We gaan naar Bornholm voor het Deense midzomernachtfeest. Dit eiland in de Oostzee is ook nog eens het zonnigste deel van Denemarken. En het staat bekend als het Bourgondië van de Oostzee!
Jan Dirk Onrust
Goed mogelijk dat wij verre nazaten van Vikingen en andere Deense veroveraars zijn, want wat invasies betreft hadden zij precies dezelfde smaak als wij. Waar zij met een bende woestelingen zonder kloppen binnendrongen en eeuwenlang de scepter zwaaiden, gaan wij graag met een horde wilde lezers naartoe. Dus gaan we deze zomer weer naar Noorwegen (eeuwenlang een Deense provincie). De invasie van IJsland, dat tot 1944 Deens was, staat in 2013 op de agenda. En de Faeröer Eilanden – die nog steeds een beetje Deens zijn – veroveren we in de nazomer voor de derde keer.
Valt er verder nog overzee Deens grondgebied te plunderen? Jazeker. Het afgelegen Oostzee-eiland Bornholm hebben we nog niet gehad. En daarom gaan we daar in juni naartoe. Precies op het moment dat er het midzomernachtfeest wordt gevierd.
Lezersreis in juni
Bornholm ligt tussen Zweden en Polen in, op ongeveer 90 km varen van Duitsland. Het eiland is bijna vier keer zo groot als Texel en heeft genoeg wegen om een dag of drie heel lekker rond te rijden. Eigenlijk horen we nooit wat van het eiland, behalve in december 2010, toen het wereldnieuws werd. Door hevige sneeuwval, met sneeuwbergen tot 10 meter hoog, waren de 40.000 inwoners volledig afgesneden van de buitenwereld. Juist voor Bornholm was het pijnlijk om als een soort Nova Zembla in het nieuws te komen. Het grote pluspunt van het eiland is namelijk het goede weer. De bijnaam luidt dan ook: het Zonne-eiland.
Hitlers hotel
Bornholm is vanuit vier landen te bereiken. Voor ons is Duitsland het makkelijkst. Zo hebben we ook nog een mooie aanlooproute langs de kust van Mecklenburg-Vorpommeren en door een paar prachtige Hanzesteden als Wismar, Rostock en Stalsund. Maar het beste is dat de boot vertrekt vanuit Sassnitz, want dat ligt op het roemruchte eiland Rügen.
Rügen is een verschrikkelijk vakantieoord. Dat wil zeggen: het is eigenlijk best mooi, rustig en een beetje dromerig zelfs, maar het heeft een zwaarmoedig toeristisch verleden. In de DDR-tijd werden hoteleigenaars onteigend en in tuchthuizen gezet. De communistische vakbond en de Kasernierte Volkspolizei namen de zaak over. Bijna alle naargeestigheid uit die tijd van dwang en achterstallig onderhoud zijn verdwenen. Wel gebleven is het grootste, meest monsterlijke hotel ooit: Seebad Prora, een complex van 4,5 km lang, gebouwd in opdracht van Adolf Hitler. Het ligt vlak onder Sassnitz, waar de boot naar Bornholm vertrekt.
Venijnige Oostzee
We stappen op een tamelijk oude schuit, waarop het nog best lastig is de motor goed vast te maken. ‘Wat maakt het uit?’ zegt Jan. ‘De Oostzee stelt toch niets voor.’
Ja, de Oostzee is eerder een groot meer dan een echte zee met grote getijdenverschillen en wilde golven. Dat vind ik ook als we uit Sassnitz vertrekken. Maar in 3,5 uur varen naar Bornholm kan een mens van gedachten veranderen. Het tamme binnenzeetje begint venijn te tonen. Een stevige wind zorgt voor echte golven met witte koppen. En voor een paar zweetdruppels, want de motoren staan met niet meer vast dan met wat elastiekjes en paperclips, terwijl de oude veerboot ondertussen flink is gaan stuiteren.
King Arthur-achtige kasteelruïne
Er zijn van die havenplaatsjes die je al te pakken hebben voor je voet aan wal zet. Rönne, het hoofdplaatsje van Bornholm, valt niet in die categorie. De Russen hebben het stadje in 1945 deels plat gebombardeerd, waardoor het niet echt een historisch karakter heeft. Maar even buiten Rønne pakt Bornholm ons snel in.
De wegen zijn rustig en mooi, en het landschap begint gaandeweg stevig te heuvelen. Dat komt omdat Bornholm geologisch gezien eigenlijk uit twee delen bestaat: simpel gezegd bestaat de zuidelijke helft uit zand, de noordelijke helft uit steen. Dus ergens halverwege de westkust verschijnen er rotsen en bergjes. Als we daarna ook nog wat lekker bochtige weggetjes ontdekken en eentje die achter een klif openlijk langs de branding scheert, dan weten we dat we hier echt goed zitten.
Vlakbij de noordpunt van het eiland, komen we bij een Koning Arthur-achtige kasteelruïne – het Hammershus – dat over de kustrotsen ligt gedrapeerd. Dit is de grootste middeleeuwse fortificatie van Noord Europa en voelt geheimzinnig en zelfs een tikkeltje onheilspellend aan. Erboven ligt de Hammer Knuden, de uiterste punt, met dichte bossen, bergwanden waar je tegenaan kunt klimmen van kunt abseilen. Er loopt ook nog een zware wandelroute omheen, waaraan je niet zonder water en een goede conditie schijnt te moeten beginnen. Zo kennen we Denemarken helemaal niet. Het lijkt eerder een verdwaald stuk Ierse kust, maar dan met mooi weer.
Bourgondiërsholm
Om de hoek van de Bornholmse noordkaap, zijn we in dorpje Sandvig weer terug in Denemarken, maar wel met de haren losgegooid. Alles lijkt hier net een paar gradaties makkelijker, vrolijker en kleuriger. Even na zessen is er veel volk op straat en op de terrassen. En veel bier. En een lopend muziekkorps. Hier merk je direct wat naast Zonne-eiland de andere bijnaam van Bornholm is: het Bourgondië van Denemarken. Sterker nog: vroeger heette het eiland Borgundarholm. Er wordt zelfs gezegd dat de echte Bourgondiërs oorspronkelijk hiervandaan komen. Maar dat is hoogstwaarschijnlijk een fabeltje.
De feestelijk stemming van vandaag heeft vast met de gemoedelijke volksaard te maken, maar er is ook een meer specifieke reden. Het is de 23ste juni, sankt Hans Aften – de avond van het middernachtfeest. En de inwoners en toeristen zijn alvast een bodempje aan het leggen.
Dat zal voor ons lastiger worden, want wij hebben een huisje op meer dan loopafstand van het dichtstbijzijnde feestdorp gehuurd. Dus dat wordt appelsap vanavond. En dan zijn feesten altijd moeilijker te begrijpen.
Het Kwaad
Geheel nuchter arriveren we later op de avond in het kustdorpje Gudhjem – met zijn steile straatjes en kleurige huizen een van de leukste plaatsjes. We zijn niet de enigen. Een grote menigte is op de been, waarvan een deel met een brandende fakkel in een optocht loopt. Anderen hebben op de rotsen aan zee grote vreugdevuren ontstoken. Er worden wat officiële woorden gesproken door een plaatselijke bekendheid, er wordt gezongen. Enkele dames zijn als heks verkleed en verderop wordt er eentje in het vuur gegooid, maar die is van stro. De politiek correcte verklaring is dat de heksen niet een irritant soort vrouw symboliseren, maar Het Kwaad. Dus dan mag het. De verbranding heeft ook iets met vruchtbaarheid te maken, dus je zou verwachten… Maar nee, het blijft allemaal heel beschaafd. En het ontaardt ook niet in een zuipfestijn, althans niet op straat. Even na middernacht zijn we terug in ons campinghuisje. Andere gasten zijn duidelijk wel een paar stappen verder dan we in Gudhjem zagen, maar na een uur of twee horen we ze niet meer.
De stranden
Het vervolg van de noordkust blijft heel aardig. Het plaatsje Svaneke, dus op de noordoostpunt ligt, geldt toeristisch gezien als een van de hoogtepunten, vooral door de haven met historische huisjes. Daarna zakt het eventjes in en komen we een vrij drukke weg naar Nexø, de grootste plaats na Rønne – eveneens door Sovjet-bombardementen zwaar getroffen. Daarna wordt het interessant, want dan komen de stranden, waar Bornholm ook bekend om staat. Balka is de populairste, want makkelijk te bereiken, maar het grootst en indrukwekkendst is Dueodde, want daar zit ook nog een prachtig duingebied aanvast. Maar daar moet je dan wel te voet doorheen ploegen.
Het eilandgevoel
De kustlijn van Bornholm heeft een totale lengte van 160 km. Als je die op de motor wilt volgen, kom je hoger uit omdat er vrij veel doodlopende, maar wel interessante weggetjes naar de kleine en grotere stranden lopen, met name aan de zuidkust.
In het achterland ligt nog veel meer: vele tientallen heerlijke rijweggetjes, die meestal nog stukken rustiger zijn dat kustwegen. Ze gaan door de weilanden en bossen, en bieden daartussen een aantal kleine en grotere verrassingen, zoals een hoge rotswand in het midden van het eiland. Of het museum NaturBornholm, dat bovenop op kloof is gezet, waar de overgang tussen zand en graniet het duidelijkst te zien is. Of gewoon een leuk dorpje. Maar wat het vooral allemaal zo aangenaam maakt, is dat je overal het eilandgevoel hebt. Je kunt alle kanten op, bijna overal is het lekker en relaxed – Bourgondisch, zo u wilt. En als je even geen zin meer hebt, ben je in hooguit een uurtje weer terug in het hotel.
[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/TRK-Bornholm.GPX”]