donderdag 21 november 2024

Toertocht Frankrijk: Op het ritme van de Morvan

Lege wegen, stille dorpen, vergezichten, honderdduizend bochten, goed gevulde borden en eventueel een puntje gravel. Lijkt het je wat? Gooi dan je spullen op de motor en zak af naar de Morvan in het hart van Frankrijk. Allez les motards!

Ergens tussen Avallon en Vézelay zet ik de motor stil op een bruggetje. De goudgele stenen van het oude bouwwerk stralen in de zon en het heldere water van Le Cousin kabbelt door een landschap van velden, heuvels en bossen. Hoewel ik nog niets groots heb gezien – categorie Timmelsjoch en Silvretta Hochalpenstrasse – ben ik super groots aan het rijden. Morvan, een ontdekking!

Na een nacht slapen in een voormalige watermolen en het typisch Frans ontbijt met sterke koffie, stokbrood en een croissant volg ik de vallei van Le Cousin. De wereld is er overzichtelijk met een riviertje, wat gehuchten en de kronkelende weg ernaast. Op plekken waar de zon nog niet bij kan, dampt het relatief warme water in de koude ochtendlucht.

Ik ben ontspannen begonnen, maar merk dat ik de Suzuki V-Strom 1050 steeds wat scherper door de bochten stuur. Het is geen bewuste keuze, het gaat vanzelf. Dat belooft veel goeds. Maar eerst wil ik naar Vézelay, één van de mooiste dorpen van de streek met een prachtige basiliek (Werelderfgoed) die door pelgrims als vertrekpunt wordt gebruikt voor hun bedevaarttocht naar Santiago de Compostella in Noord-Spanje.

Even de benen strekken voor een rondje dorp. In de zomer komen er veel dagjesmensen, nu is het er stil. Als je goed kijkt, ontdek je op tal van plaatsen de Sint-Jacobsschelp als decoratie van ramen, deuren, luiken en muren. Het is het symbool van de pelgrimsroute. Ik wandel terug naar de motor, pak mijn helm van het stuur en tik de versnelling in z’n één, twee, drie…

Iets onder Vézelay duik ik het lege heuvelland weer in. De wegen zijn er spannend smal, krap en kronkelig. En het terrein golft op en neer. Perfect voor allroads groot en klein. Met de rijmodus in de sportieve stand is het fijn spelen. Zonder hele hoge snelheden te halen, heb je tussen de hagen en bomen het gevoel dat je stevig aan het doorrijden bent. Het gaat zo gemakkelijk dat ik tot twee keer toe onverwachts met mijn motorlaarzen over het asfalt schraap.

Gaten en deuken

Links vang ik een glimp op van het Château de Bazoches. Remmen, terugschakelen en afslaan. Bij het kasteel ontmoet ik Amaury de Sigalas, een verre nazaat van maarschalk Vauban, inderdaad, het bouwkundige genie dat in opdracht van de Franse koning honderden vestingen optrok of verbeterde. Niet alleen in Frankrijk zelf, maar ook ver daarbuiten. Twaalf staan op de Werelderfgoedlijst.

Hij leidt me rond door het kasteel met zijn rijke historie. Zo pauzeerde koning Richard Leeuwenhart er eventjes voor zijn vertrek op kruistocht naar Jeruzalem. En in de grote zaal ontwierp Vauban samen met zijn medewerkers de beste vestingen van Europa. ‘Mensen vergeten vaak dat hij militair was’, vertelt Amaury. ‘Maar kijk eens naar zijn harnas. Daar zitten gaten en deuken van het slagveld in.’

Het kasteel is geliefd bij organisatoren van rally’s met klassieke auto’s of motoren. Die staan dan opgesteld rond de grote waterbak op het voorplein waarin tijdens de middeleeuwen de paarden werden gewassen. Hoewel ik het gevoel heb dat ik al flink wat kilometers in de wielen heb, zie ik vanaf het terras de basiliek van Vézelay op een bergtop staan. Amper tien kilometer in vogelvlucht.

Amaury zwaait me vriendelijk uit als ik even later door de poort zijn kasteel uitrijd. Kwam ik bij Vézelay nog een handvol auto’s tegen, nu is de wereld leeg en verlaten. Kilometers aan een stuk zie ik niks of niemand. Zelfs de gebruikelijke tractor met boer ontbreekt. Het is misschien wel de grootste plus van motorrijden in de Morvan, dat gevoel dat je iets aan het ontdekken bent.

