Op deze zomertocht steken we rivieren over en slingeren we op dijkweggetjes hoog boven water en land. Daarna gaat de route over de heide- en bosgebieden van de Veluwe. We rijden langs kastelen, beheerd door Geldersch Landschap & Kasteelen, die er dus een Ridderrit van maken. In de schemering komen we bij het laatste kasteel aan. Maar wat doet Maarten van Rossum daar op dat bankje aan de slotgracht?
Vroeger had je Willem van Gelre, zijn pronkharnas staat in de poortkamer van Kasteel Ammersoyen. Nu zijn Willem Klavers en Ruud van Dulmen de Heren van Ammersoyen. Nou, van het erbij gelegen Koetshuis dan, door de heren omgetoverd in een B&B met een fijn restaurant.
Iets van de magie der middeleeuwen is op Ammersoyen behouden gebleven. Als Willem en Ruud naar huis gaan en de poort achter zich dichttrekken, blijf alleen de gast op het Koetshuisterrein achter. Kasteelheer voor één Nacht, er zijn kwadere lotsbeschikkingen denkbaar.
Ruige uiterwaardenbomen
Vanaf Kasteel Ammersoyen gaat de route via Weil en Poederoyen. De motor rijdt hoog boven water vol schepen en land vol koeien en schapen en ruige uiterwaardenbomen daartussen. Dit is Nederland op z’n mooist. In Zaltbommel is het Stadskasteel gevestigd in het Van Rossumhuis, genoemd naar een Nederlandse ijzervreter die thuishoort in het rijtje Piet ‘Zilvervloot’ Heyn en Jan ‘dan liever de lucht in’ Van Speijk. Ook het plaatsje Rossum is genoemd naar die vechtjas uit de Middeleeuwen.
Maarten van Rossum werd vermoedelijk rond 1490 geboren in Zaltbommel. Hij werd de Gelderse legeraanvoerder, berucht vanwege zijn guerrilla-achtige oorlogsvoering waarin onschuldige burgers het vaker dan toen gebruikelijk moesten ontgelden. Zijn lijfspreuk was ‘Blaken en branden is het sierraad van de oorlog’, zijn wapenspreuk ‘Terror Terroris’ en zijn familiewapen met drie vogels is later het gemeentewapen van Rossum geworden.
Land van Maas en Waal
Na de Bommelerwaard met maar liefst zeven kastelen rijden we nu door het Land van Maas en Waal. Brede wateren stromen door dit Rivierenland. Ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie komt voorbij, het grootste rijksmonument van Nederland, maar de kastelen op onze Ridderrit zijn ouder. Kasteel Hernen ligt nu tegenover een kerk aan de doorgaande weg in een woonwijk. Oudere ‘Ridders’ herkennen hier misschien beelden uit de televisieserie Floris, die hier in de jaren zestig werden opgenomen. Kasteel Hernen werd nooit verwoest of ingrijpend verbouwd en heeft daardoor het middeleeuwse karakter mooi bewaard.
Download hier je foto van de Motor.NL Ridderrit!
De Perzische troepen van Xerxes in 490 voor Christus en de geallieerde invasiemacht van 1944 mogen dan over water zijn getrokken, voor een groep gemotoriseerde Ridders is het logistiek even niet handig om van de diensten der veerponten gebruik te maken die transport verzorgen over de Nederlandse rivieren. We moeten dus op zoek naar bruggen om van de ene op de andere oever te komen.
Zo steken we via de N323 de Waal over en komen we in de Betuwe terecht: de Boomgaard van Nederland. Hier kersen, elders appels en peren. Welke dijkweg is het mooiste? Het blijft knollen met citroenen vergelijken.
We slingeren weer hoog boven land en water, na Opheusden en Indoornik over de Randwijker Rijndijk langs de Nederrijn. Op de andere oever verrijzen gebouwen op beboste heuvels, maar om het pontveer naar Wageningen te omzeilen maken we nog een mooie slinger naar Kesteren en pakken daar de N233 om op de noordoever te komen.
Sprookjesachtig gelegen
Het Wageningse Woud is in de zomer beeldschoon en ook naar Kasteel Doorwerth slingert een heuvelweg (in Gelderland! in Nederland! In Rivierenland!) over de Boersberg door machtig bos. Doorwerth is niet alleen sprookjesachtig mooi gelegen, het biedt zelf ook een prachtige verzameling gerestaureerde gebouwen, die buiten restaurant De Zalmen allerlei verzamelingen herbergt in het hoofdgebouw: buiten de fraaie vertrekken zelf ook het Nederlands Jachtmuseum, de Nationale Bosbouwcollectie en Museum Veluwezoom.
Rivierenland verdwijnt in de spiegels, de Veluwe doemt op voor de kuip. Het beroemde bos- en heidegebied is niet overal gemotoriseerd begaanbaar, maar met wat puzzelen en Tips van kenners stippel je er toch maar een dijk van een motorroute uit.
Aan onze rivieren verrezen fraaie kastelen, om tol te heffen, vijanden uit Holland, Spanje, Frankrijk, Brabant of waar dan ook te weren, of gewoon mooi voor de heb. Omdat het kon.
Maar ook op de Veluwe staan nog imposante bouwwerken te getuigen van al dan niet adelijke bouwambities van weleer. Familie Kröller-Muller had natuurlijk op de Hoge Veluwe haar jachtslot Sint Hubertus en in een dorpje genaamd ’t Loo schijnt een of andere familie van Oranje ook een gerieflijk optrekje te hebben bewoond.
Maarten van Rossum
En dan is er Kasteel Cannenburgh in Vaassen. Dat heeft ook een Koetshuis, omgetoverd tot eetgelegenheid. Maarten heet de herbergier, ook deze Heer is naar ons toe van onberispelijk gedrag, misschien omdat hij ook motorrijder was? De laatste jaren kwam het er niet meer van, maar het begint steeds meer te jeuken. Als hij vrij kan maken, voegt Maarten zich zaterdag 10 juli bij de Ridders van Koetshuis Ammersoyen naar Koetshuis Cannenburgh.
Een andere Maarten zit op een bankje aan de slotgracht. Maarten van Rossum. Wat doet die uit brons gegoten man met zulke rare kleren aan? Hij lijkt niet eens op die kop wiens bebaarde kaken malen op tv. Het is echter niet de BN’er en boekenschrijver uit onze tijd, maar een naamgenoot uit de middeleeuwen, die Cannenburgh had gekocht om er zijn oude dag te slijten. Helaas stak de pest daar een stokje voor.
Van Rossum liet voor zover bekend geen kinderen na. Zou kunnen dat er mensen opstaan en in de media aandacht krijgen voor hun aanspraken op kastelen in Gelre. Een motorherberg in zo’n kasteel is nog niet zo’n slecht idee.
De Oude van Rossum werd begraven in 1555 in de kerk van Rossum. Zijn marmeren kist werd vernield tijdens de Beeldenstorm en zijn gebeente verkaste naar Den Bosch, maar dat is nergens meer te vinden. Z’n schedel zou naar Kasteel Cannenburgh zijn gegaan en daarna naar Arnhem, waar het tijdens de gevechten van 1944 verdween. Een beetje filmmaker maakt daar een prachtfilm van. Laat die Maarten maar meerijden, op onze Zomertoer 2021.