Ruim tien jaar lang reed ik enkele keren per week richting de Randstad voor mijn werk bij MOTOR Magazine en MOTO73. Een enorm aantal uren verbleef ik op de A2-snelweg en filerijden was een tweede natuur voor me geworden. Collega’s bleven telkens vragen wanneer ik me nu eens ging vestigen in de buurt van onze hoofdstad, maar dat moment kwam nooit. De reden, mijn wereld in de Brabantse Kempen.
In de rubriek Langs het tuinpad onthullen MotorNL-medewerkers op welke wegen zij hun passie voor motoren zagen groeien. In deze aflevering neemt Jarno van Osch je mee naar de Brabantse Kempen.
‘Ik begrijp wel dat je uiteindelijk nooit verhuisd bent. Het is prachtig hier.’ De woorden komen uit de mond van collega Ad van de Wiel, die een zuidwaartse trektocht onderneemt voor een fotoshoot met de Kawasaki Z1000SX. Ad lijkt zich gelijk op zijn gemak in de Brabantse Kempen, gezien het tempo waarmee-ie over het asfalt suist. Enkele maanden later is het de beurt aan Eddie de Vries om mijn regio te ontdekken. Ook hij begrijpt me gelukkig. En om eerlijk te zijn, ik ben ook nooit tot twijfels gebracht om de Kempen te verlaten voor de Randstad. Als je in deze prachtige regio opgroeit, wil je dat niet verruilen voor de drukte van het westen van Nederland.
Het is dan ook heerlijk om een ‘tuinpad-route’ uit te zetten in mijn Brabantse Kempen. Veel van de plaatsen waar je tijdens deze rit doorheen stuurt, zijn door mij ontdekt terwijl ik achterop de BMW van mijn vader zat. Hij maakte me wegwijs in deze regio. En al die locaties heb ik nu aan elkaar weten te rijgen.
Willy Neutkens
De route heeft een duidelijk start- en eindpunt gekregen, namelijk MotoPort Veldhoven. De motorzaak bevindt zich in mijn huidige woonplaats en het is dus een logische plek voor mij om de toertocht daar te laten starten en eindigen. Na een bakkie koffie is een snel vertrek vereist, want uiteindelijk staat er een route van zo’n 180 kilometer te wachten. De enorme panden van ASML (zo’n beetje half Veldhoven werkt daar) zijn snel verdwenen als je via de natuurgebieden ‘t Witven en Vlasroot naar Riethoven rijdt. Het is al gelijk lekker slingeren en de weg leidt je uiteindelijk naar het volgende dorp, Westerhoven. Een plaats die voor mij nog altijd in het teken staat van Willy Neutkens. Aan de Dorpstraat (waar nu ‘Bij de Neut’ te vinden is) runde hij een motorzaak en hield er tevens een indrukwekkende verzameling op na. Meer dan honderd BMW-motoren had hij staan, waaronder enkele zeldzame exemplaren waar zelfs het BMW-museum jaloers op was. In 2008 overleed hij op 82-jarige leeftijd en niet veel later werden al zijn motoren geveild. Eigenlijk eeuwig zonde dat zijn collectie niet bij elkaar is gebleven.
Vanuit Westerhoven rijden we door naar het volgende herkenningspunt, het Eurocircuit Valkenswaard. Een iconisch motorcrosscircuit waar de laatste jaren met regelmaat een feestje te vieren was door de zegetochten van Jeffrey Herlings. Hoewel ik meer een wegrace-fanaat ben, kan motorcross me ook zeer zeker bekoren. Overigens is het best vreemd dat asfalt het uiteindelijk van het zand won, want heel mijn jeugd heb ik op slechts enkele kilometers van het circuit gewoond. Als klein jochie was ik ook regelmatig op het circuit te vinden. Waar onze vaders aandachtig naar de wedstrijden keken, waren mijn buurjongetjes en ik druk bezig om eigen circuits aan te leggen voor onze speelgoedmotoren. Inmiddels is het een stuk rustiger geworden op het Eurocircuit, te danken aan de huidige regelgevingen. Het is zeer de vraag hoe vaak er nog een Grand Prix te aanschouwen valt op de Victoriedijk. Ik houd mijn hart vast, want er wordt al veel te lang gesteggeld om het Eurocircuit. Vaak is dat een veeg teken dat er noodweer op komst is.
