zaterdag 23 november 2024

Kazachstan en Kirgizië: Corruptie voor beginners

‘STOP! DOCUMENTAS!’ Nog geen vijf minuten onderweg en ik word al aangehouden door de Kazakse politie. Zoals in alle landen houd ik me van de domme, in de hoop dat ze me laten gaan. Het tegendeel blijkt waar, mijn motor wordt in beslag genomen en versterking per portofoon opgeroepen. Het begin van een lang spelletje bureaucratie…

Joost Kohlmann

Na een half uur ‘Mijn naam is Haas’ kan ik er niet meer onderuit: ik moet mijn rijbewijs en paspoort laten zien. Samen met mijn motor worden die in beslag genomen en onder bombastisch politievertoon gaan we in escorte naar een verzamelpunt. Praten als brugman werkt averechts dus regel ik een tolk die mijn Engels kan vertalen naar Russisch. Ik ben nog maar drie uur in het land en gelijk loop ik vast in een web van bureaucratie en corruptie. Op de achterbank van de politieauto liggen twee belachelijk grote politiepetten, hét ultieme souvenir. Hoe groter de pet, hoe groter de corruptie leert de ervaring. Mijn leergeld zou 150 dollar bedragen, maar ik heb geen haast en ben niet van plan te betalen…

Mijn gedachten gaan een jaar terug, naar Cambodja. Ook daar werd ik van de weg geplukt door een corrupte agent. Rijden met licht aan bleek hier mijn doodzonde en het afkoopbedrag na een lange onderhandeling bedroeg 15 dollar. Een poging om het betaalde smeergeld terug te grissen uit de goed gevulde tas van de agent bleef niet onopgemerkt….

In tegenstelling tot in menige films startte mijn motor daar wel in één keer, waarna ik met een bonzend hart verdween in de drukke avondspits. Laat ik dit hier maar niet weer proberen, ik wend een nieuwe tactiek aan: eerlijk zijn. Ik laat mijn tolk de agenten duidelijk maken hoe ontzet ik ben om na één uur aanwezigheid in dit ‘gastvrije’ land hier in verstrengeld te raken. ‘Gastvrijheid’ lijkt het toverwoord te zijn en raakt de gevoelige snaar bij oom agent, want vijf minuten en 100 Tenge later (50 eurocent) zit ik weer zo vrij als een vogel op mijn motor. Ditzelfde verbazingwekkende tafereel herhaald zich nog vaker tijdens de reis door Kazakhstan. Maar ik kom elke keer beter beslagen ten ijs: voordat mijn motor is uitgerold, heb ik de contactsleutel al in mijn broekzak gestoken en overhandig ik alleen maar kopieën van officiële documenten. Ik krijg er steeds meer lol in.

Eindeloze Steppe

De motorreis duurt 16 dagen, waarvan vijf dagen in Kazakstan en tien in Kirgizië. Motorverhuurbedrijven zijn er niet in Kazakhstan, maar een lokale motorclub in Almaty voorziet ons van hun Yamaha TT’s. De huurvoorwaarden betrof enkel de plechtige belofte heel netjes met de motoren om te gaan. Kazakhstan lijkt over alle ingrediënten te beschikken voor een prachtig en uniek motoravontuur, waar gek genoeg maar weinig toeristen zich tot nu toe aan hebben gewaagd.

De reis begint met het inslaan van proviand voor mens en machine. Alvorens we koers zetten richting de eindeloze steppe laden we de volgwagen vol met ingeblikt vlees en groenten, veel water, jerrycans benzine en natuurlijk Wodka. De eerste kilometers worden we nog met de regelmaat van de klok ingehaald door Bentley’s, verlengde Hummers en dure Mercedessen. De olie heeft een aan tal inwoners behoorlijk rijk gemaakt. Maar het dure blik maakt al snel plaats voor oude Lada’s, Volga’s, Kamaz trucks en oerdegelijke kleine 4×4 UAZ busjes. De geciviliseerde omgeving verandert snel in uitgestrekte dorre vlakten die duizenden kilometers verderop overlopen in Russisch grondgebied, Chinese woestijnen en de Kaspische zee. Als het asfalt slechter wordt, begrijpen we meteen waar onze motoren toe in staat zijn. De vering vangt de grootste klappen op, maar er rest nog genoeg om het nog fitte lichaam duidelijk te maken dat het een barre tocht gaat worden.

Al stuiterend naderen we Qopa, een plaats waar je prehistorische rotstekeningen kunt zien. Wie, wanneer en waarom zijn tot op de dag van vandaag nog onbekend. Na Qopa gaan we op het kompas verder. Daar waar de vlakke steppe onderbroken wordt door een aantal verdwaalde heuvels en een smal verkoelend riviertje slaan we ons kamp op voor de eerste nacht. De Kazakse begeleiding, chauffeur, monteur en tolk, nemen het voortouw. Meteen worden we ingewijd in de wereld van de Russische overlevingstechnieken en ontdekken we waar hun alom bewonderde doorzettingsvermogen zijn oorsprong vindt: wodka! Er wordt geen vinger uitgestoken zonder. Met de warme maaltijd achter de kiezen en de tenten opgebouwd, zijn er al aardig wat glazen doorheen gegaan en vervolgen we de avond met sterke verhalen. Na een paar uur spreekt iedereen dezelfde dronkemanstaal en de bodem van de fles kondigt bedtijd aan.

Wheelie of bekeuring?

Zo heet als het hier overdag kan worden, zo koud zijn de nachten. Dat merk je als de zon opkomt en de werking van de alcohol begint af te nemen. Het opstarten en klaar maken voor vertrek gaat moeizamer dan gehoopt maar iets na negen uur komen de motoren met één druk op de knop weer tot leven. We vervolgen de route dwars door de dorre steppe richting Kirgizië. We laten het stof even voor wat het is en zien de droge steppe in onze spiegels verdwijnen om plaats te maken voor een strakke asfaltweg. Na een eindeloze slingerweg vol haarspeldbochten (snake-road zoals ze hier zeggen) bereiken we de bergpas waar zich tevens de grensovergang bevindt. Daar wordt het toch even spannend. De petten van Kyrgische politie zijn dan wel wat kleiner dan de Kazakse, maar je weet nooit hoe het loopt op een grensovergang. Even lijkt er een klein probleem als een alerte agent een grote schroef in een van de motorbanden ontdekt. Daarmee kan je niet in Kirgizië rijden! Op hoop van zegen verwijderen we de schroef. Het blijkt een schampschot, want de band blijft gewoon zijn druk behouden.

Na de douaneformaliteiten vervolgen we de weg. Daar waar de Kazakse politie ons streng en indoctrinerend bekeek, moedigt de Kyrgische politie ons juist aan om met een wheelie weg te rijden. Wat moet je met zo’n aanmoediging tot ‘overtreding’? We kiezen voor een risicoloze aftocht en rijden rustig de slingerende weg af, Kirgizië in. In de hoofdstad Bishkek wordt al snel duidelijk dat ze de voormalige Russische bezetting hier vanuit een ander perspectief bekijken. In de stad kijkt het metershoge beeld van Lenin fier over de groene straten van de stad, omringd door de soldaten die de gedachtenis permanent bewaken. Elke avond halen ze de Kyrgische vlag neer met veel militair vertoon. Opmerkelijk is hoe deze twee landen de eerdere bezetting verschillend herdenken, want in Kazakhstan zijn juist alle beelden verwijderd die verwijzen naar de periode van overheersing.

We dompelen onder in het bruisende straatleven van Kirgizië en we vinden snel aansluiting met de lokale bevolking die ons kennis laat maken met het gezellig avondleven, shaslicks en bier. Na een verkenning van de directe omgeving vervolgen we onze reis richting het Tian Shan hooggebergte. Dezelfde bergen waar ontdekkingsreiziger Marco Polo ons 700 jaar eerder voorging. Na de eerste bergpas bevinden we ons gelijk in een compleet andere wereld. We rijden dwars door grote kuddes schapen die door de nomaden opgedreven worden richting de uitgestrekte hoogvlaktes. Gedurende de zomermaanden bivakkeren de nomaden in vilten tenten de zogenaamde Yurts die op de ruggen van de dieren meegedragen worden. De wegen worden elke kilometer drastisch slechter en al snel begeven we ons weer op uitdagende onverharde paden.

Tegen zonsondergang maken we bij aankomst kennis met de grenzeloze gastvrijheid in Kyzyl Oy. De bewoners bieden ons hartelijke hun eigen slaapplaatsen aan. Lichtelijk gegeneerd proberen we onze dank te uiten door hen een fles zuivere wodka te geven. Dankbaar neemt de huisoudste de fles in ontvangst en probeert de rest van de avond ons te overtuigen dat de eer juist hem ten deel valt.

Mechanische uitputtingsslag

De volgende dag belooft één van de meest uitdagende van de reis te worden. De geplande route is nog nooit eerder gereden met motoren. Het is slechts een track die door de nomaden gebruikt wordt om hun dieren op het hoger gelegen Song Kul plateau te krijgen. De weg omhoog is niet veel meer dan een karrenspoor dat om de haverklap wordt onderbroken door water, variërend van kabbelende beekjes tot snel stromende rivieren. Bruggen zijn meer uitzondering dan regel, regelmatig laten we de motoren staan om de waterstand te peilen.

Naarmate de tijd verstrijkt worden de paden steiler. De TT’s krijgen het zwaar te verduren, door de grote hoogte. Door de geringe hoeveelheid beschikbare zuurstof wordt de verbranding in de cilinder slechter waardoor het vermogen ook drastisch afneemt. Een soort mechanische hyperventilatie. De overgebleven 28 pk’s zijn net genoeg om de ruim 3250 meter tellende bergpas te overwinnen. Eenmaal boven is het alleen nog maar genieten! Aan de ene zijde zien we de prachtige groen beklede bergruggen die als zacht fluweel afsteken tegen de heldere blauwe hemel. Aan de andere kant hebben we uitzicht op het kristalzuivere Song Kul-meer, omgeven door tientallen Yurts en grote kuddes grazende dieren.

Een van deze vele Yurts zal ons onderdak verlenen, de vraag is alleen welke? Adressen en huisnummers bestaan hier natuurlijk niet, maar een behulpzame herder wijst meteen naar een van de witte stipjes in de verte, precies aan de andere kant van het meer. Hier laten we de dampende motoren voor wat ze zijn en nemen een duik in dit hoog gelegen ijskoude bergmeer. De warme maaltijd bereiden we op een fornuis dat brandt op gedroogde koeienvlaaien en de Wodka die tot nu toe als een rode draad door de reis lijkt te lopen maakt plaats voor het lokale ‘Koemis’, een drankje van gefermenteerde paardenmelk. Het witte goedje schenken ze met een pollepel uit een grote plastic emmer in onze glazen. De eerste slok doet het gezicht vertrekken in zure grimassen. Zou het onbeleefd zijn om het glas niet helemaal leeg te  drinken? Onze Kazakse begeleiding was hier al op voorbereid en haalt al snel de vertrouwde wodka weer tevoorschijn.

De nachten hier zijn hier zo koud, dat onze ultramoderne slaapzakken marginaal werken. Dankbaar maken we gebruik van de stinkende schapenvachten die her en der verspreid liggen om ons warm te houden gedurende deze kraakheldere nacht.

Sharyn Canyon

In Kirgizië komen weinig toeristen, laat staan een groep motorrijders. De mannen van de nomadische stammen staan dan ook zeer geïnteresseerd te kijken naar onze motoren, maar geven al snel te kennen dat ze niet zouden willen ruilen met hun paarden. Voor de gein organiseren we een sprintwedstrijdje tussen een Yamaha TT 250 en een paard. Het paard wint, de eerste 100 meter…

We verlaten het bergmeer Song Kul en begeven ons de komende dagen op de voormalige zuidelijke zijderoute. Hetgeen af en toe nog te zien is in de vorm van kleine nederzettingen die dienst hebben gedaan als overnachting- en handelsplaatsen. Her en der menen we nog een voetafdruk van Marco Polo te zien, maar na het voorbij razen van onze acht offroad motoren gaan deze voorgoed verloren in de grote oprijzende wolk van fijnstof en opspattende stenen.

We rijden langs de oever van het grootste meer van Azië richting het hooggebergte met toppen tot 7400 meter! We overwinnen nog een laatste hoge pas voordat we uiteindelijk de Kazakse grenspost voor ons zien. Deze grensovergang is niet veel meer dan een paar containers met kleine kantoortjes en één ‘Slagbaum’, de sfeer is zeer gemoedelijk. We kunnen de grens nog niet passeren omdat er onderhoud wordt gepleegd aan de slagboom. Behulpzaam als we zijn helpen we de douaniers even met het laswerk zodat we onze weg voorspoedig kunnen vervolgen.

Terug in Kazakhstan rest nog een laatste avontuur: de Sharyn Canyon. Dit is een kleine uitvoering van de Grand Canyon, maar daardoor niet minder spectaculair. Het gegeven dat de parkrangers niet op hun post te zitten, interpreteren we als een vrijbrief om de canyon in te rijden. We dalen af in een steile kloof waar het landschap verandert in een oogverblindende schoonheid van vuurrode rotsformaties en een wild stromende rivier die kennelijk de oorzaak is van de diep uitgesleten canyon. Het kamp slaan we onder in de canyon op om onder een heldere sterrenhemel te genieten van onze laatste avond in Centraal Azië.

Een bekeuring

De volgende ochtend is de controlepost wel bemand. De gedachte aan corruptie doet me besluiten een alternatieve route te nemen. Dwars over de rotsachtige bergen proberen we het park te verlaten, maar dat blijft niet onopgemerkt. Al snel zetten de rangers de achtervolging in in hun oude Lada 4×4. De tactiek om de groep in tweeën op te splitsen werkt, voor de helft. De rangers kennen het gebied op hun duimpje en een deel van de groep wordt de pas afgesneden. Heftige discussies volgen, maar in de ogen van de rangers lezen we af dat ze maar wat plezier hebben beleefd aan de achtervolging. Een aantrekkelijke doorbreking van hun saaie dagelijkse sleur. Als we entreegeld op het tafeltje hadden achter gelaten, was er niets aan de hand geweest, vertellen ze ons. Ons betoog dat het geld mogelijk van het tafeltje is gewaaid, gaat er niet in. Het bonnenboekje wordt getrokken en een boete van twee euro per persoon is ons deel. Almaty halen we uiteindelijk zonder noemenswaardige vertraging.

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/TRK-kazachstan.GPX”]

Jan Kruithof
Jan Kruithof
Rijdt al heel lang motor. Is niet zo geïnteresseerd in de motor zelf, maar wel in wat-ie kan. Sterke voorkeur voor allroads, maar hypernakeds zijn ook niet te versmaden. En natuurlijk classics vanwege de techniek én de aaibaarheid. Rijdt zo'n 40.000 km per jaar. Heeft drie motoren, waarvan één woon-werk. Bezit zelf geen auto.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen