zaterdag 23 november 2024

Italië: Lentekriebels aan de Italiaanse Meren

De Italiaanse meren Garda, Como en Maggiore vormen als vanouds een lusttuin waar de gegoeden der aarde zich laafden aan de geneugten van het leven. Terwijl Koning Winter Noord-Europa in zijn wrede greep houdt, beleeft Promotor al losbollige lentegevoelens ten zuiden van de Alpen.

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/italiaanse-meren.gpx”]

Michiel van Dam

Mijn BMW ramt op topsnelheid langs de trage stroom auto’s die over de Brennerpas kruipt. IJzige bergwinden fluiten om het kuipje. Ik proost mezelf toe in het raam van de treincoupé met een dampende mok ontbijtkoffie. Gisteravond uit het ijzige Düsseldorf vertrokken, nu al de hindernis van de Alpen genomen. Niet slecht. Voor mij uit schoven in de Laatste IJstijd enorme ijsmassa’s naar het zuiden, die diepe geulen trokken: de huidige Italiaanse meren waar ongeduldigen als ik, al vroeg in het jaar de levenssappen voelen stromen.

Lustoorden

I need to touch, a live unbeaten earth, so that’s where I’m going. Vanaf het station Bolzano een stukje snelweg en dan fluks de Dolomieten in. Op de S 240 pompen scherpe bochten boven ravijnen de adrenaline rond. Na Torbole glijdt dan tussen de bergwanden het blauw van het Gardameer in ‘t vizier. En daar hebben we Riva del Garda al, hoe krijgen ze er toch zóveel restaurants, campings, hotels, pensions en souvenirwinkels in gepropt? Maar de locatie kan ook moeilijk mooier. Mediterrane vegetatie aan de oever, achter het blauwe water de bergen met hun witte sneeuwkoppen.

De weg Gardensa Occidentale, langs de westoever van het Gardameer, klampt zich vast aan de steile rotswanden en graaft zich er hier en daar ook dwars doorheen. De Italiaanse meren, waaronder Garda, zijn al sinds vóór de Romeinen een lustoord van jewelste. De oorspronkelijke flora werd gaandeweg verrijkt met planten en bloemen die tuinliefhebbers uit de hele wereld hierheen brachten.

Tussen Salò en Gargnano ligt de Riviera van het Gardameer, daar groeien en bloeien dus die planten en bloemen die in molentjes met prentbriefkaarten prijken. Dit is de Goudkust van het Gardameer. Exclusief terrein voor de gefortuneerden der aarde, motorrijders incluis.

In Saló stichtte Benito Mussolini nog een fascistische republiek toen de rest van Italië al naar de geallieerden was overgelopen. Ondanks steun van de Duitsers mislukte dit experiment, Benito en zijn maîtresse werden op vlucht naar Zwitserland door partizanen gefusilleerd en ondersteboven aan een lantarenpaal gehangen. Geen fraai stukje vaderlandse geschiedenis voor Italiaanse schoolkinders, maar die komen net als ik Benito’s breedbekaakte kop toch tegen op prullen bij souvenirstalletjes naast de voormalige villa van Gabriele D’ Annunzio.

Nog zo’n Italiaans megalomane houwdegen trouwens, met een krijgslustige uitstraling. Als dichter en toneelschrijver streefde hij naar roem, in de Eerste Wereldoorlog deed hij mee als vliegenier, want dat soort mensen kruipt niet graag in koude en modderige loopgraven. Hij wierp pamfletten uit boven Wenen en nam met wat trawanten de stad Fiume (Rijeka) in, die tot zijn woede na de Eerste Wereldoorlog aan Joegoslavië was toegewezen. Kortom: een man van de wereld, die vandaag de dag op de motor onderweg zou zijn om voor Promotor reisverhalen samen te stellen.

In de tuinen staan wat van D’Annunzio’s oorlogsspullen. Speedboot, vliegtuig. Zijn Huis&Tuinproject, een kolosaal monument voor zichzelf, kostte wat grijpstuivers, die hij verdiende met het ontwikkelen van parfums (ja, echt!) en dichtregeltjes schrijven. Ook andere dichters raakten aan het Gardameer over de kook: Vergilius, Valerius, Catullus, Dante, Goethe en Carducci… zij konden hun koortsige hersenen niet koelen in de rijwind zoals ik op weg naar de volgende ‘bathing beauty’: Lago di Como.

