Teutogangers stappen nét te vroeg af, Harzrijders letten niet goed op. Want er tussenin ligt de vallei van de Weser. Puik land, waar de rondingen wulps zijn, de taartpunten van formaat laat-de-lunch-maar-zitten en het Weizenbier in de glazen kolkt. Met een paar uur sturen ben je er al. Wij hebben er twee routes voor je uitgezet.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/TRACK-Weser1.GPX”]
Olivier Visser
Meiden van dertien: te groot voor de poppen, te klein voor de liefde. Het is met het Weserbergland nét zo: gelegen in een uithoek van drie deelstaten. En ingeklemd tussen geweldenaars als het Teutoburgerwoud en de Harz, waar motorrijders van buiten op afkomen als vliegen op de stroop. Maar het Duitse motorvolk koestert déze groene, golvende oase tussen Teutoburgerwald en Harz. Beetje eigenwijze streek, voor individualisten.
De levensader is de Weser, die het land diep insnijdt en wordt gevoed door zijriviertjes die soms scherpe dalen hebben uitgesleten. En dat is het geheim achter het rijgenot in dit zo wulps golvende land, waar zwierig bochtenwerk abrupt wordt onderbroken door scherp daal- en klimwerk.
Er ligt een top vijf van prachtplekken, verbonden door pakweg vijfhonderd bochten. We ronden ze allemaal, in twee dagen.