Pauze in Lormes, een iets grotere plaats. De gps stuurt me door een straatje omlaag. Aan de kant van de weg staat een benzinepomp die al jaren met pensioen is. Geen idee hoe hier ooit iemand heeft kunnen tanken. Als je op deze plek met een auto stopt, is meteen de hele straat geblokkeerd. De motor zet ik in het centrum op zijn standaard. Op zoek naar koffie bij een café-tabac.

Stevige stuurtrajecten

Morvan. Wat zoiets betekent als Zwarte Bergen. Het heeft in Frankrijk een wat somber imago, omdat het in de tweede helft van de vorige eeuw een enorme leegloop kende. Van oudsher was het de voedselschuur van Parijs, maar de veelal kleinschalige landbouw was destijds niet meer rendabel. Ondertussen is het juist weer hip om een kleine biologische boer te zijn. Of een ambachtelijke producent van geitenkaas.

Ik ben er ondertussen achter dat de toppen onder de 1.000 meter hoogte blijven. Enorme bergpassen kent de streek dus niet. Maar de routes naar pakweg de Col de Haut-Folin (873 m), Col de la Gravelle (766 m) en Col des Montarons (408 m) zijn geweldig om te rijden. Vol kort en middellang bochtenwerk, stevige stuurtrajecten en dwars door een landschap dat voortdurend op en neer gaat.

De motor daalt af en bereikt het water van een stuwmeer. Daar zijn er in het centrum van de regio wel meer van. Hoewel de route rechtdoor gaat, rijd ik een rondje om het Lac de Pannecière heen. Nou ja, rondje… Het blijkt bijna 25 kilometer te zijn. Niet erg. De aanwezigheid van het water brengt wat verkoeling op deze warme dag. En als ik dan toch bezig ben, kan het weggetje naar het Château de Chassy er ook nog wel bij.

Sturen door de heuvels. Het is verslavend. Ondanks het stevige formaat voelt de Suzuki V-Strom 1050 in het korte bochtenwerk licht en wendbaar aan. Het lager geplaatste zwaartepunt van de huidige versie betaalt zich dubbel en dwars uit. Soms laat ik hem in de derde versnelling de hoek omgaan om met grote klappen weg te rijden, soms tik ik terug naar zijn twee om volgas bergop te knallen.

Voorbij Arleuf en Château-Chinon tik ik Bibracte aan, ooit het centrum van de Keltisch-Gallische alliantie tegen de Romeinen. Onder leiding van Vercingetorix verloren de Galliërs uiteindelijk de slag. De Romeinse overheersers verplaatsten hun hoofdkwartier daarna van Bibracte naar Autun, dat veel strategischer lag en monumentale bouwwerken kreeg die de macht van Rome moesten onderstrepen.

Ik eindig er even later mijn dag aan de voet van de eeuwenoude kathedraal. Snel douchen en dan op zoek naar een goed glas bier in het late avondlicht.

Betoverende sfeer

De volgende dag begin ik met een vroege ronde door Autun. Ik vink er rijdend de Romeinse bezienswaardigheden af: de vestingmuren, de tempel van Janus, twee stadspoorten die prachtig bewaard zijn gebleven, een theater en het gallo-Romeinse grafveld met pyramide-achtig monument. Het leven in de stad is nog niet op gang gekomen en de V-Strom brengt me in recordtempo van de ene naar de andere bezienswaardigheid. Citytrippen op topsnelheid.

Daarna gaat het naar het zuiden voor een ronde door de hoogste heuvels van de Morvan. Het ochtendlicht strijkt laag over de valleien. Het zorgt voor een betoverende sfeer, terwijl ik de motor stevig door het middelgebergte stuur. Wie nog niet wakker is, wordt het hier vanzelf. Ik probeer het verloop van bochten te voorspellen door mijn gps te raadplegen en de omgeving te lezen – hoe staan de elektriciteitspalen, zijn er hagen, et cetera. Toch word ik voortdurend verrast. De ene keer moet het scherper de hoek om dan verwacht, de andere keer is de voortzetting veel minder extreem dan voorzien.

De gehuchten onderweg zijn stil. Leegstand is nog altijd zichtbaar, maar minder dan in het verleden. Huizen worden opgekocht als vakantiewoning én er komen steeds meer mensen vanuit de grote steden terug naar de streek van hun grootouders. Dankzij internet hoeven zij niet per se in Parijs of Lyon te werken. Dat kan in toenemende mate ook vanuit pakweg Le Petit Marié of Les Pignots.

Ik passeer bekend terrein van gisteren: Château-Chinon. Langzaam maar zeker kom ik terug in het iets lagere deel van de Morvan. Dat klinkt als een achteruitgang qua toerterrein maar is het zeker niet. De wegen golven nog altijd enthousiast op en neer én – niet onbelangrijk – er is veel meer uitzicht omdat er minder dichte bossen zijn.

Mijn pauzeplek heet Saulieu, een stadje aan de oude Route Nationale 6. Deze weg hoort net als de Nationale 7 tot de historische routes naar de Middellandse Zee. Toen er nog geen snelwegen waren, reden de Fransen over deze twee wegen naar het zuiden. Saulieu was berucht vanwege files en andere hardnekkige opstoppingen. Niet in de laatste plaats omdat de Fransen het stadje graag ingingen voor lunch, diner of een bed. Er is nog altijd relatief veel horeca en met Bernard Loiseau had Saulieu jarenlang een beroemde sterrenkok in huis. Frankrijk was dan ook geschokt toen hij op 52-jarige leeftijd zelfmoord pleegde.

Chateau de Chastellux, verrassing aan de route

Bij Café Parisien drink ik een kop koffie met een zoet broodje. Geen culinair hoogstandje, maar ik wil zo snel mogelijk weer in het zadel zitten.

Klein, smal, strak en pokdalig

De route gaat langzaam richting de finish in Avallon. Voor het zover is, rijd ik nog door een aantal stille gehuchten, langs een schitterend kasteeltje dat niet op mijn routebeschrijving stond én via een abdij die minder mooi is dan verwacht. In Saint Léger-Vauban wordt de beroemdste zoon van het dorp – Vauban, daar is hij weer – herdacht met een standbeeld tegenover zijn geboortehuis dat als museum is ingericht.

Het eindschot naar Avallon. Over weggetjes die het rijden in de Morvan zo leuk maken. Klein, smal, soms strak geplaveid, soms pokdalig. En bovenal leeg. Ik schuif naar het puntje van het zadel en tik de V-Strom door de versnellingen. Als vanzelf vloeien de bochten in elkaar over. Tot mijn linkervoet het asfalt aantikt en ik de contouren van het stadje zie. Ergens in het centrum wacht het terras.

Reisinformatie

De bestemming

De Morvan (vertrekpunt Avallon) ligt op zo’n 620 kilometer rijden vanaf Utrecht. De navigatie stuurt je waarschijnlijk via Parijs, maar de route over Reims en Troyes is leuker en mooier met een aanzienlijk stuk secundair. De hoogste top is de Haut-Folin met 901 meter.

Overnachten

Tal van mogelijkheden. Van campings en luxe hotels tot gites en relais motards.

* Le Moulin des Templiers, nabij Avallon. Gerenoveerde molen uit de tijd van de tempeliers met eigentijdse kamers en een lekker terras aan een riviertje. We hebben er tot grote tevredenheid geslapen. Kamers vanaf € 80,- (in het hoogseizoen aanzienlijk duurder), www.hotel-moulin-des-templiers.com.

* In Autun is een klooster tot hotel omgebouwd met ondergrondse garage. Middenin het sfeervolle centrum. Kamers vanaf € 85,-, www.groupedotel.com.

* Geliefd bij motorrijders: Le Relais des Lacs in Planchez, met goede keuken en een eigenaar die zelf rijdt,  www.le-relais-des-lacs.fr.

Eten en drinken

Kijk, dit is Frankrijk, dus als het op één terrein goed zit, is het wel de keuken. Uniek in de Morvan is het grote aantal kleine ambachtelijke producenten van onder meer geitenkaas, honing, ham, biologische groente, forellen. En dan is er uiteraard nog de wijn.

Routes downloaden

Op de website www.morvansommetsetgrandslacs.com staan drie routes die je kunt downloaden. Langs de muren, de hoogste toppen en dwars door de hele streek (zie onder).

Informatie

www.morvansommetsetgrandslacs.com, www.tourisme.parcdumorvan.org, www.bourgogne-tourisme.com, www.france.fr.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen