Het zuidelijke deel van de Lauwerslandroute (bij Buitenpost) voert nog net door het coulisselandschap van de Friese Wouden. Maar boven Kollum zijn de boomwallen verdwenen en wordt het landschap open en wijds.
Dit deel van het Lauwersland is verbonden met de strijd tegen het water. Oude en nieuwe waterwerken zijn overal zichtbaar: terpen – in Groningen wierden genoemd – dijken, molens, gemalen en sluizen. Terpen en wierden zijn kunstmatige ophogingen die vanaf 500 v. Chr. Werden opgeworpen, toen de eerste bewoners zich in een nog onbedijkt land moesten beschermen tegen overstromingen. Niehove en Ee zijn mooie voorbeelden van terpdorpen. Vanaf het jaar 1000 kwamen de dijken in zwang. Molens, gemalen en sluizen zorgden voor de afvoer van overtollig water. Dijken dienden eerst alleen als bescherming van het land tegen de zee. Maar in de loop van de tijd werden ze ook gebruikt om de zee terug te dringen en land te winnen door middel van inpoldering. Ten westen en ten oosten van het Lauwersmeer voert de route door gewonnen land.