Bekend van Guzzi

Lario noemden de Romeinen dit stuk paradijs tussen de bergen. Del Lario komt daar vandaan, en dus Mandello del Lario. Bekend van die boxer met push-up cilinders, die precies daar wordt gefabriceerd. Vanuit Mandello mocht ik ’n tijdje terug op een maagdelijke Stelvio NTX in een lange orgastische ruk naar de Noordkaap rammen. Die relatie hield duizenden kilometers stand, over pieken en door dalen, bij weer en geen weer. We waren voor elkaar geschapen! Maar de wrede familie Guzzi keurde een stabiele relatie na die dolzinnige flirt niet goed. Na de Noordkaap moest de Guzzi terug naar Italië, ik naar Nederland. Mooie herinneringen en intieme foto’s, dat rest van die amoureuze escapade. But what a ride we had!

Die herinnering laat ik graag intact. Ook krijg ik niet graag de voltallige Guzziclan achter mijn Beierse boxerbroek aan. De oostoever van Lago di Como is dus off limits. Let’s go west.

Bij Lecco rij ik de Triangolo Lariano binnen, de gouden driehoek die verder wordt bepaald door de plaatsen Bellagio en Como. Lariana heet de SS 583 en dat klinkt romantischer dan zo’n kil wegnummer. Past ook beter bij de nauwe rotswanden waar de weg zich langs perst, door een verlaten karstgebied met slechts sporadisch een huis en haventje. Uit het Stenen Tijdperk rij ik de Belle Epoque binnen.

Bellagio is een van de mooiste plaatsen in Italië en dus ter wereld. De plaats ligt niet alleen in een beeldschoon decor van bergen, water en tuinen, zij is zelf óók een respectabele schoonheid, waarvan de rimpeltjes de charme juist verhogen. Architecten en aannemers hebben er kwistig met Jugenstilelementen rondgestrooid, in het Italiaans “liberty” genoemd. Op Engelse leest zijn hier ook veel tuinparken geschoeid waar gasten op vorstelijke wijze werden onthaald, waaronder keizer Napoleon Bonaparte en verschillende beroemde kunstenaars.

Franz Liszt was verrukt van het Comomeer: “ik ken geen streek die meer door de hemel is gezegend dan de oevers van het Comomeer. Die is geschapen om het verhaal van twee gelukkige geliefden te schrijven“. Slik. Ondanks het miserabele weer heeft de westoever van het Comomeer en het gebergte daarachter opeens een sterke aantrekkingskracht op man&motor.

Vroeger bleven bezoekers weken- of maandenlang in Bellagio hangen, voor de hedendaagse man van de wereld volstaat een overnachting om voldoende indrukken op de geheugenkaart te spijkeren. Net boven Bellagio stop ik bij een uitzichtpunt waar het breedste gedeelte van het Comomeer beneden me ligt, onder een dik wolkendek. Maar dan breekt de hemel open en als bazuinen in een Wagneriaanse opera, verschijnen de sneeuwbedekte bergtoppen ten tonele, een schouwspel om niet licht te vergeten. Na Zelbio komt met iedere haarspeldbocht het Comomeer weer dichterbij. Bij Nesso pak ik de kustweg weer op, dezelfde SS 583 die vanaf Lecco naar Bellagio bracht, voert me gladjes weer af richting Como.

IJzige lente

Vanaf Como lopen de Via Regina Nova en de Via Regina Vecchia parallel langs de Comoteuze westoever. Bij Torriggia komen Oud&Nieuw samen, iets verderop werd Mussolini met zijn liefje door de partizanen te grazen genomen. Maar voordat ik een doorbuigende lantarenpaal passeer gaat mijn route linksaf, de bergen in, door de Intelvi-vallei.

Subtropisch klimaat aan de oevers, alpiene toestanden in de bergen. Zo vroeg in het jaar vertoont Lady Lente zich aan de meren, maar hier boven is de winter nog niet geweken. M’n geplande rit kan vanwege mist en gladheid niet uitsluitend over priegelweggetjes lopen. De witte kronkels op mijn kaart ontpoppen zich in werkelijkheid als supersmalle bergweggetjes met antiek asfalt, nauwelijks beter dan de hobbelkeien van de eeuwenoude ezelpaden die ik hier en daar kruis. Door de aanhoudende ijsregen is er geen mens, auto of kip op straat. Wel gladde blubber, ik ben blij als Erbonne eenmaal achter me ligt en ik bezweet en verkleumd tegelijk wegnummer 13 weer kan oppikken. My lucky number vandaag!

I am the passenger. Als het tegenzit in het zadel, zwelt altijd wel een of ander passend lied aan in het hoofd om de ontberingen dragelijk te maken. So let’s take a ride and see what is mine. Iggy Pop verzacht de kou en honger. Lokleuzen genoeg. Durchgehend warme Küche. Open daily. Siamo aperto! Maar ze halen minachtend de schouders op voor een enkele natte motorrijder met Nederlandse kentekenplaat. Alle restaurants op Italiaanse en Zwitserse bodem waar ik aan de deur rammel blijven potdicht.
So let’s ride and ride and ride…
Dan ram ik maar door, de oeverweg is gelukkig ook verlaten, door de tunnel dwars onder Locarno door, laat ze stikken in hun kaasfondue die Zwitsers! Eenmaal weer in bella Italia houd ik het voor gezien voor vandaag. Het humeur verbetert zienderogen als ik eenmaal een kamertje heb bemachtigd in de ansichtkaartambiance van Cannobio’s kinderkopjescentrum. Paard op stal, baasje gebadderd, de motorspullen druipend boven de radiatoren.Elk noemenswaardig dorp in Italië heeft een Bar Sport. Daar zit je altijd goed, ook hier aan de oeverpromenade van het Lago Maggiore. Vergeet patat of pasta, hier ga je voor de gegrilde groenten bij het hoofdgerecht. Geen wifi, want daar moet de bejaarde baas Peppino niks van hebben. Wel schuift hij ongevraagd een karaf heerlijke wijn op tafel, hoort bij het eten, is van het huis. Een gezellige buurtkroeg met vingerlikkendlekkere gerechten en een sfeer als bij grootouders thuis. Waar vind je dat anders dan Italië? Goed eten & drinken is in de Lombardijnse bergen en ook langs de meren niet gegarandeerd, maar Peppino en Peppina maken er in hun taveerne dagelijks een feestje van.

Naar Isola Bella

Een sprookje is het. Echt. Lago Maggiore in de ochtendzon. Achter de palmen spiegelen witte bergtoppen en wolken in het blauwe water, zo kennen we de Italiaanse meren weer. Denk dus niet dat je op de SS 34 naar het zuiden het rijk alleen hebt. Ook buiten het hoogseizoen puilen er vrachtauto’s, bussen, touringcars, campers, personenauto’s en fietsers overheen. Dan maar van het uitzicht genieten, voor strak en snel sturen liggen er voldoende afslagen te wachten, omhoog de bergen in. Maar eerst het non plus ultra van het Maggiore aangestuurd. Voor de mooiste baai, tussen Verbana en Stresa, liggen de Borromese eilanden, drie in getal, die als een miniatuurversie van de drie lenteschonen Garda, Como en Maggiore naar mijn gunsten dingen. Wie van de drie: Bella, Madre of Pescatori?

Isola Bella heeft de mooiste naam, nou nog een bootje vinden dat mij daarheen wil brengen. Wat ik op de parking van Piazza Marconi eerst aanzag voor een legioen ijverige parkeerwachters (mooie petten: dit is Italië!), blijken “kapiteins” te zijn van verschillende rederijen die de uiterst lucratieve vaarverbindingen met de isole Borromée onderhouden. Iedereen komt hier voor die rotspunten die boven waterspiegel liggen verankerd. Ik ook.

Het begint te regenen, precies op het moment dat ik van de loopplank op het Mooie Eiland stap. Dan maar schuilen in Caffè Lago. De muren gaan schuil achter rockmemorablia, foto’s, posters, t-shirts, gitaren, gesigneerd door grootheden als AC/DC, Aerosmith, Lou Reed, B.B. King en Bruce Springsteen die voor mij het schone eiland betraden en hier kennelijk binnendruppelden. Regent het soms vaker aan het Lago Maggiore?
Om het uur gaat een boot terug naar het vasteland. Maar wat moet ik daar? Daar regent het ook, terwijl boven de bergen een blauwe hemel treitert. Ik laat me niet gek maken, eerst maar een glas wijn. Dan me bezinnen op de vraag: koop ik nu wel of niet voor een woekerprijs zo’n flutparapluutje bij een van de souvenirstalletjes op het eiland?

Het glas is leeg, buiten is het droog. Borremian Rhapsody. De rest van de middag breng ik in een steeds sterkere roes door, dolend door paleis en tuinen op het eilandje. Isola Bella is een gouden koets waarin ook gewone stervelingen plaats kunnen nemen. De amper 320 meter X 180 meter strekkende rotsklomp barst uit zijn voegen van de kitsch: bloembedden, kassen, bomen en beeldgroepen op tien verschillende terrassen. ‘t Paleis maakt het nog bonter met, ik doe een willekeurige greep: Vlaamse wandtapijten, schilderijen en beelden van grootmeesters, kristallen kroonluchters, wapens, poppentableaus, kunstmatige grotten en meubels die zijn versierd met kostbare stoffen en edelstenen, waaronder het ledikant waarin Napoleon Bonaparte met zijn Josefientje “de nacht doorbracht” zoals dat in adellijke kringen heet. ‘You name it, they’ve got it’ op Isola Bella.

De indrukken versmelten en draaien steeds sneller rond als in een kaleidoscoop. Op een bankje aan de vaste wal hervind ik langzaam weer mijn evenwicht. De rollen zijn ondertussen omgedraaid. Boven in de bergen trekt een noodweer over, ik zit heerlijk in het voorjaarszonnetje. Blij dat ik die paraplu niet heb gekocht! Een uurtje later rij ik in het hagelspoor rond de Monte Matterone. De hemel schuift weer open, een 360 graden panorama over Alpen en meren trekt aan mijn kuipje voorbij. In mijn kop zwelt onweerstaanbaar muziek aan. Lust for life. I’ve got a lust for life. Yeah, lust for life. Iggy Pop zet de juiste slotakkoorden in. Hemelshoog tussen wolken en sneeuwbedekte Alpentoppers zweef ik boven de ‘Madonna-blauwe’ meren (aldus Winston Churchill) richting Autozugstation in Alessandria.

Subtropisch paradijs

“Een verlangen naar vijgen” noemen IJslanders het. Sinds de Grote Volksverhuizing leeft in bewoners van Noord-Europa een verlangen naar het warme, zonnige zuiden. Daar liggen de Italiaanse Meren tussen de Alpen en de rijke Lombardijse Povlakte, waar cultuur en natuur samensmelten. De bergen bieden beschutting tegen het barre klimaat in het noorden, rond de meren zijn door de eeuwen heen prachtige tuinen aangelegd en is subtropische flora aangeplant, waardoor er citrusvruchten, palmen en andere soorten exotische planten en bloemen gedijen die je zo dicht bij de Alpen niet zou verwachten. Het milde klimaat, het betoverende decor en de nabijheid van rijke Italiaanse handelssteden hebben door de eeuwen heen mensen naar de oevers van Garda, Como en Maggiore gelokt. Gefortuneerden en hun gasten, waaronder veel kunstenaars, verfraaiden de oevers met tuinen en villa’s en verspreidden in de rest van de wereld de reputatie van paradijselijke schoonheid van het gebied.

De mooiste plekjes op de oevers en eilanden in de meren werden al snel geclaimd door rijke families, vroeger de adel, tegenwoordig filmsterren en handelaren. Daar bouwden ze prachtige (nu zouden we zeggen: protserige) villa’s en legden ze uitgestrekte en weelderige tuinen aan, volgestopt met beeldhouwwerken en exotische vegetatie. Een goed voorbeeld daarvan is het Isola Bella op het Lago Maggiore, waar de adellijke familie Borromeo door de eeuwen heen een kitsch&kunstwerk van wist te maken dat zijn gelijke in Hollywood niet kent. Ook Villa Taranto aan Lago Maggiore, Villa Carlotta, Villa Melvi en Villa Serbelloni aan Lago di Como en Monte Baldo, de Tuinen van Sigurtà en Andrea Heller en Il Vittoriale degli Italiani aan Lago di Garda zijn het waard om de motor even voor te laten staan.

Hoe je ook tegen de tuinen, paleizen en villa’s aankijkt: dankzij het beschutte, milde klimaat en de menselijke ingrepen in de natuur ervan bieden de Italiaanse Meren een uniek decor voor motortochten langs de oevers en door de bergen die vlak daarnaast oprijzen. Met name in het vroege voorjaar, als ten zuiden van de Alpen de lente al is begonnen, maar de wereld daarboven nog bestaat uit duisternis, kou, sneeuw en ijs. Dan brengt de Duitse autoslaaptrein je met je motor snel en comfortabel naar diverse bestemmingen die direct op de Italiaanse Meren aansluiten. Vertrek vanaf Düsseldorf, aankomst in Allesandria. Meer weten? www.autozug.nl.

Hotels

Lago di Garda: www.hotelelisa.com
Lago di Como: www.hotelflorencebellagio.it
Lago Maggiore: www.stresahotels.net; www.pironihotel.it

Toeristische informatie

www.lagodigarda.nl
www.tignale.org
www.vittoriale.it
www.bellagiolakecomo.com
www.distrettolaghi.it
www.lagomaggiore.it
www.borromeoturismo.it

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen