Het is gigantisch groot. En zoveel mogelijk verstopt. Maar 150 jaar na de bouw begint het zichtbaar en zelfs bezoekbaar te worden. De Kouwepotentocht van 2019 gaat langs de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het grootste waterwapen ter wereld.
Eerst wat sterke cijfers: de Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft een lengte van 85 kilometer en is drie tot vijf kilometer breed. Ze omvat 45 forten, twee kastelen, zes vestingen, 85 mitrailleurkazematten, meer dan 700 bunkers en ruim honderd militaire sluizen en waterwerken. Kosten, omgerekend naar 2019: dik vijftig miljard euro. Twee en een half keer zoveel als de complete Deltawerken. Ja, de Waterlinie is veruit het grootste Rijksmonument van Nederland. Toch weten we nauwelijks wat het is, waarom ze werd gebouwd en waar je haar kunt vinden. En vooral: hoe terecht het is dat het monument op de nominatie staat om tot UNESCO Werelderfgoed te promoveren.
Naarden Vesting
Tijdens de Kouwepotentocht van zaterdag 2 november 2019 krijg je op de laatste twee vragen een heel duidelijk antwoord. Want dan maken we een tocht langs de linie. We beginnen – onder voorbehoud – bij Naarden Vesting. Hier ontvangen we je met de gebruikelijke koffie, gebak en een speciaal Waterlinie-T-shirt. Na ruim tweehonderd kilometer zigzaggen langs een stuk of dertig forten, komen we bij het eindpunt nabij de Brabantse Biesbosch waar een Kouwepotenbuffet voor je klaarstaat.
De troepen van Napoleon waren amper vertrokken uit Nederland, of Koning Willem I besloot in 1815 tot de bouw van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dat zou een volgende Napoleon, Wilhelm of wie dan ook buiten Holland houden. Het idee was om van de Zuiderzee tot aan de Biesbosch een strook land van drie tot vijf kilometer breed onder water te zetten als de vijand kwam aanstormen. Het water zou tussen de dertig en zestig centimeter diep worden. Dat was net genoeg om de karren en kanonnen tegen te houden en te ondiep om te varen. Op de meest kwetsbare punten – de delen die te hoog lagen, en bij sluizen en toegangswegen – werden forten gebouwd: laag en verdekt opgesteld in het landschap, omgeven door een slotgracht, verstopt achter bomen.
Zoals de naam al aangeeft, was het een beproefd concept. Anderhalf eeuw eerder werd er ook al een Hollandse Waterlinie gebouwd, meer naar het westen. Eigenlijk kwam die net te laat, want het Franse leger stond al in Utrecht voordat de linie klaar was. Met de nieuwe linie, die de strategisch belangrijke stad wél omvatte, werd dat rechtgezet.
Brisantgranaat
Rond 1870 was de Nieuwe Hollandse Waterlinie klaar. Maar helaas, kanonnen konden inmiddels verder en preciezer schieten dan tijdens de ontwerpfase. Dus moest de verdediging flink worden aangepast en snel ook, want het rommelde nogal tussen de Duitsers en de Fransen. Voor de zekerheid werd de linie voor het eerst helemaal onder water gezet.
In 1885 verscheen de brisantgranaat op de markt, die de onhebbelijke eigenschap had dat hij zich dwars door een fortmuur van anderhalve meter dik kon boren. Wellicht met een gevoel van moedeloosheid verklaarde de minister van Oorlog dat de Linie was voltooid. Maar eigenlijk konden ze bijna opnieuw beginnen. Tot in de twintigste eeuw werden nieuwe versterkingen aangebracht, maar dan vooral buiten de forten. Rondom verschenen honderden bunkers en allerlei andere hindernissen om de vijand uit de buurt van de forten te houden. Kennelijk maakte de Waterlinie nog genoeg indruk, want in een rapport van een Duitse geheime dienst uit 1908 stond dat Holland nagenoeg onneembaar was. Mogelijk zijn we hierdoor buiten de Eerste Wereldoorlog gebleven. In de Tweede Wereldoorlog maakte de waterverdediging geen indruk meer. De Duitsers vlogen er gewoon overheen. Dat maakte de Waterlinie definitief overbodig.
Bommen en gevangenen
Na de oorlog raakten de forten vaak in onbruik, maar ze bleven ontoegankelijk. Bij sommige verscheen soms een legervoertuig, maar wat er precies gebeurde, was een raadsel. Hadden ze er bommen opgeslagen? Of gifgas zelfs? Zaten er gevangenen? Of de geheime dienst misschien? De forten waren een bron van speculatie. In een landschap waar bijna niets geheimzinnig is, waren dit de grote uitzonderingen. En dan lagen ze ook nog eens op afgelegen, lichtelijk mysterieuze plekken. Geen wonder dat de Waterlinie bekend stond als het Grootste Geheim van Nederland.
Intussen zijn de forten bijna allemaal toegankelijk geworden. Soms kun je de terreinen gewoon oplopen, sommige hebben bezoekuren en een gids, andere hebben restaurant of ateliers, enkele een natuurcamping of zelfs een b&b. En allemaal hebben ze hun eigen verhaal, dat soms nog gekker is dan de wilde speculaties. Dat weten we allemaal omdat de forten na al die jaren van geslotenheid zijn opengegaan. In 2020 hoopt de Waterlinie te promoveren tot UNESCO Werelderfgoed en die eretitel krijg je natuurlijk niet als je de boel potdicht houdt.
Tijdens de Kouwepotentocht doen we zoveel mogelijk forten, vestigingen en werken aan. Maar zeker niet alles. De Waterlinie wist dan misschien een keer de Duitsers op afstand te houden, maar met de stadsuitbreiding is dat minder gelukt, met name bij Utrecht. Waar nodig gaan we er met een sierlijke boog omheen.
De meeste forten hebben gelukkig nog steeds een prachtige ligging. Dat is niet toevallig, want ze zijn gebouwd om een vrij zicht te hebben. Dat was tot de jaren vijftig van de vorige eeuw zelfs vastgelegd in de zogenaamde Kringenwet, die bepaalde dat in de nabije omgeving van een fort niet gebouwd mocht worden. Een uitzondering gold voor houtbouw, want dat kon in geval van nood snel in de fik worden gestoken. Dus als je houten huizen tegenkomt, dan is een fort vaak niet ver weg.
Pruisische inval
Als mooie erfenis van de Kringenwet zal je verrast zijn hoe landelijk en groen de ligging van veel forten is, ook al zit je vlak bij verstedelijkt gebied. Een van de eerste voorbeelden is Fort Uitermeer, dat vlak onder Amsterdam in een web van lekkere boerenlandweggetjes ligt. Uitermeer is overigens een van de oudste forten, want het zat ook in de (oude) Hollandse Waterlinie. Al in de achttiende eeuw werd het veroverd door Pruisen, die een invalskracht een grote bek gaven, waarna deze bibberend de ophaalbrug liet zakken.
Drie van Breda
Via de Loosdrechtse Plassen komen we aan de Vecht, waar heel goed verstopt het prachtige Fort Nieuwersluis ligt. Fort Rhijnauwen is het grootste fort van Nederland, het ligt prachtig bij Ameliswaard, maar je moet er wel een halve kilometer voor lopen. Veel simpeler bereikbaar is Fort bij Vechten, het op een na grootste fort. Hierna moeten we even in een spagaat om Houten te mijden, maar dan kom je uiteindelijk wel bij een van de hoogtepunten uit: de ronde toren van Fort Honsdijk aan de Lek. Hier werden vlak na de oorlog de Drie van Breda tijdelijk gevangen gehouden. Direct daarna gaan we langs de prachtige loopgraven van Werk aan de Groene Weg.
Via de veerpont naar Culemborg komen we bij het beroemde Fort Everdingen en Kunstfort Asperen.
Als we de Waal zijn overgestoken, slaan we het heerlijke, maar doodlopende weggetje naar Slot Loevestein niet over. Zeker zo leuk is het nauwelijks vindbare dijkje naar Fort Poederoijen. in het land van Altena doen we even het schitterende eindpunt aan: de Biesbosch om uiteindelijk te keren in of nabij Feestfort Altena, dat ooit onderdak bood aan het ultrageheime Gladio, de schimmige organisatie die het verzet moest organiseren als de Russen zouden binnenvallen. En dan ligt daar ook nog Fort Bakkerskil aan een heerlijk weggetje dat helaas alleen is bestemd voor leden van de Bond van Verkeersovertreders. Maar wat we maar willen zeggen: het belooft een spannende en prachtige tocht te worden.
hoe kan ik routes exporteren tom tom rider
Bij de route die je kunt downloaden zit in elk geval een track. Die is geschikt voor de nieuwste Riders. Heb je nog een oudere Rider, upload de track in een online routeringsprogramma als http://www.kurviger.de en sla op als .itn. Let er wel op dat je niet meer gebruikt dan 48 punten, meer lust een ‘oude’ Rider niet. Is de route te lang, knip ‘m dan op in meerdere routes.