Lengte: 223 km
Start: Doesburg, Café de Waag
Finish: Vollenhove, St. Nicolaaskerk
Normaal gesproken doen we niet aan stedentrips. We zijn de Libelle niet, zeg. Maar voor Hanzesteden maken we een uitzondering. Ze zijn gezellig, compact en ertussen liggen prachtige wegen.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/Hanzestedenrit.gpx”]
Vijftien jaar voordat Columbus Amerika ontdekte, liepen ze in de nederzetting Doesburg nog in schapenvellen rond. Maar toen het Achterhoekse stadje in 1477 werd opgenomen in het Hanzeverbond ging het licht aan. De handel kwam tot bloei en al snel liepen de Doesburgers rond in een kwaliteitsberenhuid uit Rusland of Scandinavië. En er kwamen ‘vreemde’ bieren waarover geen accijns hoefde te worden betaald. Deze werden getapt in Stadsbierhuys De Waag dat een jaar na aansluiting bij de Hanze werd gebouwd. Dit schitterende café staat er nog altijd. Het mag zich het oudste café van Nederland noemen, maar veel beter nog: het is het startpunt van onze Hanzestedentrip.
Verdeeldheid
Waar je ook komt in noordelijk Europa, bijna overal zijn Hanzesteden bijzonder mooi en vaak vrij compact. De verklaring daarvoor is dat de Hanze (70 steden met als middelpunt het Duitse Lübeck) een vrij korte tijd van bloei kende: vooral in de vijftiende eeuw. Daarna raakte het stedenverbond in de versukkeling, door verdeeldheid, concurrentie en gebrek aan politieke en militaire macht. Het betekende dat de Hanzesteden zich razendsnel ontwikkelden, met alle bijbehorende imponerende stadsmuren en -poorten, sierlijke koopmanshuizen en goede wegen van dien. Toen het verbond uiteen viel, was de groei er meteen uit. Dus wat hebben nu? Een hele reeks kleine, aangenaam suffige stadjes met een schitterende oud centrum en een rustig achterland.
Achterland
Nadat we in Doesburg de stervormige gracht om het centrum zijn overgestoken, slingeren we langs de IJssel naar Bronkhorst. Dit is een mooi voorbeeld van hoe het met de IJsselsteden zou zijn gelopen zonder Hanze. Bronkhorst – geen lid – heeft in 500 jaar nauwelijks een ontwikkeling doorgemaakt. Maar het mag zich nu wel het kleinste stadje (160 inwoners) van Nederland noemen. Zutphen (46.000 inw.) deed het als principaalstad (voorname Hanzestad) een stuk beter, maar daar gaan we met een boogje omheen, om zoveel mogelijk van het mooie achterland mee te pikken. Het stokoude Deventer, ook een principaalstad, slaan we niet over. De buitenkant is weliswaar een beetje troosteloos, maar het heeft een hart van goud: de Brink hoort tot de mooiste pleinen van Nederland. Met de motor mag je er niet op, maar je komt er wel vlakbij.
30 km nostalgie
We steken de IJssel over en zetten koers richting Hattem. De Bandijk en de IJsseldijk zorgen hier voor 30 km nostalgie. Op een enkele bouwkundige vergissing na, lijkt het door de oude boerderijen en dijkhuizen alsof je door de negentiende eeuw rijdt. Nog meer sfeer vind je in het oude centrum van Hattem. De veertiendeeeuwse Dijkpoort, waar we doorheen gaan, is bekend van de tekeningen van Anton Pieck. Zijn museum vind je hier ook. Vijftien prachtige kilometers verder zie je aan de IJsselkade van Kampen de volgende poort. De kade wordt wel het mooiste rivierfront van Nederland genoemd en het is de thuishaven van de Bruine Vloot. Met wat geluk ligt de Kamper Kogge ertussen, een replica van het type schip waarmee in de Hanzetijd de handelswaar werd vervoerd.
Venijnig dijkje
Over de Kamperzeedijk gaan we naar Genemuiden, waar na een bedrijventerrein het venijnigste dijkje van de dag loopt. Als je een bocht mist, vlieg je niet in de IJssel, maar in het Zwarte Water. Aan de overkant komen we door het fraaie Hanzestadje Hasselt. De drukke Hanzestad Zwolle slaan we over en kiezen voor de rust van moerasgebied De Wieden. Aan de rand hiervan ligt Giethoorn, dat slootjes heeft in plaats van straatjes. Jaarlijks vergapen duizenden buitenlandse toeristen zich aan dit wondertje. Maar weinigen weten dat het verstopte Belt-schutsloot, hier vlakbij, minstens zo mooi is. Jij straks wel, want de route loopt erlangs. Langs de Weerribben – de Mooiste Plek van Neder- land, volgens de NCRV – en een paar prettige dijkjes eindigen we in het laatste Hanzestadje van de dag: Vollenhove. Vergeleken andere Hanzestadjes en het naburige Blokzijl, spat de weelde er niet vanaf. Maar dat gemis compenseren we met een rondje vooraf door het licht heuvelendende achterland.