De wolf is terug. En hij is de ideale routemaker. Tijdens de LangsteDagTocht 2018 volgen we zijn spoor van Wolfheze tot Hongerige Wolf. De tocht is ook geschikt voor zwarte schapen. Op weg naar het Siberische Omsk moest dichter Drs. P. zijn vrouw en kinderen nog voor de wolven gooien. Dat is niet meer nodig. Je kunt ze nu ook kwijt op weg naar Ommen, want ons land heeft weer wolven.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/langstedagtocht-2018.gpx”]
Jan Dirk Onrust
In 2011 werd na 150 jaar afwezigheid weer een wilde wolf gezien in Nederland, nota bene in de buurt van een Van der Valk bij Duiven. Aanvankelijk heerste er ongeloof – een wolf in Nederland, dat kon toch bijna niet. Inmiddels weten we het wel zeker. Ook al omdat er daarna nog veel meer meldingen kwamen. Het laatste half jaar is het elke maand, soms zelfs wekelijks, raak.
De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been
Ze lopen op vier poten en ze kijken heel gemeen (Drs. P)
De terugkeer van het ooit zo gevreesde dier heeft alles met politieke veranderingen te maken. Toen het IJzeren Gordijn viel, verdween ook de DDR met zijn muren en metershoge hekken. De wolven in het uitgestrekte Polen hadden ineens een vrije doorgang naar het westen. En daar kwamen ze in een gespreid bedje terecht, want in 1990 verklaarde Duitsland de wolf tot beschermde diersoort. Het duurde even voordat ze dat goed en wel in de gaten hadden, want pas tien jaar later werden de eerste wolfjes met een Duits paspoort geboren.
Inmiddels zijn er ruim tweehonderd wolven in Duitsland. Een groot deel leeft in roedels – groepjes van tien tot vijftien dieren in de bossen van Lausitz, aan de Poolse grens. Maar intussen zijn eenlingen en stellen uitgewaaierd in de richting van de Nederlandse grens.
140 wolven platgereden
Dat uitwaaieren gaat snel. Een beetje wolf kan zich vijftig kilometer per dag verplaatsen. Een wolf is bovendien geen groot liefhebber van wildernis. Hij zoekt gewoon voedsel. En of ie dat nou in een bos, een weiland of een buitenwijk vindt, maakt hem niet bijzonder veel uit. Een nadeel voor dit gebrek aan kieskeurigheid is dat ie in gebieden terecht kan komen waar veel wegen zijn. Bijna 140 wolven zijn dan ook al platgereden sinds 2000. Maar degenen die wel iets van het verkeer begrijpen, hebben de overhand.
Beetje gevaarlijk misschien?
Moeten we daar nou blij mee zijn? Natuurliefhebbers vinden van wel. Na jaren van strijd voor natuurbehoud en het verbinden van verbrokkelde stukjes natuur is de terugkeer van de wolf een kroon op het werk. De sloop die overbevolking en het moderne leven met zich meebrengt lijkt tot staan te zijn gebracht. Vooral stadsmensen vinden dat een mooi idee.
Maar is de wolf ook niet een beetje gevaarlijk? Drs. P. verloor tenslotte zijn hele gezin aan wolven en dan was er natuurlijk ook nog Roodkapje, de zeven geitjes en de drie biggetjes. De wolf heeft zijn imago niet mee.
Vloeiend wolfs
Gelukkig voor hem zijn er vele wolf-apologeten die het voor hem opnemen. Vaak zitten die in natuurbeschermingsclubs of zijn het deskundigen van de universiteit. De wolf is mensenschuw, heeft een aangeboren angst voor dieren die rechtop kunnen staan – mens en beer – en confrontaties zijn uiterst zeldzaam, zeggen ze.
We vragen het ook maar even aan iemand met praktische wolvenkennis. Tuva Thorsen, een Noorse wildparkbezitter, die met wolvenpups in haar bed wakker wordt. Ze spreekt vloeiend wolfs – een taal die niet alleen uit geluiden bestaat, maar vooral uit lichamelijke signalen die dominantie of ondergeschiktheid uitdrukken.
Net kantoormensen
‘Wolven zijn niet de beste jagers. Daarom moeten ze samenwerken om succesvol te zijn. Eentje is de baas, de rest luistert, maar zoekt voortdurend een kans om te klimmen in de hiërarchie. Het lijken net kantoormensen. Dat maakt ze gevaarlijker dan bijvoorbeeld lynxen.’
We mogen rustig de omheining van de lynxen inlopen, maar bij de wolven moeten we dat beslist niet doen. ‘Je bent geen deel van het pact. Ook vreemde wolven zouden gevaar lopen. Of mensen die al jaren met ze omgaan, maar een signaal niet goed opvangen. Degenen die tegenwoordig slachtoffer zijn, zijn meestal oppassers of anderen die beroepshalve te dichtbij kwamen. Normaal gesproken gaan ze confrontaties met mensen uit de weg.’
Dat is niet altijd zo geweest. In Frankrijk bijvoorbeeld werden tussen 1200 en 1920 – toen mens en wolf veel dichter bij elkaar leefden – 7.600 doden door wolfaanvallen geregistreerd. Nou was het vroeger wel wat makkelijker om je buren aan stukken te scheuren en te verklaren dat een wolf dat had gedaan, maar toch. Roodkapje was niet helemaal een sprookje.
Zestig dode schapen
Het romantische enthousiasme over de terugkeer van de wolf begint dan ook barsten te vertonen. Duitse boeren, de eersten die de nadelen ondervinden, klagen steen en been. Al 1.500 stuks vee zijn ze sinds 2000 kwijtgeraakt door wolven. Schapen staan bovenaan het menu. Ook de Nederlandse boeren beginnen het te merken. Dit jaar zijn er al zestig gedode schapen gemeld. In Duitsland zijn inmiddels enkele wolven afgeschoten die te dicht bij mensen kwamen, eentje doodde zelfs een aangelijnde hond.
Trojka hier, trojka daar Is hier ook een abattoir? (Drs. P.)
Boeren willen met scherp schieten, beschermers adviseren zachtere maatregelen (hogere hekken rondom weilanden, grote hond in de buurt). Maar het is hoe dan ook een stuk spannender geworden in de bossen en weilanden in het oosten. Zeker bij onze LangsteDagTocht van 2018, want daarvoor kozen we een aantal plekken waar een wolf is gesignaleerd.
Hongerige wolven
We starten in Wolfheze, oud-Nederlands voor Wolvenbos, dus zitten we meteen goed. Daarna gaan we de Posbank op, waar alleen Roodkapje niet in de gaten heeft dat dit een ideale wolvenstek is. Via het Achterhoekse Ruurlo (zes gedode schapen) bereiken het Twentse Beuningen, waar de tweede wolf in Nederland werd gezien. Je voelt aan je water dat een wolf zich hier kan schuilhouden: dichte bossen en een coulisselandschap met genoeg ruige landjes om ongemerkt schapen en grootmoeders te naderen.
Trojka hier, trojka daar Overal ligt paardenhaar (Drs. P.)
We rijden een stukje Duitsland in, langs het gebied waar een stel of mogelijk zelfs een kleine roedel zich schuilhoudt. Via een kleine grensovergang komen we bij Kloosterhaar waar een rennende wolf langs de weg werd gefilmd. Het eindpunt zit iets verder, bij Bergentheim. Hier staat sinds drie eeuwen restaurant De Hongerige Wolf. Volgens de legende werd op deze plek jonkvrouw Ida van Eerde gered door haar aanbidder jonker Rudolf van Collendoorn toen zij dreigde te worden verscheurd door een roedel van zeven wolven.
We zijn dan vlak bij Ommen, maar we zullen deze gemeente niet bereiken. Vrij naar Drs P., nadat deze van zijn van zijn sledevoertuig was gestort en door de wolven werd verslonden: ‘Ja, Ommen is een mooie stad, maar net iets te ver weg.’