Fischbacher, Gailtaler, Göstlinger, Gurktaler, Gutensteiner, Lavantaler en Metnitzer Alpen. Ook in het zuidoostelijke alpenlandschap van Oostenrijk liggen lieflijke bergen en bochten, waaronder veel relatief onbekende verrassingen. Welkom in het Alpenrijk.
Klaus H. Daams
We hebben ons nog maar net comfortabel geïnstalleerd op de veranda van Gasthof Gailberghöhe of de kaart ligt al op tafel. Service van het huis. Motorradland Kärnten heet de kaart met voorstellen voor routes door de regio, die aan de zuidrand van de Alpen ligt. Voor wie nog om een tip verlegen zit op de uiteraard eveneens aangereikte ijskaart: de yoghurtbeker is verrukkelijk.
Het is vermoedelijk al sinds de tijd waarin volledig geschakelde motoren weinig complimenteus tot yoghurtcoupe werden omgedoopt, dat de zuidhelling van de Plöckenpass niet meer wordt onderhouden. In elk geval bevindt zich daar, op het verbindingstraject tussen Oostenrijk en Italië, maar mondjesmaat asfalt. Maar voor de Dynamic ESA op de BMW R1200 RS is dat wel de eerste uitdaging.
Ik herinner me nog vaag de weg naar Panoramahotel Hauserhof, waar ik al eens eerder te gast was: een smal, bochtig pad door het bos, dat omhoog voerde naar Kreuth in de buurt van Hermagor. Daar hebben we voor vandaag opnieuw kamers gereserveerd. En omdat mannen, zoals we weten, niet graag en al helemaal niet vlak voor ons reisdoel het navigatiesysteem naar de weg vragen, buigen we in Jennig af van de B111 en volgen we de borden naar Kreuth. Op een smal, bochtig weggetje door het bos stuiten we op een SUV die er flink tegenaan gaat. Na de nodige prachtige kilometers komen we bij het gezellig ogende berghotel… helaas het verkeerde. Terug, vlug-vlug, het gas erop, remmen, opnieuw gassen, weer remmen en meteen in Hermagor omhoog naar Kreuth ob Möschach 1, het juiste adres voor een weerzien met het Hauserhof en met senior chief Charly, die z’n late gasten niet hongerig laat staan.
Wentelen over de Nassfeld pas
‘We beginnen onze uitzending op een waanzinnig zonnige zaterdag,’ meldt de radio, waardoor we gelijk zin hebben in deze nieuwe dag. Als een diamant fonkelt de Pressegger See in de verte. En als in een metamorfose veranderen ordelijke gasten in functioneel leder gestoken tweevoeters die motoren uit de garage halen. Het gonst en bromt als een zwerm insecten. Ook wij gaan op in de groene ‘zee’ van de heuvel- en bergachtige Gailtaler Alpen. Ons eerste doel is Nassfeld met de gelijknamige pas, dat we gisteren slechts en passant zagen liggen. Dankzij de gladgestreken wegen kunnen we heerlijk vaart maken. Als in een reuzenslalom wentelt de BMW zich door de haarspeldbochten van de B90, die in de winter het grootste skigebied van Kärnten ontsluit. In omgekeerde richting gaat het over de Italiaanse kant van de Nassfeld-pas bij Lago Pramollo en via Windische Höhe, waar zich aan de horizon al weer nieuwe passen aftekenen, die omlaag gaan naar het volgende meer, de Weißensee.
Naar de Nockalmstrasse
Pure waanzin is het. Alle zintuigen worden geprikkeld. ‘Eén dag in vogelvlucht hand in hand met Peter Pan,’ zingt Helene Fischer gelukzalig. Luisterend naar de luidsprekers heeft het half ontklede publiek zich genesteld op de oostelijke oever van de Weißensee. Het gevoel van een buitenzwembad met zicht op biertafels welt op. En op de Sautrogrennen. Teams van twee personen peddelen in stromingstechnisch nogal geniepig geconstrueerde, rechthoekige houten kuipen en strijden om de dagzege. Omstreeks 1:17,86 voor Babsi en Franzl de finish passeren, vinden we het welletjes, wekken we onze zuigers en drijfstangen uit hun middagslaapje en gaan op weg naar waar nog (meer) wonderen bestaan.
