vrijdag 22 november 2024

Gorges du Verdon

Kloofhoppen

Onontdekt gebied kun je het echt niet noemen, maar akelig mooi rijden met de motor kun je er zeker! Krachtig stromende wateren hebben door de eeuwen heen de Gorges du Verdon – of kloven van Verdon – uitgeslepen en daarmee voor heerlijk kronkelende motorwegen in de Franse Voor-Alpen gezorgd.

Na vele uren en kilometers hoosbuien te hebben getrotseerd, voelt het klimaat van Zuid-Frankrijk als een warm welkom. Letterlijk zelfs als we bij de laatste tolpoort ineens in het verlengde van een dal in het Chartreuse massief halt houden en er een welkome warme lucht ons tegemoet komt waaien. Oef, maar dat is lekker! De thermometer op de Kawasaki Versys 1000 geeft binnen een half uur een verschil van bijna tien graden aan als we dichterbij Grenoble komen. Het regenpak kan eindelijk met vertrouwen uit. Dat was de kou en alle regen wel waard!

Sterkijken

We houden halt in het wat luguber klinkende Corps, ongeveer een uurtje onder Grenoble. Om op te warmen, maar ook om wat nachtrust te pakken voor we verder rijden. We moeten namelijk nog een klein stukje. Vanuit het stokoude doch knusse Hotel de la Poste rijden we de volgende dag heerlijk op ons gemak binnendoor. Of ja, we hebben wat opstartproblemen. Een sleutel van de zijkoffers van de BMW wil niet meewerken. ‘Heeft u wat olie voor ons?’, vragen we aan de uitbater. Prompt staat er een bakje olijfolie naast het achterwiel om de sleutel in te dompelen. Welkom in Frankrijk! Het werkt en we kunnen op weg naar Verdon, een natuurpark dat globaal gezien in het midden ligt van de driehoek Gap-Nice-Marseille. Dit is waar we willen zijn om één specifieke reden; ontelbaar veel bochten! Het park staat namelijk bekend om zijn vele gorges; kloven in goed Nederlands. De vele bergstroompjes die samen de rivier de Verdon maken hebben vele tienduizenden jaren de tijd gehad om diepe paden door de rotsen te slijten. De totale lengte is ongeveer 25 kilometer en daarmee is het de op-één-na langste kloof in Europa – waarbij de Tarakloof in Montenegro met zijn 144 kilometer op ruime afstand de langste is.

Maar voor we de kloof ‘induiken’ ligt op de route eerst nog Moustiers-Sainte-Marie. Naast dat je voor die plaats in scrabble minstens 34 punten krijgt, krijg je er ook een enorm goed gevoel van als je uit westelijke richting eropaf rijdt. Precies in het dal tussen de twee bergen staat een kerk met hoog daarboven – in het midden van de twee bergrotsen – een ster. Die hangt er al honderden jaren maar men moet eigenlijk gissen naar de antwoorden op de wanneer- en de waaromvraag. Het bekendste verhaal is dat van een ridder die gedurende een kruistocht in het Midden-Oosten gevangen wordt genomen. Tijdens zijn gevangenschap zweert hij dat hij een zilveren ster zal ophangen boven zijn geboortedorp als hij ongedeerd mag terugkeren. Zo geschiedde. Bewijs hiervoor is er echter niet te vinden waardoor er een vlaag van mysterie aan de ster kleeft. Feit is dat er tot op de dag van vandaag een zilveren ster hoog boven het dorp hangt die je – als je heel goed kijkt – al van verre kan zien. In de loop der jaren is de rest van het dorp steeds verder verspreid langs de voet van twee bergen. Badend in het zonlicht geeft dat een mooi idyllisch sfeertje.