Speciale plek
We duiken nog wat zuidelijker in deze bosachtige streek en belanden zodoende in Borkel en Schaft. Vanuit hier is het slechts enkele minuten rijden om bij de Achelse kluis te komen. Deze abdij is zeer geliefd onder toeristen en dat is gezien de ligging ook niet vreemd. Je bent namelijk slechts enkele stappen verwijderd van de Groote Heide. Een prachtig natuurgebied, maar enkel geschikt om doorheen te fietsen of wandelen. Wij rijden dus verder en bevinden ons kortstondig op Belgisch grondgebied als er een short-cut wordt uitgevoerd richting Budel. De Zinkfabriek is de volgende locatie en is een stukje indrukwekkende industrie. ZKM, oftewel Kempensche Zinkmaatschappij, zorgde zelfs voor het ontstaan van Budel-Dorpplein. Er is nog altijd veel activiteit rondom de Zinkfabriek, dat tegenwoordig het eigendom is van Nyrstar, de grootste marktspeler op het gebied van zink en lood.
Via een lus schieten we weer omhoog en passeren op die manier de dorpen Maarheeze en Sterksel. Onder de rook van Eindhoven landen we in Heeze, een gezellig dorp dat ook nog eens in het bezit is van een kasteel. Sinds 1760 is de familie Van Tuyll van Serooskerken de eigenaar van dit fraaie rijksmonument dat momenteel wordt bewoond door Sammy Van Tuyll van Serooskerken.
Na het kasteelbezoek is het tijd om de zijkanten van de bandjes op te zoeken, want het nodige bochtenwerk wacht ons op. Daarna schieten we onder de A2 door en rijden we dwars door het Leenderbos. De officiële straatnaam van de N396 geeft al gelijk aan naar welk dorp we rijden. Maar via de Valkenswaardseweg rijden we niet in één lijn richting het centrum, maar buigen af naar industrieterrein Schaapsloop. De reden; er liggen hier een paar lekkere bochtjes.
Het centrum van Valkenswaard kan een mooi moment zijn voor een koffiestop (zie kader ‘Lekkers in Brabant’), maar ditmaal blijft de gaskraan geopend. Na slechts enkele minuten bevind je je in Dommelen, toch wel een speciale plek voor mij. Het is mijn geboorteplaats en er ligt ruwweg zo’n 25 jaar aan persoonlijke geschiedenis. Het was overigens altijd heel gemakkelijk uitleggen waar ik woonde, want ik hoefde enkel Dommelsch Bier te noemen. Een ‘ahah’ volgde meestal, maar vlug voegde ik dan altijd de stad Eindhoven toe, zodat ze ook daadwerkelijk de juiste richting te pakken hadden. Uiteraard is de brouwerij opgenomen in deze route, maar tijd om een foto te nemen is er niet. We moeten door!
Lekkers in Brabant
1. Halverwege de route ligt Valkenswaard. Het centrum ken ik maar al te goed, want in mijn jongere jaren was ik hier met regelmaat te vinden. Vrienden, biertjes en goede muziek, meer had en heb ik niet nodig. Sinds enkele jaren zit er ook een leuk koffietentje, Miss Coffee. Dikke aanrader voor een tussenstop.
Adres: Markt 31, Valkenswaard
2. Wil je iets luxer lunchen of dineren? Dat kan uiteraard ook in de Brabantse Kempen. Een mooi etablissement is Restaurant Vandeijck in Riethoven. In een monumentale boerderij geniet je van prachtige gerechten. Online vind je ze op www.restaurantvandeijck.nl.
Adres: Dorpsplein 4, Riethoven
3. Naast restaurant De gouden leeuw in Vessem raad ik ook The Brand aan. Perfecte plek om de fijne motordag af te sluiten met een lekker hapje eten. Het restaurant heeft een uitgebreide kaart, zodat iedereen met een blij gezicht het pand verlaat. Gastheer Vincent van Thiel is trouwens ook een motorliefhebber. Grote kans dus dat je even door hem wordt aangesproken als hij de motoren ziet staan.
