Dan zeggen ze wel eens wat over Noord-Korea of de Berlijnse Muur, maar een van de dodelijkste grenzen lag gewoon tussen Nederland en België. We volgen het spannende spoor van De Dodendraad tijdens onze Schemerrit van zaterdag 16 september.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/Schemerrit-2017.gpx”]
Tekst en foto’s Jan Dirk Onrust
Een draad van 350 kilometer lang met tweeduizend volt erop, duizenden bewakers en zo nu en dan een mijnenveld. Een dergelijke grens verwacht je in een ver land met een maffe dictator, niet tussen twee van de braafste landen van Europa. Toch was die er en hij kostte het leven aan honderden, misschien zelfs meer dan duizend Belgen die hun land probeerden te ontvluchten tussen 1915 en 1918.
De Dodendraad, zoals hij al snel werd genoemd, is het thema van de Promotor Schemerrit van zaterdag 19 september. Schemerrit? Ja, dat is oude vertrouwde Nachtrit, maar dan een paar uurtjes vroeger, dus lichter. Toch zal het een duistere tocht worden over soms smalle weggetjes waar aan een het eind opeens de Draad kan opduiken met een waarschuwingsbord erbij: ACHTUNG Hoogspanning – Doodsgevaar…
Doodsgevaar
Oké, het valt nu wel mee met het doodsgevaar, want het zijn kleine stukjes replica die niet onder stroom staan. De originele Dodendraad werd vrijwel direct na de Eerste Wereldoorlog verwijderd en daarmee ook een beetje uit de geschiedenis gewist. De Draad lijkt te zijn verdwenen uit ons collectieve geheugen. Dat zou jammer zijn, want juist de geschiedenis van de Draad laat zien hoe twee neutrale landen waar nooit wat leek te gebeuren plotseling in een hel terechtkwamen. De hel was uiteraard de Eerste Wereldoorlog. De machtsverhoudingen waren in het rommelende Europa van1914 zo onduidelijk dat iets te veel landen baat dacht te hebben bij een oorlog. Ze hadden het ook met een potje voetbal kunnen oplossen, wordt wel eens gezegd, maar het werd een potje vechten. Met Duitsland en Frankrijk voorop.
Binnen zonder kloppen
België en Nederland zagen er niets in en verklaarden zich neutraal. Ook goed, zeiden de Duitsers, maar dan willen we wil een vrije doortocht hebben door België om de Fransen vanuit het noorden te grazen te nemen. De Belgen weigerden en twee dagen later vielen de Duitsers zonder kloppen binnen. De Britten die de neutraliteit van België hadden gegarandeerd verklaarden hierop Duitsland de oorlog. En zo lagen alle Europese grootmachten binnen een week op de vechtmat.
Miljoen vluchtende Belgen
Toen de Duitsers in oktober Antwerpen met grof geweld dreigden aan te vallen, namen naar schatting een miljoen Belgen de benen naar het neutrale Nederland. Grensdorpen en steden konden dat bij lange na niet aan. Duizenden vluchtelingen moesten op straat slapen in die eerste dagen. De Duitsers zagen de vlucht met argusogen aan. Vooral omdat er tussen de vluchtingen soldaten, spionnen en vrijwilligers zaten die zich via Nederland wel eens bij de Fransen zouden kunnen aansluiten om tegen de Duitsers te vechten. Ook Duitse deserteurs zochten in Nederland een veilig heenkomen. Om de uitstroom te stoppen, probeerden de Duitsers eerst met soldaten de grens onder controle te krijgen. Hele stukken bos werden neergehaald om een beter zicht te hebben. Het hielp niet en kostte bovendien teveel mankracht. Toen kwam de Draad, die de Duitsers al op kleine schaal hadden uitgetest aan de Zwitserse grens.
De Hochspannungshindernis, zoals de Duitsers het noemden, liep van de Belgische kust tot het toenmalige vierlandenpunt en had een lengte van 332 kilometer. De werkelijke landsgrens was 450 kilometer lang. Er was dus heel wat van de kartelige grens afgesneden. Een keer pakten de Duitsers per ongeluk een stuk Nederland mee, wat tot protesten leidde en werd teruggeven. De rest ging van het Belgisch grondgebied af. Dat werd niemandsland, waar smokkel hoogtij vierde.
Hooggespannen T-shirt
De Schemerrit volgt een belangrijk deel van Dodendraad. We beginnen rond 15:30 uur aan de tocht vanuit een restaurant in de buurt van Willemstad, na de met koffie en met een hoogspannend T-shirt. Bij het Vlaamse Essen gaan we de grens over. Hier wacht een bonte verzameling grenswegen en weggetjes. Soms zo klein als een fietspad, soms doodlopend en bij een vreemde uitkijktoren in the middle of nowhere weer terug. We gaan regelmatig door lintdorpen en steken meerdere keren de grens over. Op Nederlands grondgebied doen we aan het begin van de avond een buffet. Daarna vervolgen we onze schimmige route tot we onder Eindhoven zitten. Hier besluiten we met koffie en een snack.
Zo af en toe komen we een herinnering aan de Dodendraad tegen. Stukken van het driedelige hek die opnieuw zijn aangelegd, een schakelhuisje en andere rekwisieten. Het gaat om replica’s van het origineel. Maar als je heel goed oplet, zie je in het schrikdraad van boeren soms de originele porseleinen hoogspanningsisolators zitten.
Barakkenkampen
De bemande schakelhuisjes, zoals in Zondereigen, waren in de oorlog ongeveer om de kilometer te vinden. Er moeten er dus meer dan honderd zijn geweest. Toch oogde de grens lang niet zo grimmig als de latere Berlijnse Muur of de grens tussen de Korea’s. Daarin heeft een deel van het grote gevaar gezeten. Honderden, mogelijk zelfs meer dan duizend Belgen en Duitse deserteurs werden geëlektrocuteerd. Veel mensen wisten in die tijd nauwelijks wat elektriciteit was.
Wat deed Nederland tegen het wrede dodenhek? Bijzonder weinig. We vonden het eigenlijk wel best. Nederlandse grenswachten stonden de Belgen juist op te wachten bij de zwakke punten in de grens om ze vervolgens terug te sturen.
Na de massale inzet om de miljoen Belgen onder te brengen, raakte het enthousiasme door incidenten en voedseltekorten snel bekoeld. Wederzijds. Veel Belgen kwamen in barakkenkampen – de zogenaamde Belgendorpen – terecht en waar ze het eten niet te vreten vonden en soms onder een streng regiem stonden. Nog voor het einde van de oorlog waren negen van de tien vluchtelingen alweer teruggekeerd. Tussen de Nederlanders en de Belgen zat meer dan alleen een draad.