Koppie erbij

Vanaf Moustiers-Sainte-Marie rijden we ongeveer twee kilometer zuidwaarts waar we op de rotonde links afslaan om de N952 te blijven volgen. We klimmen iets door een bos waarna de bomen al snel minder en minder dicht op elkaar staan en we een steeds beter zicht krijgen op het azuurblauwe water van stuwmeer Sainte-Croix. Als de weg zich ineens aan de gelige rotswand links vastklampt en de rechter berm in het diepe verdwijnt weten we dat we de poort van de kloof naderen. We weten ook dat we ons koppie erbij moeten houden want hoewel de wegen redelijk leeg zijn, liggen er hier en daar wel gevallen stenen op het niet al te geweldige asfalt. Daarbij is de weg relatief smal en bestaat de ‘uitloopstrook’ aan de rechterzijde uit een laag stenen muurtje. Al te veel om je heen kijken tijdens het rijden is dus niet verstandig.

We rijden tussen de rotswand en een groot rotsblok door en draaien daarmee de kloof in, te voelen door de plotse tegenwind waar we net nog in de luwte reden. Een waterig zonnetje doet zijn best de explosie van herfstkleuren meer kracht bij te zetten op de bossen beneden in de kloof en tegen de rotswanden. Wat een uitzicht! We rijden een paar keer heen en weer om van de bochten te kunnen genieten. Iets wat met een BMW R1250GS, Triumph Tiger Explorer en Kawasaki Versys 1000 onder onze konten echt niet moeilijk is. Het geluid van de roffelende boxer, suizende driecilinder en gierende viercilinder zorgen voor een symfonie die door de kloof heen galmt. Een paradijs.

Reisinformatie: Aanrijden

We zitten diep onderin Frankrijk en dus is het vrijwel noodzaak om dan de route soleil te volgen richting het zuiden. Wij reden om tijd te besparen en zo veel mogelijk tij rond de Verdon te slingeren via tolwegen die kant op. Dat kost je wel ongeveer 95 euro. Mocht je via de péage rijden, kies dan ter hoogte van Dijon de A39 in plaats van de A6. Nagenoeg dezelfde afstand maar stukken rustiger.

Subliem

We zetten de koers voort en beklimmen een van de bergen waar de Verdon zich een weg doorheen gebaand heet. Het is niet extreem hoog, maar opnieuw zijn de vergezichten adembenemend. Zeker als we bij het zogeheten Point Sublime aankomen moeten we gewoon even afstappen om alle schoonheid van de natuur in ons op te nemen. Dat punt is – what’s in a name – een subliem uitkijkpunt over een van de vele stukjes natuur die sterk beïnvloed zijn door het eeuwenlange schaven der wateren. Staat de zon goed dan kijk je zo, tussen twee bergen door, een paar kilometer ver. De thermiek die tussen die twee klompen gesteente wordt opgewekt maakt dat hoog in de lucht een tiental vale gieren wat rondzweeft. Als we een beter uitzicht proberen te krijgen vanuit Rougon, iets hogerop de berg, ontmoeten we een speelse boerenhond die apport wil spelen met kiezelstenen als wij in de berm wat zitten te drinken. Een gemoedelijk plaatje moet het zijn voor de sporadische automobilist die voorbij rijdt. Drie stoere motards die kinderlijk blij zijn om even een kwartiertje met een wildvreemde hond te spelen halverwege een berg. ‘Gekke toeristen.’

Reisinformatie: Periode

Hoewel we in Zuid-Frankrijk rijden kan de winterperiode roet in het eten gooien. Ook in de voor-Alpen staan genoeg waarschuwingsborden voor winterse condities. Richting het einde van de lente tot zo’n beetje oktober is volgens ons de beste periode om de rit te rijden. Wij waren er in oktober wanneer de herfstkleuren de kloven nog mooier maken dan ze al zijn.

Aan het einde van de middag steken we eindelijk de Verdon over en hoppen we als het ware over naar de volgende kloof. Al is deze een heel stuk breder en is het in feite meer een dal. We slapen in een heus middeleeuws chateau in Trigance, dat op een heuvel gesitueerd is. Het is misschien niet een uitgelezen bestemming om met je motormaten te vertoeven, maar ik moet zeggen dat het wel iets heeft om in zo’n authentiek kasteel te vertoeven. ’s Avonds kijken met een Belgisch biertje in de hand hoe de mist tientallen meters onder ons door het dal rolt. Vanuit zo’n kasteel heeft het bijna iets spookachtigs, al slapen we er niet minder om na wederom een actief dagje sturen.

Hoppen

Het echte hoppen volgt de volgende dag. We zetten koers naar Castellane. Vlak buiten dat dorp krijg ik het idee dat we ineens in Italië zijn aangekomen, zo idyllisch dat het dorp erbij ligt, met een kerkje hoog op een berg aan de rand van het dorp. We stoppen voor benzine en rijden vervolgens door. We verlaten de N952 en kiezen het pad dat de Rayaup heeft uitgesleten. Daarlangs loopt de D102. Waar mogelijk nog iets smaller dan de N-weg en in een slechtere staat maar gelukkig ook rustiger en ongetwijfeld mooier. Van links naar rechts moet het stuur gegooid worden om op de weg te blijven. Één worden met de natuur heb ik nog nooit zo letterlijk genomen vanaf de motor als op deze weg, zo dicht dat de rotswanden langs de weg lopen. Via Comps-sur-Arteby en Montferrat rijden we verder en bereiken we globaal gezien de zuidelijke grens van het natuurpark.  Ampus en Aups rijden we via de zuidgrens van park Verdon. De doorgaande wegen zijn in een veel betere conditie waardoor het tempo opgeschroefd kan worden. De tijd die het duurt om in Bauduen te eindigen is daardoor relatief korter dan ingecalculeerd waardoor we daar onze middagpauze kunnen inlassen. Het dorpje dat op de zuidoever van het stuwmeer ligt voelt alsof het een eeuwenoud vissersdorpje is. Met een vers stokbrood, kaas en ham nestelen we ons op een bakje langs de oever waar we leren dat het dorp in zijn huidige vorm pas sinds 1973 bestaat in zijn huidige ‘kustplaats’-vorm. In dat jaar werd de dam gedicht en begon het stuwmeer zich te vullen met al het water dat de Verdon aanlevert.

Reisinformatie: Motorrijden

Je zit in de bergen en dat betekent dat het weer erg wisselvallig kan zijn afhankelijk in welk dal je zit. Neem dus zeker een regenpak mee en een extra paar handschoenen. Veel benzinestations zijn erin het gebied overigens ook niet, dus houd dat een beetje in de gaten. Denk er overigens ook aan om je vering aan het slechtere wegdek aan te passen, dat rijdt stukken comfortabeler waardoor je langer scherp blijft op deze slingerende route.

De brug terug

We stappen weer op en rijden verder waarna we al vlug bij de stuwdam uitkomen die al het water uit de vele gorges tegenhoudt en middels turbines omzet in elektriciteit voor het gebied. Veel te zien is er niet. Een stukje terug vormt de Ponte de Sainte-Croix een mooi uitkijkpunt. Aan de ene zijde kijk je neer op de dam en aan de andere zijde kijk je uit over het meer met in de verte het massief waar de Verdon zich een weg doorheen geslepen heeft. Zo kalm als het water in het meer is, zo krachtig komt het tussen de rotsen in het massief doorgestroomd. Rustgevend en toch ook enorm ruig. Een mooie samenvatting van de kracht van het water en tevens natuurpark Verdon bedenk ik me, als we de brug oversteken en aan de terugweg beginnen. Grillige natuur op veel plaatsen met als tegenhanger rustieke plekken zoals hier aan het meer. Slingerende asfaltlinten in de kloven en stille dorpjes. Voor ieder wat wils hier in Zuid-Frankrijk, zeker langs de oevers van de Verdon.

Reisinformatie: Hotels

Corps: Hotel de la Poste

Moustiers-Saine-Marie: La Bonne Auberge Hôtel Restaurant

Trigance: Château de Trigance

Gréoux-les-Bains: Hôtel des Alpes

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen