Wolkom. Deze eerste Tanktastocht van het jaar brengt ons naar Friesland. Een eind rijden maar dan heb je ook wat. We beginnen onze tocht in Leeuwarden. Zo maken wij kennis met de Goggomobil van Vegter van Slooten, twee cilinder tweetakt, 296cc sterk, waarmee hij rond 1960 naar Kaapstad reed, en terug. Staan we in Grouw voor de deur van de commandopost Kring CoP B.B./Prov.CoP B.B./GCCV/PCCV en bezoeken we in Drachten de Papegaaienbuurt. De Papegaaienbuurt, in Drachten!
Ondertussen wordt er flink gereden, over de Burstumerdyk en de Sodumerdyk en de Peansterdyk, richting Veenhoop – gassen, mannen. Maar let op de rotondes, daar moet je tegenwoordig echt studie van maken. Eentje kon ik met goed fatsoen niet meer af en toen heb ik maar een extra rondje gereden, er was toch niemand in de buurt. Ook bezocht: het Meijer Motoren Museum, aan de Oudebildtdijk 894. Over staande en liggende compressoren, inblaasdiesels en rollerforks – die laatste gaan de hele wereld over!
Het feest begint in Leeuwarden, heerlijk stadje met zijn Oldehove en zijn Princessehof en zijn Nieuwe Kade – goh jongens, ik zou hier zo kunnen wonen. Teneinde onze horizon te verbreden bezoeken we ’t andere Museum, aan de Oostersingel – een ware uitdragerij van oldtimers en aanverwanten, bestierd door Mayken Geersing, een struise dame op leeftijd, en zoon Jan-Kees. Blikvanger is die Goggomobil van Vegter van Slooten, zo klein dat-ie met gemak in een Kip-caravan kan worden geschoven. Dat je met 15 (!!!) pk naar Afrika durft te rijden – onbegrijpelijk!
Beeldig
Onder Leeuwarden duiken we meteen in de weidsheid van het Friese land – grote, groene landerijen met hier en daar een pluk bomen waarachter zich kolossale stolpboerderijen bevinden of een fraaie kop-hals-rompboerderij. Stil is het hier ook en af en toe schuift er een zeiltje langs de horizon, ten teken dat zich daar sloot of meer bevindt, ook zo kenmerkend voor dit land. Minstens zo mooi: de eenvoudige arbeidershuisjes waar de knechten woonden die de herenboeren hielpen met het verwerven van hun rijkdom, bijvoorbeeld langs de Boarnsterwei – beeldig.
Het leuke van zo’n tanktastocht is dat het je op plaatsen brengt die je uit jezelf niet gauw zou bezoeken. Zo had ik niks met Drachten – wat kun je daar nou van verwachten? Kijk, en dan liggen de verrassingen op de loer. Een wereldstad is het niet maar ze hebben wel de Papegaaienbuurt – na honderd jaar nog steeds iets bijzonders. Dat zit ‘m niet zozeer in de architectuur als wel in het gebruik van de primaire kleuren geel, rood en blauw voor het houtwerk zoals kozijnen en deuren. Het effect is bizar, zeker ook als je binnen kijkt, in het Van Doesburg-Rinsemahuis, genoemd naar Theo van Doesburg, grondlegger van kunstbeweging De Stijl, en zijn Drachtster vrienden, de schoenmakers/kunstenaars Evert en Thijs Rinsema.
Karrenspoor
Heel bevreemdend om wat je gewend bent te zien, ineens in een andere kleur tegen te komen. Dat vond de Drachtster bevolking destijds ook want een bijnaam voor het buurtje was al snel gevonden. En amper twee jaar na voltooiing van de huizen waren kozijnen en deuren alweer in het gebruikelijke donkergroen en crème overgeschilderd. Gelukkig is de Papegaaienbuurt de afgelopen jaren in de oorspronkelijke staat teruggebracht waarmee ook Drachten nu zijn plaats in de geschiedenis weer heeft ingenomen.
Grappig. Waar we net nog de weidsheid van Friesland bezongen, wachten ons boven Drachten de Friese Wouden. Een kleinschalig landschap van bos en weide op waardoor het heerlijk slingeren is, eerst over de Bildwei, later de Zwarteweg en ten slotte de Jelke Sjoerdsloane – een karrenspoor waarop je makkelijk weg slipt. Pas als we Eernewoude achter ons hebben gelaten, breekt het landschap weer open en kachelen we de ruimte in, over de Ottemaweg recht naar het noorden. Wel oppassen: hier en daar hebben ze van die gemene drempels neergelegd; die richting Roodkerk/Readtsjerk zal ik nooit vergeten, m’n ballen zaten in m’n keel!
Wadgarnalen
Onderweg passeren we het ene na het andere kostelijke oord; eerst Rottevalle met zijn Havenwei en een piepklein werfje, later Readtsjerk, niet meer dan een kerk op een terp met wat boerderijen eromheen, en ten slotte Birdaard – zo’n natuurlijk gegroeide plaats bij een brug over het water en ja, dan kan een café niet ontbreken, schippers hebben ook dorst. We naderen nu de Waddenkust en dat betekent licht en ruimte en eindeloze vergezichten – voor ons het moment om er eens flink de sokken in te zetten. Pas bij Zwarte Haan, achter een broodje wadgarnalen, komen we tot onszelf. Rustig aan, boys!
We bevinden ons hier in Het Bildt – in de middeleeuwen nog een zeearm die vrijwel tot Leeuwarden reikte. Door verlanding en bedijking werd deze Middelzee steeds verder teruggedrongen en na 1500 sloten eerst de Oude Bildtdijk en later de Nieuwe Bildtdijk de zeearm helemaal af. De landeigenaar schakelde daarbij drie broers uit Dordrecht in die op hun beurt weer gebruikmaakten van arbeiders uit eigen streek en Zeeland. Eind van het liedje: Het Bildt zou uiteindelijk vooral worden bewoond en bewerkt door (Zuid-)Hollanders en Zeeuwen en de taal die er nu nog wordt gesproken, het Bildts, is niet Fries maar Nederlands met Friese invloeden.
Oant sjen
Wat je ook niet verwacht: dat hier, in een uithoek van Nederland, een bedrijf zit dat een product maakt waarvoor grote jongens als Toyota bereid zijn dat hele eind naar de Oudebildtdijk 894 af te leggen – hij meet in totaal veertien kilometer! Het gaat om Meijer Handling Solutions en het product betreft rollerforks – het kost ons even voordat we begrijpen wat engineer Jacob de Haan bedoelt. Hij leidt ons rond door het Meijer Motoren Museum – de vrucht van vijftig jaar verzamelen door de oude heer Meijer. Ja, er staan ook een paar klassieke motoren waaronder een Triumph zijklepper met zo’n heel hoog zadel voor de duopassagier en een enorme koplamp.
Maar de waarde van het museum zit ‘m vooral in de prachtige collectie oude (scheeps-)motoren en de uitleg die Jacob erbij weet te geven. Echt voorbeeldig!
Oant sjen, roept hij ons nog na, tot ziens!
Download de route Leeuwarden
Als het mag, gaan we weer: TankTasTocht #1 Leeuwarden
Vrijblijvend toeren in de 1,5 meter maatschappij. Dus als we elkaar de ruimte geven, zijn we lekker coronaproof bezig.
Wanneer: 22 mei
Lengte toer: 169 km
Start:
Van der Valk Hotel Leeuwarden
Lynbaan 35 – Leeuwarden
Fotostop (Tussen 13:00 en 15:00 uur):
Restaurant It Polderhus
Kraenlânswei 1
9215 VZ – De Veenhoop