Vliegen een Amerikaan, Brit en Duitser over de Noord-Hollandse polder… Drie motormaten rijden op een Harley, Triumph en BMW langs een motorroute door Noord-Holland die van boven is bepaald. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortten er meer dan zesduizend gevechtsvliegtuigen neer boven Nederland. Een aanzienlijk deel daarvan kwam neer in Noord-Holland. Hun propellers zijn nu de waypoints voor de route Propellers in de Prut.
De propeller aan de Machineweg in het Amsterdamse havengebied valt in het niet bij de reusachtige windturbines die er omheen staan te molenwieken. Op 30 januari 1944 stortte de Britse Lancaster-bommenwerper JB659 neer in de polder tussen Haarlem en Amsterdam, recht op de boerderij van de familie Van der Bijl. In totaal kwamen zes familieleden en alle zeven bemanningsleden daarbij om het leven. Het monument dat hun nagedachtenis eert bestaat uit een plaquette, twee stukken muur en daartussen een sokkel met daarop de propeller met omgebogen bladen.
Zes cilinders slaan aan en de motoren brommen langs de Afrikahaven en linksaf langs het Noordzeekanaal, ook in de Tweede Wereldoorlog al een bedrijvige economische levensader met links de sluizen van IJmuiden en rechts de haven van Amsterdam en de Fokkerfabriek. Daar werd heel wat afgevuurd, van boven naar beneden en ook in omgekeerde richting.
Over het kanaal
Een veerboot verzorgt het transport over het kanaal. Alleen de eigenzinnige Brit heeft geen gezichtsmasker bij zich, het blijft een volk apart. Gelukkig doet de veerman niet moeilijk en als de Triumph-rijder zijn vizier dichthoudt, mag hij toch mee aan boord. Zo blijft de propellertoer niet meteen steken in de eerste de beste prutgoot. De BMW is herkenbaar in silhouet door de cilinders als bommenlast onder de vleugels. Daarboven steekt Von Richthofen uit, die als een Duitse dog achter zijn prooi aan in de Sportster-spiegels blijft kleven. Daartussen weeft Sir Fristy zijn zigzagbaan, ogenschijnlijk nog even fris en fruitig als zo’n veertig jaar geleden toen de mannen hun vriendschap smeedden.
Aan gene zijde van het kanaal zwieren de motoren over een pracht van een dijkweg die Mister Harley uit zijn Star & Stipes-hoed heeft getoverd. ‘Way to go, Uncle Sam!’ Zoals geallieerde vliegeniers buiten de Duitse flakschootsbanen (de Ami’s vlogen overdag) en zoeklichten (de Tommies vlogen ’s nachts) probeerden te blijven, zo probeert de ‘road captain’ zo veel mogelijk de drukke verkeerswegen te vermijden waarover ANWB-borden, Garmin Zümo en Google Maps ons in een gezamenlijk complot proberen te dwingen.
Buiten goede stuurmanskunst is een fijne neus voor navigatie van levensbelang. Hier en daar kruist de route een ‘vapour trail’ van een provinciale weg, maar dan duiken we meteen weer onder de radar op kleine zijweggetjes door de polder, die verrassend bochtig blijken te zijn, zoals de Assendelver Zeedijk bewijst.
Luchtoorlogmuseum Icarus et Mars
Squadron halt! Rechts van de bocht trekt een zwart-witfoto van Tweede-Wereldoorlogvliegeniers de aandacht op een schaftkeet. Omgebouwd naar toiletgebouw ten behoeve van bezoekers van het Luchtoorlogmuseum Icarus et Mars aan gene zijde van de bocht. Hoe zouden die vliegeniers dat trouwens gedaan hebben, na een ‘can of coke’, ‘mug of tea’, dan wel ‘Tasse Ersatzbohnenkaffee’ hup de lucht in, met ijskoude wind die het op de blaas heeft gemunt? We krijgen geen tijd om ons in deze interessante historische materie te verdiepen, want daar hebben we Johan Graas.
TankTasTocht #3: In regen en wind door West-Friesland
Jazeker, die Honda Shadow op de parkeerplaats is van hem… en verder ook een ongebreidelde passie voor alles wat met de Luchtoorlog 40-45 boven Nederland te maken heeft. Nog maar een paar maanden geleden kwam Johan in het nieuws vanwege het lichten van de Tweede-Wereldoorlogbommenwerper BK 716 uit het Markermeer.
Maar er is meer. Veel meer. Al vanaf zijn jeugd is Johan gefascineerd door de sporen, die genoemde luchtoorlog in de Hollandse bodem heeft achtergelaten. In 1989 opende hij in dit voormalige kruithuis van de Stelling van Amsterdam zijn eerste museum. Icarus et Mars blijft Graas’ troetelkind, maar deze locatie is al lang te klein voor zijn verzameling en ambities.
Wieltje van een Spitfire
Johan Graas kan mooi en goed praten. Dat is niet alleen ons opgevallen, maar ook de commissie die zich boog over wie toch Fort Velthuis zou mogen gebruiken voor een Doel ten Nut van het Algemeen Belang, of zoiets. Kortom: het slechts enkele krukasomwentelingen verderop gelegen fort, ook ex-Stellingvan bevat nu het leeuwendeel van Johans collectie.
‘Ik haak nooit af, echt niet!’ Want het is Johan niet in eerste instantie te doen om de voorwerpen zoals in de polder gecrashte, verbogen en daarna weer opgegraven vliegtuigmotoren en hun propellers. ’Het gaat mij om de mensen, niet om de spullen.’ Zo’n 6.500 vliegtuigen zijn er volgens Johan in Nederland neergestort tijdens de Tweede Wereldoorlog. ‘Zo’n 2.500 Britse, 1.800 Amerikaanse en de rest Duitse kisten.’ De neus eerst, waarbij de propeller kneusde, de rest van het vliegtuig vouwde zich daar vervolgens in op, kreukelzone na kreukelzone.
Het gaat om de mensen aan boord, maar ook om kleine details zoals een wieltje dat meer dan 75 jaar aan een Noord-Hollandse boerenkruiwagen zat. Zo’n wieltje kwam dus wel van een Spitfire en bevat dus mooi nog wel lucht uit de Tweede Wereldoorlog! Dat soort details maken het moeilijk om weer achter de stuurknuppels te springen.
Kronkelende weggetjes
De vleugels tippen als eerbetoon aan Johan en de vliegeniers-van-toen. Dan daveren de motoren sonoor voort over de Communicatieweg met het propellermonument van de Amerikaanse B-17 die hier op 14 februari 1945 neerstortte. Stoplichten vergemakkelijken het invoegen op de bulderbaan van de N203, dan buigen de motoren rechtsaf. Tussen rechte polderbanen kronkelen weggetjes uit de tijd dat wagenbouwkundigen niet met een lineaal, maar met een zweterige ganzenveer werkten.
De navigator houdt de koers nauwlettend in de gaten en corrigeert waar nodig de route. Krommenie, Wormer, West-Graftdijk, Driehuizen en Grootschermer trekken voorbij. Pas in Westbeemster gaat het landingsgestel weer uit bij het gebouw van taveerne De Kerckhaen. In de nacht van 25 op 26 juni 1943 werd de Britse Lancaster ED988 door de Duitsers neergehaald. Het toestel stortte brandend neer en ontplofte, waarbij een van de motoren over de weg en het kerkgebouw heen vloog tegen de muur van De Kerckhaen. Van het vliegtuig en de bemanning bleef niets over, een plaquette herinnert sinds 2018 aan deze noodlottige gebeurtenis.
Vliegtuigwrakken
Over heel Nederland liggen vliegtuigwrakken verspreid, maar Noord-Holland vormt het epicentrum. Dat is geen wonder, want de kortste route vanaf de luchtmachtbasissen in Engeland naar de doelen in Duitsland en vice versa ging over het IJsselmeer en de corridor van Egmond. Boxer, staande twin en V-twin daveren voort over slingerende wegen naar Opmeer. Daar toch een stukje provinciale weg N241, want daaraan staat het propellermonument voor de Engelse Short Stirling-bommenwerper N3654 15 SQN. Deze bommenwerper is op 11 mei 1941 neergestort in Opmeer, waarbij ook deze bemanning om het leven kwam.
Te Midwoud staat de propeller op een mooiere plaats, tussen het struweel bij de N.H. Kerk in Midwoud. Dit monument is opgericht ter nagedachtenis aan acht Amerikaanse bemanningsleden die zijn omgekomen toen hun bommenwerper op 20 januari 1945 neerstortte en aan een plaatselijke verzetsman die op 17 februari 1945 is doodgeschoten.
IJssel- en Markermeer
Urenlang zaten de luchtoorlogvliegeniers in hun koude toestellen, heen en weer geslingerd tussen Engeland en Duitsland, tussen luchtdoelgeschut en Duitse jagers, tussen angst en vrees. Op de motoren vliegen daarentegen de kilometers comfortabel voorbij.
Volgende doelwit: Enkhuizen met uitzicht op het water van IJssel- en Markermeer. Hoeveel propellers liggen daar nog meters diep in de prut? Een paar maanden geleden werden de resten van een Engelse Sterling uit het water gezeefd. Johan Graas was er natuurlijk bij, hij verruilde daarvoor graag zijn motorfiets voor een motorboot. Zo ver gaat deze propellers-in-de-prutroute niet. De drie motorrijders scheren over Hoorn naar Monnickendam, via de propeller naast de kerk op naar het visserseiland Marken. Bij dorpshuis Het Trefpunt staat een propeller die in 2008 werd opgevist. ‘Ik bracht hen tot hier’, staat er op het propellermonument, ter herinnering aan de crash van de Short Stirling BK710 in de nacht van 25 mei 1943.
Om daar te komen moeten de motoren op het parkeerterrein blijven en de rijders een stukje lopen. Dat is een kleine moeite. Veel van de Tweede-Wereldoorlogvliegeniers waren in de twintig, net als deze drie motormaten toen ze zo’n 35 jaar geleden hun eerste motorrondjes draaiden. Maar die toenmalige Uncle Sams, Sir Fristy’s en Von Richthofen kregen niet de kans om met een rimpel op het voorhoofd en een glimlach rond de mond een waardige seniorenrit te maken. Aan hun nagedachtenis is deze propellers-in-de-prutroute opgedragen.
Musea over luchtoorlog 1940-1945
Speling van het lot: door de opkomst van het luchtwapen werd het strategisch belang van de Stelling van Amsterdam teniet gedaan, zoals het Kruitmagazijn en het Fort Velthuis waarin nu de exposities over de Luchtoorlog in de Tweede Wereldoorlog zijn samengesteld.
De Luchtoorlogmusea 40-45 in Assendelft en Uitgeest worden beheerd door de Stichting Icarus et Mars en de Aircraft Recovery Group, allebei opgericht door Johan Graas.
Fokkermedewerkers hadden een gezegde:
‘Als je over vliegtuigen praat, dan kijken de meeste mensen naar de hemel. Behalve Johan Graas. Die kijkt dan naar de grond.’
In het museum Icarus et Mars komt het kleinere, menselijke verhaal van de Luchtoorlog 40-45 aan bod. Ook is er een expositie over Ab Homburg, de “vergeten soldaat van Oranje” waar Johan Graas een boek over schreef. Museum Fort Velthuis biedt meer het grotere verhaal, onderverdeeld in verschillende ruimtes die toch weer elk aan een eigen, vaak persoonsgebonden, thema zijn gewijd.
Informatie: www.icarusetmars.com, www.arg1940-1945.nl.
LET OP: de route wordt direct gedownload en is terug te vinden in de downloadmap van de computer