Ardennen, Eifel, Sauerland en de Mergellandroute. Iedereen kent het, iedereen rijdt het. Maar er zijn ook gebieden waar maar weinig motorrijders komen. Op de een of andere manier ontsnappen ze steeds aan onze aandacht. En onbekend maakt onbemind. De hoogste tijd daar verandering in te brengen. We gaan naar Oost Zeeuws-Vlaanderen.
Sobere schoonheid
Je kunt op twee manieren naar Zeeuws-Vlaanderen kijken: als dat landje dat er maar een beetje bij bungelt óf als een exotische streek die soms meer Vlaams dan Nederlands is. Dat laatste is geen wonder, want voor een groot deel geldt dat Antwerpen, Brugge en Gent dichterbij liggen dan Middelburg of Vlissingen.
Een rondje rijden? Graag, maar niet door de hele streek. Nee, nee, we gaan in deze serie als het even kan voor de overtreffende trap van vergeten gebieden. Dus beperken we ons tot het oosten met plaatsen als Reuzenhoek, Kwakkel en Koewacht. Strand vind je er evenmin. Daarentegen wel het Verdronken Land van Saeftinghe, een buitendijks gebied waar de zee vrij spel heeft en verschillende dorpen zijn verdwenen in het water.
Vertrekpunt is Reuzenhoek. Dan zitten we er meteen goed in. Rechte wegen, rechte akkers, rechte weilanden. We volgen een stuk van de zeedijk, gaan landinwaarts en tikken in het noorden uit nostalgische overwegingen nog even Perkpolder aan. Tot 2003 meerde hier de veerboot vanuit Kruiningen aan. Zo’n tocht over het water was eigenlijk nóg mooier voor het buitenland-gevoel, maar goed, tegenwoordig is er de Westerscheldetunnel.
Mijn reisgenoot Suzuki V-Strom 1050 XT spoort soepel door het lege land. Mede dankzij het verlaagde zwaartepunt laat hij zich nog makkelijker sturen.
De theorie wordt in de praktijk bevestigd. Bij elke haakse bocht is het kijken, leggen en gas geven. Het gaat zo eenvoudig dat het tempo vanzelf omhoog schiet. Kloosterzande was een mooie stopplaats geweest, maar we zijn net lekker aan het spelen. Dus het dorp uit, de wereld in.
Het asfalt buigt
Na veel rechte wegen, komen we in bochtig terrein. Oude dijken volgen elkaar op. Lang geleden aangelegd. Sommige om de zee buiten te houden, andere om polders te maken. Het asfalt buigt mee met de kreek die we volgen en vanaf ons wat hoger gelegen punt hebben we voortdurend uitzicht op akkers, weilanden en boerderijen.
Daar is de Vogeldijk die langs een binnenwater slingert. Er vliegen reigers op en hoog in de lucht zweven twee roofvogels. De weg is smal en pokdalig. Prima terrein voor een allroad, net wat minder als je met een sportmachine of customized lowrider bent. Ik stuur de V-Strom de buitendijk over naar het haventje van Paal, dat bij eb droogvalt. Vanaf de picknicktafel kun je kijken naar de schippers die in de weer zijn met hun boot.
Terug in het zadel rijd ik de motor naar de top van een dijk. Een bordje vertelt dat dit op eigen risico is. Boven kijk ik uit over het Verdronken Land van Saeftinghe, een natuurgebied waar het water van de Westerschelde, goed voor een getijdeverschil van vijf meter (!), vrij spel heeft. Zo moet bijna heel Zeeuws-Vlaanderen er voor de Middeleeuwen hebben uitgezien: geulen, kommen, wallen en kreken. Vanwege de vruchtbare grond maakten monniken er een polder van: de Heerlijkheid Saeftinghe. Er bevonden zich zelfs dorpen. Het ging in de 15de en 16de eeuw allemaal verloren door stormvloedrampen en oorlog.
Een deel van de oorspronkelijke heerlijkheid is daarna weer ingepolderd, maar het Verdronken Land niet. Kenners vinden er bij laag water nog herinneringen aan de bewoning zoals houten balken van huizen en schuren.
Onverharde dijkweg
Weg van het water. In het achterland heersen rust en ruimte. Aan de horizon gaat er een streep door het woord idyllisch, daar staan de kranen van de haven van Antwerpen en de koeltoren van de kerncentrale van het Belgische Doel. Lelijk? Jazeker. Maar het zorgt er ook voor dat de streek geen openluchtmuseum is.
Ik rijd door Nieuw Namen, dat letterlijk op de grens met België ligt. Het is stil in het dorp dat volgens sommigen het vroegere Hulsterloo is, bekend uit één van de beroemdste middeleeuwse gedichten: Van den Vos Reynaerde, over een vos die even slecht als sympathiek is. Ook de Kriekeput uit het verhaal zou in deze omgeving hebben gestaan.
Een kaarsrechte weg voert het dorp uit. Er staat 60 op het wegdek geschilderd. Maar ja, leeg, recht, stil, verlaten. Bovendien is ondertussen duidelijk geworden dat deze nieuwe V-Strom meer karakter heeft gekregen. Niet alleen visueel – hè, hè, eindelijk een ode aan de legendarische Dr. Big – maar ook onderhuids. De gemiddelde rijmodus (B) is wat pittiger dan voorheen, maar als hij in de sportstand (A) gaat, snakt de tweecilinder naar serieus meer toeren op de klok. Natuurlijk is het geen supersport machine of agressieve naked, maar het is wel lekker dat Suzuki één van de weinige minpuntjes van de traditionele V-Strom heeft weggepoetst. De motor was op alle vlakken al een fijne toerbuffel, alleen had het blok net wat spannender gemogen. Nou, dat is gelukt.
Op snelheid pakken we de rechte stukken, haakse én ronde bochten. Gas geven, opschakelen, remmen, tik tik omlaag in de versnellingen, gas geven, opschakelen, enzovoorts. Voorbij het gehucht Zandberg presenteert de route een onverharde dijkweg. Man, ik begin steeds meer van dit stuk Zeeuws-Vlaanderen te houden. Zo’n pad is op de meeste plaatsen in Nederland afgesloten voor verkeer. Hier niet. Er komt toch bijna niemand.
Met een pure wegmachine kun je de asfaltweg er omheen volgen, maar ja, met een allroad is de keuze eenvoudig. De dijk ligt als een evenwichtsbalk in het lage land. Staand op de steps begin ik voorzichtig aan het traject door een tunnel van bomen. Eenmaal vertrouwd met het terrein – het is relatief vlak met af en toe een kuil – kan de snelheid omhoog. Het voelt vrij op een manier die we in Nederland maar weinig beleven.
Voor de poorten van vestingstad Hulst volgt een de toegift: de Liniedijk, een zandpad langs de restanten van Fort Moerschans naar de Gentse Poort, één van de oude toegangswegen van Hulst.
Sciencefiction
Hand van het gas, de stad in. Het compacte centrum wordt nog volledig omringd door de stadswallen, 3,5 kilometer lang en voorzien verdedigingswerken als ravelijnen en bolwerken. Allemaal aangelegd door de Spanjaarden tijdens de 80-jarige Oorlog. Ik rijd naar het pleintje bij het stadhuis, bewonder de historische panden die zowel Vlaams als Nederlands ogen en bezoek de ruïnes van de Keldermanspoort of Bollewerck poorte.
Eenmaal buiten het stadje doet de gps rare dingen. De gekozen route over ‘bochtige wegen’ leidt me niet door mooi landschap, maar over industrieterrein in Sint Jansteen, een fietspad in Heikant en een woonwijk in Koewacht.
Daarna herpakt de techniek zich en volgt de beloning: een heerlijke route vol bochten die eindigt voor de brug bij Sas van Gent. Ik had me voorgenomen om het kanaal Terneuzen-Gent als grens tussen Oost en West Zeeuws-Vlaanderen aan te houden, maar maak toch een klein sprongetje naar de overkant voor het Industrieel Museum Zeeland.
Het pand alleen is al prachtig. Gebouwd in 1921 als onderdeel van een inmiddels verdwenen suikerfabriek. Het museum heeft een interessante collectie. Van stoommachine tot 3D printer. En er zijn aardige weetjes. Zo komt behalve de oranje tompouce ook veel wolkenkrabberglas uit Zeeland, te bewonderen tot in Dubai.
Ter ere van 75 jaar bevrijding staat er dit jaar bovendien een Matchless G3/L uit 1941. Mooie motor. 350 cc eencilinder met telescopische voorvork. Alle techniek zichtbaar en begrijpelijk.
Terug in het zadel van de hypermoderne V-Strom heb ik even het gevoel dat ik op een sciencefiction motor rijd. Zoveel elektronisch vernuft.
Sobere schoonheid
Met de Matchless in het achterhoofd, lijkt de V-Strom 1050 XT nóg lichter te sturen dan voorheen. Dwars door de wind naar Zuiddorpe met zijn verstilde plein onder de eeuwenoude lindebomen. Voort langs restanten van oude forten, waar nu de natuur de baas is. Over Bontekoe naar Axel. Hier staat midden in het dorp een schitterend art nouveau pand uit 1920, één van de eerste warenhuizen van Nederland en nu streekmuseum
Opstappen en verder. Eerst door Axel zelf, daarna over dat heerlijke Zeeuws-Vlaamse platteland. Rijden door een omgeving die uitblinkt in soberheid. Dat gebrek aan franje zorgt voor authentieke schoonheid. De akkers, weilanden, dijken, dorpen en gehuchten passen perfect bij elkaar en vormen samen een onverstoorbaar geheel. Bestand tegen de elementen en de jaren.
De weg gaat als een streep over het water. Asfalt voor, water links, water rechts. De route maakt een ronde om het Groot Eiland, gelegen tussen plassen, vaarten en kanalen. Lang is het gebied volledig met rust gelaten, nu zijn er wandelpaden. Het mooist is het uitzicht vanuit het gehucht Luntershoek over de Spuikreek die staalblauw kleurt in het namiddaglicht.
Nog een paar kilometer stevig gas geven richting de finish. Ik had deze in Zaamslag gepland, maar besluit om hem te verleggen naar de kade van Terneuzen. De hele dag heb ik door Oost Zeeuws-Vlaanderen gereden en amper de zee gezien. Buitenwijken en rotondes brengen mij naar de Scheldeboulevard. Ik parkeer de V-Strom op de pier en roep in stilte over het water: Oost Zeeuws-Vlaanderen! Komt dat zien!
3 x afstappen
Paal, de haven
Bij eb valt dit haventje droog en liggen de boten in de modder. Er hangt een gemoedelijke sfeer en er zijn verschillende terrassen voor koffie en een regionale specialiteiten. Nee, geen bolus, maar eerder een Belgische wafel. Rijd ook even door het gehucht dat aan de voet van de dijk is gebouwd. Vanaf boven kijk je uit over het Verdronken Land van Saeftinghe.
Hulst
Sfeervol vestingstadje dat nog helemaal door stadswallen is omgeven. Feitje: de basiliek was ooit eerlijk verdeeld in een katholiek en een protestant deel. Met een muur ertussen zodat ze elkaar niet konden horen. Deze binnenmuur werd pas in 1926 afgebroken. Je kunt in Hulst de benen strekken met een wandeling langs oude gevels of neerstrijken voor de lunch.
Kies een museum
Of je nou afstapt voor een bezoek aan het Industrieel Museum Zeeland in Sas van Gent of voor het streekmuseum Het Warenhuis in Axel, beide zijn leuk en interessant. De eerste voor wie alles wil weten over de industrie van toen en nu, de tweede voor wie geïnteresseerd is in het dagelijks leven in dit bijzondere stuk Nederland.