In de noordelijke provincies bestaan ze nog. Dorpjes waar iedereen elkaar kent, waar de achterdeur nooit op slot gaat, waar pubers met blozende wangen gezamenlijk door de weilanden naar school fietsen. Het is perfecte onschuld. En de perfecte dekmantel voor zware criminaliteit. Tijdens de Schemerrit rijden we van de ene rustieke hennepkwekerij naar het andere pittoresk gelegen drugslab.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/TRACK-Schemerrit_D1.GPX”]
Jan Dirk Onrust
Wie wil dat nou niet: het drukke zuiden verruilen voor de rust van het noorden? Een boerderij kopen, een opknapper, aan een doodlopend weggetje. Weinig verkeefr, buren op ruime afstand. Heerlijk voor degenen die op privacy zijn gesteld, ideaal voor mensen met groene vingers.
Zo ging het met een vervallen boerderij in Raard, niet ver van de Waddenzee. Een 37-jarige vrouw uit het zuiden des lands kocht het pand om op te knappen en van de rust te genieten. Snel verschenen er klusbusjes, soms op de gekste tijden. Ramen werden afgeplakt, vanaf het terrein steeg een zacht brommend geluid op, dag en nacht. Een paar maanden later stond er een politiemacht op het erf die 1.500 hennepplanten en een ingegraven aggregaat ontdekte. Drie mensen werden gearresteerd, onder wie een 36-jarige man uit Oosterhout en de genoemde vrouw.
Misdaad gaat noordwaarts
In korte tijd zijn dergelijke berichten uit het noordelijke platteland in aantal flink toegenomen. Hier een drugslab ontdekt, daar een wietkwekerij, gedumpt drugsafval elders. In het zuiden van het land is dat vrij gewoon. Daar zijn plekken waar het maandblad voor wetsovertreders bijna huis-aan-huis zou kunnen worden bezorgd. Voor Noord-Nederland is het nieuw. De drugsmisdaad verplaatst zich noordwaarts, waarschuwde politiebaas Gery Veldhuis onlangs. Het wordt wel het waterbedeffect genoemd. De politiedruk op het zuiden is zo toegenomen dat criminelen een heenkomen zoeken naar veiliger oorden. Naar streken waar je de krant haalt als je paard op het fietspad mest. En waar af en toe een stam wordt ontdekt die nog niet met de moderne wereld in aanraking is gekomen. Al die plaatsen delict vormen de leidraad voor de Schemerrit van zaterdag 15 september, de tocht die altijd op zoek is naar zaken die het daglicht niet kunnen verdragen.
Breaking Bad
We beginnen bij een plek die je nooit met zware criminaliteit zou associeren: het Drentse De Wijk. Het zachtglooiende bos- en weidelandschap van het Reestdal is er paradijselijk. En de bewoners hebben een ruggengraat. Niks glijdende moraal, niks moderne fratsen zoals televisie met die decadente NPO erop. Tenminste, dat zou je denken, want De Wijk grenst aan Staphorst – een plaats waarover de liederlijke Grachtengordel van alles en nog wat beweert, maar wat in werkelijkheid een aangenaam en superproper plaatsje is.
En toch stond begin juni aan de bosrand zomaar een wit bestelbusje met chemicaliën te dampen. En namen twee mannen de benen. Toen de politie ging kijken, kregen de agenten ademhalingsklachten. De laarzen van een motoragent begonnen zelfs te roken. Een geval van een dump gone wrong door Breaking Bad-types.
In het plaatsje-waar-normaal-gesproken-nooit-wat-gebeurt is wel vaker wat aan de hand. Zo vond de politie twee jaar geleden een grote hennepplantage bij een boerderij aan de doodstille Stapelerveldweg en werden twee Tsjechen gearresteerd. Eerder liep een Chinees uit een rijtjeshuis tegen de lamp, omdat zijn dak na een sneeuwbui als enige zwart bleef. Dat was dus ook een wietteler.
Legaliseren
Met bloeddoorlopen ogen rijden we verder Drenthe in, Koekange, Ruinen. Wat is het hier toch fabelachtig mooi en onschuldig. En toch werden aan een paar van die heerlijke landweggetjes, weer twee drugspanden – wietteelt – gesloten door de gemeente. ‘Misschien moetn ze die rommel maar legaliseern, dan ben je van de rottigheid af,’ zegt een inwoner van Ruinen. Zou dat echt zo zijn? Zouden al die kwekers en handelaren op de dag na de legalisering met een boterhamdoosje achterop naar kantoor fietsen om hard te werken voor een gewoon salaris? Wij wagen het te betwijfelen.
Chrystal meth
We rijden Friesland in, naar Haulerwijk. Het lintdorp heeft een schaapskudde, een tankstation en een winkel voor evangelische boeken en muziek. En tot november 2017 had het een chrystal meth-lab. In hetzelfde pand waar in 2006 een sociaal werker werd vermoord door drie kansenparels uit Amsterdam, die dachten dat hij veel geld in huis had. Bij de inval werden de bewoner en twee Guatemalteken opgepakt.
‘Dit wordt niet geaccepteerd!’, zei burgemeester Harry Oosterman van Ooststellingwerf, waaronder Haulerwijk valt. Zijn gemeente heeft met meer drugscriminaliteit te maken. En dat kan het best worden aangepakt als iedereen zijn ogen openhoudt. Via de website van de gemeente leren we waarop we moeten letten: permanente vreemde geuren, gordijnen altijd dicht, vocht op de ramen, flikkerend licht, onbewoonde panden met nachtelijke bezoekers, zoemend geluid.
Ons Stekkie
Met dat in gedachte gaan we verder het Friese platteland op. Van opgerolde kwekerijen naar een fruitimporteur die een lading cocaïne vond tussen zijn bananen, van het ene drugslab naar het andere. En dan zien we ook nog een huis dat ‘Ons Stekkie’ heet. Dat is toch vragen om een inval.
We stoppen even bij een loods in Berltsum, waarin vorig jaar een XTC-lab werd ontdekt en een Hagenees werd opgepakt. Amper staan we stil of een buurman komt zijn huis uit om te vragen of er iets is. Kennelijk alert geworden door de eerdere inval. Nederland is een narcostaat aan het worden, waarschuwde de Politiebond eerder dit jaar. In Friesland is het nog lang niet zover. Zeker als de Friezen zo waakzaam zijn als deze buurman nu is. Dan zal het noorden lang zo heerlijk dorps blijven.
[…] <LEES VERDER> […]