Adres: Dorpstraat 27, Veldhoven
Heuveltje klimmen
De weg vervolgt zich naar Riethoven, het kruispunt van deze route. Het is nu tijd om de westelijke zijde van de Kempen op te zoeken, te beginnen met Eersel. Het dorp kent een heel gezellige markt en voldoende terrasjes. Dus is dit ook gelijk een perfect moment om de motor even tot rust te laten komen. Na een goede lunch ontdekken we enkele andere dorpen die samen de Acht Zaligheden (Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre) vormen. Kronkelige stuurwegen brengen je opnieuw naar de Belgische grens, maar ditmaal steken we die niet over. Dat zou ook zonde zijn, want niemand wil de Prins Hendriklaan missen. Deze weg leidt je door landgoed De Utrecht en wekt automatisch het betere vakantiegevoel op.
Ook na dit prachtige landgoed is het nog altijd lekker sturen geblazen. Ondertussen passeren we Esbeek en Baarschot, waarna we vlak voor Westelbeers naar links sturen. Op die manier komen we via de Paardseheide in Middelbeers terecht. Je begrijpt het natuurlijk al, er bestaat eveneens een Oostelbeers. Via dit kleine dorp maken we een flinke omzwerving, zodat we onze volgende locatie vanuit het noorden kunnen benaderen. Vlakbij Eindhoven Airport ligt namelijk De Lansard, een locatie waar elke motorijder wel even een pauze wil houden.
Actie is op De Lansard het sleutelwoord. Op het terrein vind je namelijk een kart- en crossbaan. De nieuwe Jeffrey Herlings of Max Verstappen zou je hier zomaar kunnen spotten. Enigszins verscholen ligt er aan de achterzijde nog een plas water. Klim dus even op het heuveltje bij de motorcrossbaan en wellicht zie je nog enkele jetski’s voorbij scheuren.
Na het kortstondige bezoek aan de Lansard staat er nog een prima eindspurt op het programma. Vanuit het recreatieterrein trekken we namelijk door naar Wintelre en komen opnieuw door een bosrijk gebied. Als je de juiste weg ingeslagen bent, tref je aan de linkerzijde het Grootmeer en Kleinmeer aan. Niet veel later kom je uit in Vessem, waar restaurant De Gouden Leeuw zich bevindt. Een leuke plek waar je prima kunt eten en een lekker lokaal biertje kunt proeven. Op deze locatie wordt namelijk Beerze gebrouwen, dat een behoorlijk rijke geschiedenis kent. Zeker een aanrader. Voor de motorrijders die geen dinerwensen hebben, gaat de route verder naar Zandoerle. Hier bevindt zich het laatste toetje van mijn tuinpad. Op slechts honderden meters van mijn eigen woning liggen nog enkele mooie stukken asfalt met fraaie bochten en deze dienen dan ook als waardige afsluiters van een 178 kilometer lange toertocht door de Brabantse Kempen. Hopelijk heb je genoten, liefst met een hoofdletter G. Die natuurlijk lekker zacht klinkt, zoals het hoort.
Perfect uitstapje
Het ligt iets van de route af, maar dit ommetje is meer dan de moeite waard. In Best, onder de rook van Eindhoven, ligt namelijk het Norton Museum van Albert van der Heijden. De liefde voor het Britse merk is in de jaren 70 ontstaan, in de tijd dat Albert deelnam aan trialwedstrijden. Uiteindelijk leidde dat vlak in 2002 tot de opening van zijn eigen museum. Natuurlijk staat het merk Norton centraal en Albert heeft enkele fraaie exemplaren staan. De collectie bestaat uit zo’n veertig motoren, waarbij de 16H Plattanker uit 1926 het oudste lid van de familie is. Verder staan er ook een Manx 350 waarmee de TT van Assen in 1959 werd gewonnen door Bob Brown. Ook de Rotary Classic uit 1988 ontbreekt niet.
Als je dit tuinpad gaat rijden, is het zeker de moeite waard om enkele uren vrij te houden voor een bezoek aan het Norton Museum van Albert van der Heijden. Het museum is elke eerste zaterdag van de maand te bezoeken tussen 10.00 en 16.00 uur. Entree kost vijf euro, inclusief een lekker bakkie koffie of thee. Op afspraak is eveneens een bezoek in te plannen. Voor meer informatie check je www.nortonmuseum-best.nl.
De route
Natuurlijk hebben we de route ook digitaal gemaakt, zodat je met je navigatiesysteem precies die bochten kunt rijden die wij zelf zo graag insturen. Het .gpx-bestand is hier te downloaden: