Oost-Europa is – in tegenspraak met veel heersende clichés – een verrassend gevarieerd gebied. Bijvoorbeeld in Brno en Most, langs de Slowakije-ring, de Pannonia-ring en andere circuits. We starten een sportieve rondreis door de landen en over de kerbstones.
‘Carpe Diem – Omdat het leven is zoals het is, proberen we ons te revancheren’. Wat een introductietekst voor een circuit. We vinden deze filosofische regels (naar Paul Gauguin) op de homepage van de Pannonia-ring in Hongarije. Maar de boodschap is duidelijk: het leven is niet altijd even gemakkelijk en ook maar kort, dus geniet van het moment en haal er uit wat erin zit. We gaan er dus heen, via Oostenrijk en dan de Hongaarse grens over bij Sopron, in het noordwestelijke puntje van Hongarije. Vanaf daar zetten we koers naar de plaats met de fascinerende naam Ostffyasszonyfa, waar de Pannonia-ring net ten zuiden van ligt. In plaats van naar gillende en brullende motoren loodst ons navigatiesysteem ons aanvankelijk naar een stel wild blaffende honden bij een bushalte. Even later zitten we dan toch in een heel andere wereld, die van gemotoriseerde snelheid. Karlheinz en ik zitten tussen de vijf vrienden Hansi, Anna, Richi, Nico en Christoph in hun pitbox bij een even vochtige als vrolijke ‘après-moto’ na afloop van de Bizi’s Racedays.
Toertocht Frankrijk: zwieren in de Corrèze
De snelste rondetijd op de 4.740 meter lange baan was vandaag 1’58.07. Karlheinz mag het ook een aantal ronden proberen op zijn BMW R 1250 RS en hoewel hij bij lange na niet in de buurt komt van het record, krijgt de rookie wel applaus vanaf de pitmuur als hij over start-finish ronkt. Deze motorpret kost 110 euro per dag en als je de gepoetste kant boven houdt, rij je daarna op dezelfde motor weer gewoon naar huis. ‘In het midden van de band heb ik in elk geval nog profiel genoeg over om thuis te komen’, grijnst een rijder die bezig is om de spiegels weer terug te zetten op zijn Suzuki GSR600. Ondertussen zijn wij op zoek gegaan naar een onderkomen voor de nacht. Er zijn weliswaar kamers pal naast het circuit beschikbaar, maar hé; carpe diem én noctem – benut de dag én de nacht. Dus op naar Győr!
Knapperige varkensschenkel
Het hotel in Győr werd eigenlijk alleen maar opgepikt door de hotelkamerzoekmachine op m’n telefoon, als een tussenstop op weg naar de Euro-Ring bij Boedapest. Maar het centrum van Győr ontpopt zich als een ware toevalstreffer. Het sierlijke stadhuis zou zo door kunnen gaan voor een kasteel aan de Loire en er zijn ongetwijfeld een paar van de 13.000 werknemers van de plaatselijke Audi-fabriek te vinden die behoorlijk te spreken zijn over het kroegleven in de barokke oude binnenstad. En kun je het beter treffen dan in een rustig zijstraatje Hotel Corvin te vinden mét een beveiligde parkeerplaats, om daarna in Restaurant Pálffy Étterem een menukaart te krijgen die ropogós sertéscsülök – knapperige varkensschenkel – zelfs ook nog mooi weet te presenteren. Egészségére – proost!
Bij het ontbijt krijgen we bericht van de Euro-Ring: het circuit is vandaag gesloten vanwege de regen. Maar die regen valt alleen in de buurt van Boedapest, dus gaan we voor plan B: de B van Balaton, het grootste meer van Midden-Europa. Al te enthousiast worden we er niet van. Tussen Balatonalmádi en het schiereiland Tihany is nergens een leuke strandbar te vinden, alleen een eenzame visser geeft een beetje sfeer. Bij ons laat het geheel geen verpletterende indruk achter. Nou ja, in elk geval heeft aan het eind van deze dag na een nachtelijke zoektocht Hotel Platan in Székesfehérvár nog kamers vrij.
Arrogante kerel
Euro-Ring bij Örkény, tweede poging – nu met royale zonneschijn. Op de zuidelijke ring van Boedapest staat de dagelijkse file, naast ons een oude tweetakt-MZ met GoPro op het stuur. En de lucht? Die doet denken aan vroeger dagen van walmende auto’s en motoren. Maar eindelijk zijn we dan uit de enorme stad en rijden we eindeloos rechtuit door lanen in bonte herfstkleuren. Ergens langs de 5 staan twee dames van zo te zien bedenkelijke zeden voor een snel tussendoortje.
‘It’s a big problem in Hungary, people only want money, no work’, klaagt Lilla Szilaj, het vrouwelijke manusje-van-alles op de Euro-Ring, over het algemene tekort aan personeel. Ze gunt ons in de middagpauze een paar gratis rondjes op het 2.300 meter lange circuit bij Örkény, dat bestaat uit liefst tien linker- en twaalf rechterbochten, zonder lang recht stuk. Op deze kronkelbaan voelen we ons prima thuis op de R 1250 ShiftCam-boxer. Doordat de bochten langzamer zijn dan op de Pannonia-Ring en ook lekker overzichtelijk, zijn ze voor een beginner goed te leren. Hartelijk dank, Lilla!
Maar wat een arrogante kerel in het poortwachtershuisje van de Hungaroring, het topcircuit van Hongarije ten noordoosten van Boedapest, waar ook de Formule 1 rijdt. We kregen vooraf al geen antwoord op onze aanvraag per e-mail en nu zijn we zelfs als toeschouwer niet welkom, alsof we Fort Knox komen beroven! Maar op een of andere manier weten we toch binnen te komen, waarna we even relaxen in het sculptuur dat de vorm heeft van het circuit bij de ingang van de Hungaroring.
We nemen maar moeilijk afscheid van Viktor-Orbán-land. Bij Budakalász steken we de Donau over en dan… lekker sturen over de bosrijke slingerwegen van het Pilisgebergte richting Esztergom. Echt een fraaie rit. Rechtsaf zouden we nu over de 11 naar Visegrád kunnen gaan, een naam die je grijze cellen misschien net zo in werking zet als langs de Moezel het plaatsnaambord van Schengen; beide plaatsen zijn bekend geworden doordat er belangrijke internationale verdragen zijn getekend. Maar wij gaan rechtdoor over de Maria-Valeria-brug Slowakije in, met kaarsrechte schaduwlijnen van de stalen balken op het wegdek in de rode gloed van de zonsondergang. Prachtig. We vervolgen onze weg tot we de lichtjes van pension Mlyn in Radvan nad Dunajom bereiken. Eb daar proosten we driemaal met een welgemeend ‘na zdravie’ – op je gezondheid – voor dit uitstekende adres direct aan de Donau.
Bergrace
‘Babuschka en gridgirls’, zo zou je het volgende hoofdstuk kunnen omschrijven. De ene staat – in een bontgekleurde blouse en lange rok – vlak voor Komárno langs de 63, te midden van een koddig ensemble van tuinkabouters, prinsessen en andere decoratieve beeldjes die te koop worden aangeboden. De tweede categorie wandelt tamelijk schaars gekleed met gebruind lichaam op decoratieve wijze door de pitstraat van de Slovakia-Ring bij Orechová Potôn, ten zuidwesten van Bratislava. Dit circuit is volgens de opgewekte boodschap op de website – ‘Precies de juiste plek om je lekker uit te leven. Kom met uw motor naar ons en test de bijna zes kilometer hoogwaardig asfalt’. Dat doen we graag, en puur om een indruk te krijgen mogen we in de middagpauze als waren we Michael van der Mark op de BMW in bijna stralend ‘Austin Yellow mat-metallic’ een paar ronden rijden, langs de roodwitte kerbstones over het heerlijk stroeve asfalt, voordat de Lamborghini Huracan Super Trofeo’s, Mercedes-AMG GT3 & Co ons op de oren vliegen.
Hard gaat het ook in het komende septemberweekend tijdens de bergrace van Pezinok naar Baba. De bochtige weg slingert zich verleidelijk door de kleine Karpaten; een perfecte route ook voor de R 1250 Reise und Sport. Aan het eind van de dag én het eind van ons verblijf in Slowakije nemen we onze intrek in Hotel San in Holíč, vier kilometer voor de grens met Tsjechië.
Snelle Norma LMP3
Nog zeventig kilometer te gaan tot Brno, de plaats waar het fantastische GP-circuit van Tsjechië ligt. Voor de nodige voorpret zorgt onze route over de 419 tussen Hovorany en Nasedlovice; ook dit is een verkapt bergrace-circuit. Via de 54 komen we langs Slavkov u Brna, waar ooit geen benzine maar bloed vloeide, tijdens de slag van Austerlitz in 1805. Maar dan komen we aan bij het Automotodrom Brno! Het is druk op de Masaryk Racing Days, met een navenant bont rennerskwartier en dito startlijst. Die varieert van de gemeen snelle Norma LMP3 met Nissan-V8 van Petr Lisa tot aan de bijna veertig jaar oude Estonia-21 van de Poolse veteraan Andrzej Wojciechowski, die door zijn vrouw en dochter voor de start liefdevol en geroutineerd in de vijfpuntsgordels wordt gesnoerd.
Vanaf het circuit van Brno, de ‘Czech Adrenalin Factory since 1987’, gaan we naar Most, ‘The Most Fun Arena’. Da’s 305 kilometer in 5 uur en 18 minuten binnendoor, of 288 kilometer in 3 uur en 10 minuten via de snelweg. Die is in Tsjechië voor motorrijders tolvrij en het is bovendien al vier uur ’s middags. Geen lastige keuze dus. En zo bereiken we Hotel Pohádka in Most nog mooi op tijd om in het met sprookjesafbeeldingen opgesierde restaurant te kunnen genieten van goedgevulde borden en glazen.
Blijf jezelf uitdagen
Volgende dag: volgas op Autodrom Most, afgehuurd door DT Bike Promotion uit Gera. Ook van de partij is de Zweed Tomas Axelsson, die samen met Nadja Eleonora Milsten een niet persé piekfijn uitziende, maar wel razendsnelle zijspancombinatie over het circuit jaagt. Met een blok van een GSX-R1000 K8 in een ART-chassis van 2001. ‘Wij zijn de toppers hier, vorig jaar wonnen we de International Sidecar trophy’, vertelt Tomas, terwijl Nadja – die niet alleen bakkeniste, maar ook portretschilderes is – haar oordopjes voor de volgende sessie al in haar oren aan het friemelen is. Er tegenover staat Team Icke met een LCR-zijspan met Honda 600-blok. Aan de stuurhelften zit de 69-jarige Berlijner Günther Cloeden. ‘Ik reed al van 1976 tot en met 1980, ben toen gestopt en in 2013 weer begonnen. Ik werd alsmaar luier en slomer. En ja, wat doe je dan als vroeg gepensioneerde?’ Duidelijk. Blijkbaar kent ook Günther het credo ‘Use it or lose it’, dus zorg vooral dat je jezelf blijft uitdagen. En waar schud je jezelf meer wakker en prikkel je je zintuigen meer dan volgas op een circuit…?
Tekst en foto’s: Klaus H. Daams
Download de route Oost-Europese Circuits
Reisinfo
De Pannonia-Ring, Brno en Most zijn circuits die bij hobbycoureurs en recreatieve circuitrijders allang populair zijn. Verder zijn er de waarschijnlijk niet zo bekende circuits Euro-Ring en Slovakia-Ring, en eventueel ook het bekendere Rijeka in Kroatië (waar ook lang GP’s zijn verreden) en de Silisia Ring in Polen. En of je nou actief meedoet aan circuitdagen of als toeschouwer naar races gaat; ook buiten de circuits om heeft Oost-Europa (al deze landen zijn overigens EU-lid) beslist zijn charme. Met of zonder race-overall zeker aan te raden voor een ander soort vakantiereis.
Heenreis: Komend vanaf bijvoorbeeld München is het via Braunau am Inn, Melk, Sopron en Sárvár een goede 500 kilometer naar de Pannonia-Ring in Hongarije, dus vanaf Utrecht in totaal zo’n 1.300 kilometer.
Overnachtingen
In Györ: Hotel Corvin of het voormalige klooster Hotel Klastron.
In Székesfehérvár: Hotel Platan
In Radvan nad Dunajom, pal aan de Donau: Penzion Mlyn; op een heuveltop in het bos Motel Baba
In Holic: Hotel San
In Most: Hotel Pohádka of het ernaast gelegen Penzion U Pavla