Van de middernachtzon op de Noordkaap via de uitgestrekte landschappen van Finland naar de glanzende gouden koepels van St. Petersburg: proef de eenzaamheid en de machtige natuur van het Noordelijkste Noorden.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/lapland-noordse-combinatie.gpx”]
Tekst en foto‘s: Klaus H. Daams
Nadat het de laatste dagen door Noorwegen een en al genieten was van de meest prachtige uitgestrekte landschappen en op de Noordkaap de zon speciaal voor ons een late dienst had ingelast, lijkt het er nu op dat de natuur al haar kruit heeft verschoten en er voor Finland eigenlijk alleen nog maar een soort Assepoesterrol is weggelegd.
Frank en ik rijden al kilometerslang stug rechtdoor. Het grijze asfaltlint van de 92 doorsnijdt het monotone groen van de dichte sparrenbossen. De lucht daarboven is wit en blauw en heeft tenminste nog twee kleuren. Hadden we in plaats van ABS maar een automatische piloot of de mogelijkheid om onderweg een filmpje te kijken, of op z’n minst een CamelBak met koude koffie om ons wakker te houden. Zelfs de overheid heeft dit blijkbaar ook ingezien en geïnvesteerd in borden die fel geel en rood gekleurd zijn en waar met dikke letters 100 op staat. Nadat we in Noorwegen 3.000 km lang niet harder dan 80 mochten, lijkt het wel of we ineens weer lekker mogen racen.
Lapse eenzaamheid
Geen wonder dat Finland het er bij de internationale PISA-peiling naar de kwaliteit van het onderwijs zo goed vanaf heeft gebracht, zou je kunnen denken. Te midden van zo veel eenzaamheid kunnen kinderen toch eigenlijk niet veel anders dan met hun neus in de boeken zitten? Een greep naar de fles wil overigens ook nog wel eens helpen: 80% van de alcoholconsumptie in het hele land wordt geconsumeerd door 20% van de bevolking. Maar voor ons eerst eens een picknick langs de kant van de weg ergens ter hoogte van Kaamanen. De koffer met proviand van de KLV 1000 is nog niet open, of alle muggen in een straal van tien kilometer weten al dat hier twee lekkere jongens zitten die er op wachten om opgegeten te worden. Zoemen ze nog of hebben ze ons al te pakken? Finland heeft echter ook nog heel wat anders te bieden. Het museum Siida in Inari waar je alles leert over het leven van de Samen, de oorspronkelijke bewoners van Lapland, het uitgestrekte Inarimeer waarboven je een rondvlucht kunt maken of de weg naar Kittilä, die bijna 200 kilometer door de Lapse eenzaamheid voert en er op de kaart al aanlokkelijk uitziet. Soms lokt niets nu eenmaal meer dan het niets. We zetten dus koers naar Kittilä.
Halverwege daarnaartoe – na een nacht waarin het wel leek alsof een heel leger van mieren van pantserstaal onder onze geïsoleerde slaapmatjes doorkroop – hielden we halverwege Kittilä in Pokka een pitsstop bij ‘Tieva Baari’, een wegrestaurant, waar je ook kunt tanken. De baas daar is Kari Kokkomäki, die je zo nodig ook midden in de nacht nog van benzine voorziet en makkelijk een rol zou kunnen spelen in een film van de Finse cultregisseur Aki Kaurismäki, bekend vanwege zijn droog-humoristische films. ‘Stuur toch vooral alle lezers van jullie motorblad bij me langs, maar beter niet in de winter, want dan kan het hier wel minus 51,5 graden worden’, zegt Kari met een grijns op zijn gezicht en hij vertelt over de koudste plek van Finland, waar je in het donkere jaargetijde eigenlijk alleen maar rendierboeren tegenkomt.
Het is nog een lange reis, dus we moeten verder, hoe moeilijk ons dit soms ook valt. Helemaal als weer eens een wit rendiervrouwtje als een betoverde elf met gracieuze onhandigheid ons pad kruist. Elanden krijgen we overigens niet tot nauwelijks te zien. Alles wat er in het schemerige licht van het bos uitziet als een schoffelgewei en ons bijna een noodstop doet maken, blijkt in het echt een reusachtige wortel of een grillig gevormde boomstronk te zijn.
Rovaniemi. Het zou net zo goed Rostock of Rotterdam kunnen zijn. Blokken met huurwoningen in plaats van muggen. We zijn blij weer terug te zijn in de bewoonde wereld en ook met de douches op de camping aan de noordoostelijke rand van de stad. Roger, onze buurman op de camping, is goed geïnformeerd. Tegen insectenbeten adviseert hij een soort imkerhoed en een of ander vreselijk stinkend tovermiddeltje. En hij heeft ook een paar tips die ervoor moeten zorgen dat we ons vooral niet gaan vervelen. Een meeting van motorrijders in het Noorse Alta waar de alcohol blijkbaar rijkelijk zal vloeien en niet ver daarvandaan voor cultuurliefhebbers het Riddu Riddu-festival bij Kåfjord (www.riddu.com) en het Kihaus Folk Festival in Rääkkylä (www.kihaus.fi).
Via Karelia
Maar we moeten weer verder. Ten zuiden van Posio komen we de eerste serieuze bochten na Noorwegen tegen, én een snelle rode VFR. In de late namiddag stoppen we in Taivalkoski. Gebakken rendierribbetjes uit de supermarkt en een bijzondere voorstelling van twee opgeschoten jongens die met hun brommers eindeloos rondjes rijden tussen de bar en de plaatselijke supermarkt. Zouden ze al klaar zijn met hun huiswerk? We horen het geluid van autobanden die van spikes zijn voorzien en voelen langzaam een beetje heimwee opkomen.
Het oosten van Finland met zijn eindeloze naaldwouden stemt ook een beetje melancholisch. Love it or leave it. Geen pittoreske fjorden en ruige bergkammen, maar wel de nabijheid van Rusland en de prachtige toeristische route langs de Via Karelia door de ruige Fins-Russische grensstreek. Karelië is dan misschien wel lange tijd een achtergebleven gebied geweest, maar helemaal van God verlaten lijkt de streek toch niet. In Ilomantsi valt bijvoorbeeld de orthodoxe houten kerk van St. Elias te bewonderen, die met haar zes torens een van de grootste en mooiste godshuizen van Finland is. Maar ook hier vallen er geen touringcars of campers te bespeuren en bij de dienst en de viering van het avondmaal is er ook maar een klein groepje gelovigen. Als we onze reisenduro’s weer hebben gestart, rijden we verder, soms rustig en als het ware meditatief, maar op andere stukken kunnen we ook weer eens lekker gas geven, terwijl we de sporen van de vele Finse rallyrijders annex wereldkampioenen volgen. En als we te midden van al dat stof de smaak weer echt te pakken krijgen, wat valt er dan nog te klagen over die eenzaamheid en is het alleen nog maar genieten.
Tijd voor een kleine terugblik met wat impressies van de afgelegde route tot in Ilomantsi. Bij het monument ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Winteroorlog bij Suomussalmi horen we het bedrieglijke geluid van een idyllisch klinkend klokje te midden van een zee van symbolische grafstenen en we ontdekken een vogelnest in de roestige loop van een pantserkanon. Het Winteroorlog Museum herinnert aan de hardnekkige strijd in de jaren 1939 en 1940 tegen het Rode Leger dat na het door Hitler en Stalin gesloten pact Finland was binnengetrokken, terwijl tegelijkertijd de Duitse strijdkrachten in Polen de vrije hand kregen. Bij Lieksa een stukje met steenslag en bochten op een gedeelte van de Varna-route, die aan de Russisch-Zweedse Oorlog in de jaren 1941-1943 herinnert.
Eindelijk, bochten
Vervolgens houden we een korte stop in Eno. Op een voetbalveldje zijn een paar kinderen een balletje aan het trappen, en wel de dikke tegen de dunne ofwel vier tegen zeven. Het totale gewicht van beide ploegen is eerlijk verdeeld; de teams houden zich goed in evenwicht. Ten zuiden van Ilomantsi begint alles er anders uit te zien. We hebben duidelijk veel minder last van overstekend wild en de weg is ook niet meer zo rechttoe rechtaan. De in totaal 187.888 meren moeten van de Finse planologen het uiterste hebben gevraagd. In een bijzonder vloeiende bochtencombinatie op de 435 naar Puumala kan een zeearend maar net voorkomen dat hij door ons wordt ingehaald, doordat hij – eigenlijk heel oneerlijk – op het laatste moment het vrije luchtruim kiest. Ook zien we ineens als uit het niets een geel koolzaadveld dat iemand hier zo maar lijkt te hebben neergelegd en er echt prachtig uitziet. En niet te vergeten Savonlinna, waar in het kasteel Olavinlinna, de best bewaarde vesting van Scandinavië en internationaal beroemd vanwege het operafestival dat hier jaarlijks in de maand juli wordt gehouden. Eerlijk gezegd geven wij vandaag de voorkeur aan het duet van twee dikke tweecilinders.
Het misschien wel mooiste traject van de hele motorreis door Finland is de route van Jaala over de 363 richting Vierumäki. Fantastische bochten tussen elkaar harmonisch afwisselende akkers en velden en langs meren met slechts een kleine rimpeling van het wateroppervlak. Dit alles begeleid door een concert van geluiden afkomstig van tractoren op het land en pleziervaartuigen op het water. Afgelopen met al dat moois is het voorlopig als we bij de houtzagerij van Vierumäki aankomen. Hier gaan we linksaf naar Lahti en vervolgens via de snelweg richting Helsinki. Onderweg was er nog een kort schrikmoment, toen we ineens een beangstigend groot iets boven ons vizier ontwaarden, maar dit bleek gelukkig slechts een Boeing 735 op weg naar de luchthaven te zijn.
Helsinki. We rijden zonder dralen meteen naar het centrum richting Domkerk. Stralend wit verheft zich het door de Duitse architect Carl Ludwig Engel, leerling van Karl Friedrich Schinkel, ontworpen bouwwerk met zijn koepels en pilaren boven de stad. Aan de voorzijde voeren brede trappen naar het bordes van de kerk. Onder aan de trappen op het neoclassicistische Senaatsplein, in 1993 nog het decor van een door 60.000 liefhebbers bezocht uniek concert van de Finse rockband Leningrad Cowboys, staat het standbeeld van tsaar Alexander II van Rusland, die in Finland na eeuwenlange onderdrukking aan het eind van de 19e eeuw voor het eerst voor liberale en economische hervormingen zorgde. In 1906 was Finland het eerste land in Europa dat vrouwen kiesrecht verleende. En als we het toch over keuzes hebben: Overnachten kun je in Helsinki heel goed bij het ‘Eurohostel’ en om lekker te chillen ga je naar ‘Kappeli’, een prachtig paviljoen aan de rand van het Esplanade park en misschien wel het meest prominente café van de hele stad. Na dagenlang in de natuur van Lapland en Karelië ondergedompeld te zijn geweest, lijkt het wel alsof alle kleuren en vormen zich hebben verenigd in één vrolijke happening in Helsinki. Helemaal geen Assepoester, maar prinses van het noorden!
Rusland
En hoe ziet het er achter de zeven bergen uit, in het door iedereen als prachtig geprezen St. Petersburg? Bij de twee uur in beslag nemende papieren rompslomp aan de grens tussen Finland en Rusland komen we Adelbert uit München tegen. Hij wil met zijn GS via Rusland en Mongolië naar Japan en sluit zich voor een kort uitstapje naar St. Petersburg spontaan bij ons aan. Tja, wat moet je zeggen, waar zullen we eens beginnen? Na de laatste dagen in Finland bijna alleen maar te midden van de meest prachtige landschappen te hebben gereden, lijkt het wel alsof de natuur nu al haar kruit verschoten heeft. Het vol gaten zittende asfalt doorsnijdt het monotone groen van de bossen en de grauwheid van de steden, met daarboven de bijna zwarte, natte hemel. Nu zou het fijn zijn als we naast ABS en een automatische piloot ook andere kleren zouden hebben. Echt leuk is dit gedeelte van de route dus nog niet.