Zoals de Goldeck-Panoramastraße. Vergeleken met Großglockner en Co. een toeristisch muurbloempje, maar wat voor een. Wel eerst €7,50 tol per motor aftikken: dat is in Oostenrijk nou eenmaal normaal, maar tien haardspeldbochten verder voelt de uitgave al stukken beter. En het uitzicht is helemaal onbetaalbaar. Het oog reikt tot aan de Karnischen Alpen en de Karawanken. Wie voldoende gezien heeft, wil natuurlijk niet met een knorrende maag in het zadel zitten: in de Mähderhütte bestellen we een Kärntner specialiteit, een dik met ham, tomaat, komkommer en uien belegd huttenbrood. Om daarna volgas richting de Nockalmstraße te gassen.
52 bochten binnen 34 kilometer door een grotesk glad geslepen landschap, ook wel de Nockberge genoemd. Wat willen we nog meer? Openingstijden! Tussen 18.00 en 8.00 is er een motorrijverbod van kracht! Daarom gunnen we onszelf, brave bikers, vanavond maar een klein hapje van de Nockalmstraße, die voor motorrijders een absoluut hoogtepunt is van de Gurktaler Alpen. Als troost en als afsluiter van een mooie dag: een voor de RS geschapen romantisch-sportieve toer via Deutsch Griffen en Flattnitzer Höhe over een verkeersvrije, bochtige weg. In de achteruitkijkspiegel de rode zon, in het oor muziek van een dorpsfeest. In het notitieboekje de opmerking: wat is Oostenrijk mooi! Na alle landelijkheid doemt als op een andere planeet het etappedoel in St. Salvator bij Friesach op: het fel verlichte hotel-museum-paleis Seppenbauer, zowel een verfijnd hotel als een heerlijk automuseum. De liaison voor het leven wordt daar vandaag gevierd door Petra en Christian. We komen juist op tijd binnengereden en zijn getuige van de geschaakte bruid die, in witte tule gehuld, uitgelaten over tafels en banken danst in de hoop dat ze haar toekomstige echtgenoot nog vóór middernacht mee naar huis kan nemen.
Urenlang alleen
De zondageditie van de lokale krant kopt: ‘Al 15 dagen geeft de thermometer temperaturen boven 30 graden aan – een absoluut record!’ We rijden langs een kopie van de Benz Patent Motorwagen uit 1886, de eerste auto ter wereld, in de richting van het Seppenbauer Museum waar prachtige stukken ons staan op te wachten, waaronder ook enkele kostbare tweewielers. ‘Twee of drie ervan hebben al tijdens de Classic Grand Prix op de Schottenring (circuit bij de Vogelsberg in Duitsland) gereden. En op een manier alsof er bij elk tankstation reserve-onderdelen beschikbaar zouden zijn,’ aldus Heiner over waardevolle objecten, zoals een Motosacoche 350 Sport uit 1928 met 14pk. Vervolgens rijden we met 125pk van de Metnitzer Alpen naar de Lavantaler en Fischbacher Alpen die, maar dit terzijde, net als de andere alpenzusters, zo’n 135 miljoen jaar geleden zijn ontstaan.
Alsof ze net als de dinosauriërs opeens zijn uitgestorven, zo komen we urenlang nagenoeg geen dagjesreiziger meer tegen. En dat nog wel op een zonnige zomerse zondag. Gevalletje massale zonnesteek? Of je nu over het steile en bochtrijke asfalt omhoog slingert naar de Wallfahrtskirche Maria Waitschach of over de 28 kilometer lange, door schaduwrijk bos voerende pas via Klippitztörl. Of zelfs over de uit haarspeldbochten bestaande en met mintgroene hooibalen gegarneerde helling naar het Packsattel, dat nog altijd deel uitmaakt van de B70: je rijdt eigenlijk steeds alleen. Afremmen doen we bij Preitenegg, waar de gendarmerie een controle uitvoert en het plaatsnaambord voor een brede lach zorgt: ‘Grüß Gott in Edelschrott’ staat er te lezen. Maar onherroepelijk komt een einde aan al die lege wegen, in Lippizianerstadt Köflach. Een weinig later pauzeren we voor een verfrissing in Eiscafé Gensinger in Voitsberg. Inmiddels rijden we in Stiermarken en het blijkt dat ook deze deelstaat veel meer te bieden heeft dan alleen maar moderne infrastructuur.
Södingberg en Großstübing heten de dorpen waar we op weg naar Deutschfeistritz doorheen rijden. Een kleine onbedorven wereld in een onbedorven dal, zo ziet het eruit. Maar de realiteit is een berg die voor een hoop problemen zorgt: sluitende scholen, trek naar de stad. Rust dreigt te verworden tot doodse stilte. Op een bord luidt protest. Vanzelfsprekend heeft niemand zin in de geplande groeve, waardoor om de vijf minuten een truck door het dal zou denderen. Het enorme onweer dat plotseling losbarst en dat, behalve bakken regen, ook voor een temperatuurdaling zorgt, van 34 naar 20 graden, past er naadloos bij. We worden vanzelf weggespoeld naar Bruck an der Mur. We belanden in het gezellige Gasthof Pichler. waar oma zo formidabel kookt dat de kleindochters er altijd weer graag op bezoek komen. En waar Rudi, de baas van het hotel, de volgende dag bewijst dat ie op z’n GS ook niets laat aanbranden. Kortom: Gasthof Pichler is exact het juiste vertrekpunt voor de volgende 370-kilometerdag.
Legendarische: Kalte Kuchl
Tijd is, net als regels, geld. Een beknopt overzicht dus: Door het Breitenauer Tal naar de Teichalm, de grootste aaneengesloten bergweide van Oostenrijk met ’s zomers 8-10.000 dieren op een weide. Een spelletje Halligalli voor liefhebbers in de Latschen Hütte, waar bovenaardse stilte heerst, die hooguit even wordt onderbroken door de plaatselijke erfhond of door een luchtafvoerklep. Door dit idyllische landschap vervolgen we onze weg, via het Stanzer Tal en de Pretalsattel door naar Turnau richting Kuchenparadies Seidl, waar heerlijke Gamseier en andere lekkernijen te krijgen zijn. En dat al in de ochtend vanaf 05.30 uur (zondags vanaf 7:30 uur). Maar we zijn er nog lang niet.
Eerst een spannend stukje van de kronkelende B20 over de Seebergsattel, rechtsaf naar de passen Niederalpl en Preiner Gschaid, korte cultuurhistorische tussenstops bij het voormalige jachtslot van Kaiser Franz Josef, tegenwoordig het zomerverblijf van de Bondspresident, in Mürzsteg en bij het Hundertwasserhaus in Neuberg an der Mürz. En dan hebben we het niet gehad over de duizend duivelse bochten die ons nog scheiden van ons reisdoel.
Door het rotsachtig smalle Höllental via Rohrer Sattel, Ochs- en Krumbachsattel door de Gutensteiner Alpen. De route is een speelplaats voor alle lokale matadors, die elkaar ontmoeten bij een tankstation. Of onderweg genieten van topfenstrudels op de Kalte Kuchl, een legendarische ontmoetingsplek voor motorrijders, om daarna in de richting van bedevaartsoord Mariazell te rijden. Alleen voor hotelbaas Rudi is het nog niet genoeg, die doet nog een rondje Bruck.
Begeleid door de klanken van ‘Die weissen Tauben sind müde’ serveert Szilvia uit Hongarije ons in Hotel Weisser Hirsch de maaltijd. Om 22 uur gaan bij de Basilika Mariä Geburt de lichten uit: een bezuinigingsmaatregel.
Onverbeterlijke asfaltsurfers
‘Wat is uw sterrenbeeld? Aha, een leeuw, een kind van aartsengel Michael dus.’ Smalltalk met Waltraud Ogbebor, eigenaar van een winkel vol. Hij beveelt mij een tocht aan naar de Marienwasserfall in Grünau. Maar het vlees is zoals bekend zwak en dus wordt het vandaag niks met een wandeling naar Maria. In plaats daarvan bezoeken we liever de Erlaufsee, waar we onze motoren direct voor het strand kunnen parkeren en waar we ons in het wonderbaarlijk kristalheldere water zouden kunnen onderdompelen. Maar voor onverbeterlijke asfaltsurfers heeft de regio ook nog iets bijzonders in petto: de bescheiden Ötscher-Panoramastraße tussen Erlaufboden, Trübenbach en Treffling. Dus dat onderdompelen laten we ook maar zitten.
In Reith of in Puchenstuben kun je de B28 verlaten en ben je weer terug op de bochtige Bundesstraßenband met die grappige bocht 11 Spitzbuben (Schurk). Niet veel later razen we als in een wilde salsa frank en vrij over de B24 om ten slotte, na een eenzaam bergavontuur, in het skigebied Hochkar te belanden. En met de Göstlinger Alpen maken we het rijtje zevenklappers compleet.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/oostenrijk-alpenrijk.gpx”]