Droge voeten houden tijdens overstromingen veroorzaakt door klimaatverandering? Zet deze motorroute langs de mooiste wierden en terpen van Groningen en Friesland alvast in je GPS.
Bij Lauwersoog veranderen wierden in terpen; de Groningse benaming voor wierden verandert in het Friese terpen. Water en land maken samen Noord-Nederland. Op oude kaarten bijvoorbeeld staat vanaf het Lauwersmeer tot Dokkum de Zuider Ee getekend. Dat is een oude geul waar getijdenwater doorheen stroomde. Deze waterweg slibde dicht en verloor zijn vaarfunctie, maar is nog altijd in het Friese landschap aanwezig.
De letters ‘-um’ in een Friese plaatsnaam verraden dat er oorspronkelijk een terp lag. Toch is Anjum zo plat als een polderpannenkoek en tikt onze route in Wierum de Waddenzee aan. De bescheiden stijging van de grafzerken bij het kerkje op de bult staat een schril contrast tot de hoge strakke zeedijk ernaast. De kerktorenspits lijkt er net bovenuit te steken. Dat maakt in een klap duidelijk dat er door de eeuwen heen nogal wat is veranderd én verbeterd op het gebied van waterkering en zeekering.
Tanktastocht #3 Biesbosch: genieten van de natuurpracht
Sporen van de mens
De smalle asfaltbaan van de Koaterhusterwei slaat wat slingers door het vlakke, lege land waar de groene streep van de zeedijk aan stuurboord lijkt te worden platgedrukt door de hemel. Bitgumermolen dankt zijn naam aan de korenmolen die hier vroeger stond, waar nu het staketsel van een kunstwerk aan herinnert. De mensen hebben eeuwenlang accenten in het landschap gezet en die ook weer verwijderd. Met de aanleg van dijken verloren wierden en terpen hun functie als vluchtheuvels. Veel werden afgegraven vanwege de vruchtbare aarde, de mest waarmee wierden en terpen eeuwenlang werden opgehoogd.
Ook zonder Zuider Ee weten schepen Dokkum te bereiken. In de wateren in en rond het vestingstadje dobberen plezierjachten. Op de kade van het Grootdiep parkeren we de motoren, Dokkum is bij uitstek geschikt om even de benen te strekken over de oude stadswallen van het bolwerk dat waterwolf en andere belegeraars buiten moest houden.
Ruim tien eeuwen voor het begin van onze jaartelling waren de uitgestrekte Noord-Nederlandse kwelders tussen Vlie en Eems al goed bewoonbaar. Door daling van het zeewaterpeil waren ze drooggevallen. Vooral de hogere delen, die niet voortdurend verziltten, waren goed bruikbaar als landbouwgrond en voor veeteelt. Vooral uit Drenthe kwamen de landbouwers en veehouders, omdat op de Hondsrug en andere hoge delen de grond was uitgeput. Zij wierpen de wierden en terpen op, verhoogde woongebieden in nog onbedijkt gebied, waar mensen en dieren een goed heenkomen vonden als het water steeg. De oudste van die vluchtheuvels dateren van rond 700 v.C.
Nepnieuws
Midden in wat nu Friesland heet, lag vroeger de Middelzee. Het zeespiegelpeil steeg weer, de oorspronkelijke huisplaatsen werden door de terpbewoners met kleizoden en mestplaggen opgehoogd. Later werden losse terpen samengevoegd tot grotere, waarop de latere terpnederzettingen ontstonden. Deze wierden en terpen worden beschouwd als de oudste tekenen van het Nederlandse cultuurlandschap. De verschillende op elkaar gestapelde lagen bestonden behalve uit klei ook uit menselijk en dierlijk afval. Daarin zijn unieke archeologische vondsten gedaan, zoals Romeinse munten die aantonen dat Friesland vroeger geen geïsoleerd gebied was aan de rand van de beschaving.
De Romein Plinius maakte in 47 n.C. een Romeinse veldtocht tegen de Friezen mee en heeft ons een beschrijving nagelaten over het Friesland van toen.
‘Daar stort de oceaan zich met twee tussenpozen per dag en nacht in een geweldige stroom uit over een onmetelijk land, zodat men bij deze eeuwige strijd in de gang der natuur twijfelt of de bodem tot de aarde of tot de zee behoort. Daar leeft een armzalig volk op hoge heuvels, door hen met de handen opgeworpen tot op het uit ervaring bekende peil van de hoogste vloed, en daarop hebben zij hun hutten gebouwd – zeevarenden gelijk als het water de omgeving bedekt, maar schipbreukelingen als het water zich heeft teruggetrokken. Dan jagen zij de vissen na die met het water trachten weg te vluchten. Vee hebben zij niet en ze kunnen zich dus niet voeden met melk. Evenmin lukt het ze een stuk wild te vangen, aangezien in de verre omtrek de zee elk struikgewas heeft weggespoeld. Van riet en biezen maken zij een soort touw, waarvan ze visnetten knopen. Aardkluiten die ze met hun handen uitsteken, laten ze meer nog in de wind dan door de zon drogen en ze branden die om eten te koken en hun door de noorderwind verstijfde leden te warmen.’
Nepnieuws zouden we dat vandaag de dag noemen en Plinius zou zijn sociale mediumaccount geblokkeerd zien als hij in 2024 dit soort nonsens zou verspreiden. Dan is het tegenwoordig een stuk aangenamer om door Friesland te toeren.
De terp van Hegebeintum
In Groningen spant de wierde van Ezinge de kroon, in Friesland is dat de terp van Hegebeintum. Bij het bezoekerscentrum ontmoeten we een vrijwilliger die ons als gids vergezelt. Zijn uitleg brengt de geschiedenis van dit Friese hoogtepunt tot leven. De terp van Hegebeintum werd niet afgegraven, want daar stond een kerkje op. Het oudste deel van het godshuis op het bergje is gemaakt van tufsteen, dat in de twaalfde eeuw uit de Eifel hierheen werd gehaald. Later leerden Friese monniken in Italië bakstenen maken, klei lag hier genoeg. De kerktoren is dus van later, want gemaakt van kloostermoppen. In de toren hangt een klok waarvan het uurwerk iedere dag met de hand moet worden opgewonden. Het kerkje werd van katholiek tot protestant bekeerd en is nog steeds in gebruik. Elke eerste zondag van de maand is er een kerkdienst. Iedereen mag voorgaan, onder één voorwaarde: de dienst moet in de Friese taal worden gehouden. De terp van Hegebeintum is met 8,8 meter boven NAP de hoogste van Nederland.
Toertocht Friesland: door het land van de Hemel Bouwer
Buiten wierden en terpen steken er nog andere verhogingen uit boven het Noord-Nederlandse landschap: de dijken. Vaak zijn ze eeuwenoud, zoals de Friese Slagtedijk. Dat is een regelrechte klassieker, hoog, smal en slingerend door het Friese weideland. Na Tzum kunnen we het niet laten om niet tenminste een stukje van een van de onbetwiste hoogtepunten van Friesland mee te pikken.
Rond het jaar 1000 werden de eerste dijken opgeworpen om de dorpsgebieden tegen de zee te beschermen. In de daaropvolgende eeuwen zijn die dijken met elkaar verbonden, totdat uiteindelijk zo’n beetje alle terpen waren omsloten. Daarna werd het verloren gegane land door extra bedijking teruggewonnen en werd er nieuw land op zee gewonnen, zoals het Oude Bildt in de 16de eeuw en later het Nieuwe Bildt. Daar is het ook mooi toeren, al zijn de wegen er niet zo vol met kronkels als bijvoorbeeld de Slagtedijk.
Ook Harlingen is het waard om iets langer te verpozen en langs het water achter de kloeke Waddendijk te slenteren. De haven verbindt Harlingen met Terschelling en Vlieland en de rest van de wereld. Wij wenden de motoren weer landinwaarts. Waar nu korenaren en vee op het land staan, staken ooit als eilanden de terpen boven het land uit. En daarlangs rijden we graag nog een keer onze Vluchtheuvelroute, die eindigt in Pingjum.
Download de route
Lengte tocht: 254 km
De tocht rijden we op zaterdag 27 juli. De tocht wordt individueel gereden en inschrijven is niet nodig!
De Terp van de Toekomst |
Veel oude terpen zijn afgegraven, maar wat er nog rest wordt als erfgoed gekoesterd. En er komt een nieuwe terp bij. ‘Waar de zee het land kust.’ Bij het dorp Blije is buitendijks een kunstproject gerealiseerd door het collectief Observatorium. Dit is een mysterieus gebied, tussen land, water en lucht in. Volgens berekeningen van de TU Delft gaat de zeespiegelstijging in het Waddengebied twee keer sneller dan op andere plekken langs de Nederlandse kust. Tijd dus voor een symbolische vluchtheuvel. Een Groeiende Terp, laag op laag, net zoals de eeuwenoude vluchtheuvels van Groningen en Friesland. Kunstenaar Ruud Reutlingsperger zegt over zijn Toekomstterp: ‘Wij hebben waarschijnlijk allemaal in onze jeugd of met onze kinderen op het strand zandkastelen, dammen, dijken en gaten gebouwd om de zee tegen te houden. Dat lukte natuurlijk nooit! Het verdween altijd weer in de zee en de volgende dag moest je weer opnieuw beginnen. Dat “gevecht” tegen de zee is wat ook dit landschap gemaakt heeft. De Terp is als zandkasteel de overtreffende trap.’ |
Tekst en foto’s: Michiel van Dam
Informatie over wierden, terpen, Groningen en Friesland |
www.friesland.nl www.visitgroningen.nl www.wierdenenterpen.nl Museum Wierdenland Ezinge: www.wierdenland.nl Museum en bezoekerscentrum Hegebeintum: www.terphegebeintum.nl Overnachten in Dokkum: www.bookingdokkum.nl Overnachten in Harlingen: www.hotelalmenum.nl |