Terwijl we het cyrillische schrift niet bepaald machtig zijn, rijden we vol optimisme St. Petersburg binnen. Met rond de vijf miljoen inwoners is het de op één na grootste stad van Rusland. Hoge flatgebouwen voorzien van megagrote reclameborden voor mobiele telefoons, op de trottoirs mensen die drie komkommers te koop aanbieden. Het verschil tussen arm en rijk is blijkbaar nog net als vroeger. Na slechts 20 minuten komen Frank en ik bij het tevoren geboekte hotel aan, en wel het »Sovetskaya« aan de Lermontovsky prospekt 43. Om te beginnen zetten we onze motorfietsen op de bewaakte parkeerplaats en lopen dan kleddernat naar de receptie van de postcommunistische beddenkolos om onze kamersleutels op te halen. Vervolgens haasten we ons om eindelijk andere kleren aan te doen.
St. Petersburg wordt ook vaak het Venetië van het Noorden genoemd. 44 eilanden, 68 kanalen en 600 bruggen en we hebben maar een dag de tijd. We kunnen maar het best te voet op ontdekkingstocht gaan. Na het ontbijt lopen we van het hotel richting centrum. De eerste indruk die we hebben is dat het niet allemaal goud is wat er in de verte blinkt. De stad aan de Neva werd in het jaar 1703 door tsaar Peter I van Rusland als ‘venster op het westen’ gesticht en door dwangarbeiders als het ware uit het niets uit de moerassige grond gestampt. St. Petersburg ontwikkelde zich met name door Catharina de Grote tot een elegante metropool en Alexander Poesjkin heeft met name ervoor gezorgd dat de stad de thuisbasis werd voor veel Russische schrijvers. Na de Oktoberrevolutie in 1917 werd de stad trots omgedoopt tot Leningrad, tijdens de 900 dagen durende belegering door de Duitse strijdkrachten in de Tweede Wereldoorlog sneuvelden in de stad maar liefst 1 miljoen mensen en op 6 september 1991, drie maanden voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, werd de naam van de stad opnieuw gewijzigd in St. Petersburg. Sindsdien werd meer dan 500 miljoen dollar besteed aan de restauratie van de stad die opnieuw een venster van Rusland op het westen moet worden. St. Petersburg telt overigens 8000 bouwwerken, waarvan 400 paleizen, die onder monumentenzorg vallen. Logisch dat zo’n ambitieus plan niet een-twee-drie kan worden verwezenlijkt; bloeiende steden schieten nu eenmaal niet plotseling uit de grond, ook niet in St. Petersburg, terwijl daar nog wel sprake is van de beroemde Witte Nachten. Dankzij de nabijheid van de poolcirkel geeft het sprookjesachtige licht de stad ’s zomers overigens een surreële aanblik.
Tijdens de wandeling van de Lermontovsky prospekt naar het hart van de stad, lijkt het wel alsof we sectie verrichten: allereerst komen we langs triest uitziende en vervallen binnenplaatsen, maar vervolgens langs de meest prachtige, pas gerenoveerde gevels, gouden koepels en mondaine winkels. Niet te overzien zijn ook de vele mooie vrouwen, iedere vijf minuten zijn het er wel negen. Tussen de toeristische highlights de Trinity Kathedraal, het Russisch Museum, de Wederopstandingskerk, de Hermitage (het Winterpaleis) en de St. Izaäk Kathedraal zie je ook steeds weer gewoon alledaagse dingen. De reisleidster vertelt: ‘I live here since 30 years and it’s a mystery even for me today’. De maffia-achtige kerel die niet wil dat we van ‘zijn’ handel in een zijstraat foto’s maken en mij even een blik laat werpen op het pistool in zijn herentasje, tal van stretchlimousines met feestelijk geklede bruiloftsgangers die voor een fotosessie alle bezienswaardigheden van de stad aandoen, de bediening in een klein restaurant die speciaal voor ons op zoek gaat naar een tolk, een groep kemphanen die met bierflesjes en hakmessen dreigend tegenover elkaar staan, drie automobilisten die bij een curieuze kop-staartbotsing betrokken zijn geraakt en die na gezamenlijk de blikschade te hebben bekeken, besluiten zich er maar bij neer te leggen en gewoon verder te rijden, en zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Oh ja, motorfietsen hebben we ook gezien, om precies te zijn vijf in een tijdsbestek van negen uur.
De route St. Petersburg uit voert ons de daaropvolgende dag langs een architectonische mix van Arc de Triomphe en Brandenburger Tor, zodat het ‘gouden westen’ dat we een paar weken geleden achter ons hebben gelaten, weer heel dicht bij komt. Adelbert trekt in ieder geval eerst verder richting het oosten en misschien – als het lukt – wel helemaal tot in Alaska.
Info
De republiek Finland grenst in het noordwesten aan Noorwegen en Zweden en in het oosten aan Rusland. Ten westen en zuiden van het land ligt de Oostzee met voor de kust talloze eilanden en scheren. Finland is 1160 km lang en 540 km breed. Het land heeft een oppervlakte van 338.145 km², waarvan 25% boven de poolcirkel gelegen is, en telt 5,4 miljoen inwoners. Hiermee is Finland bijna net zo groot en net zo dicht- of dunbevolkt als Noorwegen. In de Finse hoofdstad Helsinki wonen 620.000 mensen. De hoogste berg van het met gemiddeld 150 m tamelijk lage land is de Haltia met een hoogte van 1328 m in het noordwesten. Terwijl het landschap in het noorden (Lapland) door uitgestrekte bossen wordt gedomineerd, zijn het in het zuiden met name de vele meren die het landschap bepalen. In totaal telt men (wie eigenlijk?) 50.000 tot 187.888 Finse meren, afhankelijk van de vraag vanaf wanneer een plas als meer wordt gezien. Historisch gezien was Finland vaak speelbal van de oppermachtige buurlanden. Van de 12e eeuw tot in 1809 hoorde het land bij Zweden en van 1809 tot 1917 werd het als autonoom groothertogdom onderdeel van het Russische rijk. Sinds het Hanzeverbond en de Reformatie was er sprake van nauwe betrekkingen met Duitsland. Mede dankzij de steun van het Duitse Rijk lukte het Finland uiteindelijk zich los te maken van Rusland. Op 6 december 1917 verklaarde Finland zich onafhankelijk. Van 1939 tot 1940 was het land verwikkeld in de zogenaamde Winteroorlog met de Sovjet-Unie en van 1941 tot 1944 vocht het kleine land vervolgens aan de zijde van de Duitsers tegen de USSR. In 1947 ondertekende Finland samen met de USSR het Vredesverdrag van Parijs en in 1995 werd het land lid van de EU.
Erheen
De mooiste route ernaartoe is toch wel via de Noordkaap en dan verder richting de Noors-Finse grens bij Karasjok. Vanuit het noorden kun je ook via een aantal andere grensovergangen met Noorwegen of Zweden rijden. Als je vanuit het zuiden met de tocht begint, kom je met de veerboot meestal in Helsinki aan, bijv. vanuit Rostock of Travemünde. Een stuk korter is de overtocht vanuit Stockholm of vanuit Tallinn, maar dan is de route over land wel een stuk langer.
St. Petersburg
Vanuit Zuid-Finland is een bezoek aan St. Petersburg zeker de moeite waard. In dat geval heb je wel een visum nodig; dit kost ongeveer 100 euro en is het makkelijkst verkrijgbaar via een visumagentschap. Bij de grens van Finland met Rusland zijn de formaliteiten nogal tijdrovend; bij het verlaten van het land (richting Narva in Estland) gaat alles een stuk vlotter. De Russische verkeersomstandigheden zijn lang niet zo chaotisch als vaak wordt gezegd en langs de hoofdwegen zijn voldoende tankstations met loodvrije benzine te vinden. In St. Petersburg kan het zijn dat je je motorfiets verplicht (tegen betaling) op de bewaakte parkeerplaats van het hotel moet parkeren.
Accommodatie
Dankzij het zogenaamde allemansrecht is het in Finland (maar ook in Noorwegen en Zweden) toegestaan op elk terrein dat niet omheind is wild te kamperen, wat toch altijd weer een belevenis is. Bij wat minder weer en meer behoefte aan sanitaire voorzieningen kun je ook een camping opzoeken en daar eventueel een hut huren. Jeugdherbergen hanteren geen leeftijdsgrenzen meer en zijn een goedkoop alternatief voor een hotel.