankzij de EU de prijzen van runderen zouden gaan halveren. Zijn specialiteit is een ‘geestenwater’ dat voor 60 % van rogge en verder van gerst gestookt wordt. In Japan, het land met de hoogste whiskyconsumptie per onderdaan, beschouwen ze dat als anti-depressivum, vertelt hij. Nou ja, frisse lucht helpt ook, en dus starten wij de motoren, net op het moment dat er een buslading gedeprimeerden aankomt.

Heimat-hardcore

Steeds achter Heinz aan. Over straatjes, die als synchroonzwemmers de lijnen van de in het voorjaar nog donkere voren van de akkers volgen. Opgezogen uit de diepte van het Gföhler Wald, ook wel het Vergeten Woud. Uitgespogen, samen met de kronkelende reep asfalt, door het Grainbrunner Wald. Opgefleurd door roze en zachtgele bloesem aan knoestige takken, omzoemd door ijverige bijen en hommels, toegewuifd door kinderen op trekkers. Pure idylle. Plus het landschap van de Mariandl-films uit de vroege zestiger jaren; Heimat-hardcore met Hans Moser en Conny Froboess.

Meer bovennatuurlijk getint is ’s avonds het bezoek aan de geestenwerkplaats in St. Leonhard. Deze oude geheime plek heette vroeger Nidus Veneficae, veilig nest van de magische kunst (het betekent overigens ook gifmengster). Om in de stemming te komen een glaasje oogappelbowl, aangereikt door ceremoniemeester Leonhard Kubizek, oftewel Iroka. Een tentoonstelling belicht de verschillende spellen van de geestenwereld, waarin bestaande plekken en plaatsen uit het Waldviertel verstrengeld zijn met ongelofelijke taferelen. Heb je al eens van de onzichtbaar makende mantelwasserij gehoord? Dwergen benutten daarvoor de mist, want die maakt ze zonder mantel ook onzichtbaar. Voor het kippevel krijgen we ganzevel, daarom voor versterking tussendoor vleermuissoep met heksenstro: de eerste gang van het dr. Helbich geestendiner, genoemd naar de in 1878 hier in het Hornerwald spoorloos verdwenen privé-onderzoeker van het paranormale. Meer zal ik niet verraden.

Geen duiten

 ‘In deze omgeving werd in het jaar 1879 Lorenz Böhm Watzman bij een stropersduel gedood’, ontcijferen we anderendaags – dit keer begeleid door Christine en Herbert op hun Virago 1000 – het opschrift van een kruis bij Mühlbach. Net is dat duel in onze fantasie ontbrand, of we rollen het erf op van papiermolen Mörzinger in Bad Großpertholz. Wat een ellende, of beter, wat een strijd tegen windmolens. Achter de versleten gevel, voor de renovatie ontbreekt het duidelijk aan duiten, verbergt zich Oostenrijks enige papierfabriek, die nog handgeschept papier maakt – sinds 1789. Onvermoeibaar worden de lompen (geweven katoen) in stukjes geknipt, met water vermengd, gemalen, in de ton gegoten, met zeven geschept, op vilt gelegd en aan de lucht gedroogd. ‘Dun en gelijk maakt de armste papiermaker rijk’, maar of dat hier ook opgaat…?

Picobello presenteert zich maar 13 kilometer verder het middeleeuwse Weitra, met renaissanceslot, stadsmuren en graffitihuizen, beschilderd met comics uit de vroegste romeinse tijden. Alweer een plek waar je eindeloos kunt blijven hangen, niet in de laatste plaats omdat de oudste brouwerijstad van Oostenrijk over een interessante hoptechnische infrastructuur beschikt. Voor bier en braten is het echter nog te vroeg, en daarom rijden we via Gmünd naar Heidenreichstein, waar tegenover een machtige waterburcht in restaurant Burgstüberl gehakte Seitan op het menu staat.

 ‘Het probleem van de moderne mens is dat hij zich inbeeldt geen tijd te hebben’, babbelt tussen twee happen Hans Horvath over zijn levensfilosofie. Des te beter dat de Royal Enfield-importeur en eigenaar van de Classic Corner tijd voor ons heeft. Horvath kwam aangeploft op een klassieke (wat anders?) 500 Bullet Sixtyfive (vijfbak en elektrisch startend). Nog even een verklaring van Seitan: deze eiwitrijke natuurkost van meelgluten werd al 1000 jaar geleden door Zenmonniken gemaakt. Aan de Heidenreichsteiner Zomeracademie vind je het hele palet, van Feng Shui tot Sjamanisme.

Zwitserland: Tell en het Vierwoudstedenmeer

Klankkasten

Na wat foto’s van de Bullet voor de waterburcht en onder het afgedankte vliegtuig Magic Jet in Heidenreichstein, pruttelen we door naar de rondweg om Ruders. Een landweg van de beste kwaliteit. Mooi asfalt, zodat de 100-pk trekkers van de boeren goed kunnen gassen; of waarop de van alcohol gezwollen koppen niet zo door elkaar geschud worden. Ergens tussen Pfaffenschlag en Wiesmaden stopt Hans, en legt ons de voor deze omgeving typische carréboerderij met heg in de vorm van een gewei en wolfdak uit. Tweehonderd meter verder beroert hij al weer de killswitch.

Maar het geluid sterft niet weg. Tussen het rondvliegende zaagsel snijdt trommelbouwer Reinhard Puchinger met een motorzaag de klankkasten uit het volle hout. ‘Als ik niet oppas bij volgas, slaat hij omhoog en snijdt mij in mijn kop.’ Het gevaar lijkt echter klein, want na bijna 700 trommels zijn de bewegingen van de zaagmeester vloeiend en zeker.

In principe zou onze zoektocht nu via een afsteker naar Kautzen moeten leiden, waar Skorpionstein en een UFO-landingsplaats vooral de esoterisch-spiritueel aangelegde gemoederen in beweging houden. In plaats daarvan steken we echter liever tussen Raabs en Dorna de neuzen van onze laarzen in de koele avondlucht, slijpen zacht met de hakken over het asfalt onder de highway pegs.

Mozart

De volgende dag begroeten ons noppenbanden, samen met Elisabeth en Jo op hun Africa Twin. Zo veelkleurig als hun enduro zijn in Zwettl de Hundertwasserbronnen. Aanvankelijk wilde niemand die hebben (net als de twin?), maar nu houdt iedereen er van. Ja ja, de angst voor het onbekende. Een goede gelegenheid voor horizonverbreding biedt het barokke slot Rosenau, waar een uniek vrijmetselaarsmuseum over de band tussen vrijdenkers en hun loges informeert. Op een schilderij dat het interieur van een Weense loge in 1790 laat zien, ontdekken we Mozart. Bij een foto van een met een mensenmassa bedekt Heldenplatz in Wenen op 15 maart 1938, rijst spontaan de vraag hoe niet-blij Oostenrijk met de Anschluss bij het Duitse Rijk was… Gummibeertjes voor iedereen uit de topkoffer van Jo en we gaan verder door het Oberrosenauer Wald, waar Elisabeths vader vroeger als telefoonmonteur rondreed.

Haal op bij Harruck. 24 ton weegt de wankelsteen, die daar lichtvoetig op een rotsachtige ondergrond rust en –techniek is alles – aan het wankelen gebracht kan worden.  Meteen daarnaast kun je in de Klauskapel mogelijk zelfs een nieuwe motor scoren: wie met één ruk de klok drie keer kan laten klinken, mag een wens doen. Sommigen zijn overigens al gelukkig met de beek, waarin rivierkreeftjes en waterspreeuwen, of in het bos met witte bosanemoontjes en nu nog kale zwarte elzen. Omdat de natuur hier laat bloeit, nemen de hazelaars en abrikozenbomen een langere winterslaap. In het bijzonder op de bergtoppen heerst meestal een ‘een pullover meer’-klimaat. Des te beter bloeit het midden juli als men zich rondom het ‘Mohndorp’ Armschlag het oog zat kan drinken aan rood-, roze-, wit- en violetschakeringen.

 ‘Welkom in het krachtveld van Groß-Gerung’, spant zich uitnodigend een transparant over de straat in een van de mystieke centra van het Waldviertel. Wij voelen ons meteen goed, in het bijzonder op de straat van Arbesbach naar Rappottenstein. ‘Dit is ’s zomers ons geheime circuit.’ ‘Dat blijft zo niet lang geheim.’ ‘Geeft niks, we hebben tegenstanders nodig…’ Wie toch liever strijdt met de calorieën, kan terecht in Gasthof Seidl, Petrobruck. De zelfgemaakte Mohnnoedels (mohn is papaverzaad) met honing en rum zijn een gedicht. Net als overigens de bochten tussen Grein (aan de Donau) en Dimbach. ‘Je krijgt er zelfs kromme tenen van,’ verraadt Jo.

Gold Wing

Twee uur na de laatste mohnnoedel in Pretrobruck staan we voor het Oostenrijkse Motorfietsmuseum in Eggenburg, en wachten we op professor Friedrich Ehn, de directeur van de verzameling. Die komt even later aanzweven op een – wie had dat verwacht – parelmoerwitte Gold Wing uit ’96. ‘Omdat die kracht en plaats biedt, terwijl hij ook nog lekker rijdt’, verklaart de prof.

In het museum staan meer dan 300 fietsen van meer dan 200 merken en die vertegenwoordigen, aldus de slagzin, een ademtocht van de eeuwigheid. Ongetwijfeld weer zo’n plek waar je eindeloos kunt verpozen en ontdekken. De parels staan er onopvallend tussen de wat meer gewone mooie motoren. ‘Dat is mijn grap, het verstoppen van de fietsen met veel karaat,’ schertst de bevallig op een Vincent Black Prince leunende Ehn. In plaats van Prince is het overigens Rod Steward die ons via Radio Wien op de Gold Wing gezelschap biedt tijdens de volgende obligate rondrit door het Eggenburger gebied. Britta – die zich zo’n proefrit niet laat voorbijgaan – zit monsterlijk gemakkelijk op de verwarmde zetel van het muziekstoomschip.

Bijna jammer, dat de volgende dag de hemel weer zo schaamteloos blauw is. Niet omdat ons escorte van de dag – Gerhard op zijn Intruder en Leonhard op zijn Road King- ’s avonds de motoren willen wassen, maar omdat rotweer ideaal is om je vol goede moed en zonder slecht geweten in de tentoonstelling ‘Wie het gelooft, wordt zalig’ in Stift Zwettl onder te dompelen. Dan kun je  de veranderingen in wat mensen onder een wonder verstaan, ten volle tot je nemen. Nee, wij schrijden in ijltempo door de zalen, afwisselend bijgestaan door onze gids pater Maximiliaan en de audioguide, en we zijn het – zalig zijn zij die het snel begrijpen – eens: dit is met afstand de meest innovatieve tentoonstelling op onze planeet. Daar hoort wellicht nog een citaat van ene Marie von Ebner-Eschenbach bij: ‘Er bestaan geen wonderen voor wie zich niet verwonderen kan’.

Salonbeuschel

Voor de bevrediging van meer wereldse behoeften sturen we naar de kloosterlijke Stiftstaverne. De kaart roept enige vragen op. ‘Wat is eigenlijk Salonbeuschel?’ ‘Dat is long, een trainingsgerecht voor aanstaande vegetariërs – of voor veggies die van hun geloof dreigen te vallen.’ ‘En Grammelnoedels?’ ‘Milt, voor zover ik weet…’ We bestellen drie maal Waldviertler varkensgebraad in natuursap met aardappelknoedels en één maal mohnnoedels met rum. Tot de stomende schalen komen, hebben we tijd voor wat conversatie. ‘Het populairste kenteken in het Waldviertel is de M.’ ‘München?’ ‘Nee, een Wener die op zijn kop ligt.’ Ter verduidelijking: intussen zie je hier vaak meer Weners dan aardappelen. En wie houdt er nu van hoofdstedelingen die hier voor ontspanning komen en die dan denken dat hun mest naar roosjes ruikt?

Tijd voor de motoren. Het doel is nu het Ottensteiner stuwmeer, met de ruïne Lichtenfels. Het landschap heeft een zodanig Zweedse uitstraling, dat daar delen van Mankells ‘De terugkeer van de dansleraar’ werden gedraaid, een krimi waarvan het verhaal tot in de Tweede Wereldoorlog wortels blijkt te hebben. En dat past wel: niet ver van het stuwmeer ligt in Döllersheimer Ländchen de Truppenübungsplatz Allensteig, aangelegd door Hitler in het thuisland van zijn vaders moeder. Daar kleven weer de nodige verhalen aan. Elfhonderd families werden zonder schadevergoeding verdreven. In het strengste geheim lag op het uitgestrekte terrein een kamp voor krijgsgevangen; Franse officieren organiseerden daar de gevangenenuniversiteit Edelbach. Na de oorlog oefenden de Russen er tot 1957, en daarna de Oostenrijkers. In 1978 werden op het terrein opnamen gemaakt voor de oorlogsfilm ‘Steiner – das Eiserne Kreuz II’. De ruïnes van Dollersheim dienden als coulissen voor een Frans dorp aan het westelijke front. En tegenwoordig is het oefenterrein de grootste wildbraadleverancier van Niederösterreich. Als er niet net geoefend wordt, kun je zelfs zonder tank van Dollersheim naar Allensteig rijden.

Tussen Tiefenbach en Thurnberg kun je haarspeldbochten oefenen, terwijl je in het Thurnberger stuwmeer aan je hengeltechniek kunt werken. Of je gaat gewoon lekker op het terras van het Gasthof aan het meer zitten en bestelt een ‘Verlängerten’ (aangelengd drankje, of ‘vrouwendroom’ voor insiders) of een bruine (mokka met melk). Zoals een beroemde dichter ooit zei: ‘Mooi is het ergens anders ook, maar hier zijn we in ieder geval’. Dat zou iemand in de hemel boven Altpölla moeten stempelen. Wij staan daaronder, bij een geelwitte herdenkingsplaquette in een Marienhäuschen, van waar je blik over het Waldviertel zweeft, dat hier wegens erfopvolgingsgeschillen in smalle stukken (‘Wilhalmer Hosenträger’) is verdeeld, en waarvan wij graag wat mee naar huis zouden willen nemen. In plaats daarvan verdwijnen een paar uur later een fles Weißmohnöl en twee liter groene Veltliner in de koffers van de Deauville, zodat we niet met lege handen terugrijden naar de plek waarvan we – ongelofelijk genoeg – pas vijf dagen geleden vertrokken.

Zwitserland: Waldviertel

Algemene info

Algemeen: Het Waldviertel is het noordwestelijke deel van het bondsland Niederösterreich, en Wenen ligt 100 km verder naar het Oosten. In het noorden is het begrensd door Tsjechië, in het zuiden door de Donau, in het westen door het Mühlviertel en in het oosten door het Weinviertel. De hoogste top in dit heuvelland, dat naast bos en hei ook uit landbouwgrond bestaat, is met 1073 meter de Tischberg. De dalen van de belangrijkste rivieren Kamp, Krems en Thaya meanderen behoorlijk en een grote watervlakte biedt het Ottensteiner stuwmeer. Daar komen nog zo’n 1400 karperdijkjes bij. Het Waldviertel meet 60 bij 90 kilometer en er wonen ongeveer 200.000 mensen verspreid over het gebied. De centrale stad is Zwettl.

Mystiek: Niet in de laatste plaats zijn van economisch belang, naast bos- en landbouw, textiel- en glasindustrie – mystiek en magie. Populair zijn wichelroedewegen bij Dobersberg en Großschönau; de wankelstenen in natuurpark Blockheide bij Gmünd en bij de Klauskapel bij Groß-Gerungs; daar liggen ook een krachtveld en een steenpyramide; het druïdenontmoetingspunt aan de Ysperklamm; de Skorpionstein en UFO-landingsplaats bij Kautzen, de Himmelsleiter Schrems en belevenispark Anderswelt bij Heidenreichstein [w] www.anderswelt.at; en tenslotte de geestenwerkplaats in St. Leonhard [w] www.geisterwerkstatt.at.

Bezienswaardigheden: De hoogste berg of het diepste meer vind je hier niet, maar wel de kleinste stad van Oostenrijk: Hardegg, met 85 inwoners. En verder? De stichten (kloosters met hun gebied, in het Duits Stifte) Altenburg (www.stift-altenburg.at), Geras (www.stiftgeras.at) en Zwettl (www.stift-zwettl.at); De kastelen Greillenstein (www.greillenstein.at) en Rosenburg (www.rosenburg.at); de burchten  Heidenreichstein (www.tiscover.at/heidenreichstein), Raabs (www.raabs.info) en Rappottenstein (www.klangburg.at); de ruïnes Dobra (www.poella.at) en Stockzahn (www.arbesbach.at); Mohndorp Armschlag (www.mohndorf.at); brouwerij Weitra (www.brauereiweitra.co.at); Weinstraße Kamptal in Langenlois (www.weinstrasse-kamptal.at); Whiskystokerij in Kirchschlag (www.roggenhof.at); papierfabriek Mörzinger in Bad Großpertholz (www.papiermuehle.at); emigrantenmuseum in Allensteig (www.allensteig.net); vrijmetselaarsmuseum in Schloss Rosenau (www.schlosshotel.rosenau.at); motorfietsmuseum in Eggenburg (www.motorradmuseum.at); smalspoorbaan Litschau – Gmünd – Groß Gerungs (www.waldviertlerbahn.at); Karl-May-spelen in Gföhl (www.karl-may-spiele.at); Allegro Vivo in en om Horn (www.allegro-vivo.at); Opern Air in Gars (www.opernair.at).

Heenreis: via de Autobahnen (tol in Oostenrijk(!)) München – Salzburg – Wenen of Passau – Linz – Wenen en dan bijvoorbeeld de afrit Melk en via Bundesstraßen 216 en 36 richting Zwettl. Of door het Bayerischen Wald tot aan de grens bij Breitenberg en dan via Schwarzenberg en Freistadt naar het Waldviertel.

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen