Disclaimer! Dit is geen route langs louter hoogtepunten. En we rijden ook niet per se de mooiste bochtige wegen. Langs de Oude IJssel – niet te verwarren met de IJssel – gaan we op de grens van Nederland en Duitsland vooral op zoek naar een ander belangrijk onderdeel van motorrijden: het onbekende. En dat loont!
Natuurlijk. Een rondje om de voormalige Zuiderzee of heuvels rijden in Zuid-Limburg is altijd mooi en fijn. Maar persoonlijk mis ik op zulke ritten een ontdekking, iets nieuws of onverwachts, kortom: een vleugje avontuur. Een reis door de vallei van de Oude IJssel, op en over de Duitse grens, is precies wat ik zoek: totaal onbekend terrein.
Bij Ulft is het meteen raak: DRU Industriepark, een verzameling van prachtig industrieel erfgoed op een terrein waar al vroeg ijzer werd gegoten. In de gerestaureerde gebouwen (de fabriek sloot in 1973) bevinden zich onder meer kantoren, een theater, filmzaal en een grand café. Ik maak een rondje langs de mooie panden en parkeer de BMW R Nine T Pure bij de fietsbrug over het water.
Het is nog vroeg en rustig dus… toch maar even er overheen voor het betere uitzicht. De Oude IJssel is relatief breed en diep, op dit punt wordt nog gevaren. In de 19de eeuw was het een belangrijke transportweg, een snelweg voor het vrachtverkeer. Alles ging over water en later het spoor. Met de komst van de auto verloor de rivier zijn rol en verzandde de boel.
Aan een picknicktafel bij het water overdenk ik nog een keer het plan. Ik rijd naar de bron van de Oude IJssel. Over de ene oever heen, over de andere terug. En als ik onderweg iets zie dat me bevalt dan wijk ik direct van de route af. Maar wat er ook gebeurt, de rivier is leidend.
Ze leefden verkeerd
Ik volg zoveel mogelijk de loop van het water. Soms ligt er een dijkweg, meestal niet en zorgen landelijke weggetjes voor een goed alternatief. In de derde versnelling gaat het door eenvoudig landschap en dorpen waar het snelle moderne leven van de Randstad nog lang niet is doorgedrongen. Houden zo. Wim Sonneveld zong het, met cynische ondertoon, tenslotte al:
Wat leefden ze eenvoudig toen
In simp’le huizen tussen groen
Met boerenbloemen en een heg
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd
Het dorp is gemoderniseerd
En nou zijn ze op de goeie weg
In de achterhoek van de Achterhoek passeer ik Landgoed Landfort met een havezate die terug gaat tot de 15de eeuw. De buitenplaats wordt gerestaureerd en krijgt zoveel mogelijk de oude grandeur terug. Het is de bedoeling dat het straks weer bewoond zal zijn én buiten deels toegankelijk voor bezoekers. Iets verderop vraagt mijn navigatie om via een fietspad de grens met Duitsland over te steken. Een bordje in de berm meldt ‘Smokkelroute’. Tja, we wilden een vleugje avontuur toch?
Het smalle pad slingert langzaam naar de bewoonde wereld. Aan de overkant van de denkbeeldige grenslijn gaat meteen een reputatie aan diggelen. Het Duitse asfalt is allesbehalve strak. Op een onbewaakt ogenblik word ik een halve meter uit het zadel geslingerd, terwijl de Nine T toch heel behoorlijk geveerd is. Ook op andere plekken lijkt het erop dat de Duitse wegenbouwers de grensstreek zijn vergeten of gewoon hebben overgeslagen.
Daar is Anholt met een prachtig waterslot. Het doet dienst als museum, hotel en restaurant. Ik stuur de motor over de oprijlaan en brug naar de binnenplaats. En weer terug. Nog een keer de hand van het gas in Isselburg, maar dat stadje valt een beetje tegen. Ook dat hoort bij een ontdekkingsreis. We hebben de negatieve ervaringen nodig om de positieve extra te waarderen.
Ik beland nu in volstrekt onbekend terrein. En het is er nog eens uitdagend rijden ook. Het asfalt is smal, slingert en misleidt. Tot drie keer toe loopt de route dood en zoek ik naar een alternatief over fiets- en bospaden. Vleugje avontuur afgevinkt.
Tijd goedmaken. De BWM gaat in rijmodus Dynamic. Ik schuif naar voren, zet de laarzen schrap en gooi het gas open. Even een half uur doorrijden. De Nine T gaat wat vlotter door de versnellingen, moet wat harder in de remmen en kan zonder tussendoor adem te halen op snelheid naar de volgende bocht. Op zo’n retro hoef je niet eens zo hard te gaan om de sensatie van snelheid te voelen.
Verschoppelingen
Ik tik het zuidelijkste puntje van de tocht aan en rijd door misschien wel het mooiste stuk van de route. In elk geval landschappelijk. De wegen slingeren, het heuvelt een beetje, ik raak de Oude IJssel kwijt en vind hem weer terug en ontdek het mooie verhaal van Otto Pankok, een Duitse kunstenaar die het hoofd niet wilde buigen voor de nazi’s. Sterker nog, als pacifist koos hij de kant van de slachtoffers en verschoppelingen, van Joden en zigeuners.
Na de Tweede Wereldoorlog, waarin hij niet mocht werken maar dat wel stiekem deed, maakte Pankok carrière in de Duitse kunstwereld. In de herfst van zijn leven verhuisde hij naar Haus Essel, dat aan de Oude IJssel ligt. Het is nu een museum dat na zijn dood in 1966 door zijn vrouw en dochter is opgebouwd. In het noordelijker gelegen Gildehaus staat er nog een.
Terug in het zadel ga ik op zoek naar het keerpunt van de route: de bron van de Oude IJssel of Issel zoals ze het riviertje in Duitsland noemen. Regelmatig raak ik het water kwijt. Geen wonder, want de rivier is een beek geworden en vervolgens een sloot en nu een nauwelijks zichtbaar stroompje. De navigatie geeft me geen exacte locatie en ik weet zeker dat het hier ergens moet zijn. Google Maps dan maar. 500 meter terug en naar links.
Bingo. Keerpunt bereikt. De bron ligt twintig meter van de weg en is van het zogenaamde intermitterende soort… Eentje die ’s zomers droogvalt en alleen onder de grond verder stroomt. Op een bord lees ik dat de Issel op 55 meter boven zeeniveau ontspringt en 255 kilometer nodig heeft tot hij in het IJsselmeer stroomt. De Duitsers maken geen onderscheid tussen IJssel en Oude IJssel, zoals wij dat wel doen. Alleen de Oude IJssel is ongeveer 81,5 kilometer lang. Eigenlijk zou ik hier omkeren om over de andere oever terug naar Doesburg te rijden, maar twee fietsers zeggen dat ik eerst nog even naar het stadje Raesfeld moet, een paar kilometer verderop.
Danke Schön! Schot in de roos. Rondom het geweldige waterslot Raesfeld vind ik de juiste sfeer voor een lunchpauze: kleine huisjes, smalle straatjes. Ik kies een terras uit met mooi uitzicht op het kasteel en zijn hoge toren.
Pure kunst
Ik laat de Nine T nog een rondje over de steentjes stuiteren en rijd daarna terug naar de Oude IJssel om er de route terug op te pakken. Een bord aan de kant van een smalle weg waarschuwt motorrijders voor overmoed. Logisch, want ik rijd nu door een streek waar drie rivieren stromen en die zorgen voor precies genoeg reliëf in het landschap om de wegen wat nadrukkelijker te laten krullen. Ik schuif een beetje naar voren en zet de boots schrap.
Terug in het eerdergenoemde mooie landschap, bedenk ik me dat het vandaag vooral gaat om het ontdekken van nieuwe dingen. Dus heb ik ook het centrum van de stad Bocholt met een waypoint in de route gezet. Vooral omdat ik er zo weinig over kon vinden. De bewoners zelf zijn goed te spreken over hun stadje: Nörgens bäter as in Bokelt! Of ik de verkeerde route neem of niet, geen idee, maar zo heel veel moois kom ik niet tegen. Konditorei-Café Voss biedt troost.
Ik zet de Nine T schuin voor het terras en zoek een plek in de schaduw. Het is een Konditorei zoals we die graag zien. Niet opgehipt tot Ibiza-stijl lounge met zweverige muziek en trendy koffiemenu, maar gewoon zichzelf gebleven met de focus op goede koffie en huisgemaakt ambachtelijk gebak, Feines Tortenhandwerk.
Als ik na een half uur weer op de motor stap en de Nine T door het stadsverkeer naar de lege plattelandswegen loods, begint de zon al aardig te zakken. Rijdend naar het westen heb ik de stralen soms frontaal in het vizier. Het is weer even zoeken naar de Oude IJssel die hier toch echt ergens moet stromen. Een bordje wijst naar de sluizen van De Pol Etten. Mooi, dan is de rivier in de buurt.
Net als de Oude IJssel zelf neem ik de route dwars door Doetinchem. Het rondje stad bewaar ik voor eindpunt Doesburg dat bekend staat om zijn gezellige centrum met smalle straatjes en oude historische panden.
Samenstroming
Terwijl ik ontspannen de loop van het water volg door boerenland, is daar plotseling een heerlijk weggetje. Het heeft geen zichtbare naam, staat op geen enkele kaart als *must genoteerd maar is één groot feest om te rijden. Eenzaam, onaangetast landschap en met een paar hele goede bochten erin. Ik stuur de Nine T Pure er zo strak mogelijk doorheen. Na alle kilometers van vandaag gaat dat bijna vanzelf. Geholpen door die kenmerkende wegligging van de boxermotor.
Het eindpunt Doesburg komt binnen bereik. De route loodst me door woonwijken richting het oude, mooie centrum. Perfect om straks de rit af te sluiten. Maar eerst wil ik nog de plek zien waar de Oude IJssel in de grote IJssel uitmondt. Ik vind de vernieuwde, hoger gelegen kade met eersteklas uitzicht op de samenstroming. Vanaf deze plek gaat het water als één nieuwe rivier verder naar het IJsselmeer.
Ik start de Nine T en ga op zoek naar een terras in het centrum. Missie volbracht.
Route
Praktisch
3 x Aanleggen
- Het Schaftlokaal, Ulft
Geschikt als trefpunt als je met meer motorrijders gaat. Aan het begin van de route op het DRU Industriepark. Sfeervol grand café met terras.
- Café Winkelmann, Hamminkeln
Keuze uit gebak, verschillende broodjes en uitstekende koffie. Bij mooi weer is er achter de zaak een terras in de openlucht.
- Konditorei-Café Voss, Bocholt
Het is even doorbijten om er te komen, maar dit is zo’n typisch Duitse Konditorei waar koffie en gebak tot kleinkunst zijn verheven. Te vinden aan de voet van het oude raadhuis.
3 x Bekijken
- DRU Industriepark, Ulft
Geen museum, maar een fraaie verzameling industrieel erfgoed uit de tijd dat Ulft het centrum was van de ijzergieterij en aanverwante bedrijvigheid. De laatste fabriek sloot in 1973. Behalve een theater, grand café en kantoren, vind je er ook de VVV van de Oude IJsselstreek.
- Waterslot Raesfeld
De hoge toren kondigt het slot al van verre aan. Even de motor op de zijstandaard en een rondje om het kasteel lopen. Daarna op zoek naar goed terras. Gewoon heel mooi.
- Pankok Museum Haus Esselt
Op de plaats waar de Duitse kunstenaar Otto Pankok de herfst van zijn leven doorbracht is nu een museum gevestigd. Het staat in het teken van het bijzondere werk en leven van een man die de kant koos van de verschoppelingen in de samenleving. Ook toen hem dat door de nazi’s onmogelijk werd gemaakt. Heropent in het voorjaar van 2022 na een grondige verbouwing. Tot dan is alleen de buitenkant te bezichtigen.