Een Rondje Duitsland die zo’n beetje al het middelgebergte elkaar rijgt. Da’s fijn, da’s leuk, da’s sturen. Wij sturen Duitslandkenner Michiel van Dam vooruit om uit te vogelen of de route echt geeft wat het belooft.
Deel 1 (Dag 1 van de route:
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/rondje-duitsland.gpx (Dag 1 Slenakerhof-Rosenhof 325 km 1).gpx”]
Michiel van Dam
Nederlandse motorrijders wordt wel eens Germanomie verweten, een overdreven voorliefde voor motorrijden in Duitsland. Dat is overdreven, maar feit is nu eenmaal dat Duitsland op de motor makkelijk en snel te bereiken is. Al vlak na de grens opent het landschap zich naar onlaaglandse wijdten en is het meteen heerlijk toeren tussen bossen, heuvels en bergen.
Na de grensovergang bij Rheine rij ik onmiskenbaar in Duitsland. Vakwerkhuizen sieren de dorpen en achter de vlakte tussen Münster en Osnabrück verheft de aarde zich in een golvende lijn. Dat is het smalle, maar langgerekte Teutoburger Woud, bron van Duitse mythen en sagen. Hier kregen de Romeinse legioenen van veldheer Varus in 9 na Christus dusdanig klop van ‘wilde barbaren met woestblauwe ogen’ onder leiding van de Germaanse veldheer Armenius, dat de overlevende Romeinen zich ijlings terugtrokken achter de Rijn. En zolang het Romeinse Rijk nog bestond, kwamen ze daar ook niet meer achter vandaan. Niet alleen de inwoners van een klein Frans dorpje in Gallië, maar ook die Teutoonse rakkers stonden hun mannetje. Bij Detmold stop ik nog even bij het Hermannsmonument. Het waren de Romeinen die Armenius zijn Latijnse naam in de geschiedenis gaven, maar zijn echte naam weet niemand meer. De Duitsers hebben hem daarom Hermann gedoopt en er ook maar een imposant beeld aan gewijd. De Varusslag heeft zoals wij nu weten, helemaal niet bij Detmold plaatsgevonden maar bij Kalkriese. Het monument voor de Germanenleider en Romeinen-basher is er niet minder om en blijft een belangrijke toeristische trekpleister.
Weserbergland
Bij Porta Westfalica, de nauwe kloof waar de Weser doorheen stroomt, voert een kronkelweg de Wittekindsberg op, waar de Pruissenkeizer Wilhelm I een schitterend uitzicht heeft vanaf zijn sokkel onder een baldakijn. Net zoals bij het Hermannsdenkmal verdringen zich ook hier de toeristen die ik verder in de streek nergens tegenkom. Je kan het hun niet kwalijk nemen: ze zijn van de buschauffeur afhankelijk en hebben geen vrije keuze om naar believen hun neus achterna te rijden.
Na het Teutoburger Woud komen de heuvels van het Weserbergland in het vizier. Hamelen, Burcht Polle, Holzminden, Sababurg – wie op school en bij het voorlezen thuis goed heeft opgelet weet meteen: Rattenvanger, Assepoester, Baron van Münchhausen en het Doornroosje in het Reinhardswald, waar knoestige boomstammen staan, sommige wel duizend jaar oud. Daartussen staan metershoge varens, waardoor het hele bos extra sprookjesachtig wordt. In het Weserbergland verzamelden de gebroeders Grimm veel sprookjes, die daardoor tot de dag van vandaag bekend zijn. Maar ook in de rest van Duitsland zijn sprookjes, mythen en sagen opgetekend. De Deutsche Märchenstrasse verbindt veel van die gebieden met elkaar.
De Harz
Weldra volgt de Harz, het noordelijkste gebergte van Duitsland. Steile kliffen, rivieren en watervallen, moerassen en onderaardse gewelven creëren er een mythische wereld. Ertsen uit de bergmijnen vulden vroeger de schatkamers van keizers en koningen. Geen ander gebied in Duitsland heeft zo’n kleurrijke verzameling fantastische verhalen opgeleverd als de Harz. Heksen, geesten, kobolden en andere fabelwezens prikkelen er de fantasie en inspireerden schrijvers zoals Goethe, die in zijn Faustroman de hoogste Harzberg Brocken opvoerde als toneel voor de heksensabbat. Nog elk voorjaar wordt daar het heksenfeest Walpurgisnacht georganiseerd. De Harz lag tijdens de Koude Oorlog op de grens tussen Oost en West en daardoor is veel van de oorspronkelijkheid bewaard gebleven.
De route van het Rondje Duitsland kruist na de Duitse Sprookjesweg vervolgens ook de Deutsche Ferienstraße Alpen-Ostsee. Inderdaad heeft Duitsland tussen de zee in het noorden en de Alpen in het zuiden een enorme hoeveelheid kilometers uitgerold om op een motorvakantie van te genieten.
Sauerland
Ik zit al een aardig eind in het oosten van Duitsland. Maar voor Nederlanders mag een ritje door het Sauerland niet ontbreken. Dus maakt de route een flinke zwieper naar het westen richting Winterberg en omgeving, om daarna het spoor naar het oosten weer op te pakken. ’s Winters voor de sneeuw, ’s zomers voor de bergen en de natuur trekken massa’s laaglanders naar het Sauerland, op korte afstand van de Nederlandse grens. Om er met hun caravans de wegen te verstoppen. De Hollandse Alpen, noemen Duitsers de streek dan ook gekscherend. Land van Duizend Bergen is een andere bijnaam die bij motorrijders meer in de smaak zal vallen. De bergen heten er Kahler Asten (Kale Tak) en Hoher Knochen (Hoog Bot), alsof Tolkien hier met namen heeft rondgestrooid.
Vroeger was het Sauerland een desolate streek, maar de laatste jaren zijn er zelfs in de meest afgelegen boerengehuchten wellness-spa-resort-hotels verrezen. Mijn hotel Winterberg Resort ligt vlak naast de piste van Winterberg. Da’s fijn voor skiërs, maar ook voor motorrijders. Na en voor een inspannende dagtocht maak ik de spieren los in het verwarmde binnenzwembad. En voor de deur begint een van de fijnste motoretappes van het Sauerland.
Richting Nordenau slingeren de bochten vervaarlijk door de met bomen beklede bergvallei. De motorbanden krijgen glimmende wangetjes van al die fijne bochten. Of de Triumph beter gaat lopen van de frisse berglucht kan ik niet zeggen. Maar de berglucht geeft mij een enorme energyboost. Sauerland, powerland! Nog makkelijker dan anders pik ik de bochten mee. Nou moet ik bekennen dat voor een rijder als ik, die meestal op één- of tweecilinderfietsen onderweg is, deze Explorer een openbaring is. De Triumph driecilinder helpt mij moeiteloos om m’n grenzen te verleggen. Op een BMW K75 werd ik niet gelukkig, maar deze Britse drie-eenheid heeft het in zich om mij zomaar te bekoren.
Vogelsberg
En daar hebben we de Vogelsberg al, met zijn open en golvende heuvels. Minder bekend dan het Sauerland of de Eifel maar toch een echt motorland. Op de Schottenring werden vroeger al belangrijke wedstrijden gereden en de Vogelsberg was ook het thuisland van Ingenieur Friedel Münch, de man die de wereld de eerste Big Bikes schonk. De aarde beeft, de mythe leeft! Zijn creaties op basis van een NSU-automotorblok waren hun tijd ver vooruit. Volgens mij werd Friedel Münch, die tussen 2000 en 2008 hier een motorenmuseum had, geïnspireerd door het open karakter van de Volgelsberg. Het verruimde zijn blik als het ware. Het asfalt is op de kleinste binnenweggetjes van het Rondje Duitsland van prima kwaliteit, dus aan onze eerste levensbehoefte is hiermee voldaan. Alleen benzinestations, koffiehuizen en bakkerijen zijn hier dun gezaaid.
De receptionist van Hotel Leiss verwelkomt met een vriendelijke babbel.
‘Wat maakt Lohr am Mainz nou zo speciaal,’ vraag ik.
‘Heeft u nooit van Sneeuwwitje gehoord?’
‘Welzeker heb ik van Sneeuwwitje gehoord, zelfs vaker dan mij lief was, toen ik nog op volwassenen was aangewezen voor lering en vermaak.’
‘Nou, Sneeuwwitje komt dus uit Lohr am Mainz, haar kasteel staat hier vlakbij.’
‘Alsjemenouniet….’
‘Ik kan wel zien dat u een liefhebber bent. Kijk: al die bergen hier rondom, dat waren vroeger zilvermijnen. En om in die mijnen te werken moesten de mijnwerkers klein van stuk zijn. Sneeuwwitje was een edelvrouwe die zich het lot van een zevental kompels aantrok, zich
over hen ontfermde als het ware.’
‘U zegt het. Ik sta paf.’
‘En zo werd het sprookje geboren. Het sprookje van Sneeuwwitje. Maar het is op echte gebeurtenissen gebaseerd hoor, dat hebben geleerde wetenschappers uitgezocht en bewezen. Het is jammer dat u wat laat bent, het kasteelmuseum is al dicht, daar is een heleboel interessants over deze materie te vinden.’
‘Het zal toch niet?’
‘Maar we hebben hier ook een brouwerij. Een bierbrouwerij. In het bierwapen staat een wild zwijn afgebeeld. Daar stikt het hier van in de bossen op de heuvels. Het is goed dat u met uw motorfiets al bent aangekomen, want ’s avonds in het donker vormen die zwijnen een ware
plaag en een gevaar op de weg.’
‘Nou, nou, nou… Bedankt voor de informatie zeg, ik ga nu maar vlug even een frisse neus halen met een stadswandeling.’
De Hauptstraße van Lohr am Mainz is een gebruikelijke Duitse winkelstraat met bijbehorende prulleriawinkeltjes. Afgaande op het aanbod aan poppetjes en knutselfrutsels zou je toch denken dat het in Duitsland het hele jaar door Pasen en Kerstmis is. Goed, er staan een paar mooie oude gevels langs de hoofdstraat, maar daarvan heeft Duitsland ook een aanbod van dertien in een dozijn. Maar gelukkig is er ook brouwerij Keiler, waar ik een heerlijk hoppig zwijnebiertje verschalk. Vers uit het vat, zo in het glas. Daarna waag ik nog een kuierring langs het Sneeuwwitjeslot. Hier werd in 1725 ene Maria Sophia von Erthal geboren. Na de dood van haar moeder hertrouwde haar vader met de schone maar zeer ijdele Claudia Elisabeth Maria von Venningen. Jawel, jawel: de boze stiefmoeder uit het Sneeuwwitjeverhaal! En wie het niet wil geloven, gaat zelf maar kijken in het Spessartmuseum in het Sneeuwwitjeslot. Daar hangt namelijk haar spiegel aan de wand.
Spessart
Nauwelijks ben ik de volgende morgen Lohr am Mainz uitgereden of het woud slokt mij en de Triumph al weer op. Dat ‘woeste woud’ waarin Sneeuwwitje werd achtergelaten is natuurlijk de Spessart. En de vluchtweg van Sneeuwwitje ‘over de zeven bergen’ is natuurlijk een oude weg over de bergkammen. Kunnen die Duitsers nou echt niks anders verzinnen om hun steden en gebieden te promoten met oude sagen en sprookjes? Ik hou ervan hoor, daar niet van, een goed verhaal is aan mij besteed. Maar met al die frisse lucht, de weidse blik, de golvende landschappen en de goede kwaliteit van het wegdek; kunnen ze daar dan niks mee? Onderweg ruikt het in ieder geval geruststellend ouderwets naar houtvuur, bruinkool en koeienstal. Riviertje hier, dorpje daar, ertussen zo’n grote boerenhoeve met rook uit de schoorsteen. Zo te ruiken stoken ze hier nog bio en geen Poetingas.
Richting Hoch-Spessart is er dan wel geen kip op de weg, maar in het Duitse oerwoud loert overal gevaar. Dus waakzaamheid is immer geboden. Stadtprozelten heeft voor de afwisseling een fraaie burchtruïne boven de meanderende Mainz, voor het broodnodige historische besef. Ook vakwerkhuizen ontbreken niet, om duidelijk te maken dat ik tot echt in Duitsland aan het toeren ben en niet in Alaska of Zweden of een of ander woud daartussenin. Zouden die gevels voor al die Duitse toeristische plaatsjes ondertussen ook in China worden geprefabriceerd?
Pfälzerwald
Via het Odenwald – prachtig! – en de Rijnvlakte brengt de route mij in het Pfälzerwald, een uitloper van de Vogezen in het nabijgelegen Frankrijk. De schoenenindustrie die hier ooit floreerde, is natuurlijk verdwenen naar het lagelonenbuitenland, maar de bomen zijn gebleven. Hoeveel wouden heeft Duitsland eigenlijk? Ze zijn vast net zo moeilijk te tellen als de sprookjes en andere verhalen. In Hotel Rosenhof bij Kaiserslauteren hangt een on-Duitse sfeer. Goed, de buitenmuren zijn van zwart-wit vakwerk, maar de kamers staan als bij een Amerikaans motel gelijkvloers naast elkaar, al kan je er nog net niet je motorfiets voor je kamer parkeren. De bar heet Route 66, een fijne mengeling van Amerikaanse road house en Duitse gastronomie wacht op me in de eetzaal. Ober Raffaele is een volbloed Napolitaan, die vol verve dikke biefstukken flambeert aan de tafel van een drietal heren dat aan het accent te horen van gene zijde van de Grote Waterplas afkomstig is. Ook aan de andere tafels wordt pittig geyankeedoodled. Natuurlijk: Ramstein is vlakbij! Niet de megaherrierockband, met dubbel-m uit Duitsland, maar de grote Amerikaanse luchtmachtbasis. Het wordt een gezellige avond, zeker als Raffaele zich tussen zijn flambeerkunsten door ook nog als volleerd operazanger presenteert. O sole mio!
De volgende dag valt de Amerikaanse invloed rond Ramstein eerst nog duidelijk te bespeuren: Amerikaanse vlaggen bij autohandelaren en zelfs een echte drive-inbioscoop. Maar gaandeweg neemt het uitzicht weer vertrouwde Duitse vormen aan. Na al dat bos de laatste dagen is het fijn om weer door open heuvelland te rijden, met vrij zicht tot op de golvende horizon met hier en daar een kasteelruïne op een heuveltop. Dan schuiven bij Idar-Oberstein wat rotsformaties in beeld. Geen wonder, want Ida-Oberstein is wereldwijd een centrum voor de handel in edelstenen. Vroeger werden die hier in de omgeving ook gedolven, maar nu gaat het voornamelijk om de import en export ervan.
Hunsrück & Eifel
De Hunsrück is machtig interessant en je kunt er erg fijn motorrijden. De route is pure promotie voor de streek, want wat een weggetjes. Maar ónder het groene kleed van moeder natuur ligt de ware schat verborgen. Dat is het gesteente dat de bergen vormde waarin de wegen niet rechtlijnig verlopen en waar edelstenen werden gedolven. De Deutsche Edelsteinstraße zwiept me naar het westen. Na talloze bochten wijkt ineens het Idarwoud.
De hellingen zijn ineens strak geometrisch beplant met wijngaarden en voor me schittert de Moezel in het dal. Ze kunnen het niet laten, die romantische Duitsers. Piesport prijzen zij aan als de Stad van Gouddruppeltje, dat klinkt als een sprookje rond een wijnprinsesje. Voor motorrijders is meer van belang dat er in Piesport een brug over de Moezel is geslagen, waardoor ik met motorfiets en al in een wip op de westoever van de Moezel kom. En daar begint meteen een duizelingwekkende serie steile haarspeldbochten naar boven, naar Salmtal. Met deze feestslingers verwelkomt de Eifel mij.
De Eifel was vroeger, net als andere verlaten streken waar de route van het Rondje doorheen gaat, een armoedige streek. Sporen van die armoede zijn hier en daar nog zichtbaar. Maar de Eifel ligt ook vlakbij de rijke steden in het westen van Duitsland. En dichtbij Nederland! Al in vroege tijden kwam hier het toerisme op gang, eerder dan in de streken in het midden en oosten van Duitsland. Voor Nederlandse motorrijders is de Eifel net als het Sauerland bekender terrein dan Harz, Hunsrück, Spessart, Vogelsberg of Pfalz. Maar een saaie thuiswedstrijd wordt de Eifel nooit. Al kom ik er al langer dan dertig jaar, er zijn altijd wel weer onbekende weggetjes in een route te plakken voor een verrassende motortoer. De Eifel biedt terugkerende motorrijders zowel de vertrouwde highlights als nieuwe indrukken. Maar dat geldt eigenlijk voor heel Duitsland, dat heeft dit Rondje Duitsland wel weer bewezen.
Zo’n spoedcursus Germanomie is zo gek